ECLI:NL:RBGRO:2002:AE4913
Rechtbank Groningen
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vordering tot staking van executie en opheffing van beslag in kort geding
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door procureur mr. U. van Ophoven, gedaagde, vertegenwoordigd door procureur P.H.F. Yspeert, in kort geding gedagvaard. Eiser vorderde bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde te veroordelen tot staking van de executie van een eerder vonnis van de kantonrechter te Groningen van 10 mei 1989, alsmede tot opheffing van een beslag gelegd door gerechtsdeurwaarder [H.] op roerende zaken. De zaak werd behandeld op 10 juni 2002, waarbij beide partijen hun standpunten hebben toegelicht en bewijsstukken hebben overgelegd. Eiser stelde dat hij voldaan had aan de betalingsverplichting uit het eerdere vonnis, terwijl gedaagde dit betwistte en stelde dat de echtheid van een door eiser overgelegde kwitantie niet erkend werd.
De voorzieningenrechter overwoog dat eiser niet had aangetoond dat hij de echtheid van de handtekening op de kwitantie kon bewijzen, waardoor de vordering van eiser niet kon worden toegewezen. De voorzieningenrechter concludeerde dat gedaagde niet onrechtmatig handelde door executiemaatregelen te nemen, aangezien eiser niet had voldaan aan zijn bewijslast. De voorzieningenrechter wees de vordering van eiser af en veroordeelde hem in de kosten van de procedure.
De uitspraak vond plaats op 21 juni 2002, waarbij de voorzieningenrechter de gevraagde voorziening weigerde en eiser in de proceskosten veroordeelde. De kosten werden begroot op €193,-- aan verschotten en €703,36 aan salaris van de procureur, met de verklaring dat het vonnis uitvoerbaar bij voorraad is.