[eiser] heeft gevorderd, bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:
I. voor recht te verklaren dat de overeenkomst tussen partijen buitengerechtelijk is ontbonden, althans (subsidiair) de tussen partijen gesloten overeenkomst te ontbinden.
II. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] te betalen:
a. € 6.762,24 ter zake van de door [eiser] betaalde koopprijs van de motor;
b. € 540,75 ter zake van de kosten voor de second opinion door Vibropac;
c. € 210,64 ter zake van de kosten voor het testen van de verstuivers;
d. € 365,46 en € 803,90 ter zake van de reparatiekosten betaald aan [bedrijf 1] ;
e. € 1.076,39 ter zake van buitengerechtelijke incassokosten;
telkens te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 25 oktober 2024 tot aan de dag der algehele voldoening;
III. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] te vergoeden de tot 1 februari 2025 gemaakte kosten ter zake van de autohuur van € 5.650,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening;
IV. [gedaagde] te veroordelen om aan [eiser] te vergoeden de vanaf 1 februari 2025 gemaakte en nog te maken kosten voor autohuur, tot de dag waarop [gedaagde] volledig voldoet aan het in deze te wijzen vonnis, althans (subsidiair) in ieder geval tot de dag waarop [gedaagde] de veroordelingen zoals bedoeld in onderdelen II sub a en V van het petitum heeft nageleefd.
V. [gedaagde] te veroordelen om de motor op een zorgvuldige en voor [eiser] zo min mogelijk belastende wijze terug te nemen, uiterlijk binnen veertien dagen na het in deze te wijzen vonnis, bij gebreke waarvan [gedaagde] een dwangsom dient te voldoen van € 150,00 per dag of gedeelte daarvan, met een maximum van € 10.000,00.
VI. [gedaagde] te veroordelen in de proceskosten, waaronder begrepen de nakosten, te vermeerderen met de eventueel daarover verschuldigde wettelijke rente vanaf 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis tot aan de dag der algehele voldoening.