ECLI:NL:RBGEL:2025:8718

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
1 september 2025
Publicatiedatum
17 oktober 2025
Zaaknummer
25/774
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzoek tot afkondiging van een afkoelingsperiode in het kader van de WHOA

Op 1 september 2025 heeft de Rechtbank Gelderland, Team Insolventie, een beschikking gegeven in de zaak van de stichting [verzoekster], die een verzoekschrift had ingediend ex artikel 376 van de Faillissementswet (Fw) in het kader van de besloten akkoordprocedure. Het verzoekschrift was op 15 augustus 2025 ingediend bij de rechtbank Midden-Nederland, maar deze rechtbank heeft het verzoek doorverwezen naar de Rechtbank Gelderland op grond van artikel 285 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzoekster, samen met andere aan haar gelieerde vennootschappen, ook een verzoekschrift ex artikel 376 Fw bij deze rechtbank heeft ingediend onder zaak- en rekestnummer 455980 FT RK 25-774. Aangezien de rechtbank dat verzoek zal behandelen, heeft de verzoekster geen belang bij haar huidige verzoek. De rechtbank heeft daarom de verzoekster niet-ontvankelijk verklaard in haar verzoek. Deze beschikking is openbaar uitgesproken op 1 september 2025 door de rechters S. Boot (voorzitter), R.P. van Eerde en P.J. Neijt, in aanwezigheid van griffier E. Stienissen.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK GELDERLAND

Team Insolventie – meervoudige kamer
Locatie: Zutphen
afkondigen afkoelingsperiode
uitspraakdatum: 1 september 2025
beschikking op het ingekomen verzoekschrift ex artikel 376 Faillissementswet (Fw) in de besloten akkoordprocedure van:
1. de stichting
[verzoekster],
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
hierna te noemen: [verzoekster] ,
advocaten: mr. M.J.H. Vermeeren en mr. G. Sengers te Den Haag.

1.De beoordeling

1.1.
Het verloop van de procedure volgt uit:
- het verzoekschrift van 15 augustus 2025 ingediend bij de rechtbank Midden-Nederland en door rechtbank Midden-Nederland doorverwezen naar deze rechtbank op grond van art. 285 Rv.
1.2.
De rechtbank stelt vast dat [verzoekster] - samen met andere aan haar gelieerde vennootschappen - ook een verzoekschrift ex artikel 376 Fw bij deze rechtbank heeft ingediend (zaak- en rekestnummer 455980 FT RK 25-774). Nu de rechtbank dat verzoek zal behandelen, heeft [verzoekster] geen belang bij haar verzoek. [verzoekster] zal, wat betreft onderhavig verzoekschrift, niet-ontvankelijk worden verklaard in haar verzoek.

2.De beslissing

De rechtbank:
- verklaart [verzoekster] niet-ontvankelijk in haar verzoek.
Deze beschikking is gegeven door mr. S. Boot (voorzitter), mr. R.P. van Eerde en mr. P.J. Neijt en in aanwezigheid van mr. E. Stienissen griffier, in het openbaar uitgesproken op 1 september 2025.