ECLI:NL:RBGEL:2025:9046

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
29 oktober 2025
Publicatiedatum
28 oktober 2025
Zaaknummer
ARN 25/114
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag eenmalige energietoeslag 2023 op grond van artikel 35 Pw

In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, enkelvoudige kamer, wordt de afwijzing van de aanvraag van eiser voor de eenmalige energietoeslag 2023 behandeld. Eiser, woonachtig in [plaats], heeft op 22 maart 2024 een aanvraag ingediend, die door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen op 26 augustus 2024 is afgewezen. De rechtbank oordeelt dat het college terecht heeft besloten, omdat eiser geen gegevens heeft overgelegd ter onderbouwing van zijn aanvraag. Eiser heeft niet gereageerd op verzoeken om aanvullende informatie, waaronder bankafschriften en bewijsstukken van huuropbrengsten. De rechtbank benadrukt dat de bewijslast bij de aanvrager ligt en dat het college beleidsvrijheid heeft bij het toekennen van de energietoeslag. Eiser heeft niet aangetoond dat hij recht heeft op de toeslag, en de rechtbank verklaart het beroep ongegrond. Eiser krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, rechter, en mr. E.G. Cornelisse, griffier, en is openbaar uitgesproken op 29 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Zittingsplaats Arnhem
Bestuursrecht
zaaknummer: ARN 25/114

uitspraak van de enkelvoudige kamer van

in de zaak tussen

[eiser], uit [plaats], eiser

en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, het college
(gemachtigde: mr. N.A. van Wingerden).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiser voor de eenmalige energietoeslag 2023 op grond van artikel 35 van de Participatiewet (Pw). Eiser is het niet eens met deze afwijzing. Hij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de aanvraag van eiser.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het college een juiste beslissing heeft genomen. Eiser krijgt geen gelijk en het beroep is daarom ongegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiser heeft op 22 maart 2024 een aanvraag ingediend voor de eenmalige energietoeslag 2023. Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 26 augustus 2024 afgewezen. Met het bestreden besluit van 26 november 2024 op het bezwaar van eiser is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.1.
Eiser heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.2.
Het college heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
2.3.
De rechtbank heeft het beroep op 29 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan heeft deelgenomen: de gemachtigde van het college. Eiser heeft zich afgemeld voor de zitting.

Beoordeling door de rechtbank

Totstandkoming van het bestreden besluit
3. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten. Eiser is woonachtig in [plaats]. Op 22 maart 2024 heeft eiser een aanvraag ingediend voor de energietoeslag 2023. Het college heeft eiser vervolgens met een brief van 7 augustus 2024 gevraagd om bankafschriften van de maanden september, oktober en november 2023 op te sturen. Eiser heeft hier niet op gereageerd. Met het besluit van 26 augustus 2024 heeft het college de aanvraag van eiser om de energietoeslag 2023 afgewezen, omdat het college niet kan vaststellen of eiser in aanmerking komt voor de energietoeslag 2023. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, omdat hij stelt dat hij de brief van 7 augustus 2024 niet heeft ontvangen. Met de brief van 7 november 2024 heeft het college eiser opnieuw om nadere gegevens gevraagd, namelijk om bankafschriften van de maanden september, oktober en november 2024 en om bewijsstukken van de huuropbrengsten van de maanden september, oktober en november 2024 van alle panden die in het bezit zijn van eiser. Eiser heeft niet op deze brief gereageerd. Met het bestreden besluit is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven, omdat nog steeds niet kan worden vastgesteld of eiser recht heeft op de energietoeslag 2023.
Het toetsingskader
4. In artikel 35, vierde lid, van de Pw is opgenomen dat aan een alleenstaande of gezin categoriale bijzondere bijstand kan worden toegekend in de vorm van een eenmalige energietoeslag. Het toekennen van energietoeslag is een bevoegdheid van het college. Uit de memorie van toelichting bij artikel 35, vierde en vijfde lid, van de Pw volgt dat het college bij de uitoefening van deze bevoegdheid beleidsvrijheid heeft om te bepalen welke doelgroepen in aanmerking komen voor een eenmalige energietoeslag. Het college heeft de wijze waarop deze bevoegdheid wordt uitgeoefend, neergelegd in de Beleidsregels energietoeslag gemeente Nijmegen 2023-A (de Beleidsregels). In de Beleidsregels is onder meer bepaald dat de energietoeslag toekomt aan alleenstaanden en gezinnen met een inkomen tot en met 130% van het sociaal minimum.
4.1.
Iemand die bijstand aanvraagt moet aannemelijk maken dat hij recht heeft op bijstand. De bewijslast van de bijstandbehoevendheid rust dus in beginsel op de aanvrager. Een aanvrager moet daarom feiten en omstandigheden aannemelijk maken die duidelijkheid geven over zijn woon- en leefsituatie en over zijn financiële situatie. De bijstandverlenende instantie heeft een onderzoeksplicht. Dat brengt mee dat deze de inlichtingen van de aanvrager op juistheid en volledigheid moet controleren. Als de aanvrager niet aannemelijk maakt dat hij in bijstandbehoevende omstandigheden verkeert, is dit een grond voor afwijzing van de aanvraag. [1]
Wat is het oordeel van de rechtbank?
5. Eiser heeft aangevoerd dat hij op de datum aanvraag, 22 maart 2024, wel voldeed aan de criteria om in aanmerking te komen voor de energietoeslag 2023.
5.1.
Deze beroepsgrond slaagt niet. Naar het oordeel van de rechtbank heeft het college de aanvraag van eiser terecht afgewezen, omdat niet kan worden vastgesteld of eiser in aanmerking komt voor de energietoeslag 2023. Het is aan eiser om aannemelijk te maken dat hij recht heeft op de energietoeslag. Eiser heeft geen gegevens overgelegd ter onderbouwing van zijn aanvraag. Althans in ieder geval niet de gegevens waar het college om heeft verzocht. De rechtbank acht het niet aannemelijk dat eiser de brieven van het college niet heeft ontvangen. De brieven zijn namelijk naar verschillende adressen gestuurd. Het ene naar eisers woonadres en de tweede naar zijn postadres. Echter ook als eiser beide brieven van het college niet zou hebben ontvangen, dan was het hem met de bekendmaking van het bestreden besluit (en de ontvangst van het dossier) voldoende duidelijk welke gegevens volgens het college nodig waren om zijn aanvraag te beoordelen. Toch heeft eiser niet alsnog stukken overgelegd waaruit blijkt dat hij recht heeft op de energietoeslag 2023. Tijdens de zitting heeft het college vermeld dat als eiser in beroep stukken had overgelegd, deze dan nog waren beoordeeld. Daarnaast kan de rechtbank de stelling, die het college tijdens de zitting naar voren heeft gebracht, volgen dat ook als eiser wel stukken had overgelegd aannemelijk is dat hij geen recht zou hebben op de energietoeslag 2023. Eiser heeft namelijk vijf panden in bezit die hij verhuurt en waarvoor hij huurpenningen ontvangt. Dit maakt het aannemelijk dat hij daarmee boven norm van 130% van het sociaal minimum uitkomt.
5.2.
De stelling van eiser dat het college niet binnen acht weken op zijn aanvraag heeft beslist kan eiser niet baten, omdat eiser het college niet in gebreke heeft gesteld. Het niet tijdig beslissen doet ook niets af aan de juistheid van de besluitvorming.

Conclusie en gevolgen

6. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiser geen gelijk krijgt. Eiser krijgt daarom het griffierecht niet terug. Hij krijgt ook geen vergoeding van zijn proceskosten.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, rechter, in aanwezigheid van mr. E.G. Cornelisse, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie bijvoorbeeld de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 15 juli 2025, ECLI:NL:CRVB:2025:1065.