ECLI:NL:RBGEL:2025:9151

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 september 2025
Publicatiedatum
29 oktober 2025
Zaaknummer
05/740409-17
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van terbeschikkingstelling van betrokkene na eerdere veroordeling voor ontucht

Op 12 september 2025 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, uitspraak gedaan in de zaak van de terbeschikkingstelling van betrokkene, die eerder op 17 april 2018 was veroordeeld tot terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De maatregel was voor het laatst verlengd op 29 september 2023. De officier van justitie heeft op 31 juli 2025 gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen. Tijdens de zitting zijn verschillende deskundigen gehoord, waaronder psychiater I. Maksimovic en psycholoog G.M. Jansen, die beiden adviseerden tot verlenging van de maatregel. De rechtbank heeft vastgesteld dat betrokkene lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis en andere stoornissen, en dat de risico's voor recidive nog steeds aanwezig zijn. Ondanks positieve stappen in de behandeling, zoals deelname aan therapieën en verbetering in gedrag, is de kans op herhaling bij beëindiging van de terbeschikkingstelling groot. De rechtbank heeft daarom besloten de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, om de veiligheid van anderen te waarborgen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05-740409-17
Datum uitspraak: 12 september 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10 van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[naam betrokkene] hierna: betrokkene.

Geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] .
Verblijvende in de [naam kliniek] , hierna: de kliniek.
Raadsvrouw: mr. J.J. Serrarens, advocaat te Beek (Lb).

Procedure

Betrokkene is op 17 april 2018 bij vonnis van de rechtbank Gelderland, locatie Arnhem veroordeeld tot (onder meer) terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Deze maatregel is ingegaan op 10 september 2021 en het laatst verlengd bij beslissing van 29 september 2023.
Bij vordering van 31 juli 2025, bij de griffie van deze rechtbank ingekomen op dezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van twee jaren.
De rechtbank heeft verder kennis genomen van de volgende processtukken:
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen;
  • het advies van psychiater I. Maksimovic, van 17 april 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • het advies van psycholoog G.M. Jansen, van 6 juni 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren;
  • het adviesrapport van de kliniek van 24 juni 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met twee jaren.
Ter zitting van 12 september 2025 zijn gehoord:
  • betrokkene;
  • zijn raadsvrouw;
  • de deskundige mevrouw J.P.M. van Casteren, GZ-psycholoog en behandelcoördinator;
  • de officier van justitie, mr. A.C. Waterman.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting de vordering toegelicht en daarin volhard. Meer in het bijzonder heeft de officier van justitie aangevoerd dat aan de eisen voor verlenging is voldaan. De stoornissen zijn nog aanwezig. Een verlenging van twee jaren is nodig om de noodzakelijke stappen te zetten.
De raadsvrouw van betrokkene heeft zich niet verzet tegen verlenging van de terbeschikkingstelling met twee jaar.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege het meermalen plegen van ontucht met
iemand die de leeftijd van twaalf jaren, maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt en het meermalen plegen van ontucht met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige. De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling is opgelegd in verband met een veroordeling voor een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De maatregel is dus niet gemaximeerd.
Stoornis
Uit het rapport van de psychiater blijkt dat betrokkene lijdt aan een antisociale persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, een ongespecificeerde parafiele stoornis en een stoornis in het gebruik van cocaïne (in langdurige remissie in gereguleerde omstandigheden) en cannabis (in vroege remissie in een gereguleerde omgeving). De stoornissen zijn nog altijd aanwezig.
Verloop van de maatregel
Betrokkene verblijft in de behandelkliniek van de [naam kliniek] . Sinds februari 2025 verblijft hij op een intramurale resocialisatieafdeling voor patiënten met persoonlijkheidsproblematiek. Het lukt betrokkene inmiddels om langere periodes abstinent van middelen te blijven, met sporadisch een uitglijder in softdrugsgebruik. Betrokkene volgt al enige tijd schematherapie in combinatie met vaktherapie. Over het algemeen kan gesteld worden dat hij zich positief inzet voor zijn therapie. Tijdens de verschillende therapieën wordt gezien dat betrokkene hard werkt aan zijn behandeling. De indruk is dat betrokkene wil begrijpen wat hij gedaan heeft, waarbij hij over allerlei zaken (indexdelicten, zucht en crimineel verleden) openheid geeft. Er is sprake van contactgroei in de therapieën, waarbij betrokkene therapeuten ook opzoekt als hij het moeilijk heeft. Op zijn werkplek stelt betrokkene zich betrouwbaar op, hij communiceert goed en is gemakkelijker op zijn gedrag aan te spreken dan in de beginperiode.
Recidivegevaar
Binnen het huidige tbs-kader worden risicofactoren voldoende ingekaderd en gecontroleerd om recidive te voorkomen. Bij beëindiging van het dwangkader ontbreekt op dit moment nog elke inbedding in de maatschappij. Zo beschikt betrokkene nog over onvoldoende adequate (coping)vaardigheden, waardoor hij naar verwachting zal terugvallen in oude gedragspatronen, middelengebruik, antisociaal gedrag en fysieke agressie. Indien betrokkene zich bevindt in vergelijkbare omstandigheden als ten tijde van de indexdelicten, bestaat de kans dat hij opnieuw tot (ernstig) seksueel grensoverschrijdend gedrag zal kunnen komen.
De rechtbank is van oordeel dat op grond hiervan de kans op herhaling bij onmiddellijke beëindiging van de terbeschikkingstelling onverminderd groot is.
Conclusie
Het resocialisatietraject van betrokkene is nog in volle gang. Betrokkene maakt duidelijk positieve stappen in zijn behandeling. De rechtbank ziet dit als een positieve lijn en hoopt dat betrokkene dit vast weet te houden. In de komende periode zal onbegeleid verlof worden aangevraagd en worden opgebouwd. De inschatting is dat betrokkene nog in ieder geval anderhalf jaar op de huidige afdeling zal verblijven, alvorens een volgende stap kan worden beoordeeld: zelfstandig wonen met ambulante begeleiding. De rechtbank is van oordeel dat aannemelijk is geworden dat dit traject in elk geval twee jaren in beslag zal nemen. Het recidiverisico wordt, bij het wegvallen van begeleiding en structuur, als hoog ingeschat.
Op grond van het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging van de maatregel vereist. De rechtbank zal de terbeschikkingstelling daarom met twee jaren verlengen.

De beslissing

De rechtbank:
verlengtde termijn van de terbeschikkingstelling van [naam betrokkene] met
twee jaren.
Deze beslissing is gegeven door mr. P. Verkroost, als voorzitter, mr. M.E. Snijders en mr. I. de Bruin, als rechters in tegenwoordigheid van mr. S. Trap en S.M.W. Schaminée, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 september 2025.
Mr. De Bruin is buiten staat deze beslissing mede te ondertekenen.