ECLI:NL:RBGRO:2003:AH9935
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Lahuis
- A. Dolfing
- J. van Woensel
- Rechtspraak.nl
Doodslag en mishandeling van een minderjarige door de moeder
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 17 juli 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een moeder die beschuldigd werd van het opzettelijk doden van haar vijfjarige dochter. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met een mededader, door gewelddadige handelingen en het onthouden van medische zorg, de dood van het slachtoffer heeft veroorzaakt. De rechtbank stelde vast dat de verdachte zich gedurende een periode van meerdere dagen schuldig heeft gemaakt aan ernstige mishandelingen, waaronder het stompen, slaan en schoppen van het kind, alsook het onthouden van voedsel en medische zorg. Het slachtoffer leed aan een ernstige ziekte, maar de verdachte heeft geen arts gewaarschuwd en heeft in plaats daarvan rituelen uitgevoerd die gericht waren op het uitdrijven van een geest. De rechtbank concludeerde dat het handelen van de verdachte niet alleen de dood van het kind heeft veroorzaakt, maar ook dat er sprake was van een ernstige schending van het vertrouwen dat het kind in haar moeder had. De rechtbank achtte de verdachte sterk verminderd toerekeningsvatbaar, maar oordeelde dat er gevaar voor recidive aanwezig was. Daarom werd terbeschikkingstelling met voorwaarden opgelegd, naast een gevangenisstraf van drie jaar. De rechtbank benadrukte de ernst van de zaak en de schokkende impact op de rechtsorde.