ECLI:NL:RBGRO:2000:AB2475
Rechtbank Groningen
- Hoger beroep
- A.H.J. Lennaerts
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen besluit inzake arbeidsongeschiktheidsuitkering op basis van de WAO
In deze zaak heeft eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. drs. A. Elgersma, beroep ingesteld tegen een besluit van het bestuur van het Landelijk instituut sociale verzekeringen. Dit besluit, genomen op 22 januari 1999, stelde de mate van arbeidsongeschiktheid van eiser vast op 45 tot 55 procent, terwijl eiser aanspraak maakte op een uitkering op basis van een arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100 procent. Eiser had eerder een uitkering ontvangen op basis van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (WAO) en was van mening dat zijn arbeidsongeschiktheid onjuist was ingeschat.
De rechtbank heeft de zaak behandeld op 6 december 2000, waarbij de medisch adviseur van verweerder, drs. G.W. Egbers, aanwezig was om toelichting te geven op zijn advies. Eiser had zich ziek gemeld met klachten en was onderzocht door de zenuwarts-psychiater C.J.F. Kemperman, die concludeerde dat eiser leed aan een persoonlijkheidsstoornis. De rechtbank oordeelde dat het advies van de heer Egbers niet voldeed aan de vereisten van artikel 7:11 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), omdat de medische grondslag niet volledig was heroverwogen.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiser gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om opnieuw te beslissen op het bezwaar van eiser, met inachtneming van de overwegingen in deze uitspraak. Tevens werd verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser en tot vergoeding van het griffierecht. De uitspraak werd gedaan door mr. A.H.J. Lennaerts en is openbaar uitgesproken op 15 december 2000.