ECLI:NL:RBGRO:2001:AB1885
Rechtbank Groningen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.J. Lennaerts
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van besluit inzake arbeidsongeschiktheid en herbeoordeling door verweerder
In deze zaak heeft de Rechtbank Groningen op 25 januari 2001 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres en het bestuur van het Landelijk instituut sociale verzekeringen, vertegenwoordigd door Cadans. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarin haar bezwaar tegen een eerdere beslissing over haar arbeidsongeschiktheid ongegrond was verklaard. Eiseres vorderde vernietiging van deze beslissing en stelde dat zij volledig arbeidsongeschikt was. Tijdens de zitting op 17 januari 2001 was eiseres niet aanwezig, maar verweerder werd vertegenwoordigd door mr. G. Koopman, die toelichting gaf op de rapportages van de medisch deskundigen.
De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsgeneeskundige niet in overeenstemming met de Richtlijn Maoc had gerapporteerd. De rechtbank constateerde dat er geen voldoende objectieve onderbouwing was van de discrepantie tussen de klachten van eiseres en de inschatting van haar arbeidsvermogen door de verzekeringsarts. Dit leidde tot de conclusie dat de beslissing van verweerder niet op een voldoende kenbare motivering berustte, wat grond gaf voor vernietiging van de beslissing.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde de bestreden beslissing en droeg verweerder op om opnieuw op het bezwaar te beslissen, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiseres. De rechtbank benadrukte dat de vernietiging van de beslissing niet automatisch betekende dat eiseres recht had op een uitkering, maar dat verweerder de tekortkomingen in zijn besluit moest herstellen.