ECLI:NL:RBGEL:2025:8793

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
12 september 2025
Publicatiedatum
20 oktober 2025
Zaaknummer
05-146863-19
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van TBS met dwangverpleging onder voorwaarden van repatriëring naar Nigeria

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 12 september 2025 uitspraak gedaan over de beëindiging van de terbeschikkingstelling (TBS) van een betrokkene, die in 2021 was veroordeeld tot TBS met verpleging van overheidswege. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie om de TBS te verlengen voor een jaar en tegelijkertijd te beëindigen onder de voorwaarde dat de betrokkene Nederland verlaat en niet terugkeert, beoordeeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokkene, die lijdt aan een niet gespecificeerde schizofreniespectrumstoornis, zich goed heeft ontwikkeld in de kliniek en dat het recidiverisico laag is, mits hij zijn medicatie blijft gebruiken. De rechtbank heeft ook de plannen voor repatriëring naar Nigeria in overweging genomen, waarbij de betrokkene zal worden behandeld in een lokale kliniek. De rechtbank heeft besloten de TBS met een jaar te verlengen, maar deze te beëindigen op het moment dat de betrokkene in Nigeria arriveert, onder de gestelde voorwaarden. De rechtbank heeft vertrouwen in de uitvoering van het repatriëringsplan en de zorg die de betrokkene in Nigeria zal ontvangen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND

Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05/146863-19
Datum uitspraak: 12 september 2025
Beslissingvan de meervoudige kamer als bedoeld in artikel 6:6:10b van het Wetboek van Strafvordering
in de zaak van

de officier van justitie

tegen

[veroordeelde] (hierna: betrokkene)

geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats] ,
verblijvende in [tbs-kliniek]
(hierna: de kliniek)
Raadsman: mr. R.W. van Faassen, advocaat te Zwolle.

Procedure

Betrokkene is op 5 juli 2021 bij arrest van het gerechtshof te Arnhem-Leeuwarden veroordeeld tot terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege. Deze maatregel is ingegaan op 20 juli 2021 en het laatst verlengd bij beslissing van rechtbank Gelderland (zittingsplaats Zutphen) van 18 augustus 2023.
Bij vordering van 27 mei 2025, bij de griffie van deze rechtbank ingekomen op diezelfde datum, heeft de officier van justitie gevorderd dat deze maatregel wordt verlengd voor de duur van één jaar.
De rechtbank heeft verder kennisgenomen van de volgende processtukken:
  • het adviesrapport van de kliniek van 14 april 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met één jaar;
  • een afschrift van de wettelijke aantekeningen;
  • het advies van psychiater M.A. Westenborg, van 18 april 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met één jaar;
  • het advies van psycholoog G.M. Jansen, van 11 april 2025, waarin wordt geadviseerd de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege te verlengen met één jaar;
  • het proces-verbaal van de zitting van de rechtbank van 11 juli 2025; en
  • de brief van de kliniek van 11 september 2025 met aanvullende informatie ten aanzien van de (voorgenomen) repatriëring van betrokkene.
De rechtbank heeft ter zitting van 11 juli 2025 het onderzoek voor onbepaalde tijd geschorst en vervolgens hervat op de zitting van 12 september 2025. Op die zitting zijn gehoord:
- betrokkene;
- zijn raadsman mr. R.W. van Faassen;
- de deskundige R. Stam, hoofdbehandelaar bij de kliniek; en
- de officier van justitie, mr. J.F. Menke.

De standpunten

De officier van justitie heeft ter zitting gevorderd dat de terbeschikkingstelling met één jaar wordt verlengd, nu aan de voorwaarden voor verlenging is voldaan. Daarnaast heeft zij verzocht de maatregel op grond van artikel 6:6:10b Sv te beëindigen per 29 september 2025, onder de voorwaarde dat betrokkene Nederland verlaat en niet naar Nederland terugkeert. Uit de brief van de kliniek van 11 september 2025 en de toelichting daarop tijdens de zitting, is gebleken dat de plannen voor repatriëring van betrokkene zodanig vorm hebben gekregen dat betrokkene op een verantwoorde manier naar Nigeria kan worden gerepatrieerd.
De raadsman van betrokkene heeft de vordering en het verzoek van de officier van justitie onderschreven. Betrokkene is bereid zich aan de voorwaarden (dat betrokkene Nederland verlaat en niet naar Nederland terugkeert) te houden als de maatregel wordt beëindigd.

De beoordeling

Indexdelict
De terbeschikkingstelling is opgelegd vanwege poging tot doodslag, meermaals gepleegd.
Dat betekent dat de maatregel is opgelegd in verband met een misdrijf dat gericht was tegen of gevaar veroorzaakte voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen.
De maatregel is dus niet gemaximeerd.
Stoornis
Uit het advies van de psychiater blijkt dat bij betrokkene sprake is van een niet gespecificeerde schizofreniespectrumstoornis of andere psychotische stoornis. Daarbij merkt de psychiater op dat schizofrenie als diagnose wordt uitgesloten, aangezien de psychose een eenmalige gebeurtenis was en niet voldoet aan de DSM-5-criteria voor schizofrenie. Ook de psycholoog merkt in zijn advies op dat bij betrokkene sprake is van een (eenmalige) psychotische stoornis die op dit moment onder gebruik van een (lage dosering) van een antipsychoticum in remissie is.
De kliniek heeft in haar verlengingsadvies van 14 april 2025 opgemerkt dat de psychotische klachten van betrokkene kortdurend waren en na medicatie volledig in remissie zijn. De kliniek stelt dat de klachten te kortdurend waren om te spreken van een chronische aandoening zoals schizofrenie.
Verloop van de maatregel
Betrokkene verblijft nog steeds op de afdeling Noord 2, een prikkelarme, ondersteunende afdeling voor patiënten met een psychiatrische stoornis. Hij wordt gezien als een timide, rustige, vriendelijke man die zich aan afspraken houdt en zich goed laat begeleiden. Hij neemt inmiddels meer initiatief in het contact met de begeleiding en medepatiënten en kan beter zijn grenzen aangeven. Betrokkene volgt zijn dagprogramma, neemt trouw deel aan therapieën en beweegt zich goed in de groep. Er zijn geen positieve of negatieve psychotische symptomen. Hij is middelenvrij en toont ziektebesef en -inzicht en gebruikt zijn (antipsychotische) medicatie vrijwillig. De dosering is in de eerste helft van 2025 verlaagd, zonder dat er veranderingen in zijn toestandsbeeld zijn waargenomen. Betrokkene heeft sinds 27 februari 2025 een machtiging voor begeleid verlof, om hem voor te kunnen bereiden op terugkeer in de (Nigeriaanse) samenleving. De kliniek heeft de afgelopen periode alles in gang gezet voor een spoedige repatriëring van betrokkene naar Nigeria.
Recidivegevaar
De psychiater geeft aan dat het recidiverisico onder de huidige omstandigheden laag is. Bij het abrupt staken van de medicatie zou de kans op recidive matig tot hoog zijn. De psychiater nuanceert die inschatting door er tevens op te wijzen dat het zou kunnen dat betrokkene met wat hij in de kliniek heeft geleerd tijdig aan de bel trekt.
De kliniek heeft aangegeven dat het recidiverisico laag is, indien betrokkene de medicatie gebruikt en een netwerk om zich heen heeft. Hij heeft positieve vooruitgang geboekt, wat bijdraagt aan zijn huidige stabiliteit. Indien de maatregel direct wordt beëindigd schat de kliniek het risico als matig in, indien betrokkene niet in een gecontroleerde omgeving verblijft en hij onvoldoende ondersteuning krijgt.
Repatriëring
Naast de (verdere) behandeling van betrokkene, heeft de afgelopen verlengingsperiode in het teken gestaan van de voorbereiding van de voorgenomen repatriëring van betrokkene naar Nigeria. De kliniek heeft in het verleden meerdere patiënten gerepatrieerd naar Nigeria. In augustus 2025 is een medewerker van de kliniek naar Nigeria geweest voor een bezoek aan het netwerk van betrokkene en aan de kliniek ter plaatse die bereid is betrokkene op te nemen. Deze plaatselijke kliniek is verbonden aan het [Ziekenhuis] in Lagos. De behandelend psychiater in Nigeria heeft inmiddels een intakegesprek gehad met betrokkene via een beeldbel-verbinding. Tevens is deze psychiater door de kliniek geïnformeerd over de voorgeschiedenis en de behandeling van betrokkene. De kliniek heeft een behandelovereenkomst met de kliniek in Nigeria kunnen sluiten voor een opname van maximaal drie maanden. [Ziekenhuis] zal betrokkene in aanwezigheid van een medewerker van de kliniek en een medewerker van de Koninklijke Marechausse (hierna: KMar) direct na aankomst per ambulance vervoeren naar de lokale kliniek. Indien aan de medewerker van de kliniek en de medewerker van de KMar geen visa worden verstrekt, zal de psychiater van de kliniek ter plaatse naar de luchthaven in Lagos komen en vanaf daar betrokkene naar de kliniek ter plaatse begeleiden.
De kliniek heeft van de psychiater ter plaatse vernomen dat de behandeling in de kliniek in Lagos maximaal drie maanden zal duren en dat daarbij aandacht zal zijn voor stabilisatie, integratie en psycho-educatie aan betrokkene en zijn familie, in de eigen taal en met aandacht voor de culturele verschillen. Na behandeling in de kliniek in Lagos zal betrokkene worden doorverwezen naar een (ambulante) behandelaar in zijn woonplaats [geboorteplaats] . Hij kan dan bij zijn familie verblijven. Indien betrokkene decompenseert, is met de doorverwijzing naar een (ambulante) behandelaar een lokale behandelaar te benaderen. De kliniek heeft ten slotte ook aangegeven dat in Nigeria de mogelijkheid bestaat tot civielrechtelijk gedwongen plaatsing in geval van acute nood. Dit betreft zorg van staatswege.
De kliniek heeft direct contact gehad met de familie van betrokkene. Zijn moeder en een broer hebben te kennen gegeven dat zij bereid zijn inzet en ondersteuning te bieden indien betrokkene terugkeert. Zij beschikken over een woning.
De adviseur repatriëring van de kliniek heeft recent met betrokkene een bezoek gebracht aan het consulaat van Nigeria. De consulaire medewerker heeft een reisdocument toegezegd, dat zal worden afgegeven op het moment dat de kliniek het vluchtnummer (van de vliegreis naar Nigeria) kan overleggen.
De kliniek geeft aan dat, indien de rechtbank instemt met de voorgenomen terugkeer van betrokkene naar Nigeria, hij op 29 september 2025 kan terugkeren onder begeleiding van de adviseur repatriëring van de kliniek en een medewerker van de Koninklijke Marechaussee.
Ter zitting heeft betrokkene verklaard terug te willen keren naar zijn familie in Nigeria en dat hij niet van plan is weer naar Nederland te komen.
Conclusie
De rechtbank zal de maatregel verlengen. Er is immers nog steeds sprake van een stoornis, waarvoor betrokkene medicatie gebruikt en hij ondergaat ook nog behandelingen. Bovendien wordt het recidiverisico bij directe beëindiging van de maatregel als matig ingeschat. De rechtbank is verder van oordeel dat de maatregel op de voet van artikel 6:6:10b Sv kan worden beëindigd, onder de voorwaarde dat betrokkene Nederland verlaat en niet naar Nederland terugkeert. Daartoe wijst de rechtbank op het volgende.
Betrokkene heeft geen rechtmatig verblijf in Nederland in de zin van artikel 8 onder a tot en met e en l van de Vreemdelingenwet 2000. Van een op de Nederlandse samenleving gerichte resocialisatie is dan ook geen sprake, zodat beëindiging op de voet van artikel 6:6:10b Sv aangewezen is.
De kliniek heeft uitvoerig toegelicht op welke wijze en onder welke voorwaarden repatriëring zal plaatsvinden en hoe de behandeling in Nigeria zal worden voortgezet. Betrokkene blijft zijn medicatie gebruiken en krijgt in Nigeria passende zorg en behandeling. Zodra een vluchtnummer bekend is, krijgt betrokkene de benodigde reisdocumenten en wordt hij tijdens de reis naar Nigeria begeleid door een medewerker van de kliniek en een medewerker van de Koninklijke Marechaussee. Bij aankomst in Nigeria (of in de kliniek ter plaatse) wordt betrokkene overgedragen aan de psychiater van de kliniek ter plaatse. Betrokkene wordt met een ambulance naar de kliniek vervoerd. De behandeling in de kliniek zal maximaal drie maanden duren. Zolang betrokkene in de kliniek in Nigeria verblijft, wordt de kliniek [tbs-kliniek] over (het verloop van) de behandeling geïnformeerd. Bovendien is er contact met de familie van betrokkene in Nigeria en hebben zijn moeder en broer toegezegd ondersteuning te geven vanaf het moment dat betrokkene uit de kliniek komt. Ook krijgt betrokkene na het verlaten van de kliniek ambulante behandeling in zijn woonplaats.
Dit klinkt als een solide plan, waarmee ook gewaarborgd is dat het recidiverisico op een aanvaardbaar niveau blijft na aankomst in Nigeria. Betrokkene heeft op de zitting verklaard dat hij Nederland wil verlaten en niet van plan is terug te keren naar Nederland. Hij heeft ook verklaard dat hij het belang van zijn medicatie inziet en deze zal blijven gebruiken en in Nigeria naar de kliniek zal gaan. De rechtbank heeft er vertrouwen in dat betrokkene, gelet op zijn verklaring en gelet op de inhoud van het advies van de kliniek en de ter zitting gegeven toelichting daarop, zich in Nigeria meewerkend zal opstellen tijdens de behandeling in de kliniek ter plaatse en tijdens het vervolgtraject.
Beoogd wordt de repatriëring op of omstreeks 29 september 2025 te laten plaatsvinden. Ter zitting is toegelicht dat dit waarschijnlijk de eerst mogelijke datum is waarop betrokkene zou kunnen vertrekken, indien de toegezegde reisdocumenten tijdig worden geregeld. Om enige ruimte te laten, zal de rechtbank niet per die datum de maatregel beëindigen maar met ingang van het moment dat betrokkene arriveert in Nigeria. Op dat moment is namelijk voldaan aan de voorwaarde dat hij Nederland verlaat. Zoals hiervoor overwogen wordt hij dan door de medewerker van de kliniek en de medewerker van de KMar, indien zij geen visa krijgen, overgedragen aan de psychiater van de kliniek ter plaatse.

De beslissing

De rechtbank:
-verlengt de termijn van de terbeschikkingstelling van betrokkene met
1 (één) jaar;
-beëindigt de terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege op grond van artikel 6:6:10b Sv op het moment dat betrokkene arriveert in Nigeria en stelt daarbij als voorwaarde dat betrokkene Nederland verlaat en dat hij niet naar Nederland terugkeert.
Deze beslissing is gegeven door mr. J.M. Breimer, als voorzitter, mr. A. Bril en mr. R.D. Leen, als rechters in tegenwoordigheid van mr. W.J. van 't Spijker, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 12 september 2025.
Mr. A. Bril en mr. Van ‘t Spijker zijn buiten staat om dit vonnis mede te ondertekenen.