ECLI:NL:RBGEL:2025:9048

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 oktober 2025
Publicatiedatum
28 oktober 2025
Zaaknummer
502791824
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een partner voor doodslag en het wegmaken van een lichaam na de verdwijning van Yildiz Kayali

Op 29 oktober 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 60-jarige man uit Zevenaar, die werd beschuldigd van het opzettelijk om het leven brengen van zijn levenspartner, Yildiz Kayali, en het wegmaken van haar lichaam. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte, na de vermissing van Kayali op 29 december 2023, betrokken was bij het versturen van afscheidsberichten die leken te suggereren dat zij vrijwillig was vertrokken. De rechtbank concludeerde dat er geen bewijs was voor een natuurlijk overlijden, een ongeval of zelfdoding, en dat de verdachte de laatste persoon was die Kayali levend had gezien. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan doodslag, maar niet aan moord, omdat er onvoldoende bewijs was voor voorbedachte raad. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 jaar, met aftrek van het voorarrest, en moest schadevergoeding betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het leed dat de verdachte had veroorzaakt voor de familie van Kayali, die nog steeds in onzekerheid verkeert over haar lot.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/027918-24
Datum uitspraak : 29 oktober 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[Verdachte],
geboren op [Geboortedatum] in [Geboorteplaats] ),
ingeschreven aan de [Adres] ,
op dit moment gedetineerd in de [Detentie adres] .
Raadslieden: mr. P.W. Szymkowiak en mr. N.C.M.L. Bloebaum, advocaten te Maastricht.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1
hij in of omstreeks de periode van 29 december 2023 tot en met 5 januari 2024 te
[Plaats] en/of elders in Nederland, [Slachtoffer] (zijn levenspartner) opzettelijk en al
dan niet met voorbedachten rade van het leven heeft beroofd, door op die [Slachtoffer]
een of meer vorm(en) van geweld en/of een of meer geweldshandeling(en) toe te
passen/uit te oefenen, ten gevolge waarvan voornoemde persoon is overleden.
2
hij in of omstreeks de periode van 29 december 2023 tot op heden, in elk geval in de
periode van 29 december 2023 tot en met 5 januari 2024, te [Plaats] en/of elders in
Nederland, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een lijk, te weten: het stoffelijk overschot van [Slachtoffer] (zijn levenspartner)
heeft verborgen, weggevoerd en/of weggemaakt, met het oogmerk om het feit of de
oorzaak van het overlijden te verhelen,
door met dat oogmerk het lichaam van die [Slachtoffer] te verplaatsen naar en/of te
plaatsen/verbergen naar/op een voor derden onbekend gebleven plaats.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft ten aanzien van feit 1 vrijspraak van de impliciet primair ten laste gelegde moord gevorderd en heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan doodslag. Ten aanzien van feit 2 heeft de officier van justitie gevorderd dat het tenlastegelegde bewezen wordt verklaard, met uitzondering van het bestanddeel medeplegen.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft vrijspraak van het onder 1 en 2 ten laste gelegde bepleit. Hiertoe is – kort gezegd – gewezen op aanwijzingen die duiden op een (on)vrijwillig vertrek van [Slachtoffer] , zonder betrokkenheid van verdachte. Daarnaast bevat het dossier onvoldoende aanknopingspunten dat [Slachtoffer] daadwerkelijk is overleden.
Indien de rechtbank wel uitgaat van een misdrijfscenario én betrokkenheid van verdachte daarbij, is aangevoerd dat op basis van het dossier niet kan worden vastgesteld op welke wijze [Slachtoffer] is overleden. Daartoe is aangevoerd dat de sporen niet wijzen op een geweldsmisdrijf. Ook over de auteurschapsanalyse zijn de nodige opmerkingen gemaakt.
Mocht de rechtbank desondanks tot een veroordeling komen, dan is het voorwaardelijk verzoek gedaan om de verdediging in de gelegenheid te stellen [Mogelijke getuige 1] , [Mogelijke getuige 2] , [Mogelijke getuige 3] , [Mogelijke getuige 4] en [Mogelijke getuige 5] als getuigen te ondervragen.
Beoordeling door de rechtbank
Op 5 januari 2024 werd [Slachtoffer] door haar werkgever als vermist opgegeven, omdat zij de afgelopen week niet op haar werk was verschenen en telefonisch niet te bereiken was. [2]
De politie is naar aanleiding van deze vermissing een onderzoek gestart. Tijdens dat onderzoek bleek dat na 29 december 2023 niets meer van [Slachtoffer] was vernomen. [Verdachte] , de partner van [Slachtoffer] (later als verdachte aangemerkt), en de zoon van [Slachtoffer] ontvingen op 29 december 2023 apart van elkaar berichten van een onbekend telefoonnummer. Dit waren berichten (in naam) van [Slachtoffer] en hadden de strekking dat zij met haar nieuwe liefde naar het buitenland was vertrokken. Sindsdien ontbreekt ieder spoor van [Slachtoffer] . Ondanks de vele inspanningen van de politie in binnen- en buitenland heeft het onderzoek tot op heden niet geleid tot het vinden van [Slachtoffer] of haar lichaam.
[Verdachte] , die sinds 15 februari 2024 vast zit, ontkent enige betrokkenheid bij de verdwijning van [Slachtoffer] te hebben gehad.
Er is dus sprake van verdenking van - onder andere - een levensdelict terwijl er geen lichaam is gevonden. In die bijzondere aard van deze zaak ziet de rechtbank aanleiding om de bewijs-overwegingen als volgt in te delen:
2.1
Vrijwillig vertrek?
2.1.1
Afscheidsberichten in scène gezet?
2.2
Wijze van overlijden
2.3
Betrokkenheid verdachte
2.3.1
Afscheidsberichten
2.3.2
Simkaartwisselingen
2.3.3
Gedrag verdachte
2.3.4
Wisselende en tegenstrijdige verklaringen
2.3.5
Conclusie
2.3.6
Alternatieve scenario’s
2.4
Welke strafbare feiten levert dit op
2.1
Vrijwillig vertrek?
De eerste vraag die de rechtbank dient te beantwoorden is of er aanwijzingen zijn voor een vrijwillig vertrek van [Slachtoffer] . De rechtbank gaat daarbij uit van de volgende feiten en omstandigheden.
[Verdachte] en [Slachtoffer] hebben sinds 2017 een relatie en woonden samen aan [adres] . [3] [Getuige 1] en buurtbewoners, de getuigen [Getuige 2] , [Getuige 3] en [Getuige 4] , meldden dat [Verdachte] en [Slachtoffer] veel ruzie hadden. [4] Getuigen [Getuige 5] , [Getuige 1] en [Getuige 6] meldden dat [Slachtoffer] [Verdachte] wilde verlaten. [5] [Slachtoffer] heeft in september en oktober 2023 18 keer gereageerd op het aanbod van woningen via Entree. [6] [Slachtoffer] maakte veel gebruik van haar telefoon, zij was altijd aan het bellen. [7]
Op 29 december 2023 werkte [Slachtoffer] van 06:00 tot 08:30 uur bij [werk slachtoffer] in [Plaats] . Vanaf 09:49 uur wordt de telefoon van [Slachtoffer] (Samsung S10) weer geregistreerd op het IP-adres van de woning aan [adres] . Om 11:41 uur en 11:43 uur belt [Slachtoffer] vanuit de woning met haar twee werkgevers om te vragen of zij die week en de week erop extra kan werken. [8] Rond het middaguur (11:58 uur Nederlandse tijd) belt [Slachtoffer] nog met haar oudste dochter in Turkije, [Getuige 5] , met wie zij dagelijks contact had. [9] Nadien zijn er tot 19:48 uur geen historische verkeersgegevens zichtbaar van het nummer [Telefoonnummer] dat in gebruik is bij [Slachtoffer] . [10] Ook zijn er geen actieve handelingen op het toestel van [Verdachte] (Samsung A58) tussen 12:28 uur en 19:40 uur. [11] De telefoon van [Slachtoffer] wordt via het Google-account ( [e-mail adres] ) wel op verschillende momenten tussen 29 december 2023 13:24 uur en 30 december 2023 11:18 uur op het IP-adres van de woning geregistreerd. Daarna laat deze telefoon geen enkele activiteit meer zien. [12]
Het TikTok-account van [Slachtoffer] ( [Tiktok-account] ) is voor het laatst actief op 29 december 2023 vroeg in de ochtend om 5:56 uur. [13] Haar Facebook en Instagram account zijn na 29 december 2023 niet meer actief. [14] Ook haar e-mail wordt vanaf 29 december 2023 niet meer gelezen. [15]
Vanaf 29 december 2023 is geen enkele actieve handeling meer te zien op haar bankrekening. [16] [Slachtoffer] onderhield haar kinderen in Turkije financieel en maakte hiervoor elke maand een geldbedrag over. [17] De laatste betaling is van 9 december 2023. [18]
[Verdachte] heeft over die dag (29 december 2023) en de verdwijning van [Slachtoffer] meerdere verklaringen afgelegd. Een belangrijk punt daarbij is dat [Slachtoffer] volgens hem om 13:30 uur met haar telefoon zou zijn vertrokken naar haar werk. De rechtbank zal verderop in het vonnis uitvoeriger ingaan op de (geloofwaardigheid) van de verklaringen die door [Verdachte] in dit verband zijn afgelegd.
Uit het voorgaande leidt de rechtbank in ieder geval af dat alle gebruikelijke contacten en (online) activiteiten van [Slachtoffer] rond het middaguur op 29 december 2023 abrupt zijn gestopt. Dit terwijl zij, zoals blijkt uit het dossier, bij wijze van spreken onlosmakelijk verbonden was met haar telefoon en haar kinderen in Turkije. Ook de maandelijkse financiële steun aan hen stopt ineens. Dat [Slachtoffer] niet meer op haar werk verschijnt, is verder opmerkelijk, nu zij nota bene kort voor haar verdwijning haar werkgevers nog heeft verzocht om die week en de week erop extra uren te mogen werken. Verder volgt uit de historische verkeersgegevens dat de telefoon van [Slachtoffer] de woning niet heeft verlaten op 29 (en 30) december 2023. Ook dat duidt niet op een vrijwillig vertrek. Bovendien rijmt dat niet met de verklaring van [Verdachte] dat [Slachtoffer] ’s middags met haar telefoon wegging. Voor de verklaring van [Verdachte] dat [Slachtoffer] die middag naar haar werk is gegaan, is bovendien geen enkele bevestiging gevonden. [Slachtoffer] hoefde die middag niet te werken.
2.1.1
Afscheidsberichten in scène gezet?
De enige concrete aanwijzing voor het scenario dat [Slachtoffer] vrijwillig zou zijn vertrokken, zijn de afscheidsberichten die aan [Verdachte] en aan de zoon van [Slachtoffer] ( [Getuige 1] ) zijn verstuurd. De Turkse berichten zijn ten behoeve van het onderzoek door een beëdigd tolk naar het Nederlands vertaald. [19] De rechtbank overweegt over de inhoud van die berichten het volgende.
Op 29 december 2023 om 22:00 en 22:03 uur ontving [Verdachte] twee afscheidsberichten van het telefoonnummer [Telefoonnummer] . Deze berichten hadden de strekking dat [Slachtoffer] met haar nieuwe liefde naar Tunesië was vertrokken (“
wanneer je dit leest zit ik al in het vliegtuig”). [20] [Verdachte] heeft verklaard dat dit voor hem een onbekend telefoonnummer was. [Getuige 1] (de zoon van [Slachtoffer] ) ontving van hetzelfde nummer een afscheidsbericht om 22:32 uur. In dit bericht - gericht aan de kinderen - staat dat [Slachtoffer] vrijwillig is vertrokken naar Engeland (“
we gaan nu naar Engeland”). [21] De politie heeft onderzoek gedaan naar een mogelijk vertrek naar het buitenland. Er zijn geen aanwijzingen dat [Slachtoffer] per vliegtuig Nederland heeft verlaten. [22] In het Verenigd Koninkrijk is [Slachtoffer] niet bekend als in- of uitreizend. [23] Ook in Tunesië staat zij niet geregistreerd als iemand die daar de grens heeft gepasseerd. [24]
Als reden voor het vertrek wordt in de berichten genoemd dat het haar ( [Slachtoffer] ) niet is gelukt om haar kinderen naar Nederland te halen. Dat zou volgens de berichten in Engeland (bericht verzonden aan [Getuige 1] ) of Tunesië (bericht verzonden aan [Verdachte] ) wel moeten lukken.
Uit navraag bij de advocaat van [Slachtoffer] in de IND-procedure voor de kinderen volgt dat de IND voor beide dochters genegen was tot een positieve uitspraak. De aanvraag voor haar zoon was op 19 december 2023 afgewezen, maar op 22 december 2023 is na telefonisch overleg met [Slachtoffer] besloten om hiertegen een bezwaarprocedure te starten. [25]
Verder is de auto van [Slachtoffer] bij de woning in [Plaats] achtergebleven. [26] En is het Nederlandse paspoort van [Slachtoffer] tijdens een huiszoeking aangetroffen in die woning onder het matras van een bed. [27]
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat de afscheidsberichten zijn verstuurd vanaf een ander nummer dan het gebruikelijke nummer van [Slachtoffer] . Dit is opvallend, omdat in het scenario van een vrijwillig vertrek niet valt in te zien waarom degene die deze berichten stuurt, dit vanaf een ander nummer dan het eigen telefoonnummer zou doen. Daar komt bij dat de inhoud van de berichten, zoals het vertrek naar Engeland, dan wel Tunesië met vliegtuig, niet wordt bevestigd door vlucht- en/of reisgegevens op naam van [Slachtoffer] . Ook de reden die wordt gegeven voor het vertrek, strookt niet met de werkelijke status van de aanvragen machtiging voorlopig verblijf voor de kinderen. Van een definitieve afwijzing was immers geen sprake en kort voor haar verdwijning werd besloten tot het nemen van concrete vervolgstappen. Daar komt bij dat het Nederlandse paspoort van [Slachtoffer] thuis is achtergebleven, alsook veel van haar spullen, zoals kleding en haar auto. In het scenario van een vrijwillig vertrek is het niet zonder meer aannemelijk dat zij zonder (een deel van) deze spullen zou vertrekken.
Al deze opmerkelijkheden duiden niet op een vrijwillig vertrek. Daar komt bij dat er in het dossier aanwijzingen zijn die aannemelijk maken dat [Slachtoffer] ook niet degene is die deze afscheidsberichten heeft verstuurd, en dat een ander dit heeft gedaan om haar verdwijning in scène te zetten. De rechtbank zal hier verderop in het vonnis op ingaan.
Duidelijk is dat alle gebruikelijke contacten en (digitale) activiteiten van [Slachtoffer] rond het middaguur op 29 december 2023 abrupt zijn gestopt. Ook de vele zoekacties door de politie hebben niet geleid tot het vinden van of contact krijgen met [Slachtoffer] . Oproepen via televisieprogramma’s als Opsporing Verzocht en aandacht in diverse media hebben ook niet geleid tot enig aanknopingspunt voor het verblijf of het nog in leven zijn van [Slachtoffer] . Inmiddels 22 maanden na het laatste teken van leven heeft niets of niemand meer iets van haar gehoord of gezien. Nu er geen andere concrete aanknopingspunten zijn dat [Slachtoffer] vrijwillig is vertrokken, kan buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat [Slachtoffer] is overleden.
De vervolgvraag is wat de mogelijke oorzaak van haar overlijden kan zijn.
2.2
Wijze van overlijden
Tot op de dag van vandaag ontbreekt ieder spoor van het stoffelijk overschot van [Slachtoffer] .
Het dossier bevat geen aanwijzingen voor een natuurlijk overlijden en evenmin voor een overlijden door een ongeval of suïcide. [Slachtoffer] was niet bekend met ziekten of een aandoening die een plots overlijden zou kunnen doen vermoeden. Ook zijn er (in binnen- en buitenland) geen meldingen bekend van een ongeval waarbij [Slachtoffer] op of na 29 december 2023 betrokken zou zijn geweest. Daarnaast staat [Slachtoffer] wereldwijd op een lijst voor vermiste personen. Als zij ergens in het buitenland zou zijn aangetroffen zou de politie daarvan een melding hebben gekregen. Dat is niet gebeurd. Verder is het DNA van [Slachtoffer] in de DNA-databank voor vermiste personen opgenomen en in de DNA-databank van Interpol. Ook dat heeft niet tot een match geleid. Evenmin is een authentieke afscheidsbrief gevonden die op zelfdoding zou wijzen. [28]
De scenario’s van een natuurlijk overlijden of onnatuurlijk overlijden door een ongeval of door zelfdoding kunnen dan ook buiten redelijke twijfel worden uitgesloten.
Het resterende scenario (omdat naast voornoemde scenario’s, zoals hiervoor overwogen, ook het scenario van een vrijwillig vertrek buiten redelijke twijfel kan worden uitgesloten) is dat [Slachtoffer] door geweld van een ander om het leven is gekomen en dat haar lichaam vervolgens is weggemaakt.
De vraag is vervolgens of verdachte (en/of een of meer anderen) hierbij betrokken is geweest.
2.3
Betrokkenheid verdachte
2.3.1
Afscheidsberichten
De afscheidsberichten spelen een cruciale rol in deze zaak. Naast de inhoud is ook onderzoek gedaan naar het auteurschap van de afscheidsberichten. De volgende bevindingen zijn in dat verband van belang.
Verklaringen
[Getuige 5] (de dochter van [Slachtoffer] ) heeft verklaard dat het afscheidsbericht dat aan haar broer was gestuurd niet logisch klonk. Als [Slachtoffer] ergens een beslissing over wilde nemen, overlegde ze dat juist met haar. [Getuige 5] had goed contact met haar moeder, ze communiceerden via WhatsApp. Haar moeder had nooit over Engeland of Tunesië gesproken en zij bespraken normaal alles. Het bericht paste ook niet bij haar taal- en typgebruik. Zo gebruikte haar moeder nooit het woord ‘Merhabalar’. Dat is eerder de spreek- en schrijfwijze van [Verdachte] . Haar moeder gebruikte ook geen punten en komma’s zoals in het bericht. Ze heeft berichten van [Verdachte] teruggezocht en hij deed dat wel. [29]
[Zus van slachtoffer] (het zusje van [Slachtoffer] ) heeft verklaard dat zij vermoedt dat [Verdachte] deze berichten namens [Slachtoffer] heeft verstuurd. Tijdens hun universitaire opleiding heeft zij veel met [Slachtoffer] gechat en zowel de tekst lay-out als het Turkse taalgebruik is niet de gewoonlijke schrijfstijl van haar zus. [30]
In een tapgesprek op 29 januari 2024 tussen [Schoonzoon verdachte] (
schoonzoon [Verdachte]) en [Vermoedelijk neef van verdachte] ‘ [Vermoedelijk neef van verdachte] ’ (
vermoedelijk neef van [Verdachte]) is gesproken over de berichten:
(…)
[Vermoedelijk neef van verdachte] : Dat, dat, dat bericht..
[Schoonzoon verdachte] : Ja dat bericht is vanuit papa
[Vermoedelijk neef van verdachte] : Dat wist ik al
[Schoonzoon verdachte] : Ja, vanuit een andere simkaart en
[Vermoedelijk neef van verdachte] : Ja
[Schoonzoon verdachte] : de reden is hij wou dat doen om de kinderen gerust te stellen en te bewijzen van 'Kijk mama wilde echt weg'
[Vermoedelijk neef van verdachte] : Hm hm
[Schoonzoon verdachte] : ntv niet met mij. Een soort van je weet toch uitleg vinden van een reden, en dat
[Vermoedelijk neef van verdachte] : Ja
[Schoonzoon verdachte] : En dat had ie niet moeten doen
[Vermoedelijk neef van verdachte] : Nee
[Schoonzoon verdachte] : Daarmee heeft ie ze vinger, ja heeft ie eigenlijk eh
[Vermoedelijk neef van verdachte] : In zijn eigen vinger gesneden
[Schoonzoon verdachte] : Ja, zijn eigen vingers gesneden(…) [31]
Ook in een tapgesprek op 28 maart 2024 tussen [Dochter verdachte] (
dochter [Verdachte]) en [Zoon verdachte] (
zoon [Verdachte]) is gesproken over de berichten:
(…)
[Dochter verdachte] : Maar weet je wat het is, [Zoon verdachte] ? Die tekst
[Zoon verdachte] : Het is een papa-tekst
[Dochter verdachte] : Ja dat is echt een papa-tekst en de punten en die komma's is echt zo'n mongolisch... er staan overal komma’s en punten waar niet eens punten en komma's horen te staan. De Turkse taal is hier niet correct getypt, en wat ik dus verdacht vind in die sms zeg maar
[Zoon verdachte] : Ja?
[Dochter verdachte] : Stel je zegt www punt nog wat en dan komt toch zo blauwe tekst
[Zoon verdachte] : Ja?
[Dochter verdachte] : Nou hier is precies zelfde, hij heeft iets geschreven, en dan staat er een punt en dan staat er nog iets en dan wordt aan
elkaar wordt het blauw. Snap je?
[Zoon verdachte] : ntv gekopieerd ergens
[Dochter verdachte] zegt nee en typt het voor hem uit zodat ze het beter kan uitleggen maar bij hem lukt dat niet.
Ze bespreken dat een tekst blauw wordt. En de tekst die papa gestuurd heeft is ook met een punt en zo'n blauwe tekst.
[Zoon verdachte] : Hey, zal ik jou wat vertellen? Toen hij dat zei, hij kon wel goed liegen in mijn gezicht zo.
[Dochter verdachte] : Ja ik, ik geloof niet dat nee nee nee nee nee, die SMS heeft ie sowieso zelf gestuurd. En weetje wat het is, het is niet dus het telefoonnummer van [Slachtoffer] gestuurd het is gewoon met een een sim-kaartje zeg maar die je 1 keer gebruikt en weggooit. Je weet toch? (…)
[Zoon verdachte] : Ja voor mijn gevoel heeft ie het gewoon gedaan nu, nu ik dit heb gehoord allemaal
[Dochter verdachte] : Kijk [Zoon verdachte] , die SMS, kijk vergeet het, vergeet alles, die SMS heeft hij gestuurd, 100 miljoen procent. (…) [32]
De rechtbank leidt hieruit af dat diverse getuigen (familieleden van zowel [Slachtoffer] als [Verdachte] ) sterk betwijfelen of de afscheidsberichten door [Slachtoffer] zijn verstuurd en vermoeden dat de berichten door [Verdachte] zijn verstuurd.
Auteurschapsanalyse
Door een deskundige spraak-, taal- en audio-onderzoek van het NFI is onderzoek gedaan naar de auteur van de afscheidsberichten middels een auteurschapsanalyse. Het onderzoek is uitgevoerd op basis van de volgende hypothesen:
Hypothese 1: de afscheidsberichten zijn geschreven door [Verdachte] ;
Hypothese 2: de afscheidsberichten zijn geschreven door [Slachtoffer] .
Er is in dit onderzoek gebruik gemaakt van drie soorten onderzoeksmateriaal: (B staat voor betwist materiaal, V-L staat voor vergelijkingsmateriaal geschreven door [Verdachte] , V-Y staat voor vergelijkingsmateriaal geschreven door [Slachtoffer] ). Het onderzoek is gericht op een vergelijking van schrijfstijlkenmerken tussen de betwiste afscheidsberichten (B01 en B02) enerzijds en vergelijkingsmateriaal van twee auteurs anderzijds.
In de interpretatie van de resultaten van dit onderzoek is rekening gehouden met de beperkte hoeveelheid materiaal. Ook kunnen minder kenmerken worden meegenomen in de interpretatie, omdat de NFI-onderzoekers de taal niet beheersen. Er is wel een moedertaalspreker in het Turks betrokken geweest bij het vaststellen van de kenmerken in dit onderzoek.
Er zijn diverse kenmerken die volgens de onderzoekers wel bijdragen aan de eindconclusie:
  • Tussen het betwiste materiaal en het vergelijkingsmateriaal V-L zijn overeenkomsten aangetroffen in interpunctie (de hoeveelheid punten én plaatsing van punten), in het gebruik van de groet merhaba gevolgd door een voornaam, en in het gebruik van de uitgeschreven vorm tamam om een bevestiging uit te drukken (‘oke’). De zinsfinale punt komt voor tussen twee woorden zonder spaties […woord.Woord], maar opvallend is vooral dat de punt ook voorafgegaan wordt door een spatie in plaats van dat de spatie erop volgt: […woord .Woord…].
  • Tussen het betwiste materiaal en het vergelijkingsmateriaal V-Y is een overeenkomst aangetroffen in het voorkomen van een zinsfinale punt (.) zonder spaties. Tussen het betwiste materiaal en het vergelijkingsmateriaal V-Y zijn ook verschillen aangetroffen in de interpunctie: V-Y gebruikt in het algemeen weinig tot geen punten, ook niet in langere berichten, en heeft geen punten voorafgegaan door een spatie.
  • Daarnaast zijn er verschillen aangetroffen met het betwiste materiaal in het gebruik van merhaba (altijd met voornaam vs geen voorkomen met alleen een voornaam), en in het uitdrukken van een bevestiging (tamam vs tmm).
Naar aanleiding van de resultaten van de auteurschapsanalyse komen de onderzoekers tot de conclusie dat de bevindingen van het onderzoek waarschijnlijker
(bewijskracht: 10-100) zijn wanneer hypothese 1 juist is, dan wanneer hypothese 2 juist is. [33]
Door de verdediging is aangevoerd dat bij dit onderzoek alleen rekening is gehouden met [Verdachte] of [Slachtoffer] als schrijver en niet met een potentiële derde.
De rechtbank realiseert zich dat de auteurschapsanalyse moest worden beperkt tot teksten van [Verdachte] en [Slachtoffer] . Het is nu eenmaal onmogelijk om teksten van onbekende derden te onderzoeken. Toch leidt de rechtbank uit het voorgaande af dat het vermoeden van familieleden (van zowel [Verdachte] als [Slachtoffer] ) dat [Verdachte] de afzender van de afscheidsberichten is, bevestiging vindt in de conclusie van het auteurschapsonderzoek. Dit zijn sterke aanwijzingen dat [Verdachte] achter de berichten zit.
2.3.2
Simkaartwisselingen
Behalve naar de inhoud en het auteurschap van de afscheidsberichten, is ook onderzoek gedaan naar het telefoonnummer ( [Telefoonnummer] ) en het toestel Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer [IMEI-nummer] waarmee de berichten zijn verstuurd. De politie heeft op basis van een analyse van de historische verkeersgegevens van dit toestel, en het toestel van [Verdachte] (Samsung A53 met nummer [Telefoonnummer] ) en [Slachtoffer] (Samsung S10 met nummer [Telefoonnummer] ) een tijdlijn gemaakt. Het volgende blijkt daar uit.
  • Het telefoonnummer * [Telefoonnummer] van [Slachtoffer] wordt op 29 december 2023 tussen 11:43 en 11:45 uur gebruikt in de Samsung Galaxy S10 IMEI-nummer * [IMEI-nummer] . Vervolgens wordt het nummer acht uur niet gebruikt.
  • Van 19:48 uur tot 20:09 uur zit de simkaart met telefoonnummer * [Telefoonnummer] van [Slachtoffer] in de Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer * [IMEI-nummer] .
  • De simkaart met telefoonnummer * [Telefoonnummer] van [Verdachte] , zit op 29 december 2023 tot 20:08 uur in de Samsung A53, IMEI-nummer * [IMEI-nummer] ,
  • Op 29 december 2023 vanaf 20:10 uur tot 20:29 uur zit de simkaart met telefoonnummer * [Telefoonnummer] van [Verdachte] , in de Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer * [IMEI-nummer] .
  • Op 29 december 2023 vanaf 20:30 uur zit de simkaart met telefoonnummer * [Telefoonnummer] van [Verdachte] , weer in de Samsung A53, IMEI-nummer * [IMEI-nummer] , de mobiele telefoon van [Verdachte] .
  • Om 20.31 uur er wordt met de Samsung A53, IMEI-nummer * [IMEI-nummer] , volgens de politie een screenshot gemaakt van de WhatsApp foto van [Slachtoffer] . [Slachtoffer] staat onder de naam [Slachtoffer] opgeslagen in de contacten op de Samsung A53 van [Verdachte] . Deze foto lijkt te zijn gebruikt als profielfoto van het Whatsappaccount van telefoonnummer * [Telefoonnummer] . De foto wordt op 30 december 2023 om 19:38 uur weer van de Samsung A53 verwijderd.
  • Op 29 december 2023 vanaf 20:32 uur tot 20:38 uur zit de simkaart met telefoonnummer * [Telefoonnummer] van [Slachtoffer] , in de Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer * [IMEI-nummer]
  • Op 29 december 2023 om 20:38 uur wordt de simkaart met telefoonnummer * [Telefoonnummer] weer teruggeplaatst in de Samsung S10, IMEI-nummer * [IMEI-nummer] , van [Slachtoffer] .
  • Op 29 december 2023 om 20:38 uur wordt Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer * [IMEI-nummer] voor het laatst geregisterd op Google. Op dat moment was het toestel actief op IP-adres [IP-adres] van [adres] .
  • De simkaart met telefoonnummer * [Telefoonnummer] wordt om 21:04 uur, 26 minuten nadat de simkaart van [Slachtoffer] uit het toestel is verwijderd, geplaatst in de Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer * [IMEI-nummer] .
  • Om 22:00 ontvangt de Samsung A53, IMEI-nummer * [IMEI-nummer] het afscheidsbericht van de Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer * [IMEI-nummer] , telefoonnummer * [Telefoonnummer] .
  • Om 22:03 ontvangt de Samsung A53, IMEI-nummer * [IMEI-nummer] een aanvulling op het afscheidsbericht van de Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer * [IMEI-nummer] , telefoonnummer * [Telefoonnummer] .
  • Om 22:32 uur ontvangt [Getuige 1] het afscheidsbericht, verstuurd vanaf Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer * [IMEI-nummer] , telefoonnummer * [Telefoonnummer] .
  • Om 22:34 uur is het toestel waarmee de afscheidsberichten worden verstuurd (* [Telefoonnummer] ) voor het laatste actief op Whatsapp.
  • Om 22:35 uur wordt het toestel van [Verdachte] (Samsung A53) weer ontgrendeld.
Daarnaast volgt uit de historische verkeersgegevens van het toestel Samsung (Galaxy) A8 met IMEI-nummer [IMEI-nummer] dat dit toestel op 29 december 2023 tussen 19:48:22 uur en 22:34:38 uur gebruik heeft gemaakt van masten aan [straatnaam] en [straatnaam] in [Plaats] . [35] Uit de netwerkmeting is gebleken dat deze zendmasten op [Woonplaats] in [Plaats] konden worden gebruikt. [36]
De rechtbank leidt uit het voorgaande af dat de wisselingen van de simkaarten met telefoonnummers van [Verdachte] , [Slachtoffer] en het telefoonnummer [Telefoonnummer] , tussen de telefoons van [Verdachte] , [Slachtoffer] en de Samsung A8 op de avond van 29 december 2023 opeenvolgend en erg kort op elkaar hebben plaatsgevonden. Er zit alleen een gat van 26 minuten tussen de laatste registratie van telefoonnummer [Telefoonnummer] ( [Slachtoffer] ) en de eerste registratie van [Telefoonnummer] in de Samsung A8 (IMEI-nummer [IMEI-nummer] .
Op basis hiervan is het aannemelijk dat zowel de drie telefoons als de simkaarten van [Slachtoffer] ( [Telefoonnummer] ), [Verdachte] ( [Telefoonnummer] ) en de Samsung A8 ( [Telefoonnummer] ) bij elkaar moeten zijn geweest binnen dit tijdsbestek. Gelet op de aangestraalde zendmasten en het gebruik van het IP-adres van de woning van verdachte door de Samsung A8 om 20:38 uur was dit in (of in de directe omgeving) de woning van verdachte. Dat geen van de handelingen op de toestellen op hetzelfde moment plaatsvindt, maakt het aannemelijker dat één persoon al deze handelingen heeft verricht. Daar komt nog bij dat het screenshot dat die avond is gemaakt met de Samsung A53 van [Verdachte] van een foto van [Slachtoffer] , als profielfoto lijkt te zijn gebruikt van het Whatsapp-account van telefoonnummer * [Telefoonnummer] , waarmee de berichten zijn verstuurd.
Dus ook de tijdstippen waarop de berichten zijn verstuurd in combinatie met de locatie van het gebruikte toestel vormen een belangrijke aanwijzing dat [Verdachte] de afscheidsberichten heeft verzonden.
2.3.3
Gedrag verdachte
De rechtbank stelt voorop dat het bijzonder is dat niet [Verdachte] , maar de werkgever van [Slachtoffer] melding doet van haar vermissing. Uit het politieonderzoek zijn ook andere opvallendheden in het gedrag van [Verdachte] in aanloop naar, tijdens en na de verdwijning van [Slachtoffer] op 29 december 2023 naar voren gekomen. De rechtbank zal deze hieronder bespreken.
In aanloop naar 29 december 2023
- Op de laptop van [Verdachte] zijn 109 foto’s aangetroffen van het beginscherm van een witte Samsung S6. Dit betreft zeer vermoedelijk het oude toestel van [Slachtoffer] . Het zijn foto’s van dat toestel gemaakt met een ander toestel en opgeslagen op de laptop, vermoedelijk in 2019 en 2020. Het betreft onder andere foto’s van gesprekken tussen [Slachtoffer] en andere mannen. Ook is op de laptop een filmpje uit 2020 aangetroffen waarin (zeer waarschijnlijk) [Verdachte] scrolt door de inhoud van een WhatsApp-gesprek tussen [Slachtoffer] en vermoedelijk haar ex-man [Ex-man] . Dit gelet op de manier van scrollen en de vingerdelen die [Verdachte] mist. [37]
- In de woning stond (kennelijk) een Eufy camerasysteem. Op het in beslag genomen toestel van [Verdachte] (Samsung Galaxy A53) stonden 25 afbeeldingen van een Eufy camera. Dit waren screenshots uit 2023 waarop alleen [Slachtoffer] in de woning is te zien. [38]
- Uit het take-out account van het TikTok-account (‘ [Tiktok-account] ’) dat op het toestel van [Verdachte] is aangetroffen volgt dat een grote hoeveelheid live-video’s is bekeken:
 2 live video's bekeken op 7 januari 2024
 3 live video's bekeken op 29 december 2023
 68 live video's bekeken op 28 december 2023
 246 live video's bekeken op 27 december 2023
 490 live video's bekeken op 26 december 2023
 315 live video's bekeken op 25 december 2023
 1903 live video's bekeken op 24 december 2023
 1 live video bekeken op 9 december 2023
 1 live video bekeken op 8 december 2023. [39]
- Uit het onderzoek naar de zoekslagen van het TikTok-account ‘ [Tiktok-account] ’ volgt dat in november en december 2023 meermalen is gezocht op ‘ [Tiktok-account] ’ of ‘ [Tiktok-account] ', of een zoekopdracht die hier iets van afwijkt. Dit betreffen (delen van) gebruikersnamen van accounts van [Slachtoffer] op TikTok. De laatste zoekopdracht vanaf het account ‘ [Tiktok-account] ’ is op 29 december 2023 om 09:21 uur. [40]
- Op de telefoon van [Verdachte] zijn drie filmpjes aangetroffen die in de vroege ochtend op 29 december 2023 zijn gemaakt (en diezelfde avond rond 22:55 uur weer van het toestel zijn verwijderd).
 Op het eerste filmpje om 05:50 uur is te zien dat een tablet wordt gefilmd waarop te zien is dat [Slachtoffer] achter het stuur zit en via TikTok met haar volgers in de Turkse taal spreekt. Het filmpje duurt ruim 20 minuten en eindigt terwijl [Slachtoffer] op haar werk is. [41]
 Op het tweede filmpje gemaakt om 06:27 uur is te zien dat een persoon veel likes uitdeelt aan [Tiktok-account] (
TikTok-account van [Slachtoffer]) in een live-video op TikTok. [42]
 Op het derde filmpje gemaakt om 06:44 uur is te zien dat [Tiktok-account] in totaal 1000 likes heeft ontvangen. [43]
- Uit de telefoon van [Verdachte] volgt dat hij in de vroege ochtend van 29 december 2023 veelvuldig [Slachtoffer] belt, om 5:52, 5:59 (2.57 minuten), 06:03 (8.38 minuten) en 06:18 uur (12 seconden). Ook stuurt [Verdachte] om 5:53 uur een bericht aan [Slachtoffer] met de vraag of ze al op haar werk is. [Slachtoffer] antwoord om 05:53 met ‘ja’. [44]
Getuige [Getuige 7] is een aantal keer met [Slachtoffer] op stap geweest en beschrijft [Verdachte] als een control freak die [Slachtoffer] ’s nachts belde om te controleren of zij wel met een vrouw op pad was. [45]
Ook getuige [Getuige 8] , met wie [Slachtoffer] een kortstondige relatie had in 2019, heeft het volgende verklaard (over de partner van [Slachtoffer] ):
"Totdat die man van haar erachter kwam dat [Slachtoffer] contact met mij had, ontving ik telefonisch van deze man verbale verwijten. Hij vroeg zich onder andere af wat ik met zijn vrouw moest en zei dat hij wel naar mijn werkgever zou gaan." [46]
Rond het middaguur op 29 december 2023
- Er zijn tussen 11:43 uur en 19:48 uur geen registraties op de historische verkeersgegevens van telefoonnummer [Telefoonnummer] dat in gebruik is bij [Slachtoffer] . [47]
- Tussen 12:28 en 19:40 uur zijn er geen actieve handelingen op de telefoon van [Verdachte] (Samsung Galaxy A53). [48]
- De tablet (Samsung Galaxy Tab A) van [Verdachte] is tussen 13:03 en 19:33 uur niet ontgrendeld geweest. [49]
De rechtbank leidt hieruit af dat [Verdachte] en [Slachtoffer] een ongebruikelijk en vergelijkbaar gat op 29 december 2023 vanaf het middaguur tot aan de avond hebben waarin er geen activiteiten zijn. Ook de tablet is vanaf de middag niet meer door [Verdachte] gebruikt.
Na 29 december 2023
  • [Verdachte] is niet diegene die de vermissing van [Slachtoffer] bij de politie meldt.
  • [Verdachte] ’s zoekgedrag naar het TikTok-account van [Slachtoffer] stopt na 29 december 2023. Ook het aantal live-video’s dat door hem wordt bekeken daalt drastisch.
  • [Verdachte] stuurt op 29 december 2023 om 22:43 uur een antwoord op het ‘afscheidsbericht’ dat hij ontving van telefoonnummer [Telefoonnummer] .
- Getuige [Getuige 1] , de zoon van [Slachtoffer] , heeft verklaard dat hij de dag na ontvangst van het afscheidsbericht [Verdachte] heeft opgebeld. Hij vroeg toen aan [Verdachte] om de vermissing van zijn moeder bij de politie te melden. [Verdachte] gaf aan dat hij dat al had gedaan en aan de politie de nodige informatie had gegeven. [52]
Uit het voorgaande leidt de rechtbank af dat [Verdachte] [Slachtoffer] (en de contacten die zij had) in de gaten hield. Er was al lange tijd sprake van controlerend gedrag richting [Slachtoffer] dat toenam in aanloop naar 29 december 2023. Bijzonder opvallend is het gedrag van [Verdachte] in de vroege ochtend van 29 december 2023, waarbij verdachte [Slachtoffer] diverse keren belt, vraagt of ze al op haar werk is, terwijl hij op de live video, waarvan hij nota bene een 20 minuten durende opname maakt, al heeft gezien dat zij op haar werk is aangekomen. Waar [Verdachte] voor de verdwijning veelvuldig contact zoekt met [Slachtoffer] en naar haar TikTok-account zoekt, blijft het buitengewoon stil vanaf zijn zijde na ontvangst van de afscheidsberichten. [Verdachte] doet geen enkele poging om [Slachtoffer] op haar gebruikelijke nummer te bereiken en doet pas na twee weken voor het eerst een poging om het nummer te bellen waarmee de afscheidsberichten zijn gestuurd. Dit is een opvallende knik in zijn gedrag precies op het moment van de verdwijning van [Slachtoffer] , terwijl [Verdachte] verklaart dat hij haar vertrek totaal niet zag aankomen. Ook doet [Verdachte] geen moeite om de verdwijning te melden en lijkt hij het eerder stil te willen houden door te doen alsof hij het al heeft gemeld. Tot slot is opmerkelijk dat [Slachtoffer] en [Verdachte] hetzelfde ‘gat’ in hun telefoongebruik hebben vanaf het middaguur op 29 december 2023 tot aan de avond. Dit gat sluit aan op het laatste levensteken van [Slachtoffer] en rijmt niet met de verklaring van [Verdachte] dat [Slachtoffer] met haar telefoon de woning heeft verlaten om te gaan werken.
2.3.4
Wisselende en tegenstrijdige verklaringen
[Verdachte] heeft over die dag en de verdwijning van [Slachtoffer] meerdere verklaringen afgelegd. Deze verklaringen zijn volgens de rechtbank op essentiële punten wisselend, tegenstrijdig of niet in lijn met andere, objectieve onderzoeksresultaten in het dossier. De rechtbank ziet dit terug in onder andere de volgende punten:
  • [Verdachte] beschrijft de relatie tussen hem en [Slachtoffer] als goed. Ze hadden nooit problemen en hij had haar vertrek totaal niet zien aankomen. Dit terwijl uit het dossier een compleet ander beeld naar voren komt van een instabiele (en slechts functionele) relatie met veel ruzies. Ook was voor anderen duidelijk dat [Slachtoffer] bij hem weg wilde. [Slachtoffer] bleek tijdens de relatie met verdachte ook diverse relaties met andere mannen te hebben gehad.
  • [Verdachte] verklaart wisselend over zijn contact met [Slachtoffer] in de vroege ochtend van 29 december 2023. Daar waar hij in eerste instantie verklaart pas om 08:00 uur wakker te zijn geworden, past hij zijn verklaring aan nadat hij wordt geconfronteerd met onderzoeksbevindingen zoals de belgeschiedenis en later de door hem gemaakte video-opnames, van de live-uitzendingen van [Slachtoffer] op de ochtend van 29 december 2023.
  • Ook verklaart [Verdachte] wisselend over de reden waarom [Slachtoffer] eerder thuis kwam. Eerst was dat volgens hem omdat ze geen zin had om te werken en later omdat zij zich niet lekker voelde. Dit terwijl uit het onderzoek volgt dat [Slachtoffer] eerder thuis kwam omdat er die ochtend geen werk meer voor haar was.
  • Over het vertrek van [Slachtoffer] op 29 december 2023 verklaart verdachte eveneens wisselend. Daar waar hij in eerste instantie verklaart dat hij rond 13:30 uur thuiskwam en zag dat [Slachtoffer] veel spullen (onder meer kleding, telefoon, ID-kaart) had meegenomen, verandert deze verklaring in het verhoor erna in die zin dat [Slachtoffer] om 13:30 uur door een collega werd opgehaald om naar haar werk te gaan. [Verdachte] zou hebben gezien dat [Slachtoffer] met een kleine damestas wegliep. De telefoon van [Slachtoffer] blijft echter tot 30 december 2023 in de woning actief. In weer een andere verklaring verklaart [Verdachte] pas de volgende dag, op 30 december 2023, te hebben gezien dat er kleding weg was.
  • [Verdachte] verklaart tevens wisselend over wat hij de middag van 29 december 2023 zelf heeft gedaan. [Verdachte] verklaart eerst de hele dag thuis te zijn geweest en te hebben schoongemaakt. Later verklaart hij weg te zijn geweest om vuilnis weg te brengen in Arnhem met de auto van [Slachtoffer] waarbij hij heen en terug over de A12 zou zijn gereden. Hij denkt dat hij drie kwartier is weggeweest. Na confrontatie met onderzoeksbevindingen (ANPR-gegevens waaruit blijkt dat de auto van [Slachtoffer] om 17:40 uur op de A12 bij Duiven richting Arnhem rijdt en op datzelfde punt om 18:54 uur terug komt rijden uit de richting van Arnhem richting Zevenaar) verklaart hij dat hij niet één keer, maar twee keer heen en weer is gereden. De eerste keer om te kijken of er nog vuilniszakken in de container konden waarna hij terug naar huis is gegaan om deze op te halen, en daarna weer terug naar Arnhem met de vuilniszakken om deze weg te gooien. Door de politie geconfronteerd met het feit dat de auto maar één keer heen en één keer terug te zien is in de ANPR gegevens, verklaart [Verdachte] vervolgens via de snelweg naar Arnhem te zijn gereden, binnendoor via Westervoort terug naar huis, opnieuw binnendoor via Westervoort naar Arnhem en terug naar huis via de snelweg. Verder verklaart [Verdachte] , wanneer hij wordt geconfronteerd met het gat in zijn telefoongebruik die dag, dat hij zijn tablet heeft gebruikt. Maar ook zijn tablet laat geen activiteiten zien die middag.
  • Over de avond van 29 december 2023 verklaart [Verdachte] vóór 20:00 uur naar boven te zijn gegaan, een film te hebben gekeken en te zijn gaan slapen. Zijn telefoon had hij bij zich. Om 22:30 uur werd hij wakker van de wekker. Hij ging met zijn telefoon naar beneden en zag toen het afscheidsbericht. Van de simkaartenwisselingen die avond weet hij niks af. Dit vindt de rechtbank ongeloofwaardig gezien hetgeen zij eerder heeft overwogen over de tijdstippen waarop de berichten zijn verstuurd in combinatie met de locatie van het gebruikte toestel.
  • Verder zou [Verdachte] na ontvangst van de afscheidsberichten de hele nacht beneden zijn geweest en actief zijn geweest op zijn telefoon en tablet. Dit blijkt niet uit technisch onderzoek aan die apparaten.
  • De dag na de verdwijning van [Slachtoffer] zou [Verdachte] de hele dag binnen, beneden hebben gezeten. Uit onderzoek volgt dat [Verdachte] op diverse plekken boodschappen heeft gedaan en met de auto van [Slachtoffer] afval heeft weggebracht naar de stort. Dat afval zou eerst bestaan uit een klein zakje en wordt later na confrontatie met de 10 kg die is gestort, bijgesteld naar het wegbrengen van ook stukken hout, plastic en papier.
2.3.5
Conclusie
Uit al het voorgaande leidt de rechtbank ten aanzien van de afscheidsberichten af dat:
  • de inhoud van de afscheidsberichten niet klopt, geen bevestiging vindt in onderzoeksresultaten, en volgens getuigen niet past bij de schrijfstijl van [Slachtoffer] , maar eerder bij [Verdachte] ;
  • dit wordt bevestigd door de conclusie van het auteurschapsonderzoek, waaruit volgt dat het waarschijnlijker is dat de afscheidsberichten door [Verdachte] zijn geschreven dan door [Slachtoffer] ;
  • [Verdachte] , ondanks dat hij daar herhaaldelijk naar is gevraagd, geen geloofwaardige of aannemelijke verklaring geeft voor de simkaartenwisselingen in de avond van 29 december 2023 tussen zijn toestel (A53), dat van [Slachtoffer] (S10) en de A8, waarbij de A8 verbinding maakt met het IP-adres van hun woning;
  • dit terwijl [Verdachte] heeft verklaard dat [Slachtoffer] omstreeks 13:30 uur de woning heeft verlaten en hij alleen thuis was en zijn telefoon bij zich had;
  • de telefoon van [Slachtoffer] en de A8 voor het laatst actief zijn geweest in of in de directe omgeving van de woning, maar deze nooit zijn teruggevonden.
Daarom vindt de rechtbank bewezen dat [Verdachte] degene is geweest die de simkaarten heeft verwisseld en de afscheidsberichten heeft geschreven en verzonden.
Verder leidt de rechtbank uit het voorgaande af dat:
  • [Slachtoffer] op vrijdagochtend 29 december 2023 van haar werk thuis kwam en zij samen met [Verdachte] in hun woning was;
  • [Slachtoffer] rond het middaguur vanuit hun woning contact heeft met haar dochter [Getuige 5] , het laatste teken van leven;
  • er vanaf 29 december 2023 rond het middaguur niets meer van [Slachtoffer] is vernomen en er geen enkele aanwijzing is dat zij nog in leven is;
  • een vrijwillig vertrek van [Slachtoffer] niet aannemelijk is geworden;
  • overlijden door een natuurlijke oorzaak, een ongeval of zelfdoding niet aannemelijk is geworden;
  • [Verdachte] de laatste persoon is geweest die [Slachtoffer] die dag levend heeft gezien;
  • er geen enkele bevestiging is voor de verklaring van [Verdachte] dat [Slachtoffer] ’s middags de woning met haar telefoon vrijwillig heeft verlaten om te gaan werken ( [Slachtoffer] ’s telefoon blijft immers tot 30 december 2023 in de woning actief en duidelijk is geworden dat [Slachtoffer] niet hoefde te werken);
  • in de tijdlijn van de telefoons van [Verdachte] en [Slachtoffer] een vergelijkbaar gat zit vanaf het middaguur;
  • [Verdachte] geen enkel initiatief neemt om de verdwijning van [Slachtoffer] te melden (dit doet hij pas nadat de werkgever de vermissing heeft gemeld en de politie aan de deur is geweest);
  • het (online) controlerende gedrag van [Verdachte] ten aanzien van [Slachtoffer] toeneemt in aanloop naar 29 december 2023 en daarna stopt;
  • [Verdachte] op cruciale punten wisselende en tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd;
  • volgens [Verdachte] de relatie tussen hem en [Slachtoffer] goed was, terwijl uit het dossier duidelijk een ander beeld naar voren komt;
  • [Verdachte] niet alleen gelegenheid had, maar ook een (relationeel) motief.
De rechtbank is op grond van de voornoemde feiten en omstandigheden, in onderlinge samenhang bezien, van oordeel dat daaruit de conclusie kan worden getrokken dat [Verdachte] degene is die [Slachtoffer] van het leven heeft beroofd en vervolgens haar lichaam heeft weggemaakt. Voordat evenwel tot de conclusie kan worden gekomen dat dit wettig en overtuigend kan worden bewezen, dient de rechtbank eerst de vraag te beantwoorden of er sprake is van een aannemelijk alternatief scenario waarin een ander dan [Verdachte] voor de dood van [Slachtoffer] verantwoordelijk is (en [Verdachte] daar geen enkele betrokkenheid bij heeft).
2.3.6
Alternatieve scenario’s
Door de verdediging is in het kader van alternatieve scenario’s met name gewezen op het bestaan van andere potentiële daders (in het buitenland wonende TikTok-contacten van [Slachtoffer] ).
De rechtbank stelt voorop dat het dossier blijk geeft van een omvangrijk en uitputtend onderzoek naar (een) eventuele andere dader(s). Desondanks biedt het dossier geen concreet aanknopingspunt voor een alternatief scenario waarin een ander dan [Verdachte] voor de dood van [Slachtoffer] verantwoordelijk is. Van belang is daarbij dat de door de verdediging geopperde andere potentiële daders niet in of rondom de periode van de vermissing van [Slachtoffer] in Nederland te plaatsen zijn. Maar nog belangrijker is dat de inhoud van de afscheidsberichten en de tijdstippen waarop die berichten zijn verstuurd, in combinatie met de simkaartwisselingen en de locatie van het gebruikte toestel (in of in de directe omgeving van de woning van [Verdachte] ), in geen van deze alternatieve scenario’s valt te verklaren zonder enige betrokkenheid van [Verdachte] . De rechtbank heeft in dit kader ook ambtshalve nog onderzocht of er een ander scenario denkbaar of mogelijk is waarin [Verdachte] geen enkele betrokkenheid heeft bij de dood van [Slachtoffer] , passend in de hiervoor uitgebreid weergegeven onderzoeksresultaten waaruit de rechtbank onder meer afleidt dat [Verdachte] de simkaartwisselingen heeft uitgevoerd en de afscheidsberichten heeft verstuurd. Een dergelijk scenario is er volgens de rechtbank niet.
Dat betekent dat de rechtbank van oordeel is dat er geen alternatief scenario aannemelijk is geworden waarin een ander dan [Verdachte] verantwoordelijk is voor de dood van [Slachtoffer] en de wegmaking van haar lichaam (en [Verdachte] daar geen enkele betrokkenheid bij heeft gehad).
2.4
Welke strafbare feiten levert dit op
Feit 1
De rechtbank acht op basis van de bewijsmiddelen en de bewijsoverwegingen zoals hiervoor weergegeven, wettig en overtuigend bewezen dat [Verdachte] op 29 december 2023 [Slachtoffer] opzettelijk van het leven heeft beroofd.
Hoewel niet concreet vaststaat welk geweld is gepleegd, staat vast dat het gepleegde geweld in ieder geval zodanig is geweest dat het geschikt was om de dood te doen intreden en dat dat geweld ook was gericht op dat gevolg. Dit brengt de rechtbank tot de conclusie dat [Verdachte] op zijn minst genomen voorwaardelijk opzet heeft gehad op de dood van [Slachtoffer] .
De vraag is of sprake is van moord of van doodslag.
In geval van moord moet sprake zijn van ‘voorbedachte raad’. Daarbij moet komen vast te staan dat verdachte zich gedurende enige tijd heeft kunnen beraden op het te nemen of het genomen besluit en dat hij niet heeft gehandeld in een ogenblikkelijke gemoedsopwelling. Hij moet dan dus de gelegenheid hebben gehad om na te denken over de betekenis en de gevolgen van zijn voorgenomen daad en zich daarvan rekenschap te geven.
Aan het dossier zijn onvoldoende aanknopingspunten te ontlenen voor het verwijt dat verdachte heeft gehandeld met voorbedachte raad. De verdachte zal daarom van de impliciet primair ten laste gelegde moord worden vrijgesproken. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan doodslag op [Slachtoffer] .
Feit 2
De rechtbank acht verder bewezen dat [Verdachte] na die doodslag het stoffelijk overschot van [Slachtoffer] heeft weggemaakt met het oogmerk om dat misdrijf of de oorzaak van het overlijden van [Slachtoffer] te verhullen. Van een nauwe en bewuste samenwerking met een of meer anderen is niet gebleken, zodat verdachte van het medeplegen wordt vrijgesproken.
Voorwaardelijk verzoek
De verdediging heeft bij pleidooi een verzoek gedaan om getuigen te horen. Dit is als een voorwaardelijk verzoek geformuleerd en wel voor het geval dat de rechtbank niet tot een vrijspraak komt.
De verzochte getuigen zijn reeds door de politie gehoord en de verdediging heeft onvoldoende onderbouwd waarom zij nogmaals moeten worden gehoord. Mede gelet op de hiervoor weergegeven bewijsmiddelen en bewijsoverwegingen wijst de rechtbank dan ook het verzoek tot horen van de getuigen af wegens gebrek aan noodzaak.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte
het onder feit 1 en feit 2 ten laste gelegdeheeft begaan, te weten dat:
1
Hij
opinof omstreeks
de periode van29 december 2023
tot en met 5 januari 2024te
Zevenaar en/of elders in Nederland, [Slachtoffer] (zijn levenspartner) opzettelijk
en al
dan niet met voorbedachten radevan het leven heeft beroofd, door op die [Slachtoffer]
een of meer vorm(en) van geweld en/of een of meer geweldshandeling(en) toe te
passen/uit te oefenen, ten gevolge waarvan voornoemde persoon is overleden.
2
hij in
of omstreeks de periode van 29 december 2023 tot op heden, in elk geval inde
periode van 29 december 2023 tot en met 5 januari 2024, te Zevenaar en/of elders in
Nederland,
tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen,
een lijk, te weten: het stoffelijk overschot van [Slachtoffer] (zijn levenspartner)
heeft verborgen,
weggevoerd en/of weggemaakt, met het oogmerk om het feit of de
oorzaak van het overlijden te verhelen,
door met dat oogmerk het lichaam van die [Slachtoffer]
te verplaatsen naar en/ofte
plaatsen/verbergen
naar/op een voor derden onbekend gebleven plaats.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
doodslag;
feit 2:
een lijk wegmaken met het oogmerk om het feit en de oorzaak van het overlijden te verhelen

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 20 jaren met aftrek van het voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De verdediging heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan de doodslag op zijn partner, [Slachtoffer] . Vervolgens heeft verdachte zich ontdaan van het lichaam van [Slachtoffer] om dat misdrijf te verhelen. Haar lichaam is tot nu toe niet gevonden.
Verdachte heeft met het plegen van deze feiten blijk gegeven van een stuitend gebrek aan respect voor het leven van een ander. Hij heeft [Slachtoffer] beroofd van haar meest kostbare bezit, het recht op leven. Daarmee heeft hij ook de familie van [Slachtoffer] , en met name haar kinderen, ernstig en onherstelbaar leed en verdriet toegebracht. Dat is op de zitting tijdens het spreekrecht indringend naar voren gebracht. Zij moeten leven met het gemis van hun moeder en verkeren bovendien al 22 maanden in onzekerheid over de vraag waar haar lichaam is. Tot op heden heeft verdachte niet verteld waar het lichaam van [Slachtoffer] is gebleven, wat de rechtbank hem zwaar aanrekent. Daardoor wordt de verwerking van het verlies voor de nabestaanden bemoeilijkt.
Verdachte heeft geen enkele verantwoordelijkheid genomen voor zijn handelen. In plaats daarvan heeft hij geprobeerd de verdwijning van [Slachtoffer] stil te houden en een vrijwillig vertrek in scène gezet door uit haar naam afscheidsberichten te versturen.
Dergelijke gruwelijke feiten worden daarnaast ook als zeer schokkend ervaren door de samenleving in het algemeen. Het behoeft geen betoog dat hiermee sterke gevoelens van onrust en onveiligheid teweeg zijn gebracht. Gelet op het gewelddadige karakter en de onomkeerbare en onherstelbare gevolgen ervan is de rechtbank van oordeel dat alleen een zeer lange gevangenisstraf op zijn plaats is.
Alles afwegende acht de rechtbank een gevangenisstraf voor de duur van 18 jaar, met aftrek van het voorarrest, passend.
Deze straf is lager dan door de officier van justitie is geëist. Dit komt omdat de rechtbank voor de doodslag een gevangenisstraf van 16 jaren als uitgangspunt neemt, waarbij voldoende rekening is gehouden met de verhoging van het strafmaximum voor doodslag. Daarbij telt de rechtbank de maximale gevangenisstraf van 2 jaren op voor het wegmaken van het lichaam.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vorderingen

De volgende benadeelde partijen:
  • [Getuige 1] ;
  • [Getuige 5] ; en
  • [kind van slachtoffer] , allen bijgestaan door mr. P.M. Breukink,
hebben in verband met feit 1 vorderingen tot schadevergoeding ingediend. Zij vorderen elk
€ 17.500,00 aan smartengeld (affectieschade), vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is verzocht om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vorderingen van de benadeelde partijen kunnen worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft verzocht de benadeelde partijen niet-ontvankelijk in de vorderingen te verklaren, vanwege de bepleitte integrale vrijspraak.
Overweging van de rechtbank
De benadeelde partijen hebben ieder smartengeld in de zin van affectieschade gevorderd in verband met de doodslag op [Slachtoffer] .
Het onder 1 bewezen verklaarde feit is gepleegd na 1 januari 2019. Het slachtoffer is als gevolg van het bewezen verklaarde misdrijf overleden. De benadeelde partijen zijn de kinderen van het slachtoffer. Daarmee is de affectieschade in beginsel een gegeven. Verdachte is voor deze schade naar burgerlijk recht aansprakelijk (artt. 6:107 lid 1 sub b en 6:108 lid 3 BW). De vorderingen zijn voldoende onderbouwd. De benadeelde partijen hebben dan ook recht op:
  • [Getuige 1] € 17.500,00
  • [Getuige 5] € 17.500,00
  • [kind van slachtoffer] € 17.500,00.
Deze bedragen worden toegewezen. Verdachte is vanaf 29 december 2023 wettelijke rente over de toegewezen bedragen verschuldigd.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partijen toegewezen bedragen aan de Staat te betalen. Gijzeling wordt bij niet betaling bepaald op het aantal dagen zoals in het dictum vermeld.

9.De beoordeling van het beslag

De rechtbank zal de Samsung A53 ( [nummer] ) en de zwarte tablet inclusief lader ( [nummer] ) verbeurd verklaren nu deze voorwerpen zijn gebruikt bij het strafbare feit.
De rechtbank zal de teruggave van de inbeslaggenomen Peugeot 208 ( [nummer] ) en de reservesleutel van voornoemde Peugeot ( [nummer] ) aan de rechthebbende gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet.
De rechtbank zal de teruggave van de hierna te noemen inbeslaggenomen goederen aan de verdachte gelasten omdat geen strafvorderlijk belang zich daartegen verzet:
  • smartwatch uit kast woonkamer ( [nummer] );
  • tablet (defect) ( [nummer] );
  • zwarte Samsung met zwart hoesje ( [nummer] );
  • USB ( [nummer] );
  • bruine fleece deken ( [nummer] );
  • hoekbank, grijs/bruin, in folie verpakt ( [nummer] );
  • kussens van bank in woonkamer ( [nummer] en [nummer] );
  • grote schop, licht bruin houten steel en groen blad ( [nummer] );
  • handschepje, handvat licht bruin ( [nummer] );
  • paspoort [Verdachte] met daarin Turkse ID kaart ( [nummer] );
  • doos van haakse slijper Action met daarin o.a. slijper en zaag ( [nummer] );
  • zaag ( [nummer] );
  • haakse slijper ( [nummer] ;
  • zwarte emmer met (mop) ( [nummer] );
  • gewassen witte vloerwisser ( [nummer] );
  • zwarte emmer met rode (mop) ( [nummer] ); en
  • mop met steel van merk Vileda ( [nummer] ).

10.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 33, 33a, 36f, 57, 151 en 287 van het Wetboek van Strafrecht.

11.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstrafvoor de duur van
18 (achttien) jaren;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Beslissing op het beslag
 verklaart verbeurd de Samsung A53 ( [nummer] ) en de zwarte tablet inclusief lader ( [nummer] );
 gelast de teruggave van de Peugeot 208 ( [nummer] ) en de reservesleutel van voornoemde Peugeot ( [nummer] ) aan de rechthebbende;
 gelast de teruggave aan verdachte van de volgende voorwerpen:
o smartwatch uit kast woonkamer ( [nummer] );
o tablet (defect) ( [nummer] );
o zwarte Samsung met zwart hoesje ( [nummer] );
o USB ( [nummer] );
o bruine fleece deken ( [nummer] );
o hoekbank, grijs/bruin, in folie verpakt ( [nummer] );
o kussens van bank in woonkamer ( [nummer] en [nummer] );
o grote schop, licht bruin houten steel en groen blad ( [nummer] );
o handschepje, handvat licht bruin ( [nummer] );
o paspoort [Verdachte] met daarin Turkse ID kaart ( [nummer] );
o doos van haakse slijper Action met daarin o.a. slijper en zaag ( [nummer] );
o zaag ( [nummer] );
o haakse slijper ( [nummer] ;
o zwarte emmer met (mop) ( [nummer] );
o gewassen witte vloerwisser ( [nummer] );
o zwarte emmer met rode (mop) ( [nummer] ); en
o mop met steel van merk Vileda ( [nummer] ).
Beslissing op de vorderingen van de benadeelde partijen
 veroordeelt verdachte in verband met feit 1 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partijen [Getuige 1] , [Getuige 5] , [kind van slachtoffer] van de volgende bedragen aan smartengeld, telkens vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partijen hebben gemaakt en de kosten die de benadeelde partijen mogelijk nog moeten maken om de te noemen bedragen betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
Benadeelde partij Bedrag Wettelijke rente
1. [Getuige 1] € 17.500,00december 2023
2. [Getuige 5] € 17.500,00december 2023
3. [kind van slachtoffer] € 17.500,00december 2023
 legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat ten behoeve van de volgende benadeelde partijen de hier na te noemen bedragen aan smartengeld te betalen. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf genoemde datum tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als het bedrag niet wordt betaald, kan gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
Benadeelde partij Bedrag Gijzeling
1. [Getuige 1] € 17.500,00121 dagen
2. [Getuige 5] € 17.500,00dagen
3. [kind van slachtoffer] € 17.500,00dagen
 bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partijen in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.J.H. van Laethem (voorzitter), mr. M.A. van Leeuwen en mr. S. Jansen, rechters, in tegenwoordigheid van mr. L.H.M. van Keulen en M.J. Willekers, MSc, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 29 oktober 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [Verbalisant] van de politie Oost-Nederland, dienst Regionale Recherche, opgemaakte proces-verbaal, onderzoeksnummer [nummer] ( [Onderzoeksnaam] ), gesloten op 26 mei 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen (AH003), p. 158.
3.Proces-verbaal van bevindingen (AH004), p. 4131; proces-verbaal van bevindingen (AH003), p. 4127.
4.Processen-verbaal van bevindingen (AH058), p. 415 en (AH096) p. 573.
5.Processen-verbaal van getuigenverhoor, p. 3793 (G11.01) en p. 4007 (G30.01) en proces-verbaal van bevindingen (AH162), p. 1097.
6.Proces-verbaal van bevindingen (AH075) p. 480.
7.Processen-verbaal van bevindingen, p. 4081 en p. 4101 en processen-verbaal van getuigenverhoor, p. 3993 (G29.01), p. 3688 (G03.01).
8.Proces-verbaal van bevindingen, p. 4080 en proces-verbaal van bevindingen (AH006), p. 165-170.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige [Getuige 5] (G30.01), p. 4001; proces-verbaal van bevindingen (AH202), p. 1353-1354.
10.Proces-verbaal van bevindingen (AH006), p. 167.
11.Proces-verbaal van bevindingen (AH311), p. 2507.
12.Proces-verbaal van bevindingen (AH014), p. 210-218.
13.Proces-verbaal van bevindingen (AH334), p. 2562.
14.Processen-verbaal van bevindingen (AH337), p. 2666 en (AH338), p. 2671.
15.Proces-verbaal van bevindingen (AH334), p. 2561.
16.Proces-verbaal van bevindingen (AH428), p. 3342.
17.Proces-verbaal verhoor getuige [Getuige 5] (G30.01), p. 4009; proces-verbaal van bevindingen (AH162), p. 1079; de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 1 oktober 2025.
18.Proces-verbaal van bevindingen (AH024), p. 273.
19.Vertaalde berichten door tolk (AH019), p. 243-246.
20.Proces-verbaal van bevindingen (AH054), p. 398.
21.Proces-verbaal van bevindingen (AH173), p. 1200-1202.
22.Proces-verbaal van bevindingen (AH429), p. 3343.
23.Proces-verbaal van bevindingen (AH030), p. 319-320.
24.Proces-verbaal van bevindingen (AH078), p. 499.
25.Proces-verbaal van bevindingen (AH126), p. 787.
26.Proces-verbaal van bevindingen (AH004), p. 4131.
27.Proces-verbaal van forensisch onderzoek woning (AH184), p. 1249-1250.
28.Proces-verbaal van bevindingen (AH243), p. 1522-1524.
29.Proces-verbaal van verhoor getuige [Getuige 5] (G30.01), p. 4000 t/m 4004 en 4009.
30.Proces-verbaal van verhoor getuige [Slachtoffer] (G09.01), p. 3726.
31.Tapgesprek 29 februari 2024 (TA006-13042), p. 4335.
32.Tapgesprek op 28 maart 2024 (TA007-12636), p. 4350.
33.Rapport NFI (auteurschapsonderzoek) (AH444), p. 3528-3540.
34.Proces-verbaal relaas, p. 90-94, de ambtshandelingen waarop de tijdlijn is gebaseerd zijn door de rechtbank gecontroleerd en staan in de eerste kolom van deze tijdlijn vermeld.
35.Proces-verbaal van bevindingen (AH028), p. 284-288.
36.Proces-verbaal meting telecommunicatienetwerk (OT003), p. 4219-4220.
37.Proces-verbaal van bevindingen (AH134), p. 812-819.
38.Proces-verbaal van bevindingen (AH136), p. 830-835.
39.Proces-verbaal van bevindingen (AH137), p. 849, 857-858.
40.Proces-verbaal van bevindingen (AH290), p. 2396-2399.
41.Proces-verbaal van bevindingen (AH104), p. 623-630.
42.Proces-verbaal van bevindingen (AH257), p. 2043-2044.
43.Proces-verbaal van bevindingen (AH257), p. 2043-2044.
44.Proces-verbaal van bevindingen (AH054), p. 395-360.
45.Proces-verbaal van verhoor getuige [Getuige 7] (G32.01), p. 4030-4031.
46.Proces-verbaal van verhoor getuige [Getuige 8] (G27.01), p. 3978-3979.
47.Proces-verbaal van bevindingen (AH006), p. 165 en 167.
48.Proces-verbaal van bevindingen (AH311), p. 2507.
49.Proces-verbaal van bevindingen (AH394), p. 2929 en 2934.
50.Proces-verbaal van bevindingen (AH054), p. 398.
51.Proces-verbaal van bevindingen (AH136), p. 821-822.
52.Proces-verbaal van bevindingen (AH162), p. 1095-1098.