Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
- met kracht en/of met gebalde vuist in/op/tegen de oog en/of het gezicht, althans het hoofd te slaan en/of te stompen, waardoor die [benadeelde] (met het hoofd tegen/op de grond) ten val is gekomen en/of (vervolgens)
- een of meerdere malen, terwijl die [benadeelde] op de grond lag, met kracht en/of geschoeide voet op/tegen de (onder)been te schoppen en/of te trappen;
- met kracht en/of met gebalde vuist in/op/tegen de oog en/of het gezicht, althans het hoofd van voornoemde [benadeelde] heeft geslagen en/of gestompt, waardoor die [benadeelde] (met het hoofd op/tegen de grond) ten val is gekomen en/of
(vervolgens)
- een of meerdere malen, terwijl die [benadeelde] op de grond lag, met kracht en/of geschoeide voet op/tegen de (onder)been van die [benadeelde] heeft geschopt of getrapt,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
- met kracht en/of met gebalde vuist in/op/tegen de oog en/of het gezicht, althans het hoofd te slaan en/of te stompen, waardoor die [benadeelde] (met het hoofd tegen/op de grond) ten val is gekomen en/of (vervolgens)
- een of meerdere malen, terwijl die [benadeelde] op de grond lag, met kracht en/of geschoeide voet op/tegen de (onder)been te schoppen en/of te trappen,
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken scheen- en kuitbeen (die operatief hersteld moest worden) ten gevolge heeft gehad.
de rechtbank begrijpt: aangever [benadeelde] en diens vriend [vriend van benadeelde] ). [getuige 1] is erbij gaan staan en raakte in gesprek met één van de mannen (man 1). Hij zag dat er een conflict ontstond tussen verdachte en de andere man (man 2). Man 2 ging dicht op verdachte staan en verdachte gaf de man een duw. Daarna probeerde man 2 uit te halen naar verdachte, die de slag ontweek en reageerde met een harde rechter vuistslag. Verdachte raakte man 2 met kracht op zijn linker kaak en de man viel gelijk achterover op de grond. [getuige 1] zag vervolgens dat verdachte man 2 een trap gaf. Dit was een lompe trap met kracht. Man 2 bleef liggen. [4]
3.De bewezenverklaring
of omstreeks14 april 2024 te [plaats 1] , aan [benadeelde] , opzettelijk, zwaar lichamelijk letsel, te weten een gebroken scheen- en kuitbeen (die operatief hersteld moest worden), heeft toegebracht door die [benadeelde] :
- met kracht en
/ofmet gebalde vuist
in/op/tegen
de oog en/ofhet gezicht
, althans het hoofd te slaan en/ofte stompen, waardoor die [benadeelde]
(met het hoofd
tegen/op de grond
)ten val is gekomen en
/of (vervolgens
)- een
maalof meerdere malen, terwijl die [benadeelde] op de grond lag, met kracht en
/ofgeschoeide voet op/tegen
dehet(onder)been
te schoppen en/ofte trappen.
4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van het feit
6.De strafbaarheid van de verdachte
7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel
8.De beoordeling van de civiele vordering
€ 21.123,37 moeten worden toegewezen. Ten aanzien van de toekomstige schade heeft de benadeelde partij verzocht de vordering niet-ontvankelijk te verklaren. Verder is om vermeerdering met de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
9.De toegepaste wettelijke bepalingen
10.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
4 maanden;
- bepaalt dat deze gevangenisstraf
- stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
- stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
- verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
taakstraf van 200 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 100 dagen;
- veroordeelt verdachte in verband met het feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [benadeelde] van € 6.123,32 aan materiële schade en € 15.000,00 aan smartengeld, ten aanzien van het bedrag van € 6.123,32 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 30 december 20204 en ten aanzien van het bedrag van € 15.000,00 vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 14 april 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
- veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
- legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [benadeelde] , een bedrag te betalen van € 21.123,37 aan materiële schade/smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente over een bedrag van € 6.123,37 vanaf 30 december 2024 en over een bedrag van € 15.000,00 vanaf 14 april 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 140 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
- bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.