Uitspraak
1.De inhoud van de tenlastelegging
terwijl verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen scooter onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking.
2.Voorvragen
meerdere scootersterwijl het dossier ziet op niet meer dan drie scooters. De rechtbank is van oordeel dat onduidelijk is gebleven waarom
meerdere scootersin feit 3 worden genoemd naast de tenlasteleggingen van feit 1 en 2. De tenlastelegging had op dit punt preciezer moeten zijn om te kunnen voldoen aan de eis van artikel 261 Sv. De rechtbank zal daarom het deel van feit 3 dat ziet op
meerdere scootersnietig verklaren en de dagvaarding voor het overige in stand laten.
3.Overwegingen ten aanzien van het bewijs
4.De bewezenverklaring
of omstreeks9 mei 2024 te Arnhem
tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen,een scooter (kenteken [kenteken] ),
in elk geval enig goed, dat/die geheel
of ten deleaan [slachtoffer 1] ,
in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of zijn mededader(s)toebehoorde
(n)heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen,
terwijl verdachte
en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen scooter onder zijn
/hunbereik heeft
/hebbengebracht door middel van braak
en/of verbreking;
of omstreeksde periode van 24 mei 2024 tot en met 27 mei 2024 te Arnhem,
althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,een scooter
, althans een goed heeft verworven,voorhanden heeft gehad
en/of heeft overgedragen, terwijl hij
en zijn mededader(s)ten tijde van
de verwerving ofhet voorhanden krijgen van dit goed wist
(en), althans redelijkerwijs had(den) moeten vermoedendat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
5.De kwalificatie van het bewezenverklaarde
6.De strafbaarheid van de feiten
7.De strafbaarheid van de verdachte
8.De overwegingen ten aanzien van de straf
9.De beoordeling van de civiele vordering
10.De toegepaste wettelijke bepalingen
11.De beslissing
taakstraf, te weten een
werkstraf van 40 uren, met bevel dat als deze straf niet naar behoren wordt verricht
vervangende jeugddetentiezal worden toegepast voor de duur van
20 dagen;