ECLI:NL:RBGRO:2006:AV0020

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
17 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
83064/FA RK 05-2131
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van een minderjarig kind

In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 17 januari 2006 uitspraak gedaan over de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man van het minderjarige kind A., geboren op 29 januari 2003 in de gemeente Stadskanaal. De vrouw, die de verzoekster is, heeft een verzoekschrift ingediend om het vaderschap van de man vast te stellen, aangezien de man op dat moment nog gehuwd was met een andere vrouw en daardoor niet in staat was om het kind te erkennen. Tijdens de zitting op 3 januari 2006, die met gesloten deuren plaatsvond, zijn de partijen, de procureur mr. V.L. van Wieringen en de bijzondere curator, gehoord. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man de biologische vader van A. is, wat ook door de man zelf is bevestigd. De rechtbank oordeelde dat een DNA-onderzoek niet noodzakelijk was, gezien de overtuiging dat de man de verwekker van A. is en de goede band die tussen hen bestaat.

De rechtbank heeft in haar overwegingen het belang van de juridische vaststelling van het vaderschap benadrukt, zowel voor de rechten van het kind als voor de verblijfsituatie van de vrouw in Nederland. De man heeft verklaard de consequenties van de gerechtelijke vaststelling te aanvaarden en heeft toegezegd de kosten van een eventueel DNA-onderzoek te dragen. De rechtbank heeft uiteindelijk het verzoek van de vrouw toegewezen en het vaderschap van de man van het kind A. vastgesteld. De griffier heeft partijen geïnformeerd over de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden binnen drie maanden na de uitspraak.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
Sector Civielrecht
zaaknr.: 83064/FA RK 05-2131
beschikking d.d. 17 januari 2006
in de zaak van:
K,
wonende te V.,
v e r z o e k s t e r,
hierna te noemen de vrouw,
procureur mr. V.L. van Wieringen,
en
v. D,
wonende te V.,
v e r w e e r d e r,
hierna te noemen de man,
in persoon verschenen.
PROCESVERLOOP
De vrouw heeft een verzoekschrift ingediend ertoe strekkende, dat wordt overgegaan tot gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man als vader van het [minderjarige kind A.] uit verzoekster geboren.
Mr. M. Hoekman-Haan, advocaat en procureur te Stadskanaal, is ambtshalve tot bijzondere curator over de minderjarige benoemd.
De man heeft geen verweerschrift ingediend.
De rechtbank heeft de zaak op 3 januari 2006 ter zitting met gesloten deuren behandeld.
Daarbij zijn partijen, mr. Van Wieringen, alsmede de bijzondere curator, verschenen en gehoord.
RECHTSOVERWEGINGEN
vaststaande feiten:
De vrouw is op 29 januari 2003 in de gemeente Stadskanaal bevallen van A.
standpunt van de vrouw:
De man is de verwekker van[A.]]
De man heeft [A.] willen erkennen, maar dat was niet mogelijk omdat hij op dat moment gehuwd was met een andere vrouw.
[A.] en de man hebben een goede onderlinge band.
[A.] en de vrouw hebben er recht op en belang bij, dat wordt overgegaan tot de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man van[A.]]
Hierdoor ontstaan namelijk familierechtelijke betrekkingen. Bovendien kan dan aan [A.] de
Nederlandse nationaliteit worden verleend en wordt de man jegens haar onderhoudsplichtig.
Toewijzing van het verzoek is ook in het belang van de verblijfsituatie van de vrouw in Nederland.
standpunt van de man:
Partijen hebben elkaar ontmoet op een moment, dat de man nog met een andere vrouw was getrouwd. Zij zijn op 2 februari 2002 met elkaar gaan samenwonen. De man is de verwekker van[A.]] Hij is bij haar geboorte aanwezig geweest.
Partijen vormen samen met [A.] een gezin. De man heeft geprobeerd om [A.] te erkennen, maar dat bleek niet mogelijk te zijn omdat hij nog was gehuwd met een andere vrouw.
standpunt van de bijzondere curator:
De bijzondere curator heeft met partijen gesproken en heeft ook kennis gemaakt met[A.]]
Het is in het belang van [A.], dat de juridische situatie in overeenstemming wordt gebracht met de feitelijke situatie.
Het verzoek kan worden toegewezen.
beoordeling:
Een verzoek als ter beoordeling voorligt, kan niet op de stukken worden afgedaan maar vergt een grondig onderzoek door de rechtbank.
De man heeft tijdens het onderzoek ter zitting uitdrukkelijk verklaard de verwekker van [A.] te zijn en de consequenties van de gerechtelijke vaststelling te aanvaarden.
Ook heeft hij toegezegd de kosten van een eventueel DNA-onderzoek voor zijn rekening te zullen nemen.
Gelet hierop, alsmede op hetgeen verder tijdens dit onderzoek door partijen en door de bijzondere curator naar voren is gebracht en gehoord en gezien partijen ter zitting, heeft de rechtbank de overtuiging gekregen dat de man de biologische vader van [A.] is.
De rechtbank acht het thans niet noodzakelijk om dit door middel van een DNA-onderzoek te laten onderzoeken.
De verzochte gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van de man van [A.] wordt toegewezen.
BESLISSING
stelt vast het vaderschap van v.D van de op 29 januari 2003 in de gemeente Stadskanaal geboren minderjarige A.
Gegeven door mrs. D.A. Flinterman, T. Duursma en C. van den Noort en door eerstgenoemde uitgesproken ter openbare zitting van 17 januari 2006.
De griffier deelt mede, dat partijen tegen deze beschikking in hoger beroep kunnen gaan bij het Gerechtshof te Leeuwarden. Dit beroep dient door partijen te worden ingesteld binnen drie maanden na de datum van de uitspraak. Deze datum staat in de beschikking vermeld.
Het beroep moet namens een partij worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Uw advocaat kan u daaromtrent nader informeren.