ECLI:NL:RBGEL:2025:9368
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Einduitspraak na tussenuitspraak over arbeidsongeschiktheid van eiseres en herstel van geconstateerd gebrek door UWV
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 6 november 2025 uitspraak gedaan in het beroep van eiseres tegen de vaststelling van haar arbeidsongeschiktheid door het UWV. Eiseres had eerder beroep ingesteld tegen een besluit van het UWV waarin haar arbeidsongeschiktheidsklasse was vastgesteld op 45 tot 55%. De rechtbank had op 15 juli 2025 een tussenuitspraak gedaan, waarin werd vastgesteld dat het UWV een gebrek had in de beoordeling van eiseres' arbeidsongeschiktheid, omdat er geen arbeidsdeskundig onderzoek was uitgevoerd. Het UWV kreeg de kans om dit gebrek te herstellen en heeft op 4 september 2025 een gewijzigde beslissing op bezwaar genomen, waarin de arbeidsongeschiktheidsklasse van eiseres werd vastgesteld op 65 tot 80% per 15 juni 2021.
De rechtbank heeft in de einduitspraak geoordeeld dat het UWV het geconstateerde gebrek voldoende heeft hersteld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de arbeidsdeskundige een gedegen onderzoek heeft uitgevoerd en dat de geduide functies passend zijn bij de belastbaarheid van eiseres. Eiseres heeft echter betoogd dat er sprake is van toegenomen beperkingen, maar de rechtbank heeft geoordeeld dat het medisch onderzoek door het UWV zorgvuldig is geweest en dat de beperkingen correct zijn vastgelegd.
De rechtbank heeft het beroep tegen het bestreden besluit I niet-ontvankelijk verklaard, omdat eiseres geen belang meer had bij de beoordeling daarvan. Het beroep tegen het bestreden besluit II is ongegrond verklaard. De rechtbank heeft bepaald dat het UWV het griffierecht en de proceskosten van eiseres moet vergoeden, maar heeft het verzoek om schadevergoeding afgewezen, omdat eiseres niet heeft aangetoond dat zij schade heeft geleden.