Uitspraak
1.Het verloop van de procedure
2.De beoordeling
3.De beslissing
mr. M. Cox-Weber als griffier en in het openbaar uitgesproken op 13 januari 2025.
Rechtbank Gelderland
In deze zaak heeft de rechtbank Gelderland op 13 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot herstel van een eerdere beschikking betreffende partneralimentatie. De vrouw had verzocht om de beschikking van 25 november 2024 te herstellen, omdat zij meende dat er een kennelijke fout was gemaakt. Volgens haar was de partneralimentatie niet aftrekbaar zolang partijen nog op hetzelfde adres stonden ingeschreven en niet duurzaam gescheiden leefden. De man daarentegen stelde dat de alimentatie wel aftrekbaar was, omdat zij niet samenwoonden en geen gezamenlijke huishouding voerden.
De rechtbank heeft de procedure beoordeeld aan de hand van artikel 31 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat de mogelijkheid biedt om kennelijke fouten in beschikkingen te herstellen. De rechtbank oordeelde dat het verzoek tot herstel niet kon worden toegewezen, omdat het niet ging om een kennelijke fout, maar om de interpretatie van de term 'duurzaam gescheiden' door de Belastingdienst. De rechtbank concludeerde dat de feitelijke situatie van de partijen, waarbij de man elders woont, voldoende was om te concluderen dat aan de voorwaarden voor duurzame gescheidenheid was voldaan.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot herstel afgewezen, omdat er geen sprake was van een fout in de eerdere beschikking. De beslissing werd genomen door rechter T. Hermans, in aanwezigheid van griffier M. Cox-Weber, en werd openbaar uitgesproken op 13 januari 2025.