ECLI:NL:RBGRO:2003:AI0146

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
18 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
66226/KG ZA 03-234
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • J.H. Praktijk
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van onroerende zaak aan de Oude Boteringestraat 69 te Groningen

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Groningen op 18 juli 2003 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BOER VASTGOED GROEP B.V. (eiseres) en de anonieme gedaagden die zich in het pand aan de Oude Boteringestraat 69 te Groningen bevonden. Eiseres vorderde ontruiming van de benedenverdieping van het pand, dat zij in september 2001 had gekocht en dat sinds de aankoop leegstond. De gedaagden hadden het pand zonder toestemming van eiseres in gebruik genomen op 29 juni 2003. Eiseres had hen verzocht het pand te verlaten, maar dit verzoek was genegeerd.

De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagden zonder recht of titel gebruik maakten van het pand en dat eiseres een spoedeisend belang had bij de ontruiming. De rechter verleende eiseres de machtiging om de ontruiming zelf uit te voeren, indien gedaagden in gebreke bleven. De vordering van eiseres werd toegewezen voor de benedenverdieping, met de bepaling dat het vonnis tot drie maanden na de betekening ten uitvoer kon worden gelegd. Gedaagden werden als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.

De uitspraak benadrukt het belang van eigendomsrechten en de noodzaak voor gedaagden om toestemming te hebben voor het gebruik van onroerende zaken. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres voor de bovenverdieping afgewezen, omdat het spoedeisend belang niet voldoende was aangetoond. De uitspraak is een voorbeeld van hoe de rechter omgaat met ontruimingsvorderingen in kort geding, waarbij de belangen van de eigenaar en de rechten van de gedaagden zorgvuldig worden afgewogen.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
DE VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
Reg.nr.: 66226 / KG ZA 03-234
Datum uitspraak: vrijdag 18 juli 2003
V O N N I S
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BOER VASTGOED GROEP B.V.,
statutair gevestigd te Stadskanaal, kantoorhoudende te Borger,
e i s e r e s,
procureur mr. T.S. Nicolai,
en
HEN DIE VERBLIJVEN IN HET PERCEEL OUDE BOTERINGESTRAAT 69 TE GRONINGEN,
g e d a a g d e n,
niet verschenen.
PROCESVERLOOP
Eiseres heeft gedaagden doen dagvaarden in kort geding.
De vordering strekt ertoe gedaagden bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad en op de minuut en op alle dagen en uren, te veroordelen om de onroerende zaak, plaatselijk bekend Oude Boteringestraat 69 te Groningen, met alle zich van hunnentwege daarin en daarop bevindende goederen en personen te verlaten en te ontruimen en ter vrije en algehele beschikking van eiseres te stellen, zulks binnen twee dagen nadat dit vonnis aan de gedaagden zal zijn betekend, voorts met bepaling dat het vonnis tot één jaar nadat de genoemde termijn van twee dagen zal zijn verstreken ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich daar bevindt of daarbinnen treedt en telkens wanneer zich dat voordoet, zulks met machtiging op eiseres om, zo gedaagden of één van hen met de bevolen ontruiming in gebreke mocht(en) blijven, deze ontruiming zelf uit te voeren of te doen uitvoeren, zonodig met de hulp van de sterke arm van de politie en justitie, alles met veroordeling van gedaagden - elk hoofdelijk, des dat de één betalende de anderen in zoverre zullen zijn bevrijd - in de kosten van deze procedure.
Op de voor de behandeling bepaalde dag, woensdag 16 juli 2003, zijn namens eiseres verschenen [eiser 1] en [eiser 2], vergezeld van de advocaat mr. T.S. Nicolai.
Nu gedaagden hebben volhard in hun anonimiteit moeten zij geacht worden niet in rechte te zijn verschenen. Nadat de voorzieningenrechter heeft geconstateerd dat zij tijdig en op de juiste wijze zijn opgeroepen en eiseres om verstekverlening heeft gevraagd is dit tegen gedaagden verleend.
Eiseres heeft producties in het geding gebracht en ter zitting haar standpunt nader toegelicht. Een drietal anoniem gebleven personen heeft de gelegenheid gekregen ter zitting het woord te voeren.
Eiseres heeft ten slotte vonnis gevraagd.
De uitspraak is bepaald op vrijdag 18 juli 2003.
RECHTSOVERWEGINGEN
1. Vaststaande feiten:
In september 2001 heeft eiseres het pand Oude Boteringestraat 69 te Groningen gekocht. Vanaf dat moment heeft het pand leeggestaan. Op 29 juni 2003 hebben gedaagden het pand zonder toestemming van eiseres in gebruik genomen. Volgens een overeenkomst van 1 juli 2003 is eiseres met de besloten vennootschap Pentahedron B.V. overeengekomen dat de benedenverdieping van het pand met ingang van 1 augustus 2003 aan Pentahedron B.V. zal worden verhuurd. Bij brief van 1 juli 2003 heeft eiseres gedaagden verzocht het pand uiterlijk donderdag 3 juli 2003 te verlaten. Gedaagden hebben hieraan niet voldaan.
2. Beoordeling van het geschil:
2.1 Vaststaat dat gedaagden zonder recht of titel gebruik maken van het pand aan de Oude Boteringestraat 69 te Groningen. Het pand behoort immers in eigendom toe aan eiseres en gedaagden hebben geen toestemming van eiseres om gebruik te maken van het pand.
2.2 Beoordeeld dient evenwel te worden of eiseres een voldoende spoedeisend belang heeft bij de gevraagde voorziening. De voorzieningenrechter is van oordeel dat gelet op de overgelegde stukken, waaronder genoemde huurovereenkomst, voldoende aannemelijk is geworden dat eiseres een spoedeisend belang heeft bij ontruiming van de benedenverdieping van het pand. Weliswaar is door de hiervoor bedoelde gehoorde personen aangevoerd dat er mogelijk sprake is van een schijnovereenkomst die slechts ten doel heeft gedaagden het pand te doen verlaten, doch het betreft hier slechts veronderstellingen die niet zijn onderbouwd, zodat de voorzieningenrechter hieraan voorbij zal gaan. Aangezien niet gebleken is dat voor het gebruik van de benedenverdieping de ontruiming van de bovenverdieping(en) vereist is, heeft eiseres naar het oordeel van de voorzieningenrechter haar spoedeisend belang bij de gevraagde voorziening voor zover betreft de bovenverdieping(en) onvoldoende aannemelijk gemaakt. De voorzieningenrechter zal de vordering voor zover deze hierop betrekking heeft dan ook afwijzen.
2.3 Gelet op het voorgaande komt de voorzieningenrechter tot het oordeel dat de vordering van
eiseres dient te worden toegewezen voor zover deze betrekking heeft op de benedenverdieping. De gevorderde mogelijkheid het vonnis bij herkraak ten uitvoer te leggen zal tot drie maanden worden beperkt, aangezien eiseres, indien zij de benedenverdieping van het pand na het verstrijken van deze termijn toch nog steeds ongebruikt laat, geacht moet worden geen spoedeisend belang bij haar ontruimingsvordering te hebben gehad. Eiseres wordt gemachtigd om, indien gedaagden met de ontruiming in gebreke mochten blijven, deze ontruiming zelf uit te voeren of te doen uitvoeren, zonodig met de hulp van de sterke arm van de politie en justitie
2.4 Gedaagden zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
BESLISSING
De voorzieningenrechter:
1. veroordeelt gedaagden om de benedenverdieping van de onroerende zaak, plaatselijk bekend Oude Boteringestraat 69 te Groningen, met alle zich van hunnentwege daarin en daarop bevindende goederen en personen te verlaten en te ontruimen en ter vrije en algehele beschikking van eiseres te stellen, zulks binnen twee dagen nadat dit vonnis aan de gedaagden zal zijn betekend, met bepaling dat het vonnis tot drie maanden nadat de genoemde termijn van twee dagen zal zijn verstreken ten uitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die ten tijde van de tenuitvoerlegging zich daar bevindt of daarbinnen treedt en telkens wanneer zich dat voordoet, zulks met machtiging op eiseres om, zo gedaagden of één van hen met de bevolen ontruiming in gebreke mocht(en) blijven, deze ontruiming zelf uit te voeren of te doen uitvoeren, zonodig met de hulp van de sterke arm van de politie en justitie;
2. veroordeelt gedaagden elk hoofdelijk - des dat de één betalende de anderen in zoverre zullen zijn bevrijd - in de kosten van de procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van eiseres begroot op eur. 273,20 aan verschotten eventueel vermeerderd met de niet voor verrekening vatbare omzetbelasting en op eur. 703,- aan salaris van de procureur;
3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4. wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Praktiek, voorzieningenrechter en door deze uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 18 juli 2003, in tegenwoordigheid van de griffier.