ECLI:NL:RBGEL:2025:852

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
28 januari 2025
Publicatiedatum
3 februari 2025
Zaaknummer
05/166423-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zedenmisdrijf met minderjarige en bezit van kinderporno

Op 28 januari 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan ernstige zedenmisdrijven. De verdachte, geboren in 1988, werd beschuldigd van het plegen van ontuchtige handelingen met een minderjarig buurmeisje, dat op het moment van de feiten nog geen twaalf jaar oud was. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan seksueel binnendringen van het slachtoffer en het vervaardigen, verwerven en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. De feiten vonden plaats in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 30 september 2023 en op 18 mei 2024. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van vier jaar, waarvan één jaar voorwaardelijk, met bijzondere voorwaarden, waaronder een GVM-maatregel (gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel) vanwege de complexe problematiek van de verdachte, die lijdt aan een pedofiele stoornis. Daarnaast werd de verdachte veroordeeld tot het betalen van €12.000,- aan smartengeld aan het slachtoffer, vertegenwoordigd door haar vader. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en de impact op het slachtoffer en zijn omgeving, en de noodzaak van behandeling en toezicht om herhaling te voorkomen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/166423-24
Datum uitspraak : 28 januari 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1988 in [geboorteplaats] ,
ingeschreven aan de [adres] , [postcode] in [plaats 1] ,
alwaar hij gedetineerd zit in de P.I. [plaats 1] .
Raadsvrouw: mr. P. Metgod, advocaat in Amsterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is, na toewijzing van een vordering tot nadere omschrijving van de tenlastelegging, ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 18 mei 2024 te [plaats 2] met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2020, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen van zijn penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen, althans tegen de schaamlippen/vulva en/of tussen, althans tegen de billen van die [slachtoffer] en/of
- het brengen van zijn vingers tussen de schaamlippen, althans het betasten van de schaamlippen/vulva van die [slachtoffer] met zijn vingers en/of
- het brengen van zijn tong tussen de schaamlippen, althans over de schaamlippen/vulva van die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de billen van die [slachtoffer] met zijn vingers;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij of op of omstreeks 18 mei 2024 te [plaats 2] met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2020, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het brengen van zijn penis tegen de schaamlippen/vulva en/of tussen, althans tegen de billen van die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de schaamlippen/vulva van die [slachtoffer] met zijn vingers en/of
- het brengen van zijn tong over de schaamlippen/vulva van die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de billen van die [slachtoffer] met zijn vingers;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 augustus 2023 tot en met 30 september 2023 te [plaats 2] met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2020, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het brengen van zijn tong tussen en/of over de schaamlippen van die [slachtoffer] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 30 september 2023 te [plaats 2] met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2020, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten het brengen van zijn tong over de schaamlippen/vulva van die [slachtoffer] ;
3.
hij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 6 juli 2020 tot en met 20 mei 2024 te [plaats 2] , althans in Nederland, een aantal afbeeldingen en/of een aantal gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een Samsung S21 en/of een Samsung A51 en/of een LG computer, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2020) en/of een of meer andere onbekende personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en/of verworven en/of in bezit gehad en/of zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het brengen van zijn, verdachtes, penis in de vagina en/of tussen de schaamlippen, althans tegen de schaamlippen/vulva en/of tussen, althans tegen de billen van die [slachtoffer]
(afbeeldingen 24 en/of 25 en/of 26 en/of 28 en/of 30 en/of 31 van toonmap 1) en/of
het brengen van zijn, verdachtes, vingers tussen de schaamlippen, althans het betasten van de schaamlippen/vulva van die [slachtoffer] met zijn, verdachtes, vingers (afbeeldingen 15 en/of 16 en/of 32 en/of 33 van toonmap 1) en/of
het betasten van de billen van die [slachtoffer] met zijn, verdachtes, vingers (afbeeldingen 5 en/of 11 van toonmap 1) en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] , waarbij die [slachtoffer] poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past, (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer] en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of billen van die [slachtoffer] in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeeldingen 1 en/of 2 en/of 3 en/of 4 en/of 6 en/of 7 en/of 8 en/of 9 en/of 10 en/of 12 en/of 13 en/of 17 en/of 18 en/of 19 en/of 20 en/of 22 en/of 23 en/of 29 van toonmap 1)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van die [slachtoffer] , (waarbij) de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeelding 21 van toonmap 1)
en/of
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam door een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(afbeeldingen 4 en/of 5 van toonmap 2)
en/of
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het
geslachtsdeel van een ander persoon door een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of de eigen borsten door een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeelding 3 van toonmap 2)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die onbekende persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij die onbekende persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die onbekende persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die onbekende persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (afbeeldingen 1 en/of 2 van toonmap 2)
en hij aldus van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt;
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Ten aanzien van feit 1 (primair)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 78-82;
- het proces-verbaal van verhoor van getuige [aangever] , p. 88;
- het proces-verbaal van bevindingen (studioverhoor), p. 99;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 januari 2025.
Ten aanzien van feit 2 (primair)
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [aangever] , p. 78-81, 84;
- het proces-verbaal van verhoor verdachte [verdachte] d.d. 18 september 2024, p. 283-285;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 januari 2025.
Steunbewijs
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij in de zomer van 2023 met zijn tong aan de vagina van [slachtoffer] (hierna: [slachtoffer] ) heeft gezeten. Bij de politie heeft hij verklaard dat hij ergens in augustus of september 2023 met zijn tong in haar vagina heeft gezeten. Door de raadsvrouw is naar voren gebracht dat het dossier onvoldoende steun bevat voor deze bekennende verklaring van verdachte.
De rechtbank stelt voorop dat het bewijs dat verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan ingevolge artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering niet uitsluitend kan worden gebaseerd op de verklaring van één getuige (in dit geval verdachte). Ook bij een bekennende verdachte dient er bewijs uit andere bron aanwezig te zijn die deze verklaring in voldoende mate ondersteunt. Zedenzaken kenmerken zich in het algemeen door het feit dat er slechts twee personen aanwezig waren bij de (beweerdelijke) seksuele handelingen: de vermeende dader en het vermeende slachtoffer. Deze situatie doet zich ook in deze zaak voor. Daarbij is sprake van een zeer jong (vermeend) slachtoffer dat zelf niet over deze specifieke gebeurtenis heeft verklaard. Om tot een bewezenverklaring te kunnen komen, moet daarom steunbewijs uit andere bron voorhanden zijn. De rechtbank is van oordeel dat dit bewijs er is en overweegt het volgende.
[aangever] , de moeder van [slachtoffer] , heeft na een informatief zedengesprek op 21 mei 2024 aangifte gedaan van seksueel misbruik van haar dochter door verdachte op 18 mei 2024. In de aangifte geeft [aangever] aan dat zij het vermoeden heeft dat het seksueel misbruik ook al op een eerder moment is gebeurd. Zij verklaart over een specifiek moment waarop verdachte boven was met [slachtoffer] om ‘iets van een luier te verschonen’. [aangever] heeft dit destijds tegen haar partner gezegd, omdat ze dit raar vond. Haar partner zei hierop dat zij niet zomaar overal wat achter moest zoeken. [aangever] verwijst in relatie tot dit moment ook naar de emoties en woede-uitbarstingen die zij bij [slachtoffer] zag.
De rechtbank stelt vast dat verdachte op het moment dat [aangever] aangifte deed nog niet had verklaard over de genoemde seksuele handeling in de zomer van 2023. Zij kon aldus niet weten dat verdachte (bekennend) zou gaan verklaren over een eerder incident. Dit maakt haar verklaring naar het oordeel van de rechtbank authentiek. Bij dit oordeel acht de rechtbank van belang dat uit haar verklaringen duidelijk naar voren komt dat [aangever] uiterst behoedzaam met de melding wilde omgaan, nu zij ook bevriend was met verdachte en zijn partner (haar buren) en zij hem niet zomaar wilde beschuldigen. [aangever] benoemt een specifiek, eerder moment dat voor haar opvallend (raar) was. Het viel kennelijk dusdanig op, dat zij het nodig vond hierover een opmerking tegen haar partner te maken. Ook nam zij een gedragsverandering waar bij [slachtoffer] (in de vorm van emoties en woede-uitbarstingen). Onder deze omstandigheden komt de rechtbank tot het oordeel dat de verklaring van verdachte in voldoende mate wordt ondersteund door de verklaring van [aangever] .
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat voor de vraag of sprake was van seksueel binnendringen niet relevant is of verdachte met zijn tong ‘aan’ de vagina of ‘in’ de vagina heeft gezeten. In beide gevallen is sprake van het seksueel binnendringen van het lichaam, omdat verdachte in beide gevallen met zijn tong tussen de schaamlippen van [slachtoffer] heeft gezeten. Dit strookt ook met de ratio van de betreffende strafbaarstelling, te weten de bescherming van de (seksuele) integriteit van het lichaam. Verdachte heeft beide bewoordingen gebruikt in zijn verklaringen en beiden kunnen ingevolge vaste jurisprudentie van de Hoge Raad als seksueel binnendringen worden aangemerkt.
De rechtbank acht hiermee wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde onder feit 2.
Ten aanzien van feit 3
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van bevindingen (Samsung S21), p. 193-199;
- het proces-verbaal van bevindingen Beschrijving kinderpornografisch materiaal, p. 201-204, 206-209;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 14 januari 2025.
Samsung A51 en LG computer
Door de raadsvrouw is bepleit dat op grond van het dossier niet kan worden vastgesteld dat verdachte zich op enig moment de toegang heeft verschaft tot de kinderpornografische afbeeldingen die zijn aangetroffen op de Samsung A51 telefoon en de LG computer. De rechtbank overweegt hierover het volgende.
Verdachte heeft verklaard dat de Samsung A51 van hem was. Over de laptop heeft verdachte verklaard dat hij daarmee geen kinderporno heeft opgezocht. Deze zijn mogelijk op zijn laptop terechtgekomen toen hij zijn telefoon hierop aansloot.
Gelet op het feit dat verdachte de Samsung A51 in zijn bezit heeft gehad en dat daarop kinderpornografische afbeeldingen zijn aangetroffen – ook al zijn deze afbeeldingen niet (meer) toegankelijk –, acht de rechtbank bewezen dat verdachte middels deze telefoon kinderpornografische afbeeldingen heeft verworven, in zijn bezit heeft gehad en dat hij zich middels deze telefoon de toegang heeft verschaft tot deze afbeeldingen. De rechtbank kan echter niet vaststellen dat verdachte ook kinderpornografische afbeeldingen heeft opgezocht middels de LG computer. Zijn verklaring over de wijze waarop de afbeeldingen mogelijk op zijn computer terecht zijn gekomen, is op voorhand niet onaannemelijk. Verdachte zal daarom van dit onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Gewoonte maken van vervaardigen (vrijspraak)
Uit het dossier kan verder worden afgeleid dat verdachte op twee momenten kinderpornografische afbeeldingen van [slachtoffer] heeft vervaardigd, te weten op 18 mei 2024 en op één eerder moment in de periode van 1 augustus 2023 tot en met 30 september 2023. Deze frequentie is onvoldoende om tot het oordeel te kunnen komen dat verdachte van het vervaardigen van kinderpornografische afbeeldingen een gewoonte heeft gemaakt. De rechtbank zal verdachte daarom ook van dit onderdeel van de tenlastelegging vrijspreken.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1.
hij op
of omstreeks18 mei 2024 te [plaats 2] met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2020, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een of meerhandelingen heeft gepleegd, die
bestonden uit ofmede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten
- het brengen van zijn penis
in de vagina en/oftussen de schaamlippen
, althans tegen de schaamlippen/vulvaen
/oftussen
, althans tegende billen van die [slachtoffer] en
/of
-
het brengen van zijn vingers tussen de schaamlippen, althanshet betasten van de schaamlippen/vulva van die [slachtoffer] met zijn vingers en
/of
- het brengen van zijn tong tussen de schaamlippen,
althans over de schaamlippen/vulvavan die [slachtoffer] en/of
- het betasten van de billen van die [slachtoffer] met zijn vingers;
2.
hij in
of omstreeksde periode van 1 augustus 2023 tot en met 30 september 2023 te [plaats 2] met een aan zijn zorg of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige, te weten [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2020, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt,
een
of meerhandeling
enheeft gepleegd, die bestond
enuit
of mede bestonden uithet seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer] , te weten het brengen van zijn tong tussen
en/of overde schaamlippen van die [slachtoffer] ;
3.
hij op
een ofmeer tijdstippen in
of omstreeksde periode van 6 juli 2020 tot en met 20 mei 2024 te [plaats 2] ,
althans in Nederland,een aantal afbeeldingen en/of een aantal gegevensdragers, bevattende afbeeldingen, te weten een Samsung S21 en
/ofeen Samsung A51
en/of een LG computer, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, te weten [slachtoffer] (geboren op [geboortedag 2] 2020) en
/of een of meerandere onbekende personen die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet hadden bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, heeft vervaardigd en
/ofverworven en
/ofin bezit gehad en
/ofzich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en
/ofmet
gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen – zakelijk weergegeven – bestonden uit:
het brengen van zijn, verdachtes, penis
in de vagina en/oftussen de schaamlippen
, althans tegen de schaamlippen/vulvaen
/oftussen
, althans tegende billen van die [slachtoffer] (
afbeeldingen 24 en/of 25 en/of 26 en/of 28 en/of 30 en/of 31 vantoonmap 1) en
/of
het brengen van zijn, verdachtes, vingers tussen de schaamlippen, althanshet betasten van de schaamlippen/vulva van die [slachtoffer] met zijn, verdachtes, vingers (
afbeeldingen 15 en/of 16 en/of 32 en/of 33 vantoonmap 1) en
/of
het betasten van de billen van die [slachtoffer] met zijn, verdachtes, vingers (
afbeeldingen 5 en/of 11 vantoonmap 1) en
/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door die [slachtoffer] , waarbij die [slachtoffer] poseert in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij haar leeftijd past, (waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die [slachtoffer] en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel en/of billen van die [slachtoffer] in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (
afbeeldingen 1 en/of 2 en/of 3 en/of 4 en/of 6 en/of 7 en/of 8 en/of 9 en/of 10 en/of 12 en/of 13 en/of 17 en/of 18 en/of 19 en/of 20 en/of 22 en/of 23 en/of 29 vantoonmap 1)
en/of
het houden van een (stijve) penis bij
/naasthet
gezicht en/oflichaam van die [slachtoffer] , (waarbij) de afbeelding een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (
afbeelding 21 vantoonmap 1)
en/of
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een penis oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een ander persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het eigen lichaam door een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (
afbeeldingen 4 en/of 5 vantoonmap 2)
en/of
het met de/een penis en/of vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel en/of de billen van een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/ofhet met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een ander persoon door een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en
/ofhet met de/een vinger/hand en/of voorwerp betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel, de eigen billen en/of de eigen borsten door een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
(
afbeelding 3 vantoonmap 2)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een onbekend persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij die onbekende persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of waarbij die onbekende persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet en/of
(waarna) door het camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose en/of de wijze van kleden van die onbekende persoon en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen van die onbekende persoon in beeld gebracht worden, (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (
afbeeldingen 1 en/of 2 vantoonmap 2) en hij aldus van het
verwerven,in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen een gewoonte heeft gemaakt;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Ten aanzien van feit 1, primair en feit 2, primair, telkens:
met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die bestaan uit of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, terwijl de schuldige het feit begaat tegen een aan zijn zorg, opleiding of waakzaamheid toevertrouwde minderjarige;
Ten aanzien van feit 3:
een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, vervaardigen, meermalen gepleegd;
en
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, verwerven, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang daartoe verschaffen, terwijl van het plegen van dit misdrijf een beroep of gewoonte wordt gemaakt.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 4 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die hij al in voorarrest heeft doorgebracht. De officier van justitie heeft verzocht om aan het voorwaardelijk deel van de straf een proeftijd van 5 jaren te verbinden, gelet op de inhoud van de rapportages van de psycholoog en de reclassering. De officier van justitie heeft verder de oplegging van een gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregel in de zin van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht (hierna: GVM) gevorderd. De officier van justitie heeft hierbij uitdrukkelijk aangegeven dat de ernst van de feiten op zichzelf wellicht een hogere gevangenisstraf rechtvaardigt. De keuze voor een strafeis met een gedeeltelijk voorwaardelijke gevangenisstraf is gelegen in de meewerkende houding van verdachte en zijn wens om behandeld te worden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft, conform de wens van verdachte, een gevangenisstraf bepleit voor de duur van 3,5 jaar, waarvan 1 jaar voorwaardelijk, met aftrek van de tijd die verdachte al in voorarrest heeft doorgebracht. Verdachte heeft zich schuldbewust getoond en heeft aangegeven dit een passende straf te vinden. Hij wil zijn behandeling voortzetten om te voorkomen dat hij in de toekomst nogmaals een misstap begaat. De raadsvrouw heeft verder bepleit dat de oplegging van een lange proeftijd van 5 jaren én een GVM disproportioneel lijkt. Wat de verdediging betreft zou daartussen een keuze moeten worden gemaakt. Verdachte heeft zich bereid verklaard om zich aan alle voorwaarden te houden. De kans op onttrekking aan voorwaarden is laag.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De ernst van de feiten
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het plegen van ontuchtige handelingen met zijn buurmeisje van (destijds) drie jaar oud, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van haar lichaam. Het misbruik is bijzonder ernstig, gelet op de zeer jonge leeftijd van het slachtoffer. Daarbij maakte verdachte foto’s van het slachtoffer en van deze seksuele handelingen. Met deze gedragingen heeft hij op grove wijze inbreuk gemaakt op haar lichamelijke en geestelijke integriteit en haar normale seksuele ontwikkeling doorkruist. Verdachte en zijn partner waren als buren bovendien goed bevriend met de ouders van het slachtoffer. Zij kwamen regelmatig bij elkaar over de vloer. Datzelfde gold voor hun kinderen. Verdachte heeft het vertrouwen dat de ouders van het slachtoffer in hem hadden ernstig beschaamd. De moeder van het slachtoffer heeft op de terechtzitting op invoelbare wijze verwoord welke impact de gebeurtenissen op haar dochter hebben (gehad) en wat het heeft gedaan met het vertrouwen dat zij en haar partner hebben in andere mensen. Zij hadden dit nooit achter hun vriend en buurman gezocht. Het handelen van verdachte heeft niet alleen grote gevolgen voor het gezin van het slachtoffer, maar ook voor zijn eigen gezin en hun onderlinge vriendschap. Daarbij roepen zaken als deze gevoelens van onveiligheid op in de samenleving. Ten aanzien van het slachtoffer zal nog verder moeten blijken welke gevolgen het misbruik op de lange termijn zal hebben. Het is algemeen bekend dat kinderen hiervan ernstige psychische (en lichamelijke) schade kunnen ondervinden. Dit kan ook vele jaren later nog diepe sporen nalaten.
Op de telefoons van verdachte is verder (ander) kinderpornografisch materiaal aangetroffen van onbekend gebleven minderjarigen. Achter de door de verdachte verzamelde kinderpornografische afbeeldingen schuilen vele misbruikte kinderen. Verdachte heeft als consument van die materialen gedurende een lange periode bijgedragen aan het in stand houden van een markt die drijft op de exploitatie en het seksueel misbruik van kinderen.
Bij deze ernstige strafbare feiten past naar het oordeel van de rechtbank de oplegging van een gevangenisstraf van langere duur.
De persoon van verdachte
Met betrekking tot de persoon van verdachte is een rapport opgemaakt door D.R. van der Velden, GZ-psycholoog (d.d. 31 oktober 2024). Hierin wordt beschreven dat verdachte lijdt aan een pedofiele stoornis. Sinds zijn vroege puberteit bestaat een ingesleten, terugkerend patroon van het heimelijk bekijken van kindermisbruikmateriaal, tevens te zien als hanteringsmechanisme (coping) bij oplopende spanning. Verdachte is zich bewust van zijn strafbare gedrag, maar schaamte en de angst om zijn heimelijke gedrag kwijt te raken weerhouden hem ervan om hulp te zoeken om dit patroon te doorbreken. Het tenlastegelegde vond plaats in een periode van oplopende spanning door overvraging in zijn seniorfunctie en ontbrekende seks in de partnerrelatie. In aanwezigheid van zijn driejarige, schaars geklede buurmeisje (gelegenheid) steeg zijn deviante opwinding en lust tot ongekende hoogte. Hij werd volledig door deze deviante lust overspoeld, samenhangend met zijn pedofiele stoornis. Verdachte is zich cognitief bewust dat dit risicovol voor hem is, maar maakt de keuze er niet uit te stappen en de risicovolle situatie voort te laten duren. Het eerste moment (augustus 2023) schrikt hij en wist de foto’s, dit is voor hem blijkbaar nog steeds geen signaal om hulp te zoeken om zijn beginnend hands-on strafbare gedrag te stoppen. Het tweede moment (mei 2024) schrikt hij opnieuw, maar hij laat ook dan de situatie voortduren. Als zijn seksuele opwinding torenhoog is, blijkt er geen uitweg meer, schiet zijn remming tekort en zet hij zijn seksuele lust om in handelen. Omdat verdachte zich cognitief voldoende bewust is van de laakbaarheid en de schadelijkheid van zijn handelen (inschattingsvermogen) en er geen stoornis of beperking wordt gevonden die een belemmering vormt voor dit inschattingsvermogen, adviseert de psycholoog om de ten laste gelegde feiten volledig aan verdachte toe te rekenen. Het recidiverisico op vergelijkbaar seksueel delictgedrag wordt ingeschat als gemiddeld. Er zijn geen eerdere zeden- of geweldsveroordelingen. Als dynamische risicofactor komt een beeld naar voren van tekortschietende (seksuele) zelfregulatie. Verdachte heeft nooit geleerd om onlustgevoelens, spanning en onaanvaardbare impulsen op adequate wijze te hanteren, verwerken en af te laten vloeien. De psycholoog adviseert om aan verdachte een ambulante, intensieve forensische zedenbehandeling op te leggen als bijzondere voorwaarde bij een voorwaardelijk strafdeel. De psycholoog acht dit kader noodzakelijk om het gemiddelde recidiverisico te verminderen. Reclasseringstoezicht is noodzakelijk om te kijken of verdachte zich aan de voorwaarden houdt. Verder geeft de psycholoog de oplegging van een GVM in overweging, om verdachte ook na afloop van de voorwaardelijke straf indien noodzakelijk langdurig via reclasseringstoezicht te kunnen monitoren. Verdachte is gemotiveerd voor een zedenbehandeling.
De reclassering sluit zich in haar rapport van 19 december 2024 aan bij het advies van de psycholoog om een intensieve, ambulante zedenbehandeling te starten, gericht op het maken van een delictanalyse, het verminderen van dynamische risicofactoren en het vergroten van zelfcontrole. De reclassering adviseert om aan verdachte een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen met als bijzondere voorwaarden een meldplicht bij de reclassering, ambulante behandeling, een contact- en locatieverbod (met elektronische monitoring), dagbesteding, het vermijden van kinderporno en een verbod op het hebben van zorg voor of verantwoordelijkheid over minderjarige kinderen.
Daarnaast adviseert de reclassering de oplegging van een GVM als stok achter de deur in het geval dat verdachte zich onvoldoende inzet voor zijn behandeling of besluit deze voortijdig te staken. Er is sprake van complexe problematiek en het risico op herhaling wordt door de reclassering ingeschat als gemiddeld-hoog indien verdachte onvoldoende behandeld terugkeert in de maatschappij.
De rechtbank neemt de conclusie van de psycholoog over en acht verdachte volledig toerekeningsvatbaar.
De op te leggen straf/maatregel
Gelet op het voorgaande, acht de rechtbank het van belang dat verdachte wordt behandeld voor zijn problematiek in het kader van bijzondere voorwaarden bij een deels voorwaardelijke straf. Alles afwegende zal de rechtbank – conform de eis van de officier van justitie – aan verdachte een gevangenisstraf opleggen voor de duur van 4 jaren, waarvan 1 jaar voorwaardelijk. Daarop zal de tijd die verdachte al in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering worden gebracht. Aan het voorwaardelijke strafdeel wordt, gelet op de oplegging van de GVM, waarover hierna meer, een gedeelte van de bijzondere voorwaarden verbonden zoals geadviseerd door de reclassering.
Verdachte heeft openheid van zaken gegeven en inzicht getoond in zijn handelen. De rechtbank heeft ter terechtzitting gezien dat verdachte gemotiveerd is voor behandeling van de bij hem vastgestelde pedofiele stoornis, zoals ook in de rapportages naar voren komt. Aan de andere kant is sprake van complexe problematiek, waarbij verdachte gedurende een zeer lange periode (vanaf de puberteit) kinderpornografisch materiaal heeft opgezocht en bekeken. Ondanks het feit dat hij zich bewust was van de risico’s en van zijn problematiek, is verdachte tot twee keer toe overgegaan tot een zogenaamd ‘hands-on delict’. Verdachte heeft geen hulp gezocht, niet in alle jaren vóór de zomer van 2023 en ook niet op de momenten dat het verder uit de hand liep in augustus 2023 en mei 2024. Daarbij speelde mogelijk ook een rol dat verdachte bang was zijn heimelijke gedrag kwijt te raken. De reclassering schat het risico op herhaling in het geval dat verdachte onvoldoende wordt behandeld in als gemiddeld-hoog.
De bijzondere ernst van de feiten in combinatie met de complexe problematiek en het daarbij komende recidiverisico maken dat de rechtbank langdurig toezicht op verdachte noodzakelijk acht. De door de officier van justitie gevorderde proeftijd van 5 jaren vindt zij daarom passend. Ter bescherming van de veiligheid van anderen, dan wel de algemene veiligheid van personen, zal de rechtbank aan verdachte ook een GVM opleggen als bedoeld in artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht. De genoemde maatregel houdt in dat verdachte, na het ondergaan van de detentie, onder intensief toezicht kan komen te staan en dat de resocialisatie is gebonden aan voorwaarden. Dit toezicht moet bijdragen aan het verminderen van recidive en daarmee nieuwe slachtoffers voorkomen. Aan het einde van de voornoemde gevangenisstraf wordt bekeken of de toezichthoudende maatregel ten uitvoer moet worden gelegd. Op dat moment wordt ook door de rechter bepaald welke voorwaarden er worden opgelegd en wat de duur van de maatregel zal zijn. De maatregel wordt alleen ten uitvoer gelegd als dat op het moment van deze rechterlijke beoordeling noodzakelijk wordt geacht.
Aan de (overige) voorwaarden voor oplegging van deze maatregel is voldaan. Verdachte wordt veroordeeld tot een (deels voorwaardelijke) gevangenisstraf wegens een misdrijf dat gericht is tegen of gevaar veroorzaakt voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een persoon. Daarbij adviseert de reclassering tot oplegging van de maatregel en volgt uit de Pro Justitia-rapportage dat verdachte lijdt aan een pedofiele stoornis. Ook de psycholoog geeft de oplegging van een GVM in overweging.
De rechtbank ziet gelet op de oplegging van deze maatregel geen aanleiding om in het kader van de bijzondere voorwaarden een bepaling op te nemen over een locatieverbod en dagbesteding. Of en in hoeverre dit nodig is zal na afloop van de opgelegde gevangenisstraf worden beoordeeld in het kader van de GVM.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van de civiele vordering

[slachtoffer] (wettelijk vertegenwoordigd door haar vader [vader slachtoffer] ) heeft zich in verband met de ten laste gelegde feiten gesteld en een vordering tot schadevergoeding ingediend. [vader slachtoffer] vordert namens [slachtoffer] een bedrag van € 15.000,00 aan smartengeld, bestaande uit € 10.000,00 in verband met het seksueel misbruik en € 5.000,00 in verband met het vervaardigen en bezitten van kinderporno. Verzocht is om het bedrag te vermeerderen met de wettelijke rente en om daarbij de schadevergoedingsmaatregel op te leggen.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de rechtbank, gebruikmakend van haar schattingsbevoegdheid, de vordering dient te matigen.
Overweging van de rechtbank
De rechtbank is van oordeel dat voldoende aannemelijk is geworden dat de benadeelde partij immateriële schade heeft geleden door het handelen van verdachte. Door de gedragingen van verdachte is de lichamelijke integriteit van [slachtoffer] geschonden. Het is een feit van algemene bekendheid dat slachtoffers van dergelijk misbruik nog lang psychische gevolgen kunnen ondervinden van hetgeen hen is overkomen. Zeer voorstelbaar is dat het slachtoffer de gevolgen van het handelen van verdachte zijn leven lang bij zich zal dragen. Hiermee wordt door de rechtbank aangenomen dat het slachtoffer op andere wijze in haar persoon is aangetast, als bedoeld in artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek.
Ten aanzien van de gevorderde immateriële schade is het uitgangspunt dat de hoogte daarvan naar billijkheid moet worden vastgesteld. De rechtbank heeft hierbij gekeken naar alle omstandigheden van het geval, in het bijzonder de aard en ernst van de gevolgen voor de benadeelde partij. De rechtbank heeft vervolgens gekeken naar wat er door Nederlandse rechters in min of meer vergelijkbare gevallen aan immateriële schade wordt toegekend. Gelet hierop, zal de rechtbank in totaal een bedrag van € 12.000,00 aan immateriële schade toekennen. Verdachte is over dit bedrag wettelijke rente verschuldigd vanaf 18 mei 2024. De gemaakte proceskosten worden tot op heden begroot op nul.
De rechtbank ziet tot slot aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de verplichting op te leggen tot betaling aan de Staat van het toe te wijzen bedrag ten behoeve van genoemde benadeelde partijen.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 38z, 57, 240b (oud), 244 (oud) en 248 (oud) van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte de ten laste gelegde feiten, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een
gevangenisstraf voor de duur van 4 jaar;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf,
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 stelt als bijzondere voorwaarden dat:
- verdachte zich binnen drie werkdagen na het ingaan van de proeftijd meld bij Reclassering Nederland op het adres Nieuwe Oeverstraat 65 te Arnhem (telefoonnummer 088 804 1401). Verdachte blijft zich melden op afspraken met de reclassering zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig vindt;
- verdachte zich laat behandelen door Transfore van de Tender in Deventer (intensieve dagbehandeling voor zedendaders) of een soortgelijke zorgverlener, te bepalen door de reclassering. Een prebehandeling door Kairos kan worden opgestart binnen detentie. De behandeling duurt de gehele proeftijd of zoveel korter als de reclassering nodig vindt. Verdachte houdt zich aan de huisregels en de aanwijzingen die de zorgverlener geeft voor de behandeling;
- verdachte gedurende de proeftijd op geen enkele wijze – direct of indirect – contact zal opnemen, zoeken of hebben met het slachtoffer [slachtoffer] , geboren op [geboortedag 2] 2020, zolang het Openbaar Ministerie dit nodig vindt;
- verdachte vermijdt dat hij in aanraking komt met kinderpornografisch materiaal en vermijdt dat er kinderpornografisch materiaal op zijn digitale gegevensdragers komt. Verdachte onthoudt zich op welke wijze dan ook van:
o Het seksueel getint communiceren met minderjarigen;
o Het bezoeken van een digitale omgeving waarin kinderpornografisch materiaal kan worden verkregen;
o Het bezoeken van een digitale omgeving waarin over seksuele handelingen met minderjarigen wordt gecommuniceerd;
Verdachte bespreekt tijdens de gesprekken met de reclassering hoe hij denkt dit gedrag te voorkomen. Verdachte werkt mee aan controle van digitale gegevensdragers tijdens een huisbezoek. Verdachte verschaft toegang tot alle aanwezige computers, smartphones en andere digitale gegevensdragers waarop afbeeldingen kunnen worden opgeslagen of waarmee het internet kan worden benaderd. Verdachte verstrekt de wachtwoorden die nodig zijn voor deze controle. De controle op digitale gegevensdragers vindt maximaal drie keer per jaar plaats. De controle is gericht op de vraag of verdachte kinderpornografisch materiaal vermijdt. De controle strekt er niet toe een beeld te krijgen van het persoonlijke leven van betrokkene. De reclassering kan voor technische ondersteuning een deskundige meenemen, ook als dit een opsporingsambtenaar is die deskundig is op digitaal gebied. Bij de controle kan gebruik worden gemaakt van een hulpmiddel dat een indicatie geeft of kinderpornografisch materiaal aanwezig is;
- Verdachte, zolang de reclassering dat nodig acht, geen deel mag uitmaken van een huishouden waar ook minderjarige kinderen deel van uitmaken. Verdachte dient openheid van zaken te geven hieromtrent en dient overleg te plegen met de reclassering bij onduidelijkheid hierover. Het contact met zijn kinderen moet echter mogelijk blijven, al dan niet onder begeleiding, zulks ter beoordeling van de reclassering;
 stelt als overige voorwaarden dat:
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het ten behoeve van het vaststellen van zijn identiteit afnemen van een of meer vingerafdrukken of een identiteitsbewijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht ter inzage zal aanbieden;
  • verdachte zijn medewerking zal verlenen aan het reclasseringstoezicht als bedoeld in artikel 14c van het Wetboek van Strafrecht. De medewerking aan huisbezoeken en het zich melden bij de reclasseringsinstelling zo vaak en zolang de reclassering dit noodzakelijk acht zijn daaronder begrepen;
 geeft opdracht aan de reclassering tot het houden van toezicht op de naleving van deze bijzondere voorwaarden en tot begeleiding van verdachte ten behoeve daarvan;
 legt een
gedragsbeïnvloedende en vrijheidsbeperkende maatregelop grond van artikel 38z van het Wetboek van Strafrecht op;
De beslissing op de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
 veroordeelt verdachte in verband met de feiten 1 en 2 tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [slachtoffer] van € 12.000,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
 verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] voor het overige niet-ontvankelijk in de vordering tot materiële smartengeld;
 veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [slachtoffer] , een bedrag te betalen van € 12.000,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 18 mei 2024 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 95 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd;
Dit vonnis is gewezen door mr. J.M. Graat (voorzitter), mr. M.C. Gerritsen en mr. J.M. Moorman, rechters, in tegenwoordigheid van mr. B. de Rooij, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 28 januari 2025.
Mr. J.M. Moorman en mr. B. de Rooij zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Eenheid Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, Zaaknummer: ONRBC24636 / Dinkel, gesloten op 24 oktober 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.