ECLI:NL:RBGRO:2006:AV2023
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- T. Duursma
- C. van den Noort
- Rechtspraak.nl
Ontheffing van het ouderlijk gezag van ouders met ernstige problematiek ten aanzien van hun kind
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 31 januari 2006 uitspraak gedaan over de ontheffing van het ouderlijk gezag van de vader en moeder van een minderjarige, hierna te noemen [het kind]. De Raad voor de Kinderbescherming had op 2 december 2005 een verzoekschrift ingediend om de ouders te ontheffen van het ouderlijk gezag, met het oog op de benoeming van de Stichting Bureau Jeugdzorg Groningen als voogd. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 3 januari 2006, waarbij zowel de ouders als hun procureur, alsook vertegenwoordigers van de Raad en Bureau Jeugdzorg aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat [het kind] een ernstige gedragsproblematiek vertoont, waaronder ADHD, en dat de ouders, die zelf ook met forse problematiek kampen, niet in staat zijn om adequaat voor hem te zorgen. De ouders hebben een geschiedenis van agressie en mishandeling, en de situatie is zodanig dat de veiligheid van [het kind] tijdens contactmomenten met zijn ouders niet gewaarborgd is. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de huidige ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing onvoldoende zijn om de bedreiging in de ontwikkeling van [het kind] af te wenden, zoals bedoeld in artikel 1:254 BW.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van [het kind] is om de ouders van het gezag te ontheffen, zodat hij de noodzakelijke hulp en ondersteuning kan krijgen in een geschikte residentiële voorziening, de Hoenderloo Groep. De ouders zijn onmachtig gebleken om hun opvoedingsverantwoordelijkheid te vervullen, en de rechtbank heeft de Stichting Bureau Jeugdzorg Groningen benoemd als voogd. De beslissing is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en partijen hebben de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.