ECLI:NL:RBGEL:2025:8095
Rechtbank Gelderland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Verstekzaak met internationaal karakter en beoordeling van rechtsmacht en toepasselijk recht in schadevergoeding
In deze zaak, die op 24 september 2025 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. S. Senden, een vordering ingesteld tegen gedaagde, die niet is verschenen. De procedure is gestart met een dagvaarding op 2 juni 2025, waarin eiser stelt dat gedaagde aansprakelijk is voor schade die is ontstaan door een onrechtmatige daad. Aangezien gedaagde in Hongarije woont, heeft de zaak een internationaal karakter, wat de rechtbank verplicht om de rechtsmacht te beoordelen aan de hand van de Europese verordening (EU) Nr. 1215/2012. De rechtbank concludeert dat zij rechtsmacht heeft, omdat het schadebrengende feit zich binnen haar arrondissement heeft voorgedaan.
Eiser heeft ook gevorderd om gedaagde te veroordelen tot betaling van buitengerechtelijke incassokosten. De rechtbank oordeelt dat het Besluit vergoeding buitengerechtelijke incassokosten niet van toepassing is op schadevergoeding, maar dat eiser voldoende bewijs heeft geleverd voor de gemaakte kosten. De rechtbank kent een bedrag van € 1.298,21 toe voor deze kosten. Daarnaast heeft eiser gevorderd dat gedaagde in de volledige proceskosten wordt veroordeeld. De rechtbank wijst deze vordering gedeeltelijk toe, waarbij de proceskosten worden begroot op € 2.913,35.
In de beslissing wordt gedaagde veroordeeld tot betaling van € 52.321,49 aan schadevergoeding, € 1.298,21 aan buitengerechtelijke incassokosten, en de proceskosten van € 2.913,35. De rechtbank verklaart het vonnis uitvoerbaar bij voorraad en wijst het meer of anders gevorderde af.