Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
2.De ontvankelijkheid van de officier van justitie
4.De bewezenverklaring
of omstreeksde periode van 13 maart 2025 tot en met 14 maart 2025 te [plaats],
althans in Nederland, meermalen
, althans eenmaal, (telkens) opzettelijk en wederrechtelijk,
(een groot aantal
)auto’s /voertuigen,
dat/die geheel of ten dele aan een of meer ander
(en
)toebehoorde
(n
)heeft
vernield,beschadigd
, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt,te weten op of aan:
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
/of
5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van het feit
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
9.De beoordeling van de civiele vorderingen
(€ 174,72) en de kosten voor drie dagen vervangend vervoer (€ 150,-). De kosten voor het vervangend vervoer is naar het oordeel van de rechtbank materiële schade. Gelet op het feit dat de auto gespoten moet worden, acht de rechtbank het redelijk dat vervangend vervoer nodig zal zijn op het moment dat de auto bij de garage staat. De rechtbank zal het bedrag voor het vervangend vervoer schatten op € 150,-. De kosten voor de vrije dagdelen zijn naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. De rechtbank zal de benadeelde partij voor dit deel van de vordering dan ook niet-ontvankelijk verklaren.
€ 400,- voor het opnemen van twee verlofdagen. Er zijn twee facturen van elk € 300,- toegevoegd. Op de eerste factuur staat als schadedatum 15 maart 2025 en op de tweede factuur staat als schadedatum 3 april 2025. De rechtbank is van oordeel dat de € 300,- die ziet op de factuur met schadedatum 15 maart 2025 voldoende is onderbouwd en zal dit bedrag dan ook toewijzen. In de vordering is niet toegelicht waar de factuur met schadedatum 3 april 2025 op ziet. Er is eveneens niet toegelicht om welke reden de verlofdagen zijn opgenomen. De rechtbank acht deze twee schadeposten dan ook onvoldoende onderbouwd en zal de benadeelde partij voor dat deel van de vordering niet-ontvankelijk verklaren.
€ 2.789,05 wordt toegewezen. De benadeelde partij zal voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering worden verklaard.
€ 1.510,67 vergoed door de verzekering. Uit de vordering en aangifte blijkt dat het voertuig op naam van [bedrijf 19] staat. De rechtbank stelt vast dat btw voor een onderneming verrekenbaar is en daarmee geen schade vormt en zal dan ook een bedrag exclusief btw toewijzen. Gelet op de reeds vergoedde schade en aftrek van de btw komt de rechtbank tot een bedrag van € 125,- (€1.979,16 – 21% BTW = € 1.635,67 en € 1.635,67- € 1.510,67). De rechtbank zal de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering verklaren.
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
tien (10) maandenen beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
- veroordeelt verdachte in verband met het bewezenverklaarde feit tot betaling van schadevergoeding aan de hieronder genoemde benadeelde partijen van de daarbij genoemde bedragen aan materiële schade, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de hieronder genoemde benadeelde partijen in deze procedure hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;