ECLI:NL:RBGEL:2025:9689

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
11 november 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
05.140021.23
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor internationale cocaïne- en hasjhandel en gewoontewitwassen

Op 11 november 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een man die werd beschuldigd van (inter)nationale cocaïne- en hasjhandel, alsook gewoontewitwassen. De verdachte, geboren in 1968 in Italië, werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, met aftrek van het voorarrest. De rechtbank oordeelde dat de verdachte samen met anderen opzettelijk grote hoeveelheden cocaïne en hasj heeft verhandeld en aanwezig heeft gehad, en dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan gewoontewitwassen van aanzienlijke geldbedragen. De rechtbank baseerde haar oordeel op een uitgebreid dossier dat onder andere chatgesprekken bevatte van de verdachte via versleutelde communicatieplatforms, waaruit zijn betrokkenheid bij de drugshandel bleek. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele tenlastegelegde feiten, maar achtte de overige feiten wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank benadrukte de ontwrichtende invloed van de drugshandel op de samenleving en de ernst van de feiten, wat leidde tot de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05.140021.23
Datum uitspraak : 11 november 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedatum] 1968 in [geboorteplaats] (Italië),
wonende aan de [adres 1] [postcode 1] [woonplaats],
op dit moment gedetineerd in de P.I. [verblijfplaats].
raadsman: mr. J.A. Schadd, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.
1.1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
feit 1hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder
-(ongeveer) 5 kilogram cocaïne (in of omstreeks de periode 7 mei 2020 tot en met 31 mei 2020, zaaksdossier 2 Encrochat; ‘[account 2]-[account 6]’) en/of
-(ongeveer) 1 kilogram cocaïne (in of omstreeks de periode 5 april 2020 tot en met 7 april 2020, zaaksdossier 2 Encrochat; ‘[account 2]-[account 10]/[account 11]’) en/of
-(ongeveer) 10 kilogram cocaïne (in of omstreeks de periode 22 juni 2020 tot en met 25 juli 2020, zaaksdossier 1 SkyECC; [account 3]-[account 1]/ [account 1]-[account 4]) en/of
-(ongeveer) 5 of 7 kilogram cocaïne (in of omstreeks de periode 17 juni 2020 tot en met 24 juni 2020, zaaksdossier 1 SkyECC; [account 1]-[account 12]) en/of
-in of omstreeks de periode 18 november 2020 tot en met 23 november 2020 een hoeveelheid cocaïne (11 stuks) (zaaksdossier 1 SkyECC; [account 1]-[account 13]/[account 1]-[account 12]) en/of
-in of omstreeks de periode van 2 september 2020 tot en met 16 november 2020, een (zeer) grote hoeveelheid cocaïne (zaaksdossier 1 SkyECC; [account 3]-[account 1], [account 1]-[account 12]/[account 1]-[account 14] ((waaronder de) onderschepping van 776 pakketten in Panama)) en/of
-(ongeveer) 11 kilogram cocaïne (december 2020, zaaksdossier 1 SkyECC; [account 3]-[account 1]),
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2)
feit 2hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, om een feit, bedoeld in het vierde of vijfde lid van artikel 10 van de Opiumwet, te weten (telkens) het opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland brengen en/of bewerken en/of verwerken en/of verkopen en/of afleveren en/of verstrekken en/of vervoeren en/of vervaardigen van (een) (grote) hoeveelheid/hoeveelheden cocaïne (waaronder een hoeveelheid van 530 kilogram (november 2020, zaaksdossier 1 SkyECC; [account 3]-[account 1]), althans een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, in elk geval (telkens) een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van de Opiumwet, voor te bereiden en/of te bevorderen (telkens)
- een ander heeft getracht te bewegen om dat feit te plegen, te doen plegen, mede te plegen en/of uit te lokken, om daarbij behulpzaam te zijn en/of daartoe gelegenheid, middelen en/of inlichtingen te verschaffen en/of
- zich en/of een ander gelegenheid, middelen en/of inlichtingen tot het plegen van dat feit heeft getracht te verschaffen en/of
- voorwerpen, vervoermiddelen, stoffen, gelden en/of andere betaalmiddelen voorhanden heeft gehad, waarvan hij, verdachte, wist of ernstige reden had om te vermoeden dat zij bestemd waren tot het plegen van dat feit, immers heeft verdachte, tezamen en in vereniging met een of meer mededader(s), dan wel alleen, (telkens)
- opgetreden als (tussen)handelaar en/of aanspreekpunt voor de aankoop en/of (door)verkoop (naar/in het buitenland en/of Nederland) en/of het (internationale) transport van (grote) hoeveelheden cocaïne en/of
- (in die hoedanigheid) met (een) andere persoon/personen gecommuniceerd en/of (telefonische) contacten en/of ontmoetingen en/of besprekingen en/of afspraken gehad en/of gemaakt en/of informatie gedeeld ten behoeve van/over de aankoop en/of (door)verkoop en/of de samenstelling en/of de kwaliteit en/of de kostprijs en/of de levering en/of betaling en/of het transport van cocaïne en/of
-(hierbij) een of meer betalingen verricht en/of laten verrichten; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2)
feit 3hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(id(en) waaronder
- in of omstreeks de periode 2 april 2020 tot en met 18 mei 2020 (ongeveer) 2000 kilogram, althans een (grote) hoeveelheid hasj (zaaksdossier 2 Encrochat; ‘[account 2]-[account 6]’) en/of
-in of omstreeks de periode 4 juli 2020 tot en met 19 september 2020 (ongeveer) 100 kilogram, althans een (grote) hoeveelheid hennep/wiet(toppen) (zaaksdossier 1 SkyECC; [account 1]-[account 4]), in ieder geval (telkens) een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep en/of (telkens) een (grote) hoeveelheid hasjiesj, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd, zijnde hennep en/of hasjiesj (een) middel(en) vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2)
feit 4hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 maart 2020 tot en met 30 oktober 2023 te [woonplaats] en/of (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, in elk geval zich een of meermalen schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft/hebben hij verdachte en/of zijn mededader(s) (telkens) een voorwerp, dan wel een of meer voorwerpen, te weten een of meer (contante) geldbedragen van in totaal (ongeveer) 25.246 euro, althans een of meer (grote) geldbedragen verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt, terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s) (telkens) wist(en), dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf;
feit 5‘[bedrijf] op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 20 april 2020 tot en met 2 augustus 2022 te [woonplaats] en/of (elders) in Nederland, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt, in elk geval zich een of meermalen schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft/hebben [bedrijf] en/of haar medeverdachte(n) een of meer geldbedrag(en) tot een totaalbedrag van (ongeveer) 83.915 euro, althans een of meer (grote) geldbedrag(en), verworven en/of voorhanden gehad en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt, terwijl [bedrijf] en/of haar medeverdachte(n) (telkens) wist(en) dat dat/die voorwerp(en) geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf, tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) hij, verdachte, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) hij, verdachte, (telkens) feitelijk leiding heeft gegeven.
1.2 Inleidend over de tenlastelegging
1.2.1 Inleiding
De rechtbank merkt ten aanzien van de tenlastelegging van de feiten 1 tot en met 3 het volgende op. Ten laste gelegd is - kortgezegd - dat strafbare handelingen met betrekking tot drugs zouden hebben plaatsgevonden ‘
in of omstreeks de periode van maart 2020 tot en met december 2020’.Vervolgens is de tenlastelegging na de aanduiding
‘waaronder’verfeitelijkt in die zin dat deze (al dan niet aan de hand van gedachtestreepjes) wordt toegespitst op specifieke transporten of hoeveelheden, waarbij ook steeds een periode is genoemd. De rechtbank constateert dat de genoemde periode van maart tot en met december 2020 ruimer is dan de periodes die zijn opgenomen bij deze specifiek benoemde transporten of hoeveelheden. Dit in combinatie met het gebruik van het woord ‘waaronder’ roept de vraag op of is bedoeld meer/ruimer ten laste te leggen dan de specifiek benoemde transporten of hoeveelheden. Dit klemt in dit onderzoek te meer nu de zaaksdossiers waarnaar in de tenlastelegging wordt verwezen niet corresponderen met de ten laste gelegde feiten of zien op de specifiek genoemde transporten of hoeveelheden, maar een opsomming van/duiding aan alle onderzochte chatgesprekken geven (zaaksdossier 1 ziet op de SkyECC-gesprekken, zaaksdossier 2 op de Encrochat-gesprekken). Het dossier bevat ook geen algemeen relaas waaruit een koppeling tussen de tenlastelegging en het dossier volgt.
De tenlastelegging is de basis van een strafzaak. Het moet voor een verdachte, op basis van de tenlastelegging in combinatie met het dossier, helder zijn waartegen hij zich dient te verdedigen en voor de rechtbank waarover zij heeft te oordelen. Gelet hierop zal de rechtbank, in dit geval, bij de feiten 1 tot en met 3 enkel oordelen over de specifiek in de tenlastelegging genoemde transporten/hoeveelheden en niet over datgene dat mogelijk (ook) in de ruimere periode(s) valt.
1.2.2 Splitsing van de tenlastelegging van feit 1
De rechtbank ziet, omwille van de leesbaarheid van dit vonnis, aanleiding het feitencomplex zoals dat onder feit 1 ten laste is gelegd te splitsen, waarbij de zeven gedachtestreepjes als afzonderlijke onderdelen worden aangemerkt (feit 1 A t/m feit 1 G). De rechtbank is van oordeel dat de splitsing toelaatbaar is en dat hierdoor de grondslag van de tenlastelegging niet wordt verlaten. Verdachte wordt met deze splitsing niet in zijn belangen geschaad.
feit 1 A (gedachtestreepje 1)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder
-(ongeveer) 5 kilogram cocaïne (in of omstreeks de periode 7 mei 2020 tot en met 31 mei 2020, zaaksdossier 2 Encrochat; ‘[account 2]-[account 6]’)
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2);
feit 1 B (gedachtestreepje 2)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder
- ( ongeveer) 1 kilogram cocaïne (in of omstreeks de periode 5 april 2020 tot en met 7 april 2020, zaaksdossier 2 Encrochat; ‘[account 2]-[account 10]/[account 11]’)
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2);
feit 1 C (gedachtestreepje 3)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder
-(ongeveer) 10 kilogram cocaïne (in of omstreeks de periode 22 juni 2020 tot en met 25 juli 2020, zaaksdossier 1 SkyECC; [account 3]-[account 1]/ [account 1]-[account 4])
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2);
feit 1 D (gedachtestreepje 4)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder
-(ongeveer) 5 of 7 kilogram cocaïne (in of omstreeks de periode 17 juni 2020 tot en met 24 juni 2020, zaaksdossier 1 SkyECC; [account 1]-[account 12])
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2);
feit 1 E (gedachtestreepje 5)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder
-in of omstreeks de periode 18 november 2020 tot en met 23 november 2020 een hoeveelheid cocaïne (11 stuks) (zaaksdossier 1 SkyECC; [account 1]-[account 13]/[account 1]-[account 12])
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2);
feit 1 F (gedachtestreepje 6)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder
-in of omstreeks de periode van 2 september 2020 tot en met 16 november 2020, een (zeer) grote hoeveelheid cocaïne (zaaksdossier 1 SkyECC; [account 3]-[account 1], [account 1]-[account 12]/[account 1]-[account 14] ((waaronder de) onderschepping van 776 pakketten in Panama))
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2);
feit 1 G (gedachtestreepje 7)
hij op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of elders in Nederland en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/of heeft bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens) opzettelijk aanwezig heeft gehad, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder
-(ongeveer) 11 kilogram cocaïne (december 2020, zaaksdossier 1 SkyECC; [account 3]-[account 1]),
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne, zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2).
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat bewezen kan worden dat verdachte de hoofdgebruiker was van het SkyECC-account [account 1] en het Encrochat-account [account 2].
De officier van justitie heeft zich ten aanzien van feit 1 op het standpunt gesteld:
  • 1 A, gedachtestreepje 1: dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het verwerken en uitvoeren van 5 kilogram cocaïne;
  • 1 B, gedachtestreepje 2: dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het verkopen, afleveren en vervoeren van 1 kilogram cocaïne;
  • 1 C, gedachtestreepje 3: dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het verkopen van 10 kilogram cocaïne. De rechtbank dient de ten laste gelegde periode verbeterd te lezen als 22 juni tot en met 16 juli 2020;
  • 1 D, gedachtestreepje 4: dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het aanwezig hebben van in ieder geval 5 kilogram cocaïne. De rechtbank dient de ten laste gelegde periode verbeterd te lezen als 17 tot en met 19 juni 2020;
  • 1 E, gedachtestreepje 5: dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het aanwezig hebben van 11 stuks/kilo cocaïne;
  • 1 F, gedachtestreepje 6: dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het vervoeren van 776 pakketten, althans van een grote hoeveelheid cocaïne;
  • 1 G, gedachtestreepje 7: dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het verkopen en bewerken van 11 kilogram cocaïne, waarbij de officier van justitie ervanuit gaat dat deze 11 kilogram cocaïne op dezelfde stuks/hoeveelheid cocaïne ziet als bij gedachtestreepje 5.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat feit 2 wettig en overtuigend bewezen kan worden.
Ten aanzien van feit 3 heeft de officier van justitie zich op het standpunt gesteld:
  • gedachtestreepje 1: dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van het opzettelijk aanwezig hebben van 2000 kilogram, althans een grote hoeveelheid hasj;
  • gedachtestreepje 2: dat uit het dossier ten aanzien van dit gedachtestreepje (met betrekking tot 100 kilogram hasj) de rol van verdachte niet duidelijk wordt. Verdachte dient daarom van dit gedachtestreepje (partieel) te worden vrijgesproken.
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat er ten aanzien van feit 4 en 5 voldoende wettig en overtuigend bewijs is en dat sprake is van gewoontewitwassen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft allereerst bepleit dat het SkyECC-account [account 1] en Encrochat-account [account 2] aantoonbaar door verschillende personen werden gebruikt. De raadsman heeft betoogd dat daarom niet buiten redelijke twijfel kan worden vastgesteld dat verdachte degene is geweest die bepaalde chatberichten heeft verstuurd.
De raadsman heeft verder ten aanzien van feit 1 het volgende bepleit:
  • 1 A, gedachtestreepje 1: Enkele belangrijke chatberichten zijn niet in het dossier gevoegd, waardoor ook de context van de in het dossier opgenomen chatberichten ontbreekt. Het versturen/transporteren waarover in de chats wordt gesproken lijkt op een andere hoeveelheid te zien (te weten: 3 zakjes van 167 gram). Verdachte dient van dit gedachtestreepje te worden vrijgesproken;
  • 1 B, gedachtestreepje 2: Er dient partiële vrijspraak te volgen voor de handelingen invoeren en uitvoeren. Voor het overige heeft de raadsman zich gerefereerd;
  • 1 C, gedachtestreepje 3: De raadsman heeft aangevoerd dat de chatberichten die door het account [account 1] zijn verstuurd in de conversaties met [account 3] en [account 4] ontbreken in het dossier. De raadsman heeft gesteld dat daarom niet kan worden vastgesteld wie op dat moment de gebruiker was van het account [account 1] en wat zijn of haar rol was. Ook ontbreekt de context van de gesprekken en kan niet worden vastgesteld dat het over 10 kilogram cocaïne gaat;
  • 1 D, gedachtestreepje 4: Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs voor het (aan)kopen of bezitten van 5 of 7 kilogram cocaïne;
  • 1 E, gedachtestreepje 5: Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de gebruiker van het account [account 1] in bezit was van 11 stuks cocaïne. De gebruiker van het account lijkt slechts een bemiddelende rol te hebben. Subsidiair heeft de raadsman betoogd dat niet vaststaat wie de gebruiker van het account op dat moment was;
  • 1 F, gedachtestreepje 6: Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de gebruiker van het account [account 1] als medepleger bij dit transport van 776 pakketten cocaïne betrokken was. Een mogelijk transport vanuit Ecuador via Panama waarover wordt gesproken moet op 2 november 2020 nog plaatsvinden, terwijl de 776 pakketten al op 31 oktober 2020 waren onderschept in Panama. Subsidiair kan niet worden bewezen dat de in Panama in beslag genomen pakketten cocaïne bevatten. Meer subsidiair kan niet bewezen worden dat sprake was van een voltooide invoer, of meest subsidiair, dat sprake was van invoer naar Nederland;
  • 1 G, gedachtestreepje 7: Er is onvoldoende wettig en overtuigend bewijs dat de betreffende chatberichten door verdachte zijn verstuurd.
Ten aanzien van feit 2 heeft de raadsman betoogd dat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat er voorbereidingshandelingen zijn verricht ten aanzien van een hoeveelheid van 530 kilogram cocaïne. Subsidiair kan niet worden bewezen dat verdachte de chatberichten ten aanzien van de 530 kilogram cocaïne heeft verstuurd.
De raadsman heeft ten aanzien van feit 3 per gedachtestreepje het volgende bepleit:
  • gedachtestreepje 1: Er kan niet wettig en overtuigend bewezen worden dat de hasj daadwerkelijk is ingevoerd, aangekocht of in bezit is geweest;
  • gedachtestreepje 2: Met de officier van justitie ziet de raadsman geen bewijs voor dit feit.
Volgens de raadsman dient verdachte dus van feit 1, behoudens gedachtestreepje 2, feit 2 en feit 3 te worden vrijgesproken. De raadsman heeft zich grotendeels gerefereerd ten aanzien van feit 4 en 5: het witwassen. De raadsman heeft in dat kader genoemd dat er wel aanwijzingen zijn dat er sieraden zijn verpand en dat daarvoor contante geldbedragen zijn verkregen.
Beoordeling door de rechtbank
2.1 Identificatie van SkyECC-account [account 1]
De rechtbank zal hieronder uiteenzetten waarom zij van oordeel is dat verdachte van 13 juni 2020 tot 14 december 2020 (met uitzondering van de periode van 6 tot en met 14 september 2020) de hoofdgebruiker was van het SkyECC-account [account 1].
Aanvangsdatum
Het Sky-account was actief vanaf 13 juni 2020.
Taal van de chatsDe chatgesprekken van het Sky-account [account 1] werden vooral gevoerd in de Nederlandse en Italiaanse taal. Er werd daarnaast in de chatgesprekken gesproken of verwezen naar Catania (Italië). Verdachte is van origine Italiaans en is geboren in Catania (Italië).
WoonplaatsIn een chatgesprek op 2 december 2020 tussen de gebruiker van het account [account 5] en de gebruiker van het account [account 1] werd een afspraak bij [account 1] thuis in [woonplaats] gemaakt. Verdachte was op dat moment woonachtig in [woonplaats].
KinderenUit verschillende chatgesprekken kan blijken dat de gebruiker van het Sky-account [account 1] meerdere kinderen heeft. Deze kinderen zijn vermoedelijk jong, aangezien in de chatberichten naar voren komt dat zij uit en van school en sport werden gehaald. Verdachte heeft twee minderjarige zoons, die bij hem staan ingeschreven.
Overlijden omaIn een chatbericht op 31 augustus 2020 gaf de gebruiker achter het account [account 1] aan dat 'oma' was overleden. De oma van de partner van verdachte, [naam 1], overleed op 31 augustus 2020.
Meest gebruikte cell-ID'sHet Sky-account [account 1] registreerde zich in de periode van 20 juni tot 20 december 2020 in de nachtelijke uren 50% van de tijd op een Cell-ID gelegen aan de [adres 2], [postcode 2] te [woonplaats] (Gelderland). Deze zendmast ligt op 566 meter afstand van de woning van verdachte.
Vluchten naar ItaliëUit chatgesprekken bleek dat de gebruiker achter het account [account 1] aangaf dat hij op 6 september 2020 naar Ita (de rechtbank begrijpt: Italië) afreisde en dat hij op 15 september 2020 weer terug was. Uit onderzoek naar vluchtgegevens blijkt dat verdachte passagier is geweest op onderstaande vluchten:
- 6 september 2020, de vlucht van Amsterdam naar Catania-Fontanarossa;
- 14 september 2020, de vlucht van Napels naar Amsterdam.
Opvallend taalgebruikDe Nederlandstalige chats werden vastgelegd tussen 17 juni 2020 en 2 maart 2021. Door de gebruiker van het account [account 1] werd het woord
heergeschreven, terwijl het leek alsof het woord
hierwerd bedoeld. Deze manier van schrijven werd nagenoeg de gehele periode gebezigd. Ook werd het werkwoord
gedaandoor de gebruiker geschreven als
ge daan. Deze manier van schrijven werd tussen augustus 2020 en februari 2021 gebezigd. Het werkwoord
gesprokenwerd door de gebruiker geschreven als
ge sproken. Deze manier van schrijven werd tussen juni 2020 en november 2020 gebezigd. Ook werd het werkwoord
gevraagddoor de gebruiker geschreven als
ge vraag. Deze manier van schrijven werd tussen juni 2020 en februari 2021 gebezigd. Het woord
broerswerd door de gebruiker geschreven als
brores. Deze manier van schrijven werd tussen juni 2020 en september 2020 gebezigd. Het woord
rustigwerd door de gebruiker geschreven als
rustiek. Deze manier van schrijven werd tussen augustus 2020 en december 2020 gebezigd.
Andere gebruiker: 6 - 15 september 2020
De chatberichten van 10 en 11 september 2020 zijn grammaticaal anders van opbouw dan chatberichten direct voor en na deze periode. Blijkens de vluchtgegevens was verdachte vanaf 15 september 2020 weer terug in Nederland. De zendmastregistraties van het telefoontoestel vonden vanaf dat moment weer plaats in zijn woonplaats [woonplaats], terwijl in de tussenliggende periode zendmastregistraties in Arnhem plaatsvonden. Uit een chatbericht van 16 september 2020 blijkt dat door de gebruiker van het account [account 1] vanaf dat moment het opvallende taalgebruik weer werd gebezigd, zoals het gebruik van het woord
broresen het woord
ge sproken.
Overdracht toestel per 15 december 2020Uit de chatberichten bleek dat de gebruiker van het Sky-account [account 1] vanaf 15 december 2020 zijn account, dan wel het telefoontoestel, had overgedragen aan een andere onbekend gebleven gebruiker omdat hij corona had. Na 15 december 2020 kwamen de door de gebruiker van het Sky-account [account 1] gemaakte schrijffouten bovendien aanmerkelijk minder voor. [2]
2.2 Identificatie van Encrochat-account [account 2]
Verdachte kan in de periode van 18 maart 2020 tot en met 10 juni 2020 ook als hoofdgebruiker van het Encrochat-account [account 2]@encrochat.com worden geïdentificeerd. Daarbij zijn de volgende feiten en omstandigheden van belang.
Periode van activiteit
Het Encrochat-account was actief vanaf 18 maart 2020 tot en met 10 juni 2020.
Overeenkomstig wachtwoord [account 2] en [account 1]
Gebleken is dat zowel het Sky-account [account 1] als Encrochat-account [account 2]@encrochat.com gebruik hebben gemaakt van het wachtwoord
kutpgp. Het wachtwoord
kutpgpwerd slechts door drie verschillende accounts in de totale Sky-database gebruikt.
Overeenkomstige locaties [account 2] en [account 1]
Het telefoontoestel dat gekoppeld was aan het Encrochat-account [account 2] maakte het meest verbinding met de CELL-ID die zich bevindt aan de zendmast gelegen aan de [adres 2] te [woonplaats]. Deze zendmast bevindt zich hemelsbreed op circa 566 meter afstand van het woonadres van verdachte. Eerder is al overwogen dat ook het aan het Sky-account [account 1] gekoppelde telefoontoestel zich in de periode van 20 juni 2020 tot 20 december 2020 in de nachtelijke uren 50 % van de tijd registreerde op deze Cell-ID.
Overeenkomstig taalgebruik
Gebleken is dat de gebruiker van het Encrochat-account [account 2], net als de gebruiker van het Sky-account [account 1], het volgende taalgebruik bezigde in chats:
- het woord
ge gevenin plaats van het woord
gegeven;
- het woord
ge daanin plaats van het woord
gedaan;
- het woord
ge sprokenin plaats van het woord
gesproken;
- het woord
ge vraagdin plaats van het woord
gevraagd;
- het woord
krekenin plaats van het woord
krijgen;
- het woord
heerin plaats van het woord
hier;
- het woord
broresin plaats van
broers.
Overeenkomstige namen
In de metadata van het account [account 2]@encrochat.com is te zien onder welke naam diens tegencontacten deze gebruiker hebben opgeslagen. Dit betreft de volgende namen: [account 2], [account 2], [account 2]/. [account 2], [account 2], /[account 2], [account 2], [account 2], [account 2], /[account 2], [account 2], [account 2], [account 2], [account 2]. Zelf heeft de gebruiker van het account [account 2]@encrochat.com de volgende gebruikersnamen gehad: [account 2], [account 2], /[account 2], /[account 2], [account 2], [account 2], [account 2], [account 2], [account 2], [account 2].
Uit de bovenstaande (bij)namen is een Italiaanse of Siciliaanse afkomst af te leiden. Uit de (bij)namen [account 2], [account 2], [account 2], [account 2], [account 2] kan een referentie naar de voornaam van verdachte worden afgeleid.
Gebruiker Encrochat-account [account 2] spreekt af in (omgeving) [woonplaats]
De gebruiker achter het Encrochat-account [account 2] maakt afspraken in en nabij [woonplaats].
Zoontje gebruiker Encrochat-ID [account 2]
Uit een chatbericht van 3 april 2020 kan worden afgeleid dat de gebruiker achter het Encrochat-account [account 2] een zoontje heeft. Uit de gemeentelijke basisadministratie blijkt dat verdachte twee (jonge) zoons heeft.
Mediabestanden
In het chatgesprek tussen het account [account 6] en het account [account 2] werd door [account 2] op 29 maart 2020 een afbeelding van een uitzicht vanuit een achtertuin verzonden. Op de afbeelding zijn bovenleidingen van een spoorweg te zien. In de achtertuin stond een parasol, een rode kleine kinderfiets, een gele zandbak en een speelgoedbrandweerauto. De tuin was afgezet met een coniferenhaag. Achter deze haag stond mogelijk een beukenhaag.
De tuin behorende bij de woning van verdachte is voorzien van een coniferenhaag met daarachter een beukenhaag. Op een luchtfoto, betreffende een bovenaanzicht van de woning van verdachte, was een voorwerp te zien dat enige gelijkenis vertoonde met de gele zandbak.
Op 7 april 2020 werd door de gebruiker van het Encrochat-account [account 2] een afbeelding verzonden waarop een deel van een dashboard van een auto was te zien. Dit dashboard vertoont grote gelijkenis met het dashboard van een Hyundai i20 uit 2012. De partner van verdachte had een zwarte Hyundai i20 uit 2012 op haar naam staan. [3]
Andere gebruikers
Op 27 april 2020 werd in een chatgesprek met het account [account 7] door het account [account 2] het chatbericht:
“Ik ben [account 2]”verzonden. De gebruiker “[account 2]” chatte in het Nederlands, maar maakte niet dezelfde grammaticale fouten als op andere momenten in de chats werden gemaakt.
Ook in andere chatgesprekken kwam de persoon [account 2] aan het woord, die zich veelal aankondigde met
“[account 2]”of
“Ik ben [account 2]”. In opvolgende chatberichten werd vervolgens weer in de derde persoon verwezen naar de persoon [account 2]. Dit bleek onder andere uit chatgesprekken tussen het account [account 6] en het account [account 2]. Uit die chatgesprekken volgt dat de persoon [account 2] op (gedeeltes van) de dagen 6, 7, 18 en 27 april, en 12, 14, en 18 mei 2020 gebruik maakte van het account [account 2]. De persoon [account 2] maakte zich op soortgelijke wijze bekend in chatgesprekken tussen het account [account 2] en het account [account 7] op 6 en 27 april 2020, en 11, 12, 18 en 27 mei 2020. [4]
De rechtbank stelt op basis van het voorgaande vast dat het Encrochat-account [account 2] werd gebruikt door een andere persoon dan verdachte op (gedeeltes van) de dagen 6, 7, 18 en 27 april 2020, en 11, 12, 14 en 18 mei 2020.
Bij de bespreking van de feiten zal de rechtbank, indien nodig, ingaan op de vraag of er aanwijzingen zijn dat een andere persoon dan verdachte op dat moment gebruik maakte van de accounts. Als deze aanwijzingen er niet zijn, zal de rechtbank er, tegen de achtergrond van hetgeen hiervoor is overwogen, van uitgaan dat de chatberichten zijn verstuurd door verdachte als hoofdgebruiker van de accounts.
2.3 Bespreking van de feiten
2.3.1. Feit 1
2.3.1.1. Feit 1 A, gedachtestreepje 1: 5 kilogram cocaïne in periode 7 mei tot en met 31 mei 2020
In het dossier zijn chatgesprekken opgenomen tussen het account [account 2] en het account [account 6]. Deze gesprekken zijn gevoerd in de periode van 7 mei 2020 tot en met 31 mei 2020. De gesprekken zijn gevoerd in het Italiaans. [5] De rechtbank heeft de Nederlandse vertaling van een deel van de gesprekken hieronder opgenomen.
Chatgesprek op 7 mei 202009:26:10 [account 2] En
de witteaan wie geven we die?
09:26:18 [account 6] Aan mij
09:26:43 [account 2] Ik had liever gehad dat je het in CT verkocht.
09:26:54 [account 2] Niet in Napels
(...)
09:27:45 [account 2] En hoe breng je het van Napels naar CT?
09:27:56 [account 6] Met de vrachtwagen
09:28:18 [account 6] Broer dat regelen wij
(…)
09:30:28 [account 2] Ik zeg dat R er eentje doet, eentje doet de persoon die ons het spul geeft en eentje doen wij, maar degene die ons het spul geeft weet niet dat wij het mengen en R niet dat wij er 5 maken van 3, hij weet dat we er 4 van maken
Chatgesprek op 12 mei 2020[account 2] stuurde om 12:37:17 uur een afbeelding van een wit pak.
12:37:38 [account 2] Het moet nu drogen ik denk dat het morgenmiddag klaar is [6]
Chatgesprek op 31 mei 202016:38:35 [account 2] Hallo
16:38:41 [account 2] Werkt het
16:39:21 [account 6] Ja [7]
[account 6] stuurde daarna om 16:45:10, 16:45:23 en 16:45:37 uur afbeeldingen van blokken van (vermoedelijk) cocaïne. Bij de blokken lag een Italiaanse krant, die gedateerd was op 31 mei 2020.
16:46:06 [account 2] Ik heb gezien
16:46:11 [account 2] Wat wil hij
16:46:37 [account 6] Hij stuurt geld [8]
In het dossier zijn verder chatgesprekken opgenomen tussen het account [account 2] en het account [account 8].
Chatgesprek op 7 mei 2020
09:09:09 [account 8] Wanneer gaat Tp naar Italië
09:09:25 [account 2] Deze weken
(…)
09:10:12 [account 8] Dan moeten we klaar maken tog
09:11:47 [account 8] En welke prijs krijggen we daar dan kan ik dat zeggen tegen mn neef van amsterdam
(…)
09:15:48 [account 2] Wij verkopen 35. An 38
(…)
13:41:52 [account 8] Regel de Tp voor ita
13:42:27 [account 2] Ja ik heb ge daan
13:42:29 [account 8] Wanneet gaat weg
13:43:55 [account 2] Ja maar moet de blok maken is 2 dagen ‚ik heb vanabond
afsptaken 18.15 in eindhoven voor de blok praten [9]
Uit bovenstaande chatgesprekken blijkt dat de gebruiker achter het account [account 6] en verdachte spraken over
‘de witte’. De rechtbank gaat er vanuit dat hiermee cocaïne wordt bedoeld, gelet op de context van voornoemde chats en het gebruik van deze term in andere chatgesprekken. [account 6] wil ‘de witte’ hebben. In de chat van 7 mei 2020 wordt gesproken over het ‘5 maken van 3’, waaruit de rechtbank afleidt dat 3 kilogram versneden zal worden tot 5 kilogram. Op hetzelfde moment op 7 mei 2020 chat verdachte met het account [account 8]. Er wordt gesproken over transport naar Italië en verdachte stuurt dat hij het blok moet maken. Een aantal dagen later, op 12 mei 2020, stuurt verdachte een foto aan [account 6] van een wit pak, waarbij hij zegt dat het eerst moet drogen.
[account 6] verstuurde vervolgens op 31 mei 2020 afbeeldingen van witte blokken met daarbij een Italiaanse krant van 31 mei 2020. [account 6] gaf vervolgens aan: “hij stuurt geld”. De rechtbank leidt uit het laatste af dat sprake was van een verkoop van de cocaïne.
De rechtbank acht op grond van het bovenstaande bewezen dat verdachte samen met anderen 5 kilogram cocaïne heeft bewerkt en verwerkt, heeft vervoerd, heeft uitgevoerd uit Nederland (naar Italië), heeft afgeleverd, heeft verstrekt, heeft verkocht en aanwezig heeft gehad. Daarbij was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking met (in ieder geval) [account 6] en [account 8]. Er is dus sprake van medeplegen.
Er is sprake van eendaadse samenloop. De bewezenverklaarde handelingen en feitelijkheden leveren in die mate een zich min of meer op dezelfde tijd en plaats afspelend feitencomplex op dat verdachte van die handelingen en feitelijkheden (in wezen) één verwijt kan worden gemaakt, terwijl de strekking van de desbetreffende strafbepalingen in grote mate overeenkomt. Bij de bepaling van de hoogte van de straf zal hiermee rekening worden gehouden.
2.3.1.2. Feit 1 B, gedachtestreepje 2: 1 kilogram cocaïne in periode 5 tot en met 7 april 2020
In het dossier zijn chatgesprekken opgenomen tussen het account [account 9] en het account [account 2], waarvan verdachte de hoofdgebruiker is. De chatgesprekken werden gevoerd in het Nederlands. [10]
Chatgesprek op 1 april 2020
09:35:15​​​​​​​​​​​​​​ [account 2] ​​​​​​​​​​​​​​ Vriend kan 1 bkok kreken 28.250 wooed geleken betaald en als goed is koop 50 stuk vriend
(...)
10:05:48​​​​​​​​​​​​​​ [account 2] ​​​​​​​​​​​​​​ Blok ?
(...)
[account 2] stuurde om 11:17:13 uur een afbeelding van boodschappentassen met stapels geld.
(...)
18:57:21​​​​​​​ [account 9] Ok vriend en blok staat klaar wannerr ophalen ochtend
(...)
18:59:27​​​​​​​​​​​​​​ [account 2] ​​​​​​​​​​​​​​ Ik kom niet. Goede vriend komt.
(...)
19:06:34​​​​​​​ [account 9] Ok vriend voor blok (...)
19:21:23​​​​​​​​​​​​​​ [account 9] Ik krijg ochtend te horen hoe laat blok kan ophalen en waneer beteln ze vtiend
19:21:48​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ [account 2] ​​​​​​​​​​​​​​ ​​​​​​ Morgen
19:22:39​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ [account 2] ​​​​​​​​​​​​​​ Als goed ik.laat betald. Geleken en de rest op halen naar amsterdam
19:23:05​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ [account 2] ​​​​​​​​​​​​​​ En daar betalen vriend [11]
Chatgesprek op 6 april 2020
(...)
14:22:14​​​​​​​ [account 9] Vriene text fiat geeft ie je blok
(...)
21:08:32 [account 2] Vriend wat kost deze blok 28 of 28.5?
21:08:45 [account 9] 28,5 vriend [12]
In het dossier zijn ook chatgesprekken opgenomen tussen het account [account 10] en het account [account 2]. [13]
Chatgesprek op 5 april 2020
(...)
16:56:30​​​​​​​ [account 2] Morgen jij kreken 1 blok voor onzi vriend
16:56:31​​​​​​​ [account 10] Wanneer jij gesproken
(...)
17:01:19​​​​​​​ [account 2] Gisteren
17:02:52 ​​​​​​​ [account 2] : Vriend heb jou vriend blok.
[account 2]: 20 kg
[account 2]: Klante net mij ge vraag.
[account 9]: Ja vriend
[account 9]: Vriend kan je vb ophalrn
[account 9]: Blok
[account 9]: Hij haalt nu op
(...)
20:28:13​​​​​​​ [account 2] Morgen brengt die vriend een blok, of jij even ophalen
20:28:39 [account 2] ​​​​​​​ Horen we Morgen van diie vriend
20:30:22 [account 2] ​​​​​​​ Als mogelijk is Morgen tussen 12:30 u en 14:00 u. Kan je zelf geven aan de chauffeur is vlak bij jou
(...)
05:15:45​​​​​​​​​​​​​​ [account 10] ​​​​​​​ Ok [14]
Chatgesprek op 6 april 2020
(...)
09:43:56​​​​​​​​​​​​​​ [account 10] Ja wacht op tijd om ding op te halen
(…)
14:21:21 [account 2] ​​​​​​​Ik moet nu app stuur an de man vriend. de man was vanaf 14.30 bij fedo .ik laat zometeen veten
14:21:42 [account 2] ​​​​​​​ Heb jij de blok in hand ?
14:21:42​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ [account 10] Ok
14:21:49​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ [account 10] ​​​​​​​Ja
(...)
20:46:57​​​​​​​ [account 2] Kan aub foto maken
(...)
20:47:35​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ [account 10] Pak zit helemaal dicht dan moet ik opensnijden
20:47:58​​​​​​​ [account 2] Wat de stempel is
(...)
20:48:28 ​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ [account 10] Ik neem ff foto buitenkant
(...)
20:48:41 ​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ [account 10] Laat ze zelf open maken morgen
[account 10] stuurde om 20:49:49 uur een afbeelding van een pakketje met daarop de letters ‘LP’ en de afbeelding van een hondje. [15]
In het dossier zijn ten slotte chatgesprekken gevoegd tussen het account [account 11] en het account [account 2]. [16] De gesprekken werden in het Nederlands gevoerd.
Chatgesprek op 6 april 202007:53:47 [account 11] Hoe laat kunnen we starten met blok ? En met 100 gram??
(..)
14:25:35 [account 2] Vriend blok is klaar kan laat hop halen .
(...)
17:09:42 [account 2] Boov blok niet ge hoort ?
(...)
17:12:02​​​​​​​ [account 11] ​​​​​​​ En man van blok niet gehoord vriend ??
(...)
20:23:00​​​​​​​ [account 11] ​​​​​​​Vriend heb je blok niet gekregen
20:23:44 [account 2] ??
20:24:18​​​​​​​​​​​​​​ [account 11] Heb je blok in hand
20:24:41​​​​​​​ [account 2] Ja vanaf 16:00 uur
20:33:37​​​​​​​ [account 11] Dus vriend blok ligt nubij jou?? :D
20:33:50 [account 2] Ja vriend.
[account 2] stuurde vervolgens om 20:50:08 uur de afbeelding van het pakketje met daarop de letters ‘LP’ en de afbeelding van een hondje (door) aan [account 11]. [17]
De rechtbank merkt op dat uit chatberichten van het account [account 2] op 6 april 2020 blijkt dat een ander dan verdachte (“[account 2]’) tijdens een gedeelte van de dag (na 10:39:45 uur) gebruik lijkt te maken van het account. De politie gaat er vanuit dat verdachte (pas) vanaf 19:21:34 uur weer gebruik maakt van het account. De rechtbank constateert dat ook vóór dat tijdstip al weer sprake is van opvallend taalgebruik dat aan verdachte te linken is (zoals werkwoorden met een spatie ertussen) en gaat er vanuit dat verdachte bovenstaande chatberichten heeft gestuurd. Ook als de berichten op 6 april 2020 tussen 10:39:45 en 19:21:34 echter (deels) door een ander dan verdachte zijn verstuurd, doet dat niet af aan hetgeen hierna wordt overwogen.
De rechtbank leidt uit bovenstaande chatberichten af dat verdachte via het account [account 9] een blok heeft geregeld. De rechtbank leidt uit de besproken prijs (€ 28.500) af dat het gaat om (een blok van) één kilogram cocaïne, nu deze prijs overeenkomt met de groothandelsprijs van één kilogram cocaïne (bron: Pillekes Praot [18] ). Verdachte heeft de gebruiker achter het account [account 10] gevraagd het blok op te gaan halen. [account 10] gaf op 6 april 2020 aan dat hij het blok ‘in hand’ had. Er werd door [account 10] een afbeelding hiervan gestuurd. Verdachte heeft de gebruiker van het account [account 11] hierover geïnformeerd, waarbij hij aangaf dat hij het blok in handen had.
De rechtbank stelt vast dat verdachte zich hiermee schuldig heeft gemaakt aan het vervoeren en aanwezig hebben van één kilogram cocaïne. Hierbij was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking tussen verdachte en in ieder geval de gebruiker van het account [account 10], en dus van medeplegen. Uit de chatgesprekken blijkt immers dat verdachte hem heeft gevraagd en aangestuurd bij het ophalen (vervoeren) van het blok en samen met hem hierover beschikkingsmacht had. Er is daarbij sprake van eendaadse samenloop.
De rechtbank leidt uit de chatgesprekken af dat het de bedoeling lijkt te zijn geweest dat het blok (via [account 11]) zou worden (door)verkocht/afgeleverd, maar kan niet met voldoende zekerheid vaststellen dat dit ook is gebeurd. De rechtbank zal verdachte daarom van deze en de overige ten laste gelegde handelingen vrijspreken.
2.3.1.3. Feit 1 C, gedachtestreepje 3: 10 kilogram cocaïne in periode 22 juni tot en met 25 juli 2020
In het dossier zijn chatgesprekken opgenomen tussen het Sky-account [account 3] en het Sky-account [account 1], dat is toegeschreven aan verdachte. Niet alle berichten zijn ontsleuteld, waardoor enkel éénzijdig berichtverkeer vanuit het account [account 3] leesbaar is. [19] De gesprekken zijn gevoerd in het Italiaans. De rechtbank heeft enkel de Nederlandse vertaling van de berichten opgenomen.
Chatgesprek op 23 juni 2020
13.11:00​​​​​​​ [account 3] Leg me dan later uit hoe we het moeten doen als ik de truck Napels Sicilië moet klaar maken
(…)
15:40:10​​​​​​​ [account 3] Het kost 29 daar 2 punten omdat we het niet betalen
(…)
15:40:11​​​​​​​ [account 3] De eerste kostte 33 [20]
Chatgesprek ​​​​​​​op 25 juni 2020
[account 3] stuurde om 00:10:59 uur een afbeelding van drie blokken met een indruk erin.
00:10:59​​​​​​​ [account 3] Dit is de foto die ze me stuurden ​​​​​​​​​​​​​​
00:11:00​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​​​​​​​​Ik zei ik koop in Napels 33500
00:11:00​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​Zij antwoordden nee
(...)
12:21:11​​​​​​​ [account 3] Je moet me laten weten wanneer het in Napels aankomt, zodat ik de truck kan klaarmaken
12:21:47​​​​​​​ [account 3] Napels Catania
(...)
13:32:31​​​​​​​ [account 3] Maar wanneer vertrekken deze 10
(...)
17:22:13​​​​​​​ [account 3] Om 13.00 uur. Uiterst zaterdag 14 of de vrachtwagen in Nola Napoli
(...)
20:16:40​​​​​​​ [account 3] Maar heb je de jongens met de vrachtwagen gestuurd [21]
Chatgesprek op 26 juni 2020
09:31:23​​​​​​​ [account 3] Ik ga een douche nemen en ga naar de beurs in loni om de telefoon op te halen en aan de vrachtwagenchauffeur te geven
09:31:36​​​​​​​ [account 3] Maar voor 10 kilo 5000 EUR
09:32:04​​​​​​​ [account 3] Het transport vreet al het geld op [22]
(…)
​​​​​​
Chatgesprek ​​​​​​​op 1 juli 2020
10:16:52​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​Ik vroeg of ze
10:16:56​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​Aangekomen waren
10:17:11​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​ Nee wacht ik vraag het
10:18:44​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​Maar kom je nu rechtstreeks van daar naar Verona
10:18:44​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​Vanavond
(...)
10:20:28​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​ Dus we gaan op en neer met document (CME, noot van de vertaler) en pallet [23]
​​​​​​​
Chatgesprek ​​​​​​​op 2 juli 2020
01:10:48​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​Aangekomen
01:10:50​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​ De vrachtwagen
(...)
17:51:32​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​ Morgenochtend om 10 uur zien ze elkaar bij een tankstation met de vrachtwagen
(...)
23:34:28 [account 3] Ze hebben.het geproefd
23:35:05 [account 3] Maar hard of zacht het stinkt
23:35:32 [account 3] Fra Je moet het spul maken dat niet stinkt
(...)
23:44:22 [account 3] We kunnen fifty-fifty doen
23:44:37 [account 3] En we verhogen de prijzen van de goede
23:45:51​​​​​​​ [account 3] En we doen voor roken 37,38 om te trekke 35 n en 250 voor snijden
(...)
23:50:00​​​​​​​ [account 3] Maar dit ongerepte spul als het uitkomt
23:51:33​​​​​​​ [account 3] De goederen voor het snijden als ze uitkomen
(...)
23:53:55​​​​​​​ [account 3] Ze verdienen het om afgeslacht te worden zoals ze coke afslachten
23:56:51 [account 3] Maar goed, laten we deze 10 weg doen en laten we ons hier organiseren zoals de scheikundigen doen met deze snee, maar ze maken de glans niet [24]
​​​​​​​
Chatgesprek op 6 juli 2020
[account 3] stuurde om 21:23:27, 21:23:41, 21:23:57 en 21:24:06 uur afbeeldingen van verkruimelde blokken wit poeder en een afbeelding van een blok met een indruk.
(...)
22:52:15 [account 3] Ze willen 33 betalen Ik zei dat ik niet uit ga en ik moet je vragen hoe het komt dat A 1 E P 3 niets te zeggen heeft en wat gebeurd is [25]
​​​​​​​
Chatgesprek op 13 juli 2020
[account 3] stuurde om 12:04:52 uur een afbeelding van stapels 50 euro biljetten op de grond.
12:20:03 [account 3] Ik verkoop de laatste anderhalf pakket, om 19.00 uur. Ik ontmoet iemand en stuur je €300 duizend
12:44:07 [account 3] Uiteindelijk stuur ik je geld met winst, als je iets uitrekent
12:44:17 [account 3] En we hadden een idiote hoeveelheid aan uitgaven [26]
Chatgesprek op 16 juli 2020
(…)
[account 3] stuurde om 20:18:55 uur een afbeelding van een lege tafel met restjes poeder. [27]
Chatgesprek op 20 juli 2020
10:54:35 [account 3] Om 19.30 uur ga ik het geld halen in Gela. Ik kijk of ze het pakket hebben verkocht, laad het geld in en 's morgens vertrek ik
10:55:03 [account 3] Ik zal zien of ik met een auto omhoog ga of je me in België komt ophalen [28]
Chatgesprek ​​​​​​​op 22 juli 2020​​​​​​​
12:06:38 [account 3] Waar moet ik de auto laten komen
12:07:40 [account 3] Ik laat naat het hotel vandfalk Nijmegen zodat ze via de Nijmeegse grens binnenkomen
(...)
12:24:08 [account 3] Zodra ik de platen heb, breng ik het geld vanmiddag en tot ziens [29]
Chatgesprek ​​​​​​​op 23 juli 2020
(...)
19:21:16 [account 3] Geef me de route naar het hotel
19:21:17 [account 3] Van Nijmegen
19:21:17​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​ Ze gaan nu weg
[account 3] stuurde om 19:21:54 uur een afbeelding van pakken met geld.
(...)
21:50:43 [account 3] Het is toch 260
21:51:11​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​Ik ga nu weg ik stop bij de jongens-en ik praat over de truck omdat hij niet met auto's wilt werken
21:51:31​​​​​​​​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​ En morgen vertrek ik en kom eraan
21:51:34​​​​​​​ [account 3] ​​​​​​​ Bij jou [30]
In het dossier zijn ook chatgesprekken opgenomen tussen het account [account 4] en het Sky-account [account 1], dat is toegeschreven aan verdachte. Ook in dit geval zijn niet alle berichten ontsleuteld. Hierdoor is enkel éénzijdig berichtverkeer vanuit het account [account 4] leesbaar. [31] De gesprekken zijn gevoerd in het Italiaans. De rechtbank heeft de Nederlandse vertaling van de berichten opgenomen.
Chatgesprek op ​​​​​​​1 juli 2020 ​​​​​​​
(...)
12:09:35 [account 4] We zijn klaar, ik heb gesproken, hij wacht op ons voor vertrek.
12:10:21 [account 4] Zodra ze beneden zijn met de lading, vertrekt hij
12:25:38 [account 4] Als je me zegt dat het vervoer OK is, hij vertelt me wat hij laadt en we regelen de sneeuw om een pallet te maken en hebben het muurtje nodig.
(...)
[account 4] stuurde om 23:57:59 uur een afbeelding van 10 in plastic/zilverfolie verpakte pakketjes. [32]
Chatgesprek op ​​​​​​​2 juli 2020 ​​​​​​​
00:04:40 [account 4] OK. Goedenacht De koopwaar. Iser. Al. In rust....
(…)
23:25:51 [account 4] Veel. Morgen. Dat zou wel moeten. Komen. Chauffeur van. Mala vita is. We geven. Alles. Aan hem [33]
Chatgesprek ​​​​​​​op 3 juli 2020 ​​​​​​​
12:41:35 [account 4] Alles. OK. Afgeleverd. Ook. Naar de andere. Afzender [34]
De rechtbank merkt op dat in de bovenstaande chatgesprekken de chatberichten van het account [account 1] niet ontsleuteld zijn/zichtbaar zijn geworden. Desondanks is de rechtbank van oordeel dat verdachte (ook) de gebruiker was van dit account op het moment dat bovenstaande berichten daaraan werden gezonden. Daarbij is van belang dat verdachte, zoals reeds eerder is overwogen, de hoofdgebruiker is van het account [account 1], maar ook dat de communicatie met [account 3] en [account 4] over dit transport (waarover hierna meer), een groot aantal berichten beslaat op diverse tijdstippen in de maanden juni en juli 2020. Dit betreft een periode waarvan is vastgesteld dat verdachte (uitgaande van hetgeen eerder onder het kopje ‘identificatie’ is opgemerkt over het opvallend taalgebruik) de gebruiker was van het account [account 1]. Het had bij deze stand van zaken op de weg van verdachte gelegen om aan te geven waarom hij als hoofdgebruiker bij deze grote hoeveelheid aan berichten over een langere periode niet de gebruiker was. Daar komt nog bij dat de gebruiker van het account [account 1] direct werd aangesproken door [account 3] en [account 4] (er wordt bijvoorbeeld niet gezegd dat hij dingen moet navragen bij een ander of iets dergelijks) en dat de berichten qua inhoud en wat de rol van de gebruiker van het account [account 1] betreft in lijn zijn met de andere berichten die in dit dossier worden toegeschreven aan verdachte.
De rechtbank leidt uit de berichten van [account 3] aan [account 1] af dat door hen werd gesproken over het vervoeren van cocaïne in Italië. In de berichten van 23 juni 2020 werd gesproken over prijzen van 29, 33. De rechtbank gaat ervan uit dat hiermee € 29.000 en € 33.000 werd bedoeld. Dit komt ongeveer overeen met de groothandelsprijs voor één kilogram cocaïne (Bron: Pillekes Praot). Dat werd gesproken over cocaïne wordt ondersteund door de afbeeldingen van witte blokken die [account 3] stuurde op 25 juni 2020. De rechtbank leidt uit de berichten verder af dat het gaat om 10 kilogram. [account 3] vroeg: “wanneer vertrekken deze 10?”. Op 26 juni 2020 stuurde [account 3]: “Maar voor 10 kilo 5000 EUR (…) het transport vreet al het geld op.”
Uit berichten van het account [account 4] van 1 en 2 juli 2020 blijkt vervolgens dat de ‘koopwaar’ is aangekomen, waarbij die [account 4] een foto stuurde van 10 in folie gepakte pakketjes. Dat de pakketten waren aangekomen, werd door [account 3] bevestigd op 2 juli 2020.
Vervolgens leidt de rechtbank uit de berichten af dat werd gesproken over de verkoop van de pakketten. Op 13 juli 2020 stuurde [account 3] een afbeelding van stapels geld op de vloer en merkte hij op dat hij het allerlaatste pakket vanavond verkoopt en dat hij € 300.000 stuurt.
De rechtbank acht daarmee bewezen dat verdachte samen met [account 3] en [account 4] 10 kilogram cocaïne heeft vervoerd en aanwezig gehad in Italië. Daarbij was sprake van een nauwe en bewuste samenwerking en dus van medeplegen. Ook heeft verdachte in nauwe en bewuste samenwerking met (in ieder geval) [account 3] 10 kilogram cocaïne verkocht, afgeleverd en verstrekt. Dat de cocaïne vanuit Nederland is uitgevoerd naar Italië blijkt onvoldoende uit de berichten. De rechtbank zal verdachte daarom daarvan vrijspreken.
2.3.1.4. Feit 1 D, gedachtestreepje 4: 5 of 7 kilogram cocaïne in periode 17 tot en met 24 juni 2020
In het dossier zijn chatgesprekken gevoegd tussen het account [account 12] en het account [account 1], dat wordt toegeschreven aan verdachte. De chatgesprekken werden gevoerd in het Nederlands. [35]
Chatgesprek op 17 juni 2020
20:38:33 [account 12] We van gas geven nu
20:39:39 [account 12] Straks iederen ziet ons power
(…)
​​​​​​​21:41:44 [account 1] Vriend de blok wat. Is col? [36]
Chatgesprek op 18 juni 2020
09:27:18 [account 1] En ik keken wat hen zegen . En deze weken groten broers heb geld 150
(...)
09:31:14 [account 1] Moet ok zegen de geld laat breng of ik op halen
09:31:23 [account 1] Via wisselaar
(...)
09:37:12 [account 12] Ja jij ophalen
(...)
09:39:03 [account 1] Als de geld. Heder is heer is nog beter
(...)
09:54:25 [account 1] Vriend kan 5 of 7 blok regel geld is klaar
10:52:25 [account 1] Ik heb ge sproken
(...)
11:20:10 [account 1] Heb gezegd tussen vandaag en morgen komt geld dat jij mij weer belt waar kan ophalen
(...)
11:26:53 [account 1] Vriend is mogelijk kan jij regelen 7 stukken geld is klaar
11:28:59 [account 1] Dan 2 stukken aks je hebt heb ik ook gelijk verkocht maakt niet uit hoe er uitzien [37]
Chatgesprek ​​​​​​​op 19 juni 2020
07:51:01 [account 1] Goedemorgen vriend alles ok?
07:52:47 [account 1] Wat is de plan van vandaag vriend
(...)
09:26:08 [account 12] Vriend 15 uur bij fiat ophalen ok
(...)
09:28:03 [account 1] 150
(...)
09:38:48 [account 12] Nu wij woord hebben gedaan 150 vandaag 19 juni
(...)
09:39:14 [account 12] Nee ik wacht op jou wat vandaag gaan zeggen na jij 150 geeft
09:39:22 [account 12] Grot broers
(...)
09:51:57 [account 1] Ik ben blij vriend klaar voor broers
09:53:06 [account 12] Ik hoop het. Oor ie pakt 150 en gaat weer zeuren rente
(...)
09:58:17 [account 1] Vriend ik denk wel ben nu nog buiten maar den 2 uur Amsterdam we houden contact
(...)
Om 13:13:01 uur deelde [account 1] een afbeelding van stapels bankbiljetten met geschreven briefjes erop. Opschrift: 3x 30.000 en 2x 5.000, 1 pak geld niet zichtbaar.
(...)
17:35:20 [account 1] Vriend morgen 11.00 uur bij park wij spreken
17:48:29 [account 12] Ok vriend was het goed of slecht
17:58:22 [account 1] Goed vriend
17:59:33 [account 1] Zo blij was
(…)
18:03:54 [account 1] Was allen blij vriend
(...)
21:41:16 [account 12] Vriend kan morgen 12 uur [38]
Chatgesprek op 20 juni 2020
(...)
12:14:54 [account 1] En moet niet mand zegen dat jij heb betaald aan Brores [39]
Op basis van bovenstaande chatgesprekken stelt de rechtbank vast dat verdachte samen met (in ieder geval) [account 12] betrokken was bij een cocaïnedeal. De rechtbank leidt uit de in de chatgesprekken genoemde prijs, een bedrag van “150” ofwel € 150.000,-, af dat de deal uiteindelijk zag op 5 blokken, dat wil zeggen 5 kilogram cocaïne. De genoemde prijs correspondeert met de gangbare prijs voor 5 kilogram cocaïne in Nederland, namelijk ongeveer € 30.000 per kilogram.
De rechtbank kan op basis van de chatgesprekken niet vaststellen wie de aankopende en wie de verkopende partij was en wat de exacte rol van verdachte is geweest in deze cocaïnedeal. Uit de chatgesprekken – over de blokken en het bijbehorende geldbedrag – volgt echter wel dat verdachte samen met een ander ([account 12] dan wel “de grote broers”) beschikkingsmacht had over 5 kilogram cocaïne (al dan niet via die ander) en dat hij in nauwe en bewuste samenwerking met een ander betrokken is geweest bij de verkoop van deze partij.
De rechtbank acht bewezen dat verdachte samen met een ander 5 kilogram cocaïne heeft verkocht en aanwezig heeft gehad. De rechtbank acht het vierde gedachtestreepje van feit 1 dan ook (deels) wettig en overtuigend bewezen.
2.3.1.5. Feit 1 E, gedachtestreepje 5: 11 stuks cocaïne in de periode 18 tot en met 23 november 2025
De rechtbank overweegt ten aanzien van gedachtestreepje 5 (feit 1 E) dat uit de chatgesprekken tussen verdachte en de accounts [account 13] en [account 12] weliswaar lijkt te volgen dat verdachte (als gunst voor een vriend) probeert ‘11 stuks’ te verkopen, maar uit de berichten blijkt onvoldoende of en in hoeverre verdachte beschikkingsmacht had over deze 11 stuks. Er is daarmee onvoldoende bewijs voor het medeplegen van het aanwezig hebben van 11 stuks cocaïne. Ook is er onvoldoende bewijs voor de overige in de tenlastelegging opgenomen handelingen.
De rechtbank zal verdachte om die reden van het vijfde gedachtestreepje van feit 1 vrijspreken.
2.3.1.6. Feit 1 F, gedachtestreepje 6: in de periode van 2 september tot en met 16 november 2020, een zeer grote hoeveelheid cocaïne, waaronder 776 pakketten in Panama
Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij in de periode van 2 september tot en met 16 november 2020 betrokken is geweest bij het transport van een zeer grote hoeveelheid cocaïne
waaronder776 pakketten cocaïne die in Panama zijn onderschept. Gelet op hetgeen eerder inleidend is overwogen over de tenlastelegging (1.2.1), zal de rechtbank hier enkel beoordelen of verdachte een strafbare betrokkenheid heeft gehad bij een transport van 776 pakketten cocaïne dat in Panama is onderschept.
De officier van justitie heeft erop gewezen dat onder andere uit chatgesprekken tussen verdachte en het account [account 14] zou volgen dat verdachte bezig was met het opzetten van een transport van een grote hoeveelheid cocaïne vanuit Zuid-Amerika. Een route die wordt besproken is vanuit Ecuador via Panama naar Gioia (Italië). Op 2 november 2020 wordt in dat gesprek door verdachte genoemd dat het er voor de eerste keer “tussen de 200 en 600” zullen zijn. Het dossier bevat verder een chatgesprek tussen verdachte en account [account 12] van 16 en 17 november 2020 waarin wordt gesproken over een partij van 776 pakketten drugs die in Panama in beslag is genomen.
Op de terechtzitting is, naar aanleiding van het gevoerde verweer, door de rechtbank besproken dat uit zoekresultaten via Google blijkt dat er al berichten van 1 november 2020 zijn over de betreffende inbeslagname van 776 pakketten cocaïne in Panama. Via Google is ook een bericht van 31 oktober 2020 hierover te vinden, zoals ook door de verdediging is aangevoerd. Dat betekent dat het hierboven genoemde gesprek met het account [account 14] over een transport dat nog geladen moest worden op 2 november 2020 geen betrekking kan hebben gehad op deze 776 pakketten.
De rechtbank leidt ook uit de genoemde berichten van 16 en 17 november 2020, waar de officier van justitie naar verwijst, niet af dat verdachte als medepleger ten aanzien van het transport van de 776 pakketten kan worden aangemerkt. Verdachte heeft het immers over een ‘grote klap voor jou’ (dus voor het account [account 12]). De rechtbank acht het bovendien onwaarschijnlijk dat verdachte als hij direct (als medepleger) betrokken was bij het transport van een dergelijke hoeveelheid cocaïne, op 16 november 2020 nog niet op de hoogte zou zijn geweest van een inbeslagname van het transport meer dan twee weken eerder. Dat [account 12] in het gesprek op 16 november 2020 noemt dat verdachte alles al had klaargezet en dat hij verdachte de kosten van zijn jongens zal geven, acht de rechtbank onvoldoende voor het bewijs van medeplegen. De rechtbank acht de context van deze berichten onvoldoende duidelijk. Mogelijk zou verdachte een faciliterende rol hebben bij het uithalen of hadden de berichten betrekking op een ander transport.
Voor de rechtbank is ook verder uit het dossier niet gebleken dat verdachte een rol had als medepleger bij het transport van deze 776 pakketten. De rechtbank zal verdachte daarom van dit gedachtestreepje vrijspreken.
2.3.1.7. Feit 1 G, gedachtestreepje 7: 11 kilogram cocaïne in de periode 11 december 2020
Voor de rechtbank is niet komen vast te staan dat verdachte betrokkenheid had bij de onder het gedachtestreepje 7 ten laste gelegde 11 kilogram cocaïne. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
Eerder is al overwogen dat het account [account 1] vanaf 15 december 2020 door verdachte lijkt te zijn overgedragen aan een ander (zie onder het kopje ‘identificatie’, 2.1).
Op 20 december 2020 om 18:24:38 uur schreef de gebruiker van [account 1] aan [account 15] dat hij hem “11 kilo was” stuurde, versneden met 100 gram. Eerder in dit chatgesprek, om 16:51:36 uur, liet het account [account 1] weten: “Fra ik ben carramato, heb nu de tel. gehaald (…)”. De rechtbank leidt hieruit af dat de persoon ‘carramato’ op dat moment de beschikking had over het account [account 1] en niet verdachte. In de chatberichten daarna volgt geen duidelijk moment van overdracht van de telefoon naar verdachte. De persoon ‘carramato’ lijkt daarmee degene te zijn die het chatbericht van 18:24:38 uur verzond en daarmee in de ik-vorm sprak over het versturen van de partij cocaïne.
De rechtbank zal verdachte daarom van dit gedachtestreepje vrijspreken.
2.3.1.8. Tussenconclusie ten aanzien van feit 1
De rechtbank acht feit 1 A tot en met D (deels) wettig en overtuigend bewezen. De rechtbank spreekt verdachte vrij van feit 1 E tot en met G.
2.3.2. Vrijspraak feit 2
Gelet op hetgeen is overwogen in de inleiding, zal de rechtbank bij feit 2 enkel beoordelen of verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan voorbereidingshandelingen ten aanzien van 530 kilogram cocaïne in november 2020.
Uit chatgesprekken van 27 en 28 november 2020 leidt de rechtbank af dat er tussen de accounts [account 3] en [account 1] werd gesproken over de voorbereiding van een transport van 530 kilogram cocaïne van Ecuador naar Italië. Er bestaat echter onduidelijkheid over de vraag of op deze momenten verdachte of iemand anders gebruik maakte van het account [account 1], zoals de verdediging heeft aangevoerd. In chatberichten van 23 en 25 november 2020 wordt door het account [account 1] bericht: “ik ben de broer”. Uit de chatberichten van [account 1] in de dagen die hierop volgden, blijkt niet duidelijk dat verdachte het account weer zou hebben overgenomen. Verder wordt op 27 november 2020 door het account [account 1] meerdere keren gesproken over “zijn peetvader”. Volgens de politie is het spreken over de peetvader één van de redenen om aan te nemen dat niet verdachte maar zijn peetzoon na 15 december 2020 de (hoofd)gebruiker was van het account. Dat zou dan ook hier kunnen gelden. Ten slotte werd in een chatbericht van 1 december 2020 door [account 3] gevraagd of [account 1] carramato was, waarop [account 1] bevestigend antwoordde.
De rechtbank concludeert dat onvoldoende is komen vast te staan dat verdachte op 27 en 28 november 2020 gebruik maakte van het account [account 1] en de chatberichten over het transport van 530 kilogram verstuurde. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van feit 2.
2.3.3. Feit 3
2.3.3.1. Gedachtestreepje 1: 2000 kilogram hasj in de periode 2 april tot en met 18 mei 2020
In het dossier zijn chatgesprekken gevoegd van het Encrochat-account [account 2] en het account [account 6]. [40]
Chatgesprek op 29 maart 2020
14:42:29 [account 2] Ze hebben me Afghaan aangeboden
14:42:45 [account 2] 2000 kg en ze willen het naar Italië sturen
(...)
14:43:03 [account 6] Die laten we komen
(...)
14:43:42 [account 2] Cal
14:44:07 [account 2] Morgen geven ze me 1 kg
Om 14:47:47 en 14:47:48 uur stuurde [account 2] twee afbeeldingen van een donker blok en meldde daarbij dat het ging om een proefmonster.
14:49:31 [account 2] Maschiare scerif. Staat er. Ik denk dat ze het hier hebben gemaakt. Hij/zij heeft me gezegd dat het geen topkwaliteit is, maar wel goed
(...)
14:49:55 [account 2] Daarom wilde ik een proefmonster hebben
14:49:59​​​​​​​ [account 6] Want 2000 is heel veel broer
(...)
14:50:42​​​​​​​ [account 6] Laat hem het roken
(...)
14:53:35 [account 2] We zullen zien broer, morgen weet ik meer omdat ze me 1 kg brengen [41]
Chatgesprek op 2 april 2020
14:06:44 [account 2] Ja, maar het is niet goed ze hebben het [account 2] laten proberen
14:06:52 [account 6] OK [42]
(…)
16:18:20 [account 2] Daarna ga ik die hasj bekijken
[account 2] stuurde om 16:18:31 en 16:18:34 uur afbeeldingen van een zwart blok.
16:18:47 [account 2] Ik denk dat ze hem hier hebben gemaakt
16:24:28 [account 6] Oké [43]
De rechtbank overweegt dat uit de bovenstaande chatgesprekken tussen verdachte en [account 6] blijkt dat gesproken werd over de voorbereiding van de handel in en transport van 2000 kilogram Afghaan. De rechtbank gaat ervan uit dat met “de Afghaan” hasj werd bedoeld. Uit de chatgesprekken leidt de rechtbank niet af dat er daadwerkelijk 2000 kilogram hasj is vervoerd of aangekocht. Evenmin dat verdachte dit (al dan niet via medeplegen) (in Marokko) aanwezig heeft gehad. Niet valt in te zien op welke wijze verdachte de feitelijke macht over deze partij zou hebben gehad in die zin dat hij daarover (eventueel samen met anderen) kon beschikken. De rechtbank merkt op dat aan verdachte geen voorbereidingshandelingen ten aanzien van de handel in hasj ten laste zijn gelegd.
De rechtbank is wel van oordeel dat uit de chatgesprekken volgt dat verdachte de beschikking heeft gehad over één kilogram hasj. Verdachte schreef op 29 maart 2020 immers dat hij morgen een proefmonster van 1 kg zou ontvangen. Op 2 april 2020 schreef hij dat ze [account 2] de hasj hadden laten proberen. De rechtbank is op grond van het voorgaande van oordeel dat bewezen kan worden dat verdachte één kilogram hasj opzettelijk aanwezig heeft gehad. De rechtbank zal verdachte vrijspreken van het overige dat ten laste is gelegd onder gedachtestreepje 1 van feit 3.
2.3.3.2. Gedachtestreepje 2: 100 kilogram hennep/wiet(toppen) in de periode 4 juli tot en met 19 september 2020
Met de officier van justitie en de raadsman ziet de rechtbank onvoldoende bewijs voor het tenlastegelegde onder het tweede gedachtestreepje van feit 3. De rechtbank zal verdachte dan ook voor dit gedachtestreepje vrijspreken.
2.3.4. Feit 4 en 5
2.3.4.1. Bewijsmiddelen
Er zijn gegevens gevorderd van de bankrekening [rekeningnummer 1] van verdachte over de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 oktober 2024.
Uit de gegevens van deze bankrekening is gebleken dat deze door contante stortingen werd gevoed.
Rekeningnummer Datum Contante Storting
[rekeningnummer 1] 30-10-2023 € 400,00
[rekeningnummer 1] 30-9-2023 € 400,00
[rekeningnummer 1] 25-5-2023 € 200,00
[rekeningnummer 1] 7-5-2023 € 2.000,00
[rekeningnummer 1] 24-4-2023 € 910,00
[rekeningnummer 1] 4-4-2023 € 400,00
[rekeningnummer 1] 4-3-2023 € 1.010,00
[rekeningnummer 1] 20-2-2023 € 850,00
[rekeningnummer 1] 18-1-2023 € 400,00
[rekeningnummer 1] 16-1-2023 € 400,00
[rekeningnummer 1] 4-1-2023 € 1.460,00
[rekeningnummer 1] 6-12-2022 € 400,00
[rekeningnummer 1] 4-12-2022 € 800,00
[rekeningnummer 1] 3-12-2022 € 900,00
[rekeningnummer 1] 4-10-2022 € 900,00
[rekeningnummer 1] 4-9-2022 € 550,00
[rekeningnummer 1] 4-8-2022 € 320,00
[rekeningnummer 1] 4-7-2022 € 1.300,00
[rekeningnummer 1] 4-6-2022 € 1.950,00
[rekeningnummer 1] 4-12-2021 € 600,00
[rekeningnummer 1] 25-11-2021 € 3.000,00
[rekeningnummer 1] 3-6-2021 € 450,00
[rekeningnummer 1] 9-4-2021 € 296,73
[rekeningnummer 1] 28-10-2020 € 500,00
[rekeningnummer 1] 2-10-2020 € 1.650,00
[rekeningnummer 1] 3-4-2020 € 2.400,00
[rekeningnummer 1] 6-3-2020 € 800,00
In totaal werd in deze periode een contant geldbedrag van € 25.246,73 ​​​​​​​op de bankrekening van verdachte gestort. Het saldo op deze rekening eind december 2023 was €-4,065. [44]
Daarnaast is er onderzoek gedaan naar de bankrekening van [bedrijf] Uit de analyse van de bankrekening [rekeningnummer 2] op naam van [bedrijf] komt onder andere naar voren dat deze in de periode van 1 januari 2020 tot en met 17 oktober 2024 door contante stortingen werd gevoed.
Rekeningnummer Datum Contante Storting
[rekeningnummer 2] 2-8-2022 € 2.600,00
[rekeningnummer 2] 31-7-2022 € 1.650,00
[rekeningnummer 2] 5-7-2022 € 4.600,00
[rekeningnummer 2] 5-7-2022 € 20,00
[rekeningnummer 2] 27-6-2022 € 2.600,00
[rekeningnummer 2] 24-6-2022 € 2.600,00
[rekeningnummer 2] 24-6-2022 € 300,00
[rekeningnummer 2] 19-4-2022 € 330,00
[rekeningnummer 2] 17-4-2022 € 1.100,00
[rekeningnummer 2] 14-4-2022 € 1.900,00
[rekeningnummer 2] 12-4-2022 € 7.000,00
[rekeningnummer 2] 3-4-2022 € 2.500,00
[rekeningnummer 2] 24-3-2022 € 750,00
[rekeningnummer 2] 22-3-2022 € 840,00
[rekeningnummer 2] 17-3-2022 € 750,00
[rekeningnummer 2] 13-3-2022 € 750,00
[rekeningnummer 2] 11-3-2022 € 450,00
[rekeningnummer 2] 11-3-2022 € 250,00
[rekeningnummer 2] 8-3-2022 € 700,00
[rekeningnummer 2] 6-3-2022 € 450,00
[rekeningnummer 2] 4-3-2022 € 500,00
[rekeningnummer 2] 1-3-2022 € 850,00
[rekeningnummer 2] 1-3-2022 200,00
[rekeningnummer 2] 25-2-2022 € 1.000,00
[rekeningnummer 2] 21-2-2022 € 650,00
[rekeningnummer 2] 20-2-2022 € 1.520,00
[rekeningnummer 2] 16-2-2022 € 800,00
[rekeningnummer 2] 11-2-2022 € 700,00
[rekeningnummer 2] 9-2-2022 € 500,00
[rekeningnummer 2] 5-2-2022 € 800,00
[rekeningnummer 2] 1-2-2022 € 400,00
[rekeningnummer 2] 29-1-2022 € 1.200,00
[rekeningnummer 2] 27-1-2022 € 2.610,00
[rekeningnummer 2] 26-1-2022 € 800,00
[rekeningnummer 2] 21-1-2022 € 1.000,00
[rekeningnummer 2] 18-1-2022 € 750,00
[rekeningnummer 2] 15-1-2022 € 850,00
[rekeningnummer 2] 13-1-2022 € 70,00
[rekeningnummer 2] 11-1-2022 € 550,00
[rekeningnummer 2] 4-1-2022 € 2.600,00
[rekeningnummer 2] 3-9-2021 € 2.600,00
[rekeningnummer 2] 28-8-2021 € 25,00
[rekeningnummer 2] 28-8-2021 € 2.600,00
[rekeningnummer 2] 3-6-2021 € 1.100,00
[rekeningnummer 2] 11-5-2021 € 300,00
[rekeningnummer 2] 5-5-2021 € 2.600,00
[rekeningnummer 2] 2-4-2021 € 2.700,00
[rekeningnummer 2] 11-3-2021 € 250,00
[rekeningnummer 2] 4-3-2021 € 2.600,00
[rekeningnummer 2] 19-2-2021 € 50,00
[rekeningnummer 2] 6-2-2021 € 2.500,00
[rekeningnummer 2] 9-12-2020 € 2.600,00
[rekeningnummer 2] 3-11-2020 € 1.650,00
[rekeningnummer 2] 28-10-2020 € 200,00
[rekeningnummer 2] 2-10-2020 € 1.500,00
[rekeningnummer 2] 17-9-2020 € 2.000,00
[rekeningnummer 2] 30-6-2020 € 400,00
[rekeningnummer 2] 24-6-2020 € 6.950,00
[rekeningnummer 2] 20-4-2020 € 800,00
In totaal werd er in deze periode een contant geldbedrag van € 83.915,00 op de bankrekening van [bedrijf] gestort.
Daarnaast is gebleken dat er op dezelfde dag stortingen plaatsvonden op zowel de bankrekening van verdachte als op de bankrekening van [bedrijf] Dit was het geval bij de onderstaande stortingen:
 STORTING ING // ING-Kantoor Hoofdstraat 008179 // PASVOLGNR [pasvolgnummer 1] 02-10-2020 13:27
TRANSACTIENR 42580 // Valutadatum: 02-10-2020
 STORTING ING // ING-Kantoor Hoofdstraat 008179 // PASVOLGNR [pasvolgnummer 2] 02-10-2020 13:29
TRANSACTIENR 42581 // Valutadatum: 02-10-2020
 STORTING ING // ING-Kantoor Hoofdstraat 008179 // PASVOLGNR [pasvolgnummer 1] 28-10-2020 11:51
TRANSACTIENR 43514 // Valutadatum: 28-10-2020
 STORTING ING // ING-Kantoor Hoofdstraat 008179 // PASVOLGNR [pasvolgnummer 2] 28-10-2020 11:55
TRANSACTIENR 43515 // Valutadatum: 28-10-2020
 STORTING ING // ING-Kantoor Hoofdstraat 008179 // PASVOLGNR [pasvolgnummer 1] 03-06-2021 12:09
TRANSACTIENR 49730 // Valutadatum: 03-06-2021
 STORTING ING // ING-Kantoor Hoofdstraat 008179 // PASVOLGNR [pasvolgnummer 2] 03-06-2021 12:11
TRANSACTIENR 49731 // Valutadatum: 03-06-2021 [45]
Bij de doorzoeking in de woning van verdachte is in de zak van een jas een bankpas van [bedrijf] aangetroffen. De pas heeft volgnummer [pasvolgnummer 1]. Alle stortingen op de bankrekening van [bedrijf] werden gedaan met pasvolgnummer [pasvolgnummer 1]. [46]
Verdachte was van 29 juni 2018 tot en met 27 maart 2024 aandeelhouder en van 29 juni 2018 tot en met 1 maart 2023 bestuurder van [bedrijf] [47]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij de bankpas van [bedrijf] in zijn jaszak had, omdat hij de directeur van dit bedrijf was. Hij heeft contante bedragen op de bankrekening van [bedrijf] gestort. Dit was na het begin van de coronapandemie in 2020. [48]
Over het jaar 2020 is door verdachte vanuit [bedrijf] aan loon ontvangen een bedrag van in totaal € 4.000,00 en over 2021 een bedrag van in totaal € 7.879,02.
Daarnaast is vanuit [bedrijf] over de jaren 2020, 2021 en 2022 in totaal een bedrag van € 8.134,11 overgemaakt op de rekening van verdachte.
Het belastbaar loon van de partner van verdachte over 2020 was € 6.240,00 en € 9.687,00, over 2021 € 16.689,00, over 2022 € 17.695 en over 2023 € 19.085.
Uit de bankmutaties van [bedrijf] blijkt dat de inkomsten van deze onderneming voornamelijk bestaan uit contante stortingen en uitkeringen van het UWV en dat er verder weinig bedrijfsactiviteiten op de bankrekening zijn waar te nemen. [49]
2.3.4.2. De beoordeling
Beoordelingskader
De rechtbank stelt voorop dat voor een bewezenverklaring van het in de delictsomschrijving van witwassen opgenomen bestanddeel ‘afkomstig uit enig misdrijf’ niet is vereist dat uit de bewijsmiddelen moet kunnen worden afgeleid dat het desbetreffende voorwerp afkomstig is uit een nauwkeurig aangeduid misdrijf. Wel is voor een veroordeling voor witwassen vereist dat vaststaat dat het voorwerp afkomstig is uit enig misdrijf. Indien op grond van de beschikbare bewijsmiddelen geen rechtstreeks verband valt te leggen tussen een voorwerp en een bepaald misdrijf, kan niettemin worden geacht dat een voorwerp ‘uit enig misdrijf’ afkomstig is, indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dat het in de tenlastelegging genoemde voorwerp uit enig misdrijf afkomstig is.
Wanneer uit het door het Openbaar Ministerie aangedragen bewijs feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid die van dien aard zijn dat zonder meer sprake is van een vermoeden van witwassen, mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van dat voorwerp. Zo’n verklaring dient concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk te zijn. Indien verdachte zo’n verklaring heeft gegeven, dan ligt het vervolgens op de weg van het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de, uit de verklaringen van de verdachte blijkende, alternatieve herkomst van het voorwerp. Uit de resultaten van een dergelijk onderzoek zal moeten blijken dat met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het voorwerp, waarop de verdenking betrekking heeft, een legale herkomst heeft en dat dus een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring kan gelden.
Gerechtvaardigd vermoeden van witwassen
De rechtbank stelt vast dat er geen bewijs is dat de contante stortingen op de privérekening van verdachte (€ 25.246,73) en de bedrijfsrekening van [bedrijf] (€ 83.915,-), (samen € 109.161,73), afkomstig zijn uit een specifiek gronddelict. Er is sprake van een grote hoeveelheid contante stortingen op deze rekeningen van (in totaal) grote omvang. Uit het onderzoek van de politie naar de financiële situatie van verdachte (en zijn partner) en van [bedrijf] blijkt geen aannemelijke legale herkomst van de gestorte gelden. De rechtbank is daarom van oordeel dat meerdere typologieën van witwassen op deze zaak van toepassing zijn, op basis waarvan zonder meer een vermoeden van witwassen jegens verdachte is gerechtvaardigd.
Gezien dit vermoeden van witwassen mag van verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geldbedrag die concreet, min of meer verifieerbaar en niet op voorhand als hoogst onwaarschijnlijk is aan te merken.
Verklaring van verdachte
Verdachte heeft pas ter zitting voor het eerst een verklaring afgelegd die ziet op (een gedeelte van) de contante stortingen. Hij heeft verklaard dat hij vanaf de oprichting van de onderneming in juni 2018 tot het begin van de coronapandemie in 2020 per maand € 2.500,- aan salaris vanuit [bedrijf] ontving. Van deze inkomsten besteedde hij een deel aan vaste lasten en kon hij maandelijks ongeveer € 1.000,- sparen. Zijn partner werkte in die periode veel minder. Het gespaarde bedrag nam verdachte contant op en bewaarde hij thuis. Toen het in de coronatijd niet goed ging met het bedrijf, heeft hij het contant gespaarde geld gestort op de rekening van [bedrijf] Er vonden vanaf de coronapandemie geen bedrijfsactiviteiten meer plaats, maar er waren wel kosten. Verdachte wilde een nieuw leven geven aan zijn bedrijf en koffie vanuit Italië gaan verkopen aan restaurants, maar dat kwam nooit van de grond. Hij heeft nooit koffie ingekocht. De administratie van de onderneming werd gedaan door ene [naam 2] uit Amsterdam. [naam 2] heeft de administratie van het bedrijf in bewaring. Verdachte heeft niet willen verklaren over de contante stortingen op de privérekening.
Verklaring niet concreet, ongeloofwaardig, onwaarschijnlijk en niet te verifiëren
De rechtbank stelt vast dat de verklaring van verdachte betrekking heeft op het storten van een bedrag van naar schatting € 20.000-25.000. Hij heeft immers verklaard over het sparen van een maandelijks bedrag van (ongeveer) € 1.000,- vanaf juni 2018 tot het begin van de coronapandemie in 2020 (de rechtbank stelt vast: rond maart 2020).
De rechtbank acht de verklaring van verdachte over deze contante stortingen ongeloofwaardig en hoogst onwaarschijnlijk. Zo acht de rechtbank het onwaarschijnlijk dat verdachte van zijn maandelijkse inkomen van € 2.500,- ongeveer € 1.000,- kon sparen naast het onderhouden van een gezin en het betalen van vaste lasten en een koophuis, te meer nu zijn partner in die periode veel minder werkte. Evenmin is het waarschijnlijk dat hij dergelijke bedragen steeds opnam en vervolgens thuis contant bewaarde. De reden van deze manier van sparen heeft verdachte niet toegelicht. Bovendien heeft verdachte geen aannemelijke reden genoemd waarom hij vervolgens een bedrag van € 20.000-25.000 (steeds in kleine delen) zou hebben gestort in een vennootschap waarin geen bedrijfsactiviteiten meer plaatsvonden. Het opstarten van nieuwe (koffie)activiteiten is naar eigen zeggen nooit van de grond gekomen; hij heeft nooit koffie ingekocht. De verklaring van verdachte is ook niet concreet en verifieerbaar, nu verdachte enkel heeft verklaard dat de bedrijfsadministratie van [bedrijf] gedaan werd en in bewaring is bij een persoon genaamd “[naam 2]” in Amsterdam, zonder concrete details of contactgegevens.
Over het grootste deel van de contante stortingen op de rekening van [bedrijf] heeft verdachte geheel geen verklaring afgelegd. Ook over de stortingen op de privérekening van verdachte heeft hij geen verklaring willen geven.
Het door verdachte geboden tegenwicht, te weten, de geenszins onderbouwde en ongeloofwaardige verklaring over een deel van de contante stortingen en het verdere zwijgen van verdachte, tegen de verdenking van witwassen geeft onvoldoende aanleiding tot nader onderzoek. Er is geen andere conclusie mogelijk dan dat het ten laste gelegde geldbedragen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat verdachte dit wist.
Conclusie feit 4
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, door het storten van contante geldbedragen van in totaal € 25.246,73 op zijn privébankrekening, waardoor hij deze geldbedragen voorhanden heeft gehad, heeft omgezet en (gezien het negatieve banksaldo per eind december 2023) daarvan gebruik heeft gemaakt. De rechtbank is van oordeel dat er, gelet op het grote aantal contante stortingen dat verdachte op zijn privébankrekening heeft gedaan, sprake is van gewoontewitwassen. De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van feit 4.
Conclusie feit 5
De rechtbank acht daarnaast wettig en overtuigend bewezen dat [bedrijf] zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen. Zij heeft door de contante stortingen van in totaal € 83.915,00 op haar bankrekening door verdachte, deze geldbedragen verworven en voorhanden gehad. De rechtbank is van oordeel dat de gedragingen van verdachte en zijn wetenschap in dit kader aan de vennootschap moeten worden toegerekend. De gedragingen passen binnen de sfeer van de rechtspersoon. De stortingen werden gedaan door verdachte, die vanaf de oprichting tot en met de periode waarin de stortingen zijn gedaan (enig) aandeelhouder en (enig) bestuurder was van [bedrijf] Bovendien betroffen de contante stortingen veruit de grootste inkomstenbron op de bankrekening van de vennootschap. Het verwerven en voorhanden hebben van de gelden past daarom in de normale bedrijfsvoering van de vennootschap en waren dienstig in het door haar uitgeoefende bedrijf. Verdachte heeft aan dit feit feitelijke leiding gegeven. Niet alleen was hij enig aandeelhouder en bestuurder van [bedrijf], hij was ook gemachtigde van de bankrekening. De rechtbank is van oordeel dat er, gelet op het grote aantal contante stortingen op de bankrekening van (en dus het steeds verwerven van deze gelden door [bedrijf]), sprake is van gewoontewitwassen. De rechtbank komt tot een bewezenverklaring van feit 5.
2.3.5. Procedure als geheel
De rechtbank heeft zich er ten slotte van vergewist dat de procedure in haar geheel voldoet aan het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces. Daarbij heeft de rechtbank in ogenschouw genomen dat in een eerder stadium het verzoek tot het horen van de heer [getuige] als getuige is toegewezen, maar dat [getuige] uiteindelijk niet als getuige is gehoord. En dat, ondanks een verzoek daartoe van de verdediging, niet de gehele chatconversatie met twee tegenaccounts aan het dossier is toegevoegd.
Getuige [getuige]
De verdediging wenste de getuige, blijkens het verzoek daartoe, met name te horen over het verpanden van sieraden door verdachte en zijn partner en mogelijke contante gelden die hieruit zijn verkregen, dit in het kader van de witwasverdenkingen.
De getuige is ondanks inspanningen van het kabinet van de rechter-commissaris onvindbaar gebleken. De rechtbank heeft afgezien van aanhouding van de inhoudelijke behandeling, nu onaannemelijk was dat [getuige] binnen een aanvaardbare termijn kon worden gehoord.
De rechtbank is van oordeel dat ondanks het niet kunnen horen van de getuige, het proces als geheel eerlijk is verlopen en er geen sprake is van een schending van artikel 6 EVRM. De rechtbank weegt daarbij mee dat [getuige] geen verklaring heeft afgelegd in dit dossier. Er is dus geen sprake van een belastende getuige. De verdediging heeft ondervraging van deze getuige verzocht om - zo begrijpt de rechtbank - een (mogelijke) verklaring te kunnen geven over de herkomst van bepaalde contante gelden. Verdachte zelf heeft echter geheel niet verklaard over verpanding van sieraden waaruit hij contante gelden zou hebben verkregen. Dat had wel op zijn weg gelegen als dit de herkomst van gestorte contante geldbedragen had kunnen verklaren.
Toevoegen chats
In het onderzoek naar verdachte zijn berichten van een SkyECC-account en een Encrochat- account onderzocht. Van deze berichten is een door de politie - onder verantwoordelijkheid van de officier van justitie - gemaakte selectie in het dossier opgenomen. De verdediging heeft de gehele set aan gesprekken (het ruwe materiaal) ontvangen om te kunnen beoordelen of juiste keuzes zijn gemaakt en of de inhoud van de berichten door de gemaakte selectie geen geweld is aangedaan.
Door de verdediging is voorafgaand aan de inhoudelijke behandeling en ook bij aanvang van de inhoudelijke behandeling verzocht om voeging van twee integrale chatconversaties. Te weten de Encrochat-conversatie tussen [account 2] en [account 6], en de Sky-ECC-conversatie tussen de accounts [account 1] en [account 3].
De rechtbank heeft - hoewel zij het volstrekt eens is met de verdediging dat zowel de verdediging als de rechtbank de juiste context van de zaak moet hebben om deze goed te kunnen beoordelen - de verzoeken tot voeging van de integrale conversaties, voorafgaand en tijdens de zitting als onvoldoende onderbouwd afgewezen en heeft de verdediging in de gelegenheid gesteld om aan te geven welke specifieke passages nog toegevoegd zouden moeten worden, in aanvulling op hetgeen reeds door de officier van justitie was toegevoegd aan het einddossier.
De verdediging heeft in reactie hierop geen specifieke passages of delen daarvan meer naar voren gebracht. Tijdens de inhoudelijke behandeling en ook nadien is niet gebleken dat relevante passages misten in het dossier. Bij die stand van zaken is de rechtbank van oordeel dat de procedure ook op dit punt voldoet aan het door artikel 6 EVRM gewaarborgde recht op een eerlijk proces.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder feit 1, en feit 3 tot en met 5 tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
feit 1 A (gedachtestreepje 1)hij
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of eldersin Nederland en
/ofItalië, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, (telkens)opzettelijk
binnen en/ofbuiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht
(al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/of heeft bereiden
/ofbewerkt en
/ofverwerkt en
/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd en
/of (in elk geval) (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder-(ongeveer) 5 kilogram cocaïne (in
of omstreeksde periode 7 mei 2020 tot en met 31 mei 2020, zaaksdossier 2 Encrochat; ‘[account 2]-[account 6]’)
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2)
feit 1 B (gedachtestreepje 2)
hij
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of eldersin Nederland
en/of Italië, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen, (telkens)opzettelijk
binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/ofheeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/ofvervoerd en
/of (in elk geval) (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder- (ongeveer) 1 kilogram cocaïne (
in ofomstreeks de periode 5 april 2020 tot en met 7 april 2020, zaaksdossier 2 Encrochat; ‘[account 2]-[account 10]/[account 11]’)
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I
, dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2)
feit 1 C (gedachtestreepje 3)
hij
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of eldersin
Nederland en/ofItalië, tezamen en in vereniging met
een of meeranderen,
althans alleen, (telkens)opzettelijk
binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/ofheeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht en
/ofafgeleverd en
/ofverstrekt en
/ofvervoerd en
/of (in elk geval) (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad
, (een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder-(ongeveer) 10 kilogram cocaïne (in
of omstreeksde periode 22 juni 2020 tot en met 25 juli 2020, zaaksdossier 1 SkyECC; [account 3]-[account 1]/ [account 1]-[account 4])
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2)
feit 1 D (gedachtestreepje 4)
hij
op één of meer tijdstippen in of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of eldersin Nederland
en/of Italië, tezamen en in vereniging met een
of meerander
en,
althans alleen, (telkens)opzettelijk
binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht (al dan niet als bedoeld in artikel 1 lid 5 van de Opiumwet) en/ofheeft
bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/ofverkocht
en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerden
/of (in elk geval) (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(een) (grote) hoeveelhe(i)d(en) waaronder-(ongeveer) 5
of 7kilogram cocaïne (in
of omstreeksde periode 17 juni 2020 tot en met 24 juni 2020, zaaksdossier 1 SkyECC; [account 1]-[account 12])
in ieder geval (telkens) een (grote) hoeveelheid van een materiaal bevattende cocaïne,zijnde cocaïne een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst I,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (zaaksdossier 1, zaaksdossier 2)
feit 3hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeks de periode maart 2020 tot en met december 2020 te [woonplaats] en/of eldersin Nederland
en/of Italië, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, (telkens) opzettelijk binnen en/of buiten het grondgebied van Nederland heeft gebracht en/of heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt en/of verkocht en/of afgeleverd en/of verstrekt en/of vervoerd en/of (in elk geval) (telkens)opzettelijk aanwezig heeft gehad,
(een) (grote) hoeveelhe(id(en) waaronder-
in ofomstreeks
de periode2 april 2020
tot en met 18 mei 2020(ongeveer)
1 (één)kilogram,
althans een (grote) hoeveelheidhasj (zaaksdossier 2 Encrochat; ‘[account 2]-[account 6]’)
en/of-in of omstreeks de periode 4 juli 2020 tot en met 19 september 2020 (ongeveer) 100 kilogram, althans een (grote) hoeveelheid hennep/wiet(toppen) (zaaksdossier 1 SkyECC; [account 1]-[account 4]), in ieder geval (telkens) een (groot) aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep en/of (telkens) een (grote) hoeveelheid hasjiesj, in elk geval (telkens) een hoeveelheid van een gebruikelijk vast mengsel van hennephars en plantaardige elementen van hennep (hasjiesj) waaraan geen andere substanties zijn toegevoegd,zijnde
hennep en/ofhasjiesj (een) middel
(en)vermeld op de bij de Opiumwet behorende lijst II,
dan wel aangewezen krachtens artikel 3a, vijfde lid van die wet; (
zaaksdossier 1,zaaksdossier 2)
feit 4hij
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 6 maart 2020 tot en met 30 oktober 2023 te [woonplaats] en/of (elders) in Nederland, (telkens)
tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen,van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
in elk geval zich een of meermalen schuldig heeft gemaakt aan witwassen,immers heeft
/hebbenhij
verdachte en/of zijn mededader(s)(telkens)
een voorwerp, dan wel een of meervoorwerpen, te weten
een of meer(contante) geldbedragen van in totaal (ongeveer) 25.246 euro,
althans een of meer (grote) geldbedragen verworven en/ofvoorhanden gehad
en/of overgedragenen
/ofomgezet en
/ofdaarvan gebruik gemaakt, terwijl hij
, verdachte, en/of zijn mededader(s)(telkens) wist
(en), dat
dat/die voorwerp
(en
)- onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf;
feit 5‘[bedrijf]
op één of meer tijdstippenin
of omstreeksde periode van 20 april 2020 tot en met 2 augustus 2022 te [woonplaats] en/of (elders) in Nederland
, (telkens) tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, van het plegen van witwassen een gewoonte heeft gemaakt,
in elk geval zich een of meermalen schuldig heeft gemaakt aan witwassen,immers heeft
/hebben[bedrijf]
en/of haar medeverdachte(n) een of meergeldbedrag
(en
)tot een totaalbedrag van (ongeveer) 83.915 euro,
althans een of meer (grote) geldbedrag(en), verworven en
/ofvoorhanden gehad
en/of overgedragen en/of omgezet en/of daarvan gebruik gemaakt, terwijl [bedrijf]
en/of haar medeverdachte(n) (telkens)wist
(en)dat
dat/die voorwerp
(en
)geheel of gedeeltelijk - onmiddellijk of middellijk - afkomstig
was/waren uit enig misdrijf,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) hij, verdachte, (telkens) opdracht heeft gegeven, dan welaan welke bovenomschreven verboden gedraging
(en
)hij, verdachte, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1 A (gedachtestreepje 1):
de eendaadse samenloop van
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder A en B van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
feit 1 B (gedachtestreepje 2):
de eendaadse samenloop van
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
feit 1 C (gedachtestreepje 3):
de eendaadse samenloop van
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
feit 1 D (gedachtestreepje 4):
de eendaadse samenloop van
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder B van de Opiumwet gegeven verbod
en
medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met een in artikel 2 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
feit 3:
opzettelijk handelen in strijd met het in artikel 3 onder C van de Opiumwet gegeven verbod
feit 4:
gewoontewitwassen
feit 5:
feitelijke leidinggeven aan gewoontewitwassen, begaan door een rechtspersoon

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 9 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de rechtbank bij de strafoplegging rekening dient te houden met het feit dat verdachte een first offender is en dat er na 2022 geen strafbare feiten meer lijken te zijn gepleegd. De raadsman acht de strafeis bovenmatig.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het medeplegen van de uitvoer van, handel in en het aanwezig hebben van grote hoeveelheden cocaïne, het aanwezig hebben van één kilogram hasj en het gewoontewitwassen van grote contante geldbedragen, in privé en als feitelijke leidinggever bij zijn bedrijf [bedrijf] Verdachte heeft zich in georganiseerd verband op dagelijkse basis en structurele wijze bezig gehouden met (internationale) handel in cocaïne en softdrugs. De handel in verdovende middelen heeft een ontwrichtende invloed op de samenleving; niet alleen op het gebied van gezondheid en welzijn, maar ook op veiligheid en het financiële stelsel. Drugs zijn namelijk niet alleen schadelijk voor de gezondheid van de gebruikers ervan, maar gaat ook veelvuldig gepaard met diverse vormen van (zware) criminaliteit, met veel geweld, schade en overlast tot gevolg. In dit dossier zit bij de berichten ook een door verdachte verzonden foto van een vuurwapen. Veel liquidaties in het criminele circuit, zijn direct of indirect het gevolg van conflicten in de wereld van de drugshandel. Ook verdachte spreekt met een van zijn tegencontacten over het regelen van vier bewapende jongens ter beveiliging van het tegencontact. De rechtbank rekent het verdachte zwaar aan dat hij hieraan heeft bijgedragen. Met het witwassen van de grote contante geldbedragen heeft verdachte ten slotte bijgedragen aan het onttrekken van illegale opbrengsten aan het zicht van justitie, hetgeen inbreuk maakt op de integriteit van het financiële en economische verkeer.
De rechtbank heeft bij het bepalen van de straf gekeken naar straffen die voor de bewezenverklaarde feiten doorgaans worden opgelegd. De rechtbank heeft daarbij ook gekeken naar de oriëntatiepunten voor strafoplegging van het LOVS. Het oriëntatiepunt voor het uitvoeren van 4-5 kilogram cocaïne in georganiseerd verband is 42-45 maanden en voor 5-6 kilogram cocaïne 45-48 maanden. Voor het verkopen/vervoeren van 9-10 kilogram cocaïne in georganiseerd verband geldt een oriëntatiepunt van 48 maanden en voor 10-20 kilogram 50 maanden. Voor het verkopen van 4-5 kilogram cocaïne in georganiseerd verband geldt een oriëntatiepunt van 28 maanden en 34 maanden bij 5-6 kilogram. Voor het aanwezig hebben van 1 kilogram cocaïne geldt een oriëntatiepunt van 4/5 maanden.
Gelet op de hoeveelheid verdovende middelen die verdachte in georganiseerd verband heeft uitgevoerd en verhandeld en de hoogte van het bedrag dat door verdachte in privé en als feitelijke leidinggever is witgewassen, is een forse onvoorwaardelijke gevangenisstraf dus op zijn plaats. De rechtbank zal, alles overwegende, een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 6 jaren, met aftrek van de tijd die verdachte in voorarrest heeft doorgebracht. Deze straf is lager dan de strafeis van de officier van justitie nu de rechtbank tot een andere bewezenverklaring komt dan de officier van justitie.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

Beoordeling door de rechtbank
De rechtbank overweegt dat de officier van justitie heeft verzocht om geen beslissing omtrent het beslag te nemen ten aanzien van de zwarte Apple telefoon, aangegeven als nummer 5 van de beslaglijst. De rechtbank is van oordeel dat zij op grond van artikel 353 Sv dient te beslissen op het beslag en geen beslag kan laten rusten.
De rechtbank zal de zwarte Apple telefoon (nummer 5 op de beslaglijst) en de groene Apple telefoon (nummer 6 op de beslaglijst) verbeurd verklaren omdat zij tot het begaan van het misdrijf zijn bestemd. Beide telefoons zijn in de veiligheidsfouillering bij verdachte aangetroffen. Uit dit vonnis blijkt dat verdachte op grootschalige wijze via zijn telefoons actief was in de handel in drugs.
De rechtbank zal, zoals de officier van justitie heeft verzocht, de teruggave aan verdachte gelasten van de in de woning aangetroffen zwarte Samsung telefoon (nummer 2 op de beslaglijst), de grijze Apple telefoon (nummer 3 op de beslaglijst) en de goudkleurige Apple telefoon (nummer 4 op de beslaglijst), omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen:
- 33, 33 a, 47, 51, 55, 57 en 420ter van het Wetboek van Strafrecht;
- 2, 3, 10 en 11 van de Opiumwet.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van het onder feit 2 ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte de overige ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
6 (zes) jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
 verklaart verbeurd de zwarte Apple telefoon (nummer 5 op de beslaglijst) en de groene Apple telefoon (nummer 6 op de beslaglijst);
 gelast de teruggave van de zwarte Samsung telefoon (nummer 2 op de beslaglijst), de grijze Apple telefoon (nummer 3 op de beslaglijst) en de goudkleurige Apple telefoon (nummer 4 op de beslaglijst) aan verdachte.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.W. van Kasbergen (voorzitter), mr. J.M. Graat en
mr. L.M. Vogel, rechters, in tegenwoordigheid van mr. V. Buscop, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 11 november 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer ON4R022110, gesloten op 12 februari 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen, p. 38-56.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 58-76.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 77-117.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 528-529.
6.Proces-verbaal van bevindingen, p. 533.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 538-539.
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 538-539.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 632-634.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 642.
11.Proces-verbaal van bevindingen, p. 655-656, 658-659.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 670-671.
13.Proces-verbaal van bevindingen, p. 681.
14.Proces-verbaal van bevindingen, p. 685.
15.Proces-verbaal van bevindingen, p. 685-686, 688-689.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 695.
17.Proces-verbaal van bevindingen, p. 711-712, 715-717, 720.
18.Proces-verbaal van bevindingen, p. 644.
19.Proces-verbaal van bevindingen, p. 119.
20.Proces-verbaal van bevindingen, p. 275-276.
21.Proces-verbaal van bevindingen, p. 283-284.
22.Proces-verbaal van bevindingen, p. 285-286.
23.Proces-verbaal van bevindingen, p. 292-293.
24.Proces-verbaal van bevindingen, p. 293-296.
25.Proces-verbaal van bevindingen, p. 297-298.
26.Proces-verbaal van bevindingen, p. 310.
27.Proces-verbaal van bevindingen, p. 319.
28.Proces-verbaal van bevindingen, p. 325-326.
29.Proces-verbaal van bevindingen, p. 329-330.
30.Proces-verbaal van bevindingen, p. 331-332.
31.Proces-verbaal van bevindingen, p. 358.
32.Proces-verbaal van bevindingen, p. 369-370 en 372.
33.Proces-verbaal van bevindingen, p. 372 en 374.
34.Proces-verbaal van bevindingen, p. 374.
35.Proces-verbaal van bevindingen, p. 441.
36.Proces-verbaal van bevindingen, p. 447.
37.Proces-verbaal van bevindingen, p. 447-448.
38.Proces-verbaal van bevindingen, p. 448-450.
39.Proces-verbaal van bevindingen, p. 451.
40.Proces-verbaal van bevindingen, p. 540 e.v.
41.Proces-verbaal van bevindingen, p. 548-550.
42.Aanvullend proces-verbaal van bevindingen van 2 oktober 2025, p. 5.
43.Proces-verbaal van bevindingen, p. 552-553.
44.Proces-verbaal van bevindingen inzake analyse bankrekeningen [verdachte] en [bedrijf], p. 785-786.
45.Proces-verbaal van bevindingen inzake analyse bankrekeningen [verdachte] en [bedrijf], p. 786-789.
46.Proces-verbaal van bevindingen inzake analyse bankrekeningen [verdachte] en [bedrijf], p. 789-791.
47.Proces-verbaal van bevindingen p. 796-798.
48.De verklaring van verdachte ter terechtzitting van 7 oktober 2025.
49.Proces-verbaal zaaksdossier witwassen, p. 779-780.