ECLI:NL:RBGRO:2004:AR8596
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.C.P. Venema
- M.P. den Hollander
- E. Gottschal
- Rechtspraak.nl
Weigering ZW-uitkering wegens loondoorbetalingsverplichting werkgever
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 27 december 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, vertegenwoordigd door mr. M.W. Huijbers, en verweerder, de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. Eiser had beroep ingesteld tegen de weigering van verweerder om hem een ZW-uitkering toe te kennen, met als argument dat zijn werkgever, Atlas Commerce Uitzendorganisatie B.V., verplicht was om loon door te betalen tijdens zijn ziekte. Eiser was op 21 maart 2001 in dienst getreden bij Atlas en had zich op 10 november 2001 ziek gemeld na een bedrijfsongeval. Verweerder had eerder, op 7 januari 2002, de aanvraag van eiser om een ZW-uitkering afgewezen, omdat er recht op loondoorbetaling door de werkgever zou bestaan.
De rechtbank oordeelde dat de arbeidsovereenkomst tussen eiser en Atlas niet rechtsgeldig was geëindigd en dat eiser recht had op loondoorbetaling op grond van artikel 7:629 BW. De rechtbank concludeerde dat de werkgever niet in staat was om af te wijken van de wettelijke bepalingen, omdat er geen specifieke CAO was genoemd in de arbeidsovereenkomst. De rechtbank stelde vast dat de werkgever niet was aangesloten bij de ABU of NBBU en dat de verwijzing naar de 'CAO uitzendbranche' in de arbeidsovereenkomst te onbepaald was. Hierdoor was de werkgever verplicht om het loon door te betalen, en kon verweerder de ZW-uitkering terecht weigeren.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond, wat betekent dat de beslissing van verweerder om geen ZW-uitkering toe te kennen, werd bevestigd. Eiser werd geadviseerd om zich voor de betaling van het loon tot Atlas te wenden, aangezien de kwestie van het ziekengeld een privaatrechtelijke aangelegenheid was tussen eiser en zijn werkgever.