Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
2.De feiten
“ [naam 2] ”had geplaatst en die in de ogen van het bestuur de vereniging in een kwaad daglicht probeerden te zetten.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 29 januari 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, lid van een kleiduivenschietvereniging, en de vereniging zelf. De eiser, die sinds 2008 lid was, heeft zijn lidmaatschap aangevochten na een schorsing en royement door de vereniging. De vereniging heeft het lidmaatschap van de eiser op 1 augustus 2023 opgezegd, met als reden dat er gedurende 12 jaar herhaaldelijk incidenten hebben plaatsgevonden waarbij de eiser zich niet heeft gedragen zoals van een goed lid verwacht mag worden. De eiser heeft bezwaar gemaakt tegen deze opzegging en de Commissie van Beroep van de vereniging heeft op 2 november 2023 besloten dat de opzegging gerechtvaardigd was, maar dat deze niet met onmiddellijke ingang mocht ingaan. De eiser heeft de rechtbank verzocht om de besluiten van de vereniging en de Commissie nietig te verklaren of te vernietigen, stellende dat de besluiten niet in redelijkheid genomen konden zijn. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de besluiten van de vereniging en de Commissie wel degelijk als rechtsgeldig kunnen worden aangemerkt. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vereniging voldoende redenen had om het lidmaatschap van de eiser op te zeggen, gezien de herhaalde incidenten en de negatieve impact daarvan op de vereniging. De vorderingen van de eiser zijn afgewezen en hij is veroordeeld in de proceskosten.