ECLI:NL:RBGRO:2003:AI0146
Rechtbank Groningen
- Kort geding
- J.H. Praktijk
- Rechtspraak.nl
Ontruiming van onroerende zaak aan de Oude Boteringestraat 69 te Groningen
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Groningen op 18 juli 2003 uitspraak gedaan in een kort geding tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BOER VASTGOED GROEP B.V. (eiseres) en de anonieme gedaagden die zich in het pand aan de Oude Boteringestraat 69 te Groningen bevonden. Eiseres vorderde ontruiming van de benedenverdieping van het pand, dat zij in september 2001 had gekocht en dat sinds de aankoop leegstond. De gedaagden hadden het pand zonder toestemming van eiseres in gebruik genomen op 29 juni 2003. Eiseres had hen verzocht het pand te verlaten, maar dit verzoek was genegeerd.
De voorzieningenrechter oordeelde dat gedaagden zonder recht of titel gebruik maakten van het pand en dat eiseres een spoedeisend belang had bij de ontruiming. De rechter verleende eiseres de machtiging om de ontruiming zelf uit te voeren, indien gedaagden in gebreke bleven. De vordering van eiseres werd toegewezen voor de benedenverdieping, met de bepaling dat het vonnis tot drie maanden na de betekening ten uitvoer kon worden gelegd. Gedaagden werden als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld.
De uitspraak benadrukt het belang van eigendomsrechten en de noodzaak voor gedaagden om toestemming te hebben voor het gebruik van onroerende zaken. De voorzieningenrechter heeft de vordering van eiseres voor de bovenverdieping afgewezen, omdat het spoedeisend belang niet voldoende was aangetoond. De uitspraak is een voorbeeld van hoe de rechter omgaat met ontruimingsvorderingen in kort geding, waarbij de belangen van de eigenaar en de rechten van de gedaagden zorgvuldig worden afgewogen.