ECLI:NL:RBGRO:2006:AV2508
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens bedrijfseconomische omstandigheden en verstoorde arbeidsrelatie
In deze zaak verzoekt de damesmodezaak [verzoekster] de kantonrechter om de arbeidsovereenkomst met [verweerder] te ontbinden op basis van bedrijfseconomische omstandigheden en een verstoorde arbeidsrelatie. De verzoekster stelt dat de financiële situatie van het bedrijf penibel is en dat er geen mogelijkheid is om een billijke vergoeding te betalen. Eerder was een verzoek bij het CWI afgewezen vanwege schending van het anciënniteitsbeginsel. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de verstoorde verhouding tussen de directeur en [verweerder] een belangrijke factor is in deze zaak. De kantonrechter oordeelt dat de verstoorde arbeidsrelatie en de bedrijfseconomische noodzaak voldoende zijn om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De kantonrechter houdt rekening met de financiële situatie van [verzoekster] en kent een billijke vergoeding toe van € 5.000,00 aan [verweerder]. De beslissing om de arbeidsovereenkomst te ontbinden wordt genomen met inachtneming van de omstandigheden van het geval, waaronder de lange diensttijd van [verweerder] en haar leeftijd. De kantonrechter stelt [verzoekster] in de gelegenheid om het verzoek in te trekken, maar als dit niet gebeurt, wordt de ontbinding per 8 februari 2006 uitgesproken.