ECLI:NL:RBGRO:2002:AE2693

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
16 mei 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
58135 KG ZA 02-119
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verbod op publicatie van vermeende tekortkomingen in zorg door vakbond en bestuurder

In deze zaak heeft de Stichting Zorg en Service Smallingerland een kort geding aangespannen tegen [gedaagde 1] en de AbvaKabo FNV. De Stichting vorderde een verbod op het publiekelijk doen van mededelingen door [gedaagde 1] en AbvaKabo over vermeende tekortkomingen in de zorgkwaliteit van de Stichting, met name met betrekking tot het verzorgingstehuis Rispinge. De Stichting stelde dat de uitlatingen van [gedaagde 1] onjuist en grievend waren, en dat deze schade toebrachten aan de reputatie van de Stichting. De vordering omvatte ook een verzoek om publicatie van het vonnis in diverse dagbladen en op de website van AbvaKabo, alsook een dwangsom voor elke overtreding van het verbod.

In het verweer stelden [gedaagde 1] en AbvaKabo dat de uitlatingen gerechtvaardigd waren en dat zij handelden in het belang van de werknemers en bewoners van Rispinge. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uitlatingen van [gedaagde 1] niet onrechtmatig waren, gezien zijn rol als vakbondsbestuurder en het belang van het publiek om op de hoogte te zijn van mogelijke misstanden in de zorg. De rechter weigerde de gevraagde voorziening en oordeelde dat de Stichting [gedaagde 1] moest toelaten als overlegpartner voor de AbvaKabo in zaken betreffende de zorgkwaliteit en arbeidsomstandigheden.

De uitspraak benadrukt het belang van de vrijheid van meningsuiting voor vakbondsbestuurders en de noodzaak om een balans te vinden tussen de belangen van de werkgever en de rechten van werknemers om misstanden aan de kaak te stellen. De Stichting werd veroordeeld in de proceskosten, en het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

RECHTBANK GRONINGEN
DE VOORZIENINGENRECHTER IN KORT GEDING
Reg.nr.: 58135 KG ZA 02-119
Datum uitspraak: 16 mei 2002
V O N N I S
in de zaak van:
de stichting STICHTING ZORG EN SERVICE SMALLINGERLAND,
gevestigd te Drachten,
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
hierna te noemen de Stichting,
procureur mr. H.E.M. Hulleman,
advocaat mr. J. Werle te Drachten,
en
1. [gedaagde 1],
wonende te Groningen,
2. de vereniging ABVAKABO(aangesloten bij de )FNV,
gevestigd en kantoorhoudende te Zoetermeer,
gedaagden in conventie,
eisers in reconventie,
hierna te noemen [gedaagde 1] respectievelijk AbvaKabo,
procureur mr. A.M. Boogaart,
advocaat mr. L.L.A. Ongenae te Zoetermeer.
PROCESVERLOOP
De Stichting heeft [gedaagde 1] en AbvaKabo doen dagvaarden in kort geding.
De vordering strekt ertoe bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad:
* [gedaagde 1] en AbvaKabo te verbieden om publiekelijk mededelingen te doen over vermeende ernstige tekortkomingen op het gebied van de kwaliteit van de zorg binnen de Stichting en Rispinge in het bijzonder, hetzij op de website van AbvaKabo, hetzij anderszins door mondelinge en schriftelijke mededelingen aan de schrijvende pers, radio en TV, tenzij dergelijke mededelingen hun rechtvaardiging mochten vinden in concrete bevindingen en conclusies dienaangaande van de Inspectie voor de Gezondheidszorg en in de uitdrukkelijke instemming daarmee van het merendeel van de bij AbvaKabo als leden aangesloten werknemers van de Stichting/Rispinge,
zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere overtreding en voorts iedere dag of ieder gedeelte van een dag dat [gedaagde 1] en AbvaKabo hiermee in gebreke mochten blijven;
* [gedaagde 1] en AbvaKabo hoofdelijk te veroordelen, des dat de een presterende de ander zal zijn bevrijd, om binnen drie werkdagen na het in dezen te wijzen vonnis, dit vonnis c.q. een door de voorzieningenrechter te bepalen gedeelte daarvan, op hun kosten te publiceren in het dagblad De Telegraaf, de Leeuwarder Courant, het Dagblad van het Noorden, het Friesch Dagblad en de Drachtster Courant, alsmede op de website van AbvaKabo FNV, zulks op een plaats, met een omvang/grootte en een opmaak als door de voorzieningenrechter te bepalen,
zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere dag of ieder gedeelte van een dag, dat [gedaagde 1] en AbvaKabo hiermee in gebreke mochten blijven, subsidiair de Stichting te machtigen om, indien [gedaagde 1] en AbvaKabo niet (tijdig) aan de veroordeling tot publicatie mochten voldoen, hiertoe zelf op kosten van [gedaagde 1] en AbvaKabo over te gaan;
* [gedaagde 1] en AbvaKabo hoofdelijk te veroordelen in de kosten van dit geding.
Op de voor de behandeling bepaalde dag, 25 april 2002, zijn namens de Stichting [directeur], [medewerker 1] en [medewerker 2], medewerkers van het Verzorgingstehuis Rispinge, verschenen, vergezeld van mr. Werle.
Namens [gedaagde 1] en AbvaKabo is [regiobestuurder], regiobestuurder bij AbvaKabo, verschenen, vergezeld van mr. Ongenae.
De Stichting heeft conform de dagvaarding voor eis geconcludeerd, waarbij zij producties in het geding heeft gebracht.
[gedaagde 1] en AbvaKabo hebben in conventie verweer gevoerd en geconcludeerd de Stichting niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, dan wel deze af te wijzen, met veroordeling van de Stichting in de kosten van de procedure.
In reconventie hebben [gedaagde 1] en AbvaKabo voor eis geconcludeerd
1. de Stichting te gebieden om regiobestuurder [gedaagde 1] van de vakvereniging AbvaKabo FNV toe te laten als overlegpartner namens AbvaKabo aangaande het overleg omtrent de kwaliteit van de zorg binnen de Stichting en Rispinge in het bijzonder en aangaande het overleg omtrent de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van de bij AbvaKabo FNV georganiseerde leden,
zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere overtreding en voorts iedere dag of ieder gedeelte van een dag dat de Stichting hiermee als verweerster in reconventie in gebreke mocht blijven;
2. de Stichting te gebieden om regiobestuurder [gedaagde 1] in het kader van het hiervoor onder sub 1 omschreven overleg toegang te verschaffen tot de bedrijfsgebouwen van de Stichting teneinde hem in de gelegenheid te stellen in het kader van zijn werk als vakbondsvertegenwoordiger, overleg te voeren met de directie van de Stichting als de werkgeefster van de bij de AbvaKabo georganiseerde leden, alsmede met deze leden zelf,
zulks op straffe van een dwangsom van € 5.000,-- voor iedere overtreding en voorts voor iedere dag of gedeelte van een dag dat de Stichting hiermee in gebreke mocht blijven;
3. de Stichting te veroordelen in de kosten van dit geding, zowel in conventie als in reconventie gevallen.
De Stichting heeft in reconventie verweer gevoerd en geconcludeerd [gedaagde 1] en AbvaKabo niet-ontvankelijk te verklaren in de vordering, dan wel de vordering af te wijzen, met veroordeling van hen in de kosten van de procedure.
Partijen hebben hun standpunten nader toegelicht en pleitnotities overgelegd.
Partijen hebben tenslotte vonnis gevraagd.
De uitspraak is bepaald op 16 mei 2002.
RECHTSOVERWEGINGEN
in conventie en reconventie:
1. Vaststaande feiten:
a. Sedert een fusie in 1998 maakt het Verzorgingstehuis Rispinge te Drachten (hierna: Rispinge) deel uit van de Stichting.
b. Na de fusie bleek dat Rispinge te kampen had met ernstige problemen op het gebied van arbeidsomstandigheden, arbeidsvoorwaarden en de kwaliteit van de zorg.
Op basis van een Plan van Aanpak is -in overleg met en met instemming van de Inspectie van de Gezondheidszorg te Groningen- in de loop van 2000 begonnen om tot verbetering van het werk- en leefklimaat binnen Rispinge te komen.
c. [gedaagde 1] is regiobestuurder bij de AbvaKabo. In die hoedanigheid is hij sedert het voorjaar van 2001 als gesprekspartner betrokken bij de op dat moment bestaande problematiek rond de avond- en nachtdiensten.
d. In het voorjaar van 2002 is op de website van de FNV een bericht verschenen met betrekking tot voormelde problematiek bij Rispinge met onder meer de volgende tekst:
"...
Volgens bestuurder [gedaagde 1] van de ABVAKABO FNV Regio Noord bestaan er zoveel klachten over deze zorgkwaliteit, dat een diepgaand onderzoek noodzakelijk is. Personeelsleden vinden geen gehoor als ze het management op de bevoegdheden en verantwoordelijkheden aanspreken. Kennelijk heeft het management onvoldoende gezag en vermogen om de problemen op te lossen. Daarom heeft ABVAKABO FNV de inspectie voor de Gezondheidszorg gevraagd Rispinge onder verscherpt toezicht te stellen".
Voorts wordt een en ander gespecificeerd en nader uitgelegd.
e. In de periode 25 tot en met 27 maart 2002 zijn in diverse dagbladen publicaties over Rispinge verschenen met de krantenkoppen "Bejaardentehuis laat bewoners vervuilen", "Bond luidt alarmbel over tehuis", "Vakbond: Rispinge is vies en onhygiënisch en "Verzorgingstehuis in Drachten onhygiënisch".
[gedaagde 1] heeft desgevraagd de schrijvende pers te woord gestaan.
Daarnaast heeft [gedaagde 1] in het tv-programma Hart van Nederland op SBS/RTL 4 kritiek geuit op de kwaliteit van de zorgverlening in Rispinge en het management van de Stichting beschuldigd van onvoldoende gezag en vermogen om de problemen op te lossen en ongeloofwaardig te zijn.
f. Naar aanleiding van een op 23 april 2002 plaatsgevonden bezoek heeft de Inspecteur voor de Gezondheidszorg in de brief d.d. 24 april 2002 de Stichting onder meer het volgende geschreven:
".....
Noch uit de gesprekken met de cliëntenraad, noch uit de gesprekken met de medewerkers, noch bij de rondleiding hebben wij kunnen constateren dat er structurele misstanden zijn in de zorg voor de bewoners.
......"
2. Standpunt van de Stichting:
De uitlatingen die [gedaagde 1] aan de pers heeft gedaan, zijn feitelijk onjuist. De door [gedaagde 1] aangehaalde misstanden dateren uit de problematische periode na de fusie. De zaken hebben zich daarna ten goede gekeerd en inmiddels is 75% van alle problemen opgelost. Er is thans sprake van een voor zowel het personeel als de bewoners aanvaardbare werk- en zorgsituatie, hetgeen moge blijken uit de overgelegde adhesieverklaringen van de bewoners en het personeel van Rispinge. Het door [gedaagde 1] in de pers opgeroepen beeld van Rispinge strookt derhalve volstrekt niet met de werkelijkheid, getuige ook de brief van de Inspecteur voor de Gezondheidszorg d.d. 24 april 2002.
Door thans Rispinge doelbewust in een kwaad daglicht te stellen en zich onnodig grievend uit te laten, heeft [gedaagde 1] zich onrechtmatig gedragen jegens de Stichting en haar schade toegebracht.
Een constructieve samenwerking met [gedaagde 1] teneinde de resterende problemen op te lossen, is niet meer mogelijk. Zijn aanwezigheid zou contraproductief zijn en geen enkel (vakbonds)belang c.q. werknemersbelang meer dienen nu het ververtrouwen in [gedaagde 1] is verdwenen, zowel bij de leiding als bij het personeel van Rispinge. Dit laatste blijkt uit de brief van 5 april 2002 waarin een deel van de bij de AbvaKabo aangesloten medewerkers van Rispinge afstand heeft genomen van de door [gedaagde 1] aan de pers gedane uitlatingen.
[gedaagde 1] dient derhalve te worden vervangen door een andere vakbondsbestuurder.
3. Standpunt van [gedaagde 1] en AbvaKabo:
[gedaagde 1] is sinds zijn betrokkenheid bij de problematiek in Rispinge zowel van de zijde van personeelsleden als van de zijde van (familie van) bewoners voortdurend geconfronteerd met klachten over de arbeidsomstandigheden en de zorgkwaliteit binnen Rispinge. [gedaagde 1] en AbvaKabo betwisten dan ook dat de meeste problemen in Rispinge inmiddels zouden zijn opgelost.
Niet uitgesloten is dat de website van de AbvaKabo FNV door journalisten als nieuwsbron wordt gebruikt en dat dientengevolge de litigieuze publiciteit is ontstaan. [gedaagde 1] kan echter niet verantwoordelijk worden gehouden voor de inhoud van de betreffende artikelen noch voor de gekozen krantenkoppen. Evenmin kan hij daarvoor aansprakelijk worden gesteld.
[gedaagde 1] verkeert als vakbondsbestuurder in een bijzondere positie die -niet gebonden door een arbeidscontract- als externe spreekbuis van de vakbondsleden met gebruikneming van het recht op vrije meningsuiting misstanden binnen een organisatie aan de kaak kan stellen en een eigen geluid kan laten horen. Dit recht mag niet worden beknopt door een voorziening in kort geding. Ook niet als de publiekelijke mededeling niet de uitdrukkelijke instemming heeft van het merendeel van de bij haar als leden aangesloten werknemers dan wel niet overeenkomt -zoals in casu- met de bevindingen van de Inspecteur voor de Gezondheidszorg.
Aangezien [gedaagde 1] de verantwoordelijke bestuurder is voor het dossier Rispinge en een vakorganisatie volstrekt autonoom is in de verdeling en inrichting van haar werkzaamheden, kan het niet zo zijn dat een werkgever gaat bepalen welke vakbondsbestuurder namens een vakorganisatie dient te participeren in aangelegenheden die de zorgkwaliteit binnen een bepaalde instelling betreffen.
Nu de AbvaKabo het vertrouwen in [gedaagde 1] heeft uitgesproken, dient Rispinge [gedaagde 1] als gesprekspartner te accepteren.
4. Beoordeling van het geschil:
in conventie:
4.1 De vraag of een in het kader van het recht op vrije meningsuiting gedane uiting als onrechtmatig moet worden beschouwd, dient op grond van vaste jurisprudentie te worden beantwoord aan de hand van de in het gegeven geval in onderling verband te beschouwen omstandigheden, waarbij een afweging wordt gemaakt van enerzijds het maatschappelijk belang van de ene partij om niet blootgesteld te worden aan lichtvaardige verdachtmakingen en anderzijds het maatschappelijk belang van de andere partij om misstanden in de samenleving bekend te maken bij het grote publiek.
4.2 Onbestreden is dat ten tijde van de litigieuze publicaties niet alle problemen bij Rispinge waren opgelost. Immers, naast de stelling van de Stichting dat met het oplossen van 75% van de problemen er een voor een ieder aanvaardbare werk- en leefsituatie is ontstaan -hetgeen door [gedaagde 1] en AbvaKabo wordt bestreden-, heeft directeur Bosgraaf in het krantenartikel met als kop "Vakbond: Rispinge is vies en onhygiënisch" erkend dat er tot juni 2001 weinig vooruitgang was geboekt bij Rispinge en dat eerst nadat er in de zomer van 2001 koppen waren gerold -een beslissing die overigens, zo blijkt uit de overgelegde stukken, tot groot verzet bij het personeel heeft geleid- verbeteringen zijn opgetreden. "Maar we zijn er nog lang niet" aldus Bosgraaf in dat artikel.
Het voorgaande impliceert dat voorshands niet aannemelijk is dat de uitlatingen van [gedaagde 1] (geheel) in strijd met de waarheid zijn, zoals door de Stichting is betoogd.
4.3 [gedaagde 1] heeft teneinde de achterban te informeren over zijn bevindingen bij Rispinge en de ten gevolge daarvan bij hem ontstane ongerustheid, een bericht op de website van de FNV geplaatst. Hoewel het voor de hand ligt dat de pers een website als nieuwsbron hanteert zodat publiciteit als de onderhavige het gevolg kan zijn, is de voorzieningenrechter van oordeel dat niet gezegd kan worden dat [gedaagde 1] aldus doelbewust (negatieve) publiciteit heeft gezocht, zoals door de Stichting is betoogd.
Naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter kan voorts de aard en strekking van de gepubliceerde krantenartikelen -daargelaten de door [gedaagde 1] en AbvaKabo opgeworpen kwestie of en in hoeverre [gedaagde 1] daarvoor verantwoordelijk kan worden gehouden-, van het intervieuw dat [gedaagde 1] aan het Hart van Nederland heeft gegeven -waarvan de beelden ter zitting zijn vertoond- en van de berichtgeving op de website van de FNV niet als onnodig grievend worden aangemerkt.
In de berichten en in het intervieuw wordt een opsomming gegeven van de door [gedaagde 1] geconstateerde situatie bij Rispinge. De kritische noot die [gedaagde 1] daarbij heeft geplaatst, is gelet op de ernst van de problemen en de rol van [gedaagde 1] als vakbondsbestuurder niet als onzorgvuldig jegens de Stichting/Rispinge te kwalificeren. Daarbij zij opgemerkt dat een vakbondsbestuurder in een bijzondere positie verkeert. Hij beschikt over informatie verkregen van werknemers, die mogelijk zelf met die informatie niet naar buiten durven te komen omdat zij daarmee wellicht hun baan zouden riskeren. Het is dan juist een vakbondsbestuurder die, gebruikmakend van het recht op de vrije meningsuiting van een vakorganisatie, beweerdelijk geconstateerde misstanden in een instelling aan de maatschappij kenbaar zou moeten kunnen maken.
Op grond van het vorenoverwogene komt de voorzieningenrechter tot het voorshandse oordeel dat [gedaagde 1] zich jegens de Stichting/Rispinge niet onrechtmatig heeft gedragen. Het gegeven dat het bezoek van de Inspecteur voor de Gezondheidszorg niet tot de consequentie heeft geleid dat Rispinge onder verscherpt toezicht is geplaatst noch dat er aanleiding is gevonden een extern onderzoeksbureau in te schakelen, kan aan het vorenstaande niet af doen.
De gevraagde voorziening zal derhalve worden geweigerd.
in reconventie:
4.4 Ingevolge artikel 16 van de COA Verpleeg- en Verzorgingstehuizen dient de werkgever de vertegenwoordiger van de werknemer in de gelegenheid te stellen de belangen van de werknemer bij de werkgever te bepleiten. Namens de Stichting is betoogd dat niet getornd zal worden aan voormeld artikel in die zin dat men bereid is met de AbvaKabo verder overleg te plegen doch dat constructief overleg met [gedaagde 1] door de recente gebeurtenissen niet meer mogelijk is zodat de AbvaKabo een andere vertegenwoordiger zal moeten aanwijzen.
De voorzieningenrechter is echter met [gedaagde 1] en de AbvaKabo van oordeel dat het niet de werkgever is die bepaalt welke vertegenwoordiger namens een vakorganisatie de belangen behartigt van een werknemer doch dat het de vakorganisatie -als werkgever van de vakbondsbestuurder- zelf is die de vertegenwoordiger aanwijst. Nu de AbvaKabo geen aanleiding heeft gezien een andere vakbondsbestuurder aan te wijzen -zij heeft verklaard zich vierkant achter [gedaagde 1] op te stellen- zal de Stichting [gedaagde 1] dienen te accepteren als de gesprekspartner van de AbvaKabo in de kwesties over de zorgkwaliteit, de arbeidsvoorwaarden en de arbeidsomstandigheden binnen Rispinge.
De gevraagde voorziening zal derhalve worden toegewezen in voege als in het dictum vermeld.
in conventie en in reconventie:
4.5 De Stichting zal als de in het ongelijk gestelde partij, in de kosten van dit geding worden veroordeeld.
BESLISSING
De voorzieningenrechter:
in conventie:
1. weigert de voorlopige voorziening;
in reconventie:
2. gebiedt de Stichting om regiobestuurder [gedaagde 1] van de vakvereniging AbvaKabo FNV toe te laten als overlegpartner namens AbvaKabo aangaande het overleg omtrent de kwaliteit van de zorg binnen de Stichting en Rispinge in het bijzonder en aangaande het overleg omtrent de arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden van de bij AbvaKabo FNV georganiseerde leden,
3. gebiedt de Stichting om regiobestuurder [gedaagde 1] in het kader van het hiervoor onder 2 omschreven overleg toegang te verschaffen tot de bedrijfsgebouwen van de Stichting teneinde hem in de gelegenheid te stellen in het kader van zijn werk als vakbondsvertegenwoordiger, overleg te voeren met de directie van de Stichting als de werkgeefster van de bij de AbvaKabo georganiseerde leden, alsmede met deze leden zelf,
4. veroordeelt de Stichting tot betaling aan [gedaagde 1] dan wel AbvaKabo van een dwangsom groot € 2.500,-- (tweeduizendvijfhonderd euro) voor iedere overtreding en voor iedere dag dat niet aan de hiervoor gegeven geboden onder 2 en 3 wordt voldaan, met dien verstande dat maximaal € 50.000,-- (vijftigduizend euro ) aan dwangsommen verbeurd zal kunnen worden;
5. wijst af het meer of anders gevorderde;
in conventie en reconventie:
6. veroordeelt de Stichting in de kosten van deze procedure, tot op deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde 1] en de AbvaKabo begroot op € 193,-- aan verschotten en op € 1.055,-- aan salaris van de procureur;
7. verklaart dit vonnis, voorzover in reconventie gewezen, alsmede de gegeven proceskosten-veroordeling, uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.R. Hidma, voorzieningenrechter en door deze uitgesproken ter openbare terechtzitting van 16 mei 2002, in tegenwoordigheid van de griffier.
wjv