ECLI:NL:RBGRO:2003:AN8805
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- L. Lahuis
- A. Vucsán
- J. van Woensel
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in belastingfraudezaak met betrekking tot onjuiste aangifte inkomstenbelasting
Op 24 november 2003 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van belastingfraude. De tenlastelegging betrof het opzettelijk indienen van een onjuiste aangifte voor de inkomstenbelasting over het jaar 1998. De verdachte zou samen met anderen, of alleen, opzettelijk een onjuist bedrag aan buitenlandse rente-inkomsten hebben opgegeven in de aangifte, wat zou hebben geleid tot een te lage belastingheffing. Tijdens de zitting op 10 november 2003 werd het bewijs tegen de verdachte besproken. De rechtbank heeft geconcludeerd dat het tenlastegelegde niet wettig en overtuigend bewezen kon worden. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de verdachte in 1998 daadwerkelijk buitenlandse rente-inkomsten had ontvangen van een bankrekening bij de Kredietbank Luxembourg. Gezien het gebrek aan bewijs heeft de rechtbank de verdachte vrijgesproken van de hem tenlastegelegde feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, met de voorzitter en twee andere rechters, en de griffier was aanwezig tijdens de openbare terechtzitting.