ECLI:NL:RBGRO:2001:AB1531

Rechtbank Groningen

Datum uitspraak
10 mei 2001
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
070590-00
Instantie
Rechtbank Groningen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hulp bij zelfdoding en diefstal met geweld in Groningen

Op 10 mei 2001 heeft de Rechtbank Groningen uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van hulp bij zelfdoding en diefstal met geweld. De zaak betreft twee parketnummers: 070590-00 en 052401-00. De verdachte werd ervan beschuldigd op of omstreeks 16 januari 2000 in Delfzijl een persoon, genaamd [slachtoffer], opzettelijk te hebben geholpen bij zijn zelfdoding. De rechtbank oordeelde dat de verdachte de [slachtoffer] naar een huisje had gebracht, hem had aangespoord om op een stoel te gaan staan en vervolgens had geholpen bij het ophangen. De rechtbank achtte het niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het opzettelijk doden van de [slachtoffer] had bewerkstelligd, maar wel dat hij opzettelijk behulpzaam was geweest bij de zelfdoding.

Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van diefstal met geweld op 26 oktober 2000 in Winschoten, waarbij hij een geldbedrag van ongeveer f. 147,- had gestolen van het winkelbedrijf Zeeman, vergezeld van bedreiging met geweld. De rechtbank oordeelde dat de verdachte dit feit had gepleegd door een mes te tonen aan de slachtoffers en hen te dwingen tot afgifte van het geld.

De rechtbank heeft de verdachte voor de bewezen verklaarde feiten veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren, met inachtneming van de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht. Tevens werd de verdachte ter beschikking gesteld met bevel tot verpleging van overheidswege, gezien de ernst van de feiten en de psychische problematiek van de verdachte. De rechtbank heeft ook beslist over de onttrekking aan het verkeer van een mes en de teruggave van in beslag genomen goederen aan de betrokken partijen.

Uitspraak

ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE GRONINGEN
parketnummers: 070590-00; 052401-00
datum uitspraak: 10 mei 2001
op tegenspraak
raadsman: mr. Rietveldt
VONNIS
van de arrondissementsrechtbank te Groningen, meervoudige kamer voor strafzaken, in de gevoegde zaken tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte] op [geboortedatum verdachte],
wonende te [woonplaats verdachte],
thans preventief gedetineerd in PI Groningen te Groningen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 april 2001.
TENLASTELEGGING
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
070590-00:
1.
hij op of omstreeks 16 januari 2000, althans in de periode van 16 januari 2000 tot en met 18 januari 2000, in elk geval in de maand januari 2000, in de
gemeente Delfzijl, opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade een persoon, genaamd [slachtoffer] van het leven heeft beroofd, immers heeft/is verdachte
met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg,
- met die [slachtoffer] naar een huisje, althans perceel, aan of nabij de Fa. Bronsweg te Wagenborgen gegaan
en/of
- (vervolgens) dat huisje, althans dat perceel, met die [slachtoffer] binnen gegaan
en/of
- (vervolgens) in een (slaap)kamer van dat huisje, althans dat perceel, een of meer plafondplaten uit het (systeem)plafond gehaald
en/of
- een stoel naar/in die (slaap)kamer gebracht
en/of
- tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij, die [slachtoffer], op die stoel moest gaan staan
en/of
- (vervolgens) nadat die [slachtoffer] op een stoel was gaan staan, een touw of kabel om/over een (plafond)balk in die (slaap)kamer geslagen,
althans een touw of kabel aan een (plafond)balk bevestigd en/of (vervolgens) dat touw of die kabel (rond)om de nek en/of de hals van die [slachtoffer] gedaan en/of (vervolgens) dat touw of die kabel (nogmaals) over die (plafond)balk geslagen/gebracht en/of (vervolgens) dat touw of die kabel (nogmaals) rondom de hals en/of nek van die [slachtoffer] gedaan en/of (vervolgens) dat touw of die kabel aan die (plafond)balk bevestigd,
althans dat touw of die kabel heeft vastgeknoopt, althans een touw of kabel aan/over een (plafond)balk in die slaapkamer en om de nek en/of de hals van die [slachtoffer] bevestigd
en/of
- (vervolgens), al dan niet na enige tijd, die stoel, waarop die [slachtoffer] stond, (onder die [slachtoffer]) heeft weggeschopt en/of weggetrapt, althans heeft weggehaald, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 16 januari 2000, althans in de periode van 16 januari 2000 tot en met 18 januari 2000, in elk geval in de maand januari 2000, in de
gemeente Delfzijl, een persoon, genaamd [slachtoffer], op diens uitdrukkelijk en ernstig verlangen van het leven heeft beroofd,
immers heeft/is verdachte, nadat die [slachtoffer] hem, verdachte had gevraagd of hij, verdachte, een plek wist waar hij, die [slachtoffer], zich op kon hangen en/of of
hij, verdachte, wist hoe een strop gemaakt moest worden en/of nadat die [slachtoffer] door diens gedrag en/of uitlatingen en/of stemming aan
hem, verdachte, kenbaar had gemaakt een einde aan zijn, die [slachtoffer], leven te willen maken,
- met die [slachtoffer] naar een huisje, althans perceel, aan of nabij de Fa. Bronsweg te Wagenborgen gegaan
en/of
- (vervolgens) dat huisje, althans dat perceel, met die [slachtoffer] binnen gegaan
en/of
- (vervolgens) in een (slaap)kamer van dat huisje, althans dat perceel, een of meer plafondplaten uit het (systeem)plafond gehaald
en/of
- een stoel naar/in die (slaap)kamer gebracht en/of
- tegen die [slachtoffer] gezegd dat hij, die [slachtoffer], op die stoel moest gaan staan
en/of
- (vervolgens) nadat die [slachtoffer] op die stoel was gaan staan, een touw of kabel om/over een (plafond)balk in die (slaap)kamer geslagen,
althans een touw of kabel aan een (plafond)balk bevestigd en/of (vervolgens) dat touw of die kabel (rond)om de nek en/of de hals van die [slachtoffer] gedaan en/of (vervolgens) dat touw of die kabel (nogmaals) over die (plafond)balk geslagen/gebracht en/of (vervolgens) dat touw of die kabel
(nogmaals) rondom de hals en/of nek van die [slachtoffer] gedaan en/of (vervolgens) dat touw of die kabel aan die (plafond)balk bevestigd,
althans dat touw of die kabel heeft vastgeknoopt, althans een touw of kabel aan/over een (plafond)balk in die (slaap)kamer en om de nek en/of de hals
van die [slachtoffer] bevestigd
en/of
- (vervolgens), al dan niet na enige tijd, die stoel, waarop die [slachtoffer] stond, (onder die [slachtoffer]) heeft weggeschopt en/of
weggetrapt, althans heeft weggehaald, tengevolge waarvan voornoemde [slachtoffer] is overleden;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat [slachtoffer] op of omstreeks 16 januari 2000, althans in de periode
van 16 januari 2000 tot en met 18 januari 2000, in elk geval in de maand januari 2000, in de gemeente Delfzijl, zichzelf door verhanging van het leven
heeft beroofd, zijnde verdachte daar toen die [slachtoffer] daarbij opzettelijk behulpzaam geweest en/of hebbende verdachte toen en daar die [slachtoffer] opzettelijk middelen daartoe verschaft, door toen en daar opzettelijk
- met die [slachtoffer] naar een huisje, althans perceel, aan of nabij de Fa. Bronsweg te Wagenborgen te gaan, althans een plaats aan die [slachtoffer] aan te wijzen waar hij, die [slachtoffer], zelfmoord kon plegen,
en/of
- (vervolgens) dat huisje, althans dat perceel, met die [slachtoffer], binnen te gaan
en/of
- (vervolgens) in een (slaap)kamer van dat huisje, althans dat perceel, een of meer plafondplaten uit het (systeem)plafond te halen
en/of
- een stoel naar/in die (slaap)kamer te brengen
en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat hij, die [slachtoffer], op die stoel moest gaan staan
en/of
- (vervolgens) nadat die [slachtoffer] op die stoel was gaan staan, een touw of kabel om/over een (plafond)balk in die (slaap)kamer te slaan,
althans een touw of kabel aan een (plafond)balk te bevestigen en/of (vervolgens) dat touw of die kabel (rond)om de nek en/of de hals van die
[slachtoffer] te doen en/of (vervolgens) dat touw of die kabel (nogmaals) over die (plafond)balk te slaan/brengen en/of (vervolgens) dat
touw of die kabel (nogmaals) rondom de hals en/of nek van die [slachtoffer] te doen en/of (vervolgens) dat touw of die kabel aan die
(plafond)balk te bevestigen, althans dat touw of die kabel vast te knopen, althans een touw of kabel aan/over een (plafond)balk in die (slaap)kamer en
om de nek en/of de hals van die [slachtoffer] te bevestigen;
2.
hij op of omstreeks 26 oktober 2000, te Winschoten, in elk geval in de gemeente Winschoten,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een geldbedrag van ongeveer f. 147,-, althans een geldbedrag, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf Zeeman, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging met geweld tegen een persoon, genaamd [slachtoffer 2] en/of een
persoon, genaamd [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte een mes aan die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] heeft getoond en/of
getoond gehouden en/of hierbij die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd:
"Geef mij de geldla" en/of "Ik wil geld", althans woorden van gelijke of nagenoeg gelijke strekking;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij op of omstreeks 26 oktober 2000, te Winschoten, in elk geval in de gemeente Winschoten,
met het oogmerk om zich en/of een ander wederrechtelijk te bevoordelen door geweld en/of bedreiging met geweld een persoon, genaamd [slachtoffer 2] en/of een persoon, genaamd [slachtoffer 3], heeft gedwongen tot de afgifte van een geldbedrag van ongeveer f. 147,- althans een geldbedrag, in elk geval van
enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf Zeeman, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte een mes aan die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] heeft getoond en/of getoond gehouden en/of
hierbij die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd: "Geef mij de geldla" en/of "Ik wil geld", althans woorden van gelijke of nagenoeg gelijke strekking.
052401-00:
hij in of omstreeks de nacht van 20 op 21 april 2000, te Appingedam, in elk geval in de gemeente Appingedam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd
[slachtoffer 4], opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar lichamelijk letsel toe te brengen,
met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, tezamen en in vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, een of meer ruiten van
een toegangsdeur van de woning [adres slachtoffer 4], waarin die [slachtoffer 4] toen aanwezig was, heeft/hebben vernield, teneinde die [slachtoffer 4] uit die
woning [adres slachtoffer 4] te lokken en/of teneinde middels handreiking die toegangsdeur van die woning [adres slachtoffer 4] te openen en/of (vervolgens)
die woning [adres slachtoffer 4] te betreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, dat
hij in of omstreeks de nacht van 20 op 21 april 2000, te Appingedam, in elk geval in de gemeente Appingedam,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, opzettelijk en wederrechtelijk (een of meer ruiten van/in) een toegangsdeur van de woning
[adres slachtoffer 4], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de woningstichting Patrimonium, in elk geval aan een ander of anderen dan
aan verdachte en/of zijn mededader(s), heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt.
BEWEZENVERKLARING
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het op de dagvaarding met parketnummer 070590-00 onder 1 primair en subsidiair tenlastegelegde heeft begaan. De verdachte moet daarvan worden vrijgesproken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het op de dagvaarding met parketnummer 070590-00 onder 1 meer subsidiair en 2 primair, en het op de dagvaarding met parketnummer 052401-00 primair tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
070590-00:
1.
[slachtoffer] op of omstreeks 16 januari 2000, althans in de periode
van 16 januari 2000 tot en met 18 januari 2000, in elk geval in de maand
januari 2000, in de gemeente Delfzijl, zichzelf door verhanging van het leven
heeft beroofd,
zijnde verdachte daar toen die [slachtoffer] daarbij opzettelijk
behulpzaam geweest en/of hebbende verdachte toen en daar die [slachtoffer] opzettelijk middelen daartoe verschaft,
door toen en daar opzettelijk
- met die [slachtoffer] naar een huisje, althans perceel, aan of nabij
de Fam. Bronsweg te Wagenborgen te gaan, althans een plaats aan die [slachtoffer] aan te wijzen waar hij, die [slachtoffer], zelfmoord kon
plegen,
en/of
- (vervolgens) dat huisje, althans dat perceel, met die [slachtoffer],
binnen te gaan
en/of
- (vervolgens) in een (slaap)kamer van dat huisje, althans dat perceel, een of
meer plafondplaten uit het (systeem)plafond te halen
en/of
- een stoel naar/in die (slaap)kamer te brengen
en/of
- tegen die [slachtoffer] te zeggen dat hij, die [slachtoffer],
op die stoel moest gaan staan
en/of
- (vervolgens) nadat die [slachtoffer] op die stoel was gaan staan,
een touw of kabel om/over een (plafond)balk in die (slaap)kamer te slaan,
althans een touw of kabel aan een (plafond)balk te bevestigen en/of
(vervolgens) dat touw of die kabel (rond)om de nek en/of de hals van die
[slachtoffer] te doen en/of (vervolgens) dat touw of die kabel
(nogmaals) over die (plafond)balk te slaan/brengen en/of (vervolgens) dat
touw of die kabel (nogmaals) rondom de hals en/of nek van die [slachtoffer] te doen en/of (vervolgens) dat touw of die kabel aan die
(plafond)balk te bevestigen. althans dat touw of die kabel vast te knopen,
althans een touw of kabel aan/over een (plafond)balk in die (slaap)kamer en
om de nek en/of de hals van die [slachtoffer] te bevestigen;
2.
hij op of omstreeks 26 oktober 2000, te Winschoten, in elk geval in de
gemeente Winschoten,
met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een
geldbedrag van ongeveer f. 147,-, althans een geldbedrag, in elk geval enig
goed, geheel of ten dele toebehorende aan het winkelbedrijf Zeeman, in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte,
welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld
en/of bedreiging met geweld tegen een persoon, genaamd [slachtoffer 2] en/of een
persoon, genaamd [slachtoffer 3], gepleegd met het oogmerk om die diefstal
voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op
heterdaad aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit
van het gestolene te verzekeren,
welk geweld en/of welke bedreiging met geweld hierin bestond(en) dat verdachte
een mes aan die [slachtoffer 2] en/of die [slachtoffer 3] heeft getoond en/of
getoond gehouden en/of hierbij die [slachtoffer 2] de woorden heeft toegevoegd:
"Geef mij de geldla" en/of "Ik wil geld". althans woorden van gelijke of
nagenoeg gelijke strekking.
052401-00:
hij in of omstreeks de nacht van 20 op 21 april 2000, te Appingedam, in elk
geval in de gemeente Appingedam,
ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in
vereniging met een ander of anderen, althans alleen, aan een persoon genaamd
[slachtoffer 4], opzettelijk en al dan niet met voorbedachten rade zwaar
lichamelijk letsel toe te brengen,
met dat opzet en al dan niet na kalm beraad en rustig overleg, tezamen en in
vereniging met verdachtes mededader(s), althans alleen, een of meer ruiten van
een toegangsdeur van de woning [adres slachtoffer 4], waarin die [slachtoffer 4]
toen aanwezig was, heeft/hebben vernield, teneinde die [slachtoffer 4] uit die
woning [adres slachtoffer 4] te lokken en/of teneinde middels handreiking die
toegangsdeur van die woning [adres slachtoffer 4] te openen en/of (vervolgens)
die woning [adres slachtoffer 4] te betreden,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
KWALIFICATIE
Hetgeen de rechtbank als bewezen heeft aangenomen levert de volgende strafbare feiten op:
070590-00:
1: Opzettelijk een ander bij zelfmoord behulpzaam zijn en opzettelijk de middelen tot zelfmoord verschaffen, terwijl de zelfmoord volgt;
2: Diefstal, voorafgegaan, vergezeld en gevolgd van geweld tegen personen, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en gemakkelijk te maken, en om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren;
052401-00:
Medeplegen van poging tot zware mishandeling.
STRAFBAARHEID VAN DE VERDACHTE
Ten aanzien van de strafbaarheid van de verdachte heeft de rechtbank gelet op de psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 3 april 2001, opgemaakt door A.T. Spangenberg, psycholoog, M. Nicolai, psychiater, en M. Drost, geneesheer-directeur, allen verbonden aan het Pieter Baan Centrum te Utrecht.
De conclusie van dat rapport luidt, zakelijk weergegeven, dat het onder parketnummer 070590-00 ten laste gelegde en bewezen verklaarde aan verdachte slechts in verminderde mate kan worden toegerekend. De rechtbank kan zich met deze conclusie verenigen en neemt deze over.
De rechtbank acht verdachte derhalve strafbaar, nu ten opzichte van verdachte ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
MOTIVERING STRAF
Bij de bepaling van de straf, die aan de verdachte zal worden opgelegd, heeft de rechtbank rekening gehouden met:
a) - de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde en de omstandigheden waaronder dit is begaan;
- de vordering van de officier van justitie;
b) de persoon van de verdachte, zoals naar voren gekomen uit:
- het onderzoek op de terechtzitting d.d. 26 april 2001;
- de inhoud van een uittreksel uit het algemeen documentatieregister omtrent verdachte d.d. 26 oktober 2000. Hieruit blijkt dat de verdachte reeds eerder is veroordeeld wegens het plegen van soortgelijke feiten;
- het over de verdachte door de Ambulante Verslavingszorg provincie Groningen uitgebrachte voorlichtingsrapport d.d. 21 december 2000;
- voormelde psychiatrische onderzoeksrapportage d.d. 3 april 2001.
c) de omstandigheid dat de verdachte, zoals deze ter terechtzitting heeft erkend, zich behalve aan het bewezen en strafbaar verklaarde, ook nog heeft schuldig gemaakt aan het plegen van winkeldiefstal, gekwalificeerde diefstal, verduistering en het voorhanden hebben van een wapen en patronen hetgeen blijkt uit de dossiers met de parketnummers 070590-00 en 054402-00, en welke feiten ter kennisneming aan de rechtbank zijn voorgelegd naast hetgeen in de tenlastelegging staat vermeld.
De officier van justitie heeft verdachte door middel van een in de dagvaarding gedane mededeling en door middel van een kennisgeving ad informandum gevoegde zaak ervan op de hoogte gesteld dat deze feiten eveneens aan de rechtbank zouden worden voorgelegd.
Vrijheidsstraf
Op grond van het bovenstaande komt de rechtbank tot het oordeel dat een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf van na te melden duur moet worden opgelegd.
De rechtbank neemt hierbij in het bijzonder in aanmerking dat de verdachte in de periode van een jaar een aantal zeer ernstige, verontrustende delicten heeft gepleegd. Hierbij is van belang de door de deskundigen van het Pieter Baan Centrum gesignaleerde ontwikkeling dat, waar er in de afgelopen jaren nog een forse discrepantie bestond tussen de extreem gewelddadige, morbide fantasieën van verdachte en het daadwerkelijk in de praktijk gebrachte strafbare gedrag, verdachte thans een grens heeft overschreden waardoor het hebben van gewelddadige fantasieën en het plegen van gewelddadige delicten steeds meer op één lijn komen te liggen. Met name met betrekking tot de gepleegde hulp bij zelfdoding heeft verdachte een grens overschreden waarvoor hij kennelijk tot dan toe altijd halt had gehouden.
Op basis hiervan en op basis van de uit de psychiatrische onderzoeksrapportage naar voren komende habituele gevoelsdistantie van verdachte en zijn narcistische problematiek, in combinatie met het thema beslissen over leven en dood, wat aansluit bij de gewelddadige en morbide fantasieën van verdachte, wordt de kans dat verdachte opnieuw vergelijkbare delicten begaat reëel geacht.
Anderzijds neemt de rechtbank bij het opleggen van de vrijheidsstraf in aanmerking de conclusie van voormelde psychiatrische onderzoeksrapportage, dat het bewezen verklaarde aan verdachte slechts in verminderde mate kan worden toegerekend.
MOTIVERING MAATREGEL
terbeschikkingstelling
De rechtbank is van oordeel dat de verdachte, die tijdens het begaan van het onder parketnummer 070590-00, feit 2 primair bewezen verklaarde leed aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens, ter beschikking moet worden gesteld omdat:
- het onder parketnummer 070590-00, feit 2 primair bewezen en strafbaar verklaarde een misdrijf is waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld;
- de algemene veiligheid van personen de oplegging van die maatregel eist.
De rechtbank heeft hierbij de rapporten en adviezen in aanmerking genomen die over de persoonlijkheid van de verdachte zijn uitgebracht, alsmede de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde en het feit dat verdachte veelvuldig voor misdrijven is veroordeeld.
De rechtbank heeft dit oordeel verder gegrond op het met redenen omklede, gedagtekende en ondertekende advies van de gedragsdeskundigen A.T. Spangenberg, psycholoog, en M. Nicolai, psychiater.
Het advies d.d. 3 april 2001 houdt - zakelijk weergegeven - onder meer in:
Betrokkene is een basaal wantrouwende en identiteitszwakke man met diepgewortelde haatgevoelens die op basis van een sinds de vroege jeugd ervaren tekort aan bevestigende liefde en veilige structuur toch een sterke behoefte aan aandacht en erkenning door anderen, als ook aan hem structurerende begrenzing heeft. Enerzijds is er vanaf de kindertijd sprake van een zich terugtrekken in een morbide agressieve en seksueel perverse fantasiewereld. Anderzijds is er, als het ware op afwijzing door anderen anticiperend en in een poging deze afwijzing om te zetten in een vorm van ontzag, sprake van shockerend en provocerend gedrag.
Waar de grens ligt van hetgeen waartoe hij feitelijk in staat moet worden geacht, blijft vaag. Verlies aan uitwendige structuur, middelenmisbruik en een eventueel incidenteel optredende psychotische ontregeling, kunnen betrokkene brengen tot verdergaand gevaarlijk gedrag.
Ten aanzien van de tenlastegelegde diefstal met geweld bestaat naar het oordeel van het onderzoekend team op basis van de stoornis onder vergelijkbare omstandigheden zeker recidivegevaar.
De eerdere veroordelingen met onder meer eerdere psychiatrische behandeling in het kader van een voorwaardelijk strafdeel, het feit dat betrokkene wederom gerecidiveerd is in crimineel gedrag, de blijvende dreiging van terugval in druggebruik, criminaliteit en algeheel structuurverlies en het feit dat betrokkene nu zelf uitdrukkelijk vraagt om krachtiger en duurzamer structuur maken dat het onderzoekend team van oordeel is dat behandeling binnen een voorwaardelijk kader niet langer afdoende is om recidive te voorkomen en dat terbeschikkingstelling met dwangverpleging geadviseerd wordt.
De rechtbank kan zich met de inhoud en de conclusie van het rapport verenigen en neemt die over. De rechtbank zal aan verdachte een terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege opleggen.
ONTTREKKING AAN HET VERKEER
De rechtbank is van oordeel dat het inbeslaggenomene, te weten een mes, moet worden onttrokken aan het verkeer.
Het ongecontroleerde bezit daarvan is in strijd met de wet of het algemeen belang.
Verder is uit het onderzoek op de terechtzitting gebleken dat het feit met betrekking tot dit voorwerp is begaan.
TERUGGAVE
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen flessen port moeten worden teruggegeven aan de Basismarkt te Winschoten. Het inbeslaggenomen treinkaatje en het geldbedrag van fl. 90,- moeten naar het oordeel van de rechtbank worden teruggegeven aan verdachte.
TOEPASSELIJKE WETTELIJKE VOORSCHRIFTEN
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 36b, 36c, 37a, 37b, 45, 57, 294, 302 en 312 van het Wetboek van Strafrecht.
BESLISSING
De rechtbank:
Verklaart het op de dagvaarding met parketnummer 070590-00 onder 1 primair en subsidiair ten laste gelegde niet wettig en overtuigend bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het op de dagvaarding met parketnummer 070590-00 onder 1 meer subsidiair en 2 primair, en het op de dagvaarding met parketnummer 052401-00 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierboven is aangegeven, te kwalificeren als voormeld en verklaart het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart de verdachte voor het bewezen verklaarde strafbaar.
Verklaart het op de dagvaarding met parketnummer 070590-00 onder 1 meer subsidiair en 2 primair, en het op de dagvaarding met parketnummer 052401-00 primair meer of anders ten laste gelegde niet bewezen en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Veroordeelt de verdachte voor het bewezen en strafbaar verklaarde tot:
een gevangenisstraf voor de duur van drie jaren.
Beveelt dat bij de tenuitvoerlegging van deze straf de tijd, die veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht tenzij die tijd op een andere vrijheidsstraf in mindering is gebracht.
Gelast dat de veroordeelde ter beschikking wordt gesteld en beveelt dat de ter beschikking gestelde van overheidswege zal worden verpleegd.
Verklaart onttrokken aan het verkeer:
een mes.
Gelast de teruggave van:
- twee flessen port aan de Basismarkt te Winschoten;
- een treinkaartje aan de verdachte;
- een geldbedrag van fl. 90,- aan verdachte.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. F.M. Wieland, voorzitter, A. van den Berg-Schoof en R.P. van Eerde, in tegenwoordigheid van mr. M.B.W. Venema als griffier en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 10 mei 2001.