ECLI:NL:RBGRO:2004:AS4787
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- D.A. Flinterman
- T. Duursma
- K.R. Bosker
- Rechtspraak.nl
Adoptieverzoek buitenlandse kinderen als beschermingsmaatregel met afwijking van wettelijke bepalingen
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 9 november 2004 uitspraak gedaan over een adoptieverzoek van twee minderjarige tweelingzusjes uit Mongolië door hun pleegouders. De verzoekers, vertegenwoordigd door hun advocaten, hebben op 4 oktober 2004 een verzoekschrift ingediend waarin zij vroegen om de adoptie van de kinderen en om te bepalen dat de kinderen de geslachtsnaam van de verzoekers zouden krijgen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen in een zorgelijke situatie verkeerden, waarbij hun biologische ouders niet in staat waren om voor hen te zorgen. De kinderen zijn in 2000 in Nederland geplaatst in het pleeggezin van de verzoekers, waar zij zich goed hebben ontwikkeld en zich veilig voelen. De rechtbank heeft geconstateerd dat de biologische ouders schriftelijk hebben verklaard dat zij de kinderen voor adoptie afstaan aan de verzoekers.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat het belang van de kinderen voorop staat en dat de geschreven norm in dit geval geen rechtsplicht meer vormt. Ondanks het ontbreken van de vereiste beginseltoestemming en de overschrijding van de maximumleeftijd van de verzoekers, heeft de rechtbank geoordeeld dat de omstandigheden zodanig zijn dat de adoptie in het belang van de kinderen is. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de kinderen geen relevante binding meer hebben met hun geboorteland en dat de pleegouders de juiste zorg en opvoeding kunnen bieden. De rechtbank heeft het verzoek tot adoptie toegewezen en bepaald dat de kinderen de achternaam van de verzoekers zullen dragen, waarbij de biologische ouders met deze naamswijziging hebben ingestemd. De beslissing is genomen met inachtneming van de bijzondere omstandigheden van de zaak en de noodzaak om de kinderen een veilige en stabiele omgeving te bieden.