ECLI:NL:RBGRO:2006:AV1444

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
9 februari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
18/670054-05 en 18/670621-05
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een langdurig verslaafde man voor meerdere woninginbraken en diefstallen, vergezeld van geweld en bedreiging

In deze zaak werd een langdurig verslaafde man verdacht van meerdere woninginbraken en diefstallen. Tijdens zijn voorlopige hechtenis wist hij tweemaal het afkickcentrum te verlaten, waarna hij opnieuw werd aangehouden. Bij een van de inbraken werd hij overlopen door de bewoners, maar hij wist met geweld te ontkomen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan diefstal met geweld en bedreiging, en legde een deels voorwaardelijke gevangenisstraf op, met als bijzondere voorwaarde dat hij zich zou laten behandelen voor zijn verslaving. De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten, de impact op de slachtoffers en de eerdere veroordelingen van de verdachte. De vorderingen van de benadeelde partijen werden gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de schadevergoeding vaststelde op basis van de geleden immateriële schade. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 30 maanden, waarvan 10 maanden voorwaardelijk, met de verplichting tot reclasseringstoezicht en behandeling voor zijn verslaving.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Strafrecht
parketnummers: 18/670054-05 en 18/670621-05
datum uitspraak: 9 februari 2006
op tegenspraak
raadsman: mr. A.C. de Kruijff
vonnis van de rechtbank te Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de zaak tegen:
[verdachte],
geboren te [plaats] op [datum],
wonende te [plaats],
thans preventief gedetineerd in P.I. Noord, HvB Groningen
te Groningen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 januari 2006.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd: dat
onder parketnummer 18/670054-05
1.
(incident 1)
hij op of omstreeks 2 januari 2005, te [plaats], in elk geval in de gemeente [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning
gelegen aan de [adres] heeft weggenomen
een parelketting met gouden sluiting, althans een (hals)ketting en/of een of
meerdere oorsteker(s), althans oorknop(pen) en/of een horloge van het merk
Delma, althans een of meerdere siera(a)d(en) en/of een envelop met geld en/of
een of meerdere portemonnee(s) met daarin een of meerdere pasje(s) en/of geld
en/of een beursje met daarin geld en/of een of meerdere paspoort(en) en/of een
digitale (foto)camera van het merk Fuji en/of een mobiele telefoon, in elk
geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan een persoon genaamd
[slachtoffer] en/of een persoon genaamd [slachtoffer] en/of een
persoon genaamd [slachtoffer], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 2 januari 2005 in de gemeente [plaats], in elk geval in
Nederland, een digitale (foto)camera van het merk Fuji en/of een parelketting
met gouden sluiting, althans een (hals)ketting en/of een of meerdere
oorsteker(s), althans oorknop(pen) en/of een horloge, in elk geval een of
meerdere siera(a)d(en), heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van die digitale (foto)camera en/of die parelketting met gouden
sluiting, althans (hals)ketting en/of die oorsteker(s), althans oorknop(pen)
en/of dat horloge, althans dat/die siera(a)den wist, althans redelijkerwijs
had moeten vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
2.
(incident 2)
hij op of omstreeks 15 januari 2005, te [plaats], in elk geval in de gemeente
[plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit een woning
gelegen aan de [adres] heeft weggenomen
een horloge en/of geld en/of een of meerdere tegoedbon(nen) en/of een
telefoontoestel en/of een of meerdere munt(en), in elk geval enig goed, geheel
of ten dele toebehorende aan een persoon genaamd [slachtoffer], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
onder parketnummer 18/670621-05
1.
(Incident 2)
hij op of omstreeks 21 september 2005 te [plaats], in elk geval in de
gemeente Groningen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit de
woning aan de [adres], althans een woning, heeft weggenomen
- een (draag)tas (kleur zwart, merk Eastpack) en/of (daarin) een of meerdere
kentekenbewijs/-bewijzen (behorende bij de auto van het merk Volkswagen, type
Polo, met kenteken [kenteken]) en/of drumspullen en/of drumpads, en/of
- een transactieoverzicht ten name van [slachtoffer], en/of
- een keuringsrapport RDW (betreffende de auto van het merk Volkswagen, type
Polo, met kenteken [kenteken]), en/of
- een digitale camera (merk Olympus) en/of (daarin) een geheugenkaart, en/of
- een MP3-speler, en/of
- een rieten mandje met geld, en/of
- een envelop met geld, en/of
- een geldkistje en/of (daarin) geld en/of een pinpas en/of een pincode,
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan een
persoon genaamd [slachtoffer] en/of een persoon genaamd [slachtoffer]
en/of doedelzakvereniging [slachtoffer], althans een
doedelzakvereniging, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] en/of die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of
gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij
de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat
verdachte, met dat oogmerk,
- heeft geprobeerd om zich, terwijl die [slachtoffer] en/of [slachtoffer] hem, verdachte, vast hielden, (met kracht) los te rukken, en/of
- die [slachtoffer] en/of [slachtoffer] dreigend de woorden heeft
toegevoegd: "Geweer tegen je hoofd, geweer tegen je hoofd", en/of
- (vervolgens) (dreigend) zijn, verdachtes, hand onder zijn, verdachtes, trui
heeft gedaan, en/of
- (dreigend) een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp,
althans een hard, rond, voorwerp onder zijn, verdachtes, trui had, en/of
- (dreigend) een schroevendraaier aan die [slachtoffer] en/of [slachtoffer] heeft getoond en/of met een schroevendraaier (dreigend) een of
meerdere stekende beweging(en) in de richting van die [slachtoffer] en/of
[slachtoffer] heeft gemaakt, en/of
(aldus) een voor die [slachtoffer] en/of [slachtoffer] dreigende
situatie heeft geschapen,
welk feit werd gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in
voornoemde woning, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft verschaft door middel van braak en/of inklimming;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 1 Wetboek van Strafrecht
2.
(Incident 3)
hij op of omstreeks 26 september 2005 te [plaats], in elk geval in de
gemeente [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening in/uit de
woning aan de [adres], althans een woning, heeft weggenomen
- een of meerdere tas(sen), en/of
- een portemonnee (merk Von Dutch) en/of (daarin) geld en/of een rijbewijs
en/of een NS Voordeel-urenkaart ten name van [slachtoffer] en/of een
Nationale Strippen Kaart en/of een Mastercard en/of een bankpas, en/of
- een telefoon (merk Nokia), en/of
- een of meerdere (huis)sleutel(s) en/of een of meerdere (auto)sleutel(s),
en/of
- een toegangspas "Poortje",
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan een
persoon genaamd [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming,
welk feit werd gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 26 september 2005 tot en met 7 oktober
2005, in de gemeente [plaats], in elk geval in Nederland,
een portemonnee (merk Von Dutch) en/of (daarin) een NS Voordeel-urenkaart ten
name van [slachtoffer] en/of een Nationale Strippen Kaart heeft verworven,
voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het
verwerven of het voorhanden krijgen van die portemonnee (merk Von Dutch) en/of
(daarin) die NS Voordeel-urenkaart ten name van [slachtoffer] en/of die
Nationale Strippen Kaart wist, althans redelijkerwijs had moeten vermoeden,
dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 26 september 2005 tot en met 7 oktober
2005, in de gemeente Groningen, in elk geval in Nederland, opzettelijk een
portemonnee (merk Von Dutch) en/of (daarin) een NS Voordeel-urenkaart ten name
van [slachtoffer] en/of een Nationale Strippen Kaart, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan een persoon genaamd [slachtoffer],
in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf, te weten als bewoner
van de woning [adres] te [plaats], alwaar het/de goed(eren) op 7 oktober
2005 openlijk op een stoel zijn aangetroffen, onder zich had,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
3.
(Incident 4)
hij in of omstreeks de periode van 19 september 2005 tot en met 20 september
2005 te [plaats], in elk geval in de gemeente [plaats], met het oogmerk van
wederrechtelijke toeëigening in/uit de woning [adres], althans
een woning, heeft weggenomen
- een (schouder)tas (kleur blauw, merk Eastpack) en/of (daarin) een of
meerdere mobiele telefoon(s) en/of papieren en/of een portemonnee en/of
(daarin) een rijbewijs en/of een credit kaart en/of een bankpas en/of een of
meerdere ander(e) pasje(s), en/of
- oplaadapparatuur, en/of
- een paspoort, en/of
- een formulier Aanvraag Ziektekostenverzekering Uniek, van Univé
Verzekeringen, ten name van [slachtoffer],
in elk geval enig(e) goed(eren), geheel of ten dele toebehorende aan een
persoon genaamd [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen
dan aan verdachte,
waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft
en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door
middel van braak, verbreking en/of inklimming,
welk feit werd gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd;
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 5 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 19 september 2005 tot en met 7 oktober
2005, in de gemeente [plaats], in elk geval in Nederland,
een (schouder)tas (kleur blauw, merk Eastpack) en/of een formulier Aanvraag
Ziektekostenverzekering Uniek, van Univé Verzekeringen, ten name van [slachtoffer], heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft
overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden
krijgen van die (schouder)tas (kleur blauw, merk Eastpack) en/of dat
formulier Aanvraag Ziektekostenverzekering Uniek, van Univé Verzekeringen, ten
name van [slachtoffer] wist, althans redelijkerwijs had moeten
vermoeden, dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
art 416 lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de periode van 19 september 2005 tot en met 7 oktober
2005, in de gemeente [plaats], in elk geval in Nederland, opzettelijk een
(schouder)tas (kleur blauw, merk Eastpack) en/of een formulier Aanvraag
Ziektekostenverzekering Uniek, van Univé Verzekeringen, ten name van [slachtoffer], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan
een persoon genaamd [slachtoffer], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte,
welk(e) goed(eren) verdachte anders dan door misdrijf onder zich had, te
weten,
ten aanzien van voornoemd formulier Aanvraag Ziektekostenverzekering Uniek,
van Univé Verzekeringen, als bewoner van de woning [adres] te [plaats],
alwaar dit goed op 7 oktober 2005 in de slaapkamer van verdachte is
aangetroffen, en/of,
ten aanzien van voornoemde (schouder)tas, als gevonden voorwerp,
wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
art 321 Wetboek van Strafrecht
De rechtbank heeft de in de tenlastelegging voorkomende schrijffouten hersteld. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Bewezenverklaring
Bewijsoverweging met betrekking tot feit 1 onder parketnummer 18/670621-05
Anders dan de raadsman van verdachte is de rechtbank van oordeel, dat kan worden bewezen dat de door verdachte bekende diefstal is vergezeld en gevolgd met geweld en bedreiging met geweld. De verdachte heeft ter zitting aangegeven, dat hij - op het moment dat hij werd overlopen - heeft geprobeerd zich los te rukken, dat hij een schroevendraaier in zijn hand had en dat het mogelijk is dat hij woorden heeft gezegd als "Geweer tegen je hoofd.", hoewel hij zich dat laatste niet kan herinneren. Voorts heeft de rechtbank daarbij gelet op de verklaringen van [slachtoffer] d.d. 9 oktober 2005 en [slachtoffer] d.d. 13 oktober 2005.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het
- onder parketnummer 18/670054-05 onder 1 primair en onder 2; en
- onder parketnummer 18/670621-05 onder 1 primair, 2 primair, 3 primair;
tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
onder parketnummer 18/670054-05
1.
hij op 2 januari 2005, te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [adres] heeft weggenomen een parelketting met gouden sluiting en oorstekers en een horloge van het merk Delma en een envelop met geld en meerdere portemonnees met daarin meerdere pasjes en geld, en een beursje met daarin geld, en meerdere paspoorten en een digitale (foto)camera van het merk Fuji en een mobiele telefoon, toebehorende aan een persoon genaamd [slachtoffer] of een persoon genaamd [slachtoffer] of een persoon genaamd [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
2.
hij op 15 januari 2005, te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit een woning gelegen aan de [straat] heeft weggenomen een horloge en geld en tegoedbonnen en een telefoontoestel en meerdere munten, toebehorende aan een persoon [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
onder parketnummer 18/670621-05
1.
hij op 21 september 2005 te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning [adres], heeft weggenomen
- een (draag)tas (kleur zwart, merk Eastpack) en (daarin) een of meerdere
kentekenbewijs/-bewijzen (behorende bij de auto van het merk Volkswagen, type
Polo, met kenteken [kenteken]) en drumspullen en drumpads, en
- een transactieoverzicht ten name van [slachtoffer], en
- een keuringsrapport RDW (betreffende de auto van het merk Volkswagen, type
Polo, met kenteken [kenteken]), en
- een digitale camera (merk Olympus) en (daarin) een geheugenkaart, en
- een MP3-speler, en
- een rieten mandje met geld, en
- een envelop met geld, en
- een geldkistje en (daarin) geld en een pinpas en een pincode,
toebehorende aan een persoon genaamd [slachtoffer] of een persoon genaamd [slachtoffer] of doedelzakvereniging [slachtoffer],
welke diefstal werd vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen die [slachtoffer] en die [slachtoffer], gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en welke bedreiging met geweld hierin bestonden dat
verdachte, met dat oogmerk,
- heeft geprobeerd om zich, terwijl die [slachtoffer] en/of [slachtoffer] hem, verdachte, vast hielden, (met kracht) los te rukken, en
- die [slachtoffer] dreigend de woorden heeft toegevoegd: "Geweer tegen je hoofd, geweer tegen je hoofd", en
- (vervolgens) (dreigend) zijn, verdachtes, hand onder zijn, verdachtes, trui
heeft gedaan, en
- (dreigend) een hard, rond, voorwerp onder zijn, verdachtes, trui had, en
- (dreigend) een schroevendraaier aan die [slachtoffer] heeft getoond en met een schroevendraaier (dreigend) meerdere stekende bewegingen in de richting van die [slachtoffer] heeft gemaakt, en
(aldus) een voor die [slachtoffer] en/of [slachtoffer] dreigende
situatie heeft geschapen,
welk feit werd gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd in
voornoemde woning, terwijl verdachte zich de toegang tot de plaats van het
misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
2.
hij op 26 september 2005 te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de woning aan de [adres] heeft weggenomen
- een tas, en
- een portemonnee (merk Von Dutch) en (daarin) geld en een rijbewijs
en een NS Voordeel-urenkaart ten name van [slachtoffer] en een Nationale Strippen Kaart en een Mastercard en een bankpas, en
- een telefoon (merk Nokia), en
- huissleutels en autosleutels, en
- een toegangspas "Poortje",
toebehorende aan een persoon genaamd [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming, welk feit werd gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd;
3.
hij in de periode van 19 september 2005 tot en met 20 september
2005 te [plaats], met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening uit de [adres], heeft weggenomen
- een (schouder)tas (kleur blauw, merk Eastpack) en (daarin) meerdere mobiele telefoons en papieren en een portemonnee en (daarin) een rijbewijs en een credit kaart en een bankpas en andere pasjes, en
- oplaadapparatuur, en
- een paspoort, en
- een formulier Aanvraag Ziektekostenverzekering Uniek, van Univé Verzekeringen, ten name van [slachtoffer],
toebehorende aan een persoon genaamd [slachtoffer], waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft door middel van braak en inklimming,
welk feit werd gepleegd gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd;
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen
- onder parketnummer 18/670054-05 onder 1 primair en onder 2; en
- onder parketnummer 18/670621-05 onder 1 primair, 2 primair en 3 primair;
meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Kwalificatie
Hetgeen de rechtbank als bewezen heeft aangenomen levert de volgende strafbare feiten op:
- onder parketnummer 18/670054-05
onder 1 primair: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
onder 2: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming;
- onder parketnummer 18/670621-05
onder 1 primair: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming, vergezeld en gevolgd van geweld en bedreiging met geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd;
onder 2 primair: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd;
onder 3 primair: diefstal waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door middel van braak en inklimming, gedurende de voor de nachtrust bestemde tijd;
Strafbaarheid van de verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar, nu ten aanzien van verdachte geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Motivering straf
Bij de bepaling van de straf, die aan de verdachte zal worden opgelegd, heeft de rechtbank rekening gehouden met:
a) - de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de vordering van de officier van justitie, strekkende tot een gevangenisstraf van 36 maanden, waarvan 9 maanden voorwaardelijk;
b)-de persoon van de verdachte zoals naar voren is gekomen uit:
- het onderzoek op de terechtzitting d.d. 26 januari 2006;
- de inhoud van een uittreksel uit het algemeen documentatieregister omtrent verdachte d.d. 7 oktober 2005. Hieruit blijkt dat de verdachte reeds eerder is veroordeeld wegens het plegen van soortgelijke feiten;
- het over de verdachte door de Verslavingszorg Noord Nederland uitgebrachte Vroeghulp Interventierapport d.d. 10 oktober 2005;
- het over de verdachte door de Verslavingszorg Noord Nederland uitgebrachte Adviesrapport d.d. 5 december 2005;
- het over de verdachte door de Verslavingszorg Noord Nederland uitgebrachte Afloopbericht Toezicht d.d. 15 december 2005;
- het over de verdachte door de Verslavingszorg Noord Nederland uitgebrachte Adviesrapport d.d. 24 januari 2006;
c) -de omstandigheid dat de verdachte, zoals deze ter terechtzitting heeft erkend, zich behalve aan het bewezen en strafbaar verklaarde, ook nog heeft schuldig gemaakt aan een viertal ad info gevoegde feiten, hetgeen blijkt uit de dossiers met parketnummers 18/670054-05, 18/654470-05, 18/670621-05 respectievelijk 18/670013-06 en welke feiten ter kennisneming aan de rechtbank zijn voorgelegd naast hetgeen in de tenlastelegging staat vermeld. De officier van justitie heeft verdachte door middel van een in de dagvaarding gedane mededeling ervan op de hoogte gesteld dat voormelde feiten eveneens aan de rechtbank zouden worden voorgelegd.
Vrijheidsstraf
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een gedeeltelijk onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur moet worden opgelegd. De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder het navolgende in aanmerking.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan meerdere woninginbraken en diefstallen. Een en ander betreft ergerlijke feiten waardoor doorgaans veel ongerief en materiële schade wordt veroorzaakt voor de benadeelden. Bovendien wordt door het plegen van dergelijke feiten ernstige inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de slachtoffers en brengen deze feiten gevoelens van onveiligheid en maatschappelijke teweeg. De rechtbank rekent het verdachte in het bijzonder aan, dat hij bij één van de woninginbraken geweld en dreiging met geweld jegens de bewoners niet heeft geschuwd. Uit de door de slachtoffers ingediende voegingsformulieren alsmede hun houding ter terechtzitting blijkt dat de inbraak in hun woning bij hen een diepe indruk heeft achtergelaten.
De rechtbank is van oordeel dat een deel van de vrijheidsstraf voorwaardelijk moet worden opgelegd mede om de daaraan te verbinden bijzondere voorwaarde van verplicht reclasseringstoezicht een voldoende basis tot nakomen te bieden. Uit de zich in het dossier bevindende documentatie blijkt dat verdachte in de afgelopen vijf jaren veelvuldig is veroordeeld voor soortgelijke feiten. De door verdachte gepleegde delicten staan blijkens voormelde rapportages in een rechtstreeks verband met zijn verslaving aan verdovende middelen. Uit de stukken blijkt voorts dat er diverse pogingen zijn gedaan om verdachte te laten behandelen voor zijn verslaving. Gelet op voormeld meest recente rapport van Verslavingszorg Noord Nederland hecht de rechtbank aan een (langere) psychotherapeutische en/of psychiatrische klinische behandeling van verdachte, hetgeen binnen het kader van verplicht reclasseringstoezicht kan worden gerealiseerd.
De rechtbank heeft bij de straftoemeting in aanmerking genomen dat verdachte heeft aangeven gemotiveerd te zijn voor een dergelijke behandeling. Anders dan de officier van justitie acht de rechtbank - gelet op de ernst aan aard van de feiten en alle overige omstandigheden - een lagere gevangenisstraf dan gevorderd passend.
Vorderingen van de benadeelde partijen
Parketnummer 18/67021-05, feit 1
Als benadeelde partijen hebben zich voor de terechtzitting schriftelijk in het strafproces gevoegd [slachtoffer] en [slachtoffer], wonende te [plaats] aan de [adres]. De benadeelde partijen hebben ter terechtzitting via een medewerker van Bureau Slachtofferhulp mondeling de inhoud van hun vorderingen en de gronden waarop deze berust nader toegelicht.
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan voormelde benadeelde partijen door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van
? ?350,- terzake immateriële schade geleden door [slachtoffer] en ? 350,- terzake immateriële schade geleden door [slachtoffer]. De raadsman van de verdachte heeft ter terechtzitting betoogd, dat de kans groot zou zijn dat verdachte de schade niet zal kunnen vergoeden en dat ingeval van oplegging van de schadevergoedingsmaatregel (vervangende) hechtenis zal moeten worden toegepast. De raadsman van verdachte heeft verzocht de schadevergoeding te matigen danwel een termijnbetaling toe te staan. De rechtbank onderkent dat vergoeding van immateriële schade niet is gericht op herstel van de rechtmatige toestand, maar op leedverzachting van het slachtoffer en op bevrediging van het geschokte rechtsgevoel. Bovendien wordt deze vergoeding ingevolge art. 6:106 BW naar billijkheid vastgesteld. Daarbij heeft de rechtbank een grote vrijheid en daarbij kan - anders dan bij vergoeding van materiële schade - ruimte voor matiging zijn. Alle omstandigheden van het geval afwegende is de rechtbank echter van oordeel dat voormelde bedragen terzake immateriële schade een billijke vergoeding zijn. De rechtbank ziet voorts geen aanleiding om tot termijnbetaling over te gaan. De rechtbank zal de vorderingen tot die afzonderlijke bedragen toewijzen.
Met betrekking tot de door [slachtoffer] gevorderde materiele schade ad ? 1000, te weten het bedrag dat verdachte met de uit de woning van [slachtoffer] en [slachtoffer] ontvreemde pinpas heeft gepind van het bankrekeningnummer toebehorende aan [slachtoffer], heeft de rechtbank moeten constateren, dat niet is gebleken dat de benadeelde partij [slachtoffer] gemachtigd is voormelde vordering namens [slachtoffer] in te dienen. De rechtbank zal daarom bepalen dat de benadeelde partij [slachtoffer] in die vordering niet-ontvankelijk is en dat deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Met betrekking tot de door [slachtoffer] gevorderde materiele schade ad ? 322,51 is de rechtbank van oordeel, dat het geen rechtstreekse schade betreft welke is toegebracht door het bewezen verklaarde feit. Het betreft immers volgens de door de benadeelde partij gegeven omschrijving kosten van beveiligingsmaatregelen.
Parketnummer 18/670621-05, feit 2
Als benadeelde partij heeft zich voor de terechtzitting schriftelijk in het strafproces gevoegd [slachtoffer], wonende te [plaats] aan de [adres].
Naar het oordeel van de rechtbank is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij door het bewezen verklaarde rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van ? 687,57. De rechtbank zal de vordering tot dat bedrag toewijzen.
Schadevergoedingsmaatregel
De rechtbank zal aan de verdachte de verplichting opleggen voornoemde geldbedragen ten behoeve van de benadeelde partijen aan de staat te betalen. De rechtbank heeft daartoe besloten omdat verdachte jegens de benadeelde partijen naar burgerlijk recht aansprakelijk is voor de schade die door de strafbare feiten is toegebracht en het belang van de slachtoffers ermee is gediend niet zelf te worden belast met het innen van de toegewezen schadevergoeding.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 14a, 14b, 14c, 14d, 24c, 36f, 57, 310, 311 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing
De rechtbank:
Verklaart het
- onder parketnummer 18/670054-05 onder 1 primair en onder 2; en
- onder parketnummer 18/670621-05 onder 1 primair, 2 primair en 3 primair;
ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierboven is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezenverklaarde strafbaar.
Verklaart de verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar.
Verklaart het
- onder parketnummer 18/670054-05 onder 1 primair en onder 2; en
- onder parketnummer 18/670621-05 onder 1 primair, 2 primair en 3 primair;
meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd, die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Bepaalt dat van deze straf een gedeelte, groot 10 maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders gelast omdat de veroordeelde zich voor het einde van de op twee jaren gestelde proeftijd aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt.
Bepaalt dat de tenuitvoerlegging óók kan worden gelast indien de veroordeelde gedurende de proeftijd de bijzondere voorwaarde niet naleeft.
Stelt als bijzondere voorwaarde:
-de veroordeelde zal zich gedurende de proeftijd gedragen naar voorschriften en aanwijzingen te geven door of namens Reclassering Nederland, zolang deze instelling dat gedurende de proeftijd nodig oordeelt. Draagt deze instelling op om de
veroordeelde hulp en steun te verlenen bij de naleving van de bijzondere voorwaarde. De hiervoor bedoelde voorschriften en aanwijzingen kunnen ook inhouden dat de veroordeelde zich onder psychotherapeutische en/of psychiatrische klinische behandeling zal moeten laten stellen danwel dat veroordeelde zich zal laten opnemen in de Pieter Roorda Kliniek of een andere soortgelijke instelling en aldaar zal verblijven zolang Reclassering Nederland dat noodzakelijk acht.
Beslissing op de vordering van de benadeelde partijen
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te [plaats] aan [adres], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van ? 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro). Verklaart de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk. Bepaalt dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te [plaats] aan de [adres], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van ? 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro). Verklaart de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet-ontvankelijk. Bepaalt dat de benadeelde partij dit deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer], wonende te [plaats] aan de [adres], toe en veroordeelt de veroordeelde tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van ? 687,57 (zegge: zeshonderdzevenentachtig euro en zevenenvijftig eurocent). Veroordeelt de veroordeelde tevens in de kosten door de benadeelde partij gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak nog te maken, tot op heden begroot op nihil.
Verplicht de veroordeelde aan de Staat te betalen een geldbedrag van ? 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], wonende te Groningen aan de [adres] en een geldbedrag van ? 350,- (zegge: driehonderdvijftig euro) ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer], wonende te [plaats] aan de [adres] en een geldbedrag van ? 687,57 (zegge: zeshonderdzevenentachtig euro en zevenenvijftig eurocent) te weten ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer] wonende te [plaats] aan de [adres], bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door 7 respectievelijk 7 respectievelijk 13 dagen hechtenis. Toepassing van de vervangende hechtenis heft de hiervoor opgelegde verplichting niet op.
Heeft de veroordeelde voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormelde bedragen ten behoeve van voormelde slachtoffers, dan vervalt de verplichting om deze bedragen aan de benadeelde partijen te betalen. Dit geldt ook omgekeerd: heeft de veroordeelde de vordering van de benadeelde partijen betaald, dan vervalt de verplichting tot betaling van deze bedragen aan de Staat.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. M.W. de Jonge, voorzitter, M.M. Beije en J.M.M. van Woensel, in tegenwoordigheid van mr. F.E.J. Goffin als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 9 februari 2006.