ECLI:NL:RBGRO:2005:AS5883
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herroeping van huursubsidie en vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft eiser, A, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een beslissing op zijn bezwaarschrift inzake huursubsidie. Eiser had op 16 februari 2004 beroep aangetekend, nadat verweerder, de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, bij besluit van 5 april 2004 het bezwaarschrift gegrond had verklaard, maar het verzoek tot vergoeding van proceskosten had afgewezen. De rechtbank Groningen heeft op 19 januari 2005 uitspraak gedaan in deze zaak.
De rechtbank overweegt dat de onrechtmatigheid van het primaire besluit niet aan verweerder te wijten is, omdat eiser niet tijdig de juiste gegevens heeft verstrekt. Eiser had niet vermeld dat hij en zijn partner geen geldige verblijfsstatus hadden, wat cruciaal was voor de beoordeling van zijn recht op huursubsidie. De rechtbank stelt vast dat het herroepen van het primaire besluit niet te wijten is aan een onrechtmatigheid van verweerder, en dat verweerder in redelijkheid het verzoek om vergoeding van de proceskosten kon afwijzen.
De rechtbank verklaart eiser niet-ontvankelijk voor zover het beroep zich richt tegen het niet tijdig beslissen op het bezwaarschrift. Het beroep tegen het besluit van 5 april 2004 wordt ongegrond verklaard. De rechtbank veroordeelt verweerder tot betaling van de proceskosten van eiser, vastgesteld op € 80,50, en wijst af het meer of anders verzochte. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. A. van der Wal.