Uitspraak
RECHTBANK GELDERLAND
1.[eiser 1] ,
2.
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
De auto is gefinancierd door [bedrijf 1] (hierna: [bedrijf 1] ), die een pandrecht op de auto heeft.
“(…)5. Algemene staat en uiterlijk direct voor de brand5.1 Staat van onderhoud van het voertuigx. Goed (…)Was het voertuig technisch in orde?x. Ja (…)Hoe was de staat van het lak- en plaatwerk?x. Goed (…)(…)6. Schadeverleden vanaf moment van aankoopZat er schade aan het voertuig bij aankoop?(…) x Nee(…)Heeft het voertuig in het verleden schade of storingen gehad?x Ja (…)Waaruit bestonden deze?Schade voorbumper en 1 x rechts achterIs deze schade volledig hersteld?x Ja (…)Is er expertise verricht t.a.v. de schade?x Ja (…)Zo ja, door wie?expertise is geweest via Interpolis(…)10. SlotverklaringOndergetekende verklaart- de hiervoor genoemde vragen naar beste weten en juist te hebben beantwoord en geen zaken die voor de verzekeraar van belang kunnen zijn, te hebben verzwegen;- (…)”.
“(…) Uit de Schade Verleden Pas zijn de volgende schademeldingen aan uw auto naar voren gekomen.21-08-2023 Rechter achterzijde € 7.758,52 incl. BTW11-03-2024 Linker voorzijde € 8.089,98 incl. BTW13-03-2024 Linkerzijde € 1.450,41 incl. BTWGraag ontvang ik de herstelnota’s van deze schades.”.
‘Hierbij de nota’s van onze auto van de schade de linkerzijde en voorzijde nota is in een is samen hersteld.’. De twee facturen zijn opgesteld op het briefpapier van [bedrijf 2] uit [vestigingsplaats] . De factuur van 4 september 2023 ad € 7.758,52 vermeldt:
‘conform opgave schadeherstel rechter achterzijde’en de factuur van 3 april 2024 van € 9.540,39 vermeldt ‘
conform opgave schadeherstel reparatie van: voorzijde + linker portier’.
“(…) Ik heb verklaard dat mijn auto schadevrij was voorafgaand aan de brand. Dit is echter gebaseerd op de situatie op het moment van de verklaring. De schades die ik eerder heb gehad, waren schadegevallen waarvoor ik een claim had ingediend, maar die schade was destijds nog niet
“(…)De schade van 21-08-2023 is gedeeltelijk hersteld, de rechter achter velg en het rechter achterlicht zijn niet vervangen. (…)De schade van 15-03-2024 is niet hersteld. De deuk zit nog in het linker achterportier. (…)De verzekerde overhandigde onderstaande herstelnota’s van de schades. (…)(…)ConclusieGezien de omstandigheden ter plaatse van de brandlocatie, het brandbeeld en de uitkomsten van de technische controles, ga ik uit van brandstichting als oorzaak van deze brand.Schadevaststelling- Gezien de omvang van de schade is totaalverlies van toepassing- In het totaal-verlies rapport heb ik aftrek oud schades toegepast; De gehele schade van 15-03-2024 en van de schade van 21-08-2023 de kosten van de rechter achter velg en het rechter achterlicht (totaal € 3.308,97 incl. BTW)-(…)”.
“(…)U pleegde fraude
3.Het geschil
- voorwaardelijk, namelijk in het geval de kantonrechter aanleiding ziet om op basis van de transcriptie eindvonnis te wijzen: Interpolis zal veroordelen tot afgifte van de geluidsopname,
- onvoorwaardelijk:
1. Interpolis zal veroordelen om over te gaan tot het verlenen van dekking onder de voertuigverzekering, door uitkering aan [eiser 1] door betaling aan de pandhouder [bedrijf 1] van de schade die [eiser 1] heeft geleden door de schade, ten bedrage van
2. Interpolis zal gebieden de verwerkingen van de personalia/gegevens van [eisers] , binnen 14 dagen na de datum van deze uitspraak, althans binnen 2 dagen na betekening van het vonnis, de EVI-code in verband met de schade bij de naam van hem te doen verwijderen uit het Centraal Informatiesysteem van in Nederland werkzame verzekeringsmaatschap-pijen, onder beheer van Stichting CIS, op straffe van verbeurte van een dwangsom van
3. Interpolis zal gebieden de verwerkingen van de personalia/gegevens van [eisers] , binnen 14 dagen na de datum van deze uitspraak, althans binnen 2 dagen na betekening van het vonnis, de negatieve aanduiding of connotatie in verband met de schade
4. Interpolis zal veroordelen tot betaling aan [eiser 1] van de wettelijke rente ex artikel 6:119 BW over de hierboven gevorderde schade, te rekenen vanaf 7 oktober 2016, subsidiair de dag der dagvaarding;
5. Interpolis zal veroordelen in de proceskosten, met wettelijke rente.
Hij heeft zowel in het brand-aangifte-formulier als tegenover de schade-expert en de fraude-coördinator gelogen over de staat van de auto en daarbij ook facturen als onderbouwing overgelegd, terwijl de schade niet volledig hersteld was. [eisers] heeft daarbij niet gemeld dat de facturen niet van een onafhankelijk garagebedrijf zijn, maar van zijn eigen onderneming. [eisers] heeft tijdens het onderzoek wisselend en tegenstrijdig verklaard.
4.De beoordeling
‘
1. Zodra de verzekeringnemer of de tot uitkering gerechtigde van de verwezenlijking van het risico op de hoogte is, of behoort te zijn, is hij verplicht aan de verzekeraar de verwezenlijking te melden. Dit geschiedt zo spoedig als redelijkerwijs mogelijk is.
Een verzekeringsovereenkomst heeft een bijzonder vertrouwenskarakter. De verzekeraar moet bij de beoordeling van een schadeclaim erop kunnen vertrouwen dat de verzekerde juiste en zo volledig mogelijke informatie geeft. Dit is een zwaarwegende verplichting van de verzekerde tegenover de verzekeraar, die ook een rigoureuze sanctie in de zin van verval van het recht op uitkering rechtvaardigt. De vaststelling van de schade is immers bijna helemaal afhankelijk van de eigen verklaringen van de verzekerde voor wat betreft de situatie voorafgaand aan het ontstaan van de schade, zodat de verzekerde geen niet te verontschuldigen fouten mag maken die aan de juistheid van die verklaringen doen twijfelen. Is dat het geval, dan ontvalt volgens de wet en de jurisprudentie de basis voor een uitkering. Opzet tot overtreding van de polisvoorwaarden in die gevallen waarin de verzekeringnemer of de verzekerde dit zelf niet erkent, kan alleen worden aangetoond met behulp van vermoedens, te putten uit de omstandigheden van het geval.
[eisers] erkent verder (in punt 2.26 van de dagvaarding en in punt 2.33 daarvan) dat hij ‘tentatieve’ antwoorden heeft gegeven en de tegenpartij niet meteen alle op punten gedetailleerde informatie heeft verteld, omdat hij tactisch omgaat met informatie en zijn positiekeuze. Dat is een afweging die een bewuste keuze inhoudt, die niet past bij de verplichtingen van een verzekerde zoals in 7:941 BW omschreven.
Er wordt daarom van uit gegaan dat de onjuiste opgave door [eiser 1] had kunnen leiden tot uitkering op basis van een dagwaarde die relatief gering hoger was dan de werkelijke dagwaarde. De door omvang van de door de fraude te lijden schade voor Interpolis was in zoverre zeer beperkt.
Onder deze omstandigheden is een volledig verval van recht op uitkering disproportioneel. Een beperking tot de helft van de uitkering is een voldoende en meer proportionele sanctie. De eerste vordering van [eisers] zal worden toegewezen tot het bedrag van
€ 23.345,50, uit te betalen aan [bedrijf 1] . De gevorderde wettelijke rente zal over dit bedrag worden toegewezen vanaf de dag van de dagvaarding.