In deze zaak vorderden eisers, I. [eiser 1] en II. [eiser 2], de vernietiging van een koopovereenkomst voor een bungalow gelegen nabij een voormalige vuilstortplaats. De eisers stelden dat zij door bedrog of dwaling tot de koop waren gekomen, omdat de verkoper, Emslandermeer B.V., hen niet had geïnformeerd over de nabijheid van de vuilstortplaats. De rechtbank oordeelde dat de voormalige vuilstortplaats zich op een afstand van ten minste 80 meter van de bungalow bevond en dat de conclusies van het bodemonderzoek niet verontrustend waren. De rechtbank concludeerde dat er geen schending van de mededelingsplicht was, omdat de verkoper niet verplicht was om informatie te verstrekken die niet relevant was voor de koopovereenkomst. De vorderingen van de eisers werden afgewezen, evenals hun verzoek om schadevergoeding. De rechtbank oordeelde dat de eisers onvoldoende bewijs hadden geleverd dat de aanwezigheid van de vuilstortplaats het woongenot of het normale gebruik van de bungalow aantastte. De rechtbank wees de vorderingen van de eisers af en veroordeelde hen in de proceskosten.