ECLI:NL:RBGEL:2025:7637

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
5 september 2025
Publicatiedatum
12 september 2025
Zaaknummer
191155.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een 19-jarige man voor openlijk geweld met een taakstraf van 150 uur

Op 5 september 2025 heeft de Rechtbank Gelderland een 19-jarige man veroordeeld voor openlijk geweld gepleegd op 7 april 2024 te Terwolde, gemeente Voorst, tijdens het festival Lente Live. De rechtbank legde een taakstraf van 150 uur op, met de mogelijkheid van vervangende hechtenis van 75 dagen bij niet-naleving. De verdachte werd beschuldigd van het in vereniging plegen van geweld tegen twee slachtoffers, [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2]. De rechtbank oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld, hoewel niet kon worden vastgesteld wie het zware lichamelijke letsel had toegebracht. De verdediging pleitte voor vrijspraak, maar de rechtbank achtte de verdachte schuldig aan het primair ten laste gelegde feit. De rechtbank hield rekening met de ernst van het geweld, de omstandigheden waaronder het was gepleegd, en de persoonlijke situatie van de verdachte, die een blanco strafblad had. De rechtbank weigerde een voorwaardelijke straf met verplichte behandeling op te leggen, maar vond een forse werkstraf passend.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummer: 05.191155.24
Datum uitspraak : 5 september 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2005 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] [woonplaats] .
Raadsvrouw: mr. P. Hoesstee, advocaat in Zutphen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 7 april 2024 te Terwolde, gemeente Voorst, openlijk, te weten op/aan de Hoevenallee en/of op/nabij het festivalterrein van Lente Live, in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats, in vereniging geweld heeft gepleegd tegen één of meerdere personen, te weten [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] , door
- die [slachtoffer 1] (met kracht) op/tegen het lichaam te duwen,
- die [slachtoffer 2] meermaals, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen,
- ( terwijl die [slachtoffer 1] op de grond ligt) die [slachtoffer 1] meermaals, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen, en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 1] op de grond ligt) die [slachtoffer 1] meermaals, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam te trappen en/of te schoppen,
terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig lichamelijk letsel, te weten meerdere bloeduitstortingen, een gebroken neus, een (zware) hersenschudding en/of een hersenkneuzing voor die [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 7 april 2024 te Terwolde, gemeente Voorst, tezamen en in vereniging met één of meer anderen, althans alleen, [slachtoffer 1] en/of [slachtoffer 2] heeft mishandeld door
- die [slachtoffer 1] (met kracht) op/tegen het lichaam te duwen, - die [slachtoffer 2] meermaals, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen,
- ( terwijl die [slachtoffer 1] op de grond ligt) die [slachtoffer 1] meermaals, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen, en/of
- ( terwijl die [slachtoffer 1] op de grond ligt) die [slachtoffer 1] meermaals, althans eenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam te trappen en/of te schoppen,
terwijl het feit zwaar lichamelijk letsel, te weten meerdere bloeduitstortingen, een gebroken neus, een (zware) hersenschudding en/of een hersenkneuzing voor die [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair ten laste gelegde feit, met uitzondering van het onderdeel dat verdachte zwaar lichamelijk letsel, althans enig lichamelijk letsel, heeft toegebracht. Er kan namelijk niet worden vastgesteld wie dat letsel heeft veroorzaakt en/of toegebracht.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken van het tenlastegelegde. Primair stelt de verdediging zich op het standpunt dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs is om te concluderen dat verdachte de persoon op de beelden is. Op de beelden zijn geen, althans onvoldoende duidelijke specifieke en onderscheidende persoonskenmerken zichtbaar. Subsidiair stelt de verdediging zich op het standpunt dat verdachte moet worden vrijgesproken van de mishandeling van [slachtoffer 1] en [slachtoffer 2] , omdat het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat verdachte aan [slachtoffer 1] pijn en/of letsel heeft toegebracht en omdat het wettig en overtuigend bewijs ontbreekt dat verdachte geweld jegens [slachtoffer 2] heeft gepleegd. Meer subsidiair heeft de verdediging vrijspraak bepleit van beide feiten, omdat een nauwe en bewuste samenwerking ontbreekt. Tot slot heeft de verdediging een voorwaardelijk aanhoudingsverzoek gedaan om getuigen te horen.
Beoordeling door de rechtbank
Aangever [slachtoffer 1] ( [slachtoffer 1] ) heeft verklaard dat hij op 7 april 2024 samen met onder andere [slachtoffer 2] bij Lente Live in Terwolde was. Hier is hij geslagen en getrapt. Hierdoor heeft hij een gebroken neus en een hersenschudding opgelopen. [2]
Van dit incident zijn camerabeelden en deze heeft de politie uitgekeken. Dit betreffen de beelden van de ‘Ingang links 01.13-01.26’, ‘Ingang rechts 00.26-01.26’ en ‘Fietsenstalling 07_04_2024 02.30.00’. [3] De tijden op de beelden van de fietsenstalling zijn twee uur eerder dan de daadwerkelijke tijd. [4] Op de beelden ziet de politie dat [slachtoffer 2] de verdachten voorbijloopt en vervolgens terugkomt. Verdachte 1 stapt van zijn fiets en loopt in de richting van [slachtoffer 2] . Op de bewegende beelden is te zien dat verdachte 1 kennelijk een duw geeft. Enkele personen die deel uitmaken van de groep op de fiets stappen af en lopen in de richting waar de mishandeling plaatsvindt. Tijdens de schermutseling valt er een fiets om. Vervolgens is op de bewegende beelden te zien dat verdachte 2 minimaal twee keer met kracht slaat. Op de bewegende beelden is te zien dat verdachte 3 schopt. Later blijkt dat [slachtoffer 1] daar op de grond lag, daar waar de fiets is omgevallen, verdachte 2 met kracht heeft geslagen en waar verdachte 3 heeft geschopt. [5]
Aangever [slachtoffer 2] heeft verklaard dat hij op 7 april 2024 samen met onder andere [slachtoffer 1] naar de uitgang liep van het festival Lente Live. Hij sprak een jongen aan die richting hun groep spuugde. Aangever [slachtoffer 2] zag dat de jongen van zijn fiets sprong en naar hem toe liep. [slachtoffer 1] zag dit en vroeg wat er aan de hand was. [slachtoffer 1] kreeg toen gelijk een duw van de jongen. Aangever [slachtoffer 2] zag dat de jongen met twee handen en met kracht [slachtoffer 1] wegduwde. Vanaf dat moment is hij een heel stuk kwijt. Toen hij wakker werd, zag hij [slachtoffer 1] op de grond liggen. [6]
Getuige [getuige 1] heeft verklaard dat er een ruzie was. Hij hoorde geschreeuw en zag dat [slachtoffer 2] naar de grond werd geslagen. Daarna zag hij dat [slachtoffer 1] een klap kreeg. [7] Ook getuigen [getuige 2] en [getuige 3] zagen dat [slachtoffer 2] werd geslagen en hij naar de grond ging. Hierna werd hij nog een keer in zijn gezicht geslagen. [8]
Herkenning verdachte
Op 7 april 2024 nam de beveiliging van Lente Live contact op met de politie, omdat zij iemand op het terrein zagen lopen die betrokken zou zijn geweest bij een mishandeling op zondag 7 april omstreeks 01.30 uur op hetzelfde terrein. Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2] gingen op diezelfde dag rond 19.45 uur naar de beveiliging van het festival Lente Live voor het bekijken van de camerabeelden. Verbalisanten zagen op één van de schermen een persoon die volgens de coördinator van de Veluwse beveiliging op dat moment in de grote tent stond. Op een ander scherm liet de coördinator de beelden zien van een mishandeling die had plaatsgevonden op 7 april omstreeks 01.30 uur. Verbalisanten zagen dat de persoon op de beelden van de mishandeling dezelfde persoon was als de persoon die de coördinator op dat moment live in beeld had. De medewerkers van de beveiliging haalden deze persoon uit het publiek. Dit bleek verdachte te zijn. [9]
De telefoon van verdachte is onderzocht. Hierin is een gesprek aangetroffen tussen verdachte en het contact ‘Mijn Lieverd’. [10] Ter zitting heeft verdachte verklaard dat ‘Mijn Lieverd’ zijn vriendin is. [11] ‘Mijn Lieverd’ stuurt op 7 april 2024 om 18:30:53 het volgende bericht: ‘Hoezo word er gezegd dat jij hebt naar getrapt dan’ en om 18:30:55 ‘Is niet zomaar hé’. [12] Om 18:31:09 reageert verdachte met dat hij niemand heeft getrapt. Waarom zijn vriendin dat hem heeft geappt, weet verdachte niet. Hij heeft er niet meer met haar over gesproken.
Verdachte heeft verklaard dat hij in de nacht van 7 april 2024 bij Lente Live was. [13] Hij stond wel dichtbij het gebeuren maar hij heeft zelf niets gedaan. Wie het dan wel is geweest, weet hij niet.
Uit de hiervoor aangehaalde bewijsmiddelen volgt allereerst dat verdachte op het moment van de mishandeling op 7 april 2024 op het festival Lente Live en ook in de buurt van de vechtpartij aanwezig was. Verder blijkt dat de coördinator van de Veluwse beveiliging en de verbalisanten [verbalisant 2] en [verbalisant 1] de bewegende beelden zagen van zowel de mishandeling op 7 april 2024 als hetgeen op dat moment live in de tent gebeurde. Op basis van deze bewegende beelden, en dus niet op basis van stills, hebben deze drie personen verdachte herkend. Daarbij komt dat de vriendin van verdachte, nog voordat de politie hem had aangehouden, een bericht stuurde naar verdachte met de vraag waarom er wordt gezegd dat verdachte heeft getrapt. Alles tezamen maakt dat de rechtbank bewezen acht dat ‘verdachte 3’ verdachte [verdachte] is. Hiermee is eveneens bewezen dat hij een schoppende beweging heeft gemaakt richting [slachtoffer 1] .
Openlijk geweld
Gelet op de vastgestelde feiten en omstandigheden staat vast dat er sprake is geweest van geweld gericht tegen personen in het openbaar. De vraag die de rechtbank vervolgens moet beantwoorden is of verdachte in vereniging heeft gehandeld.
Voor een bewezenverklaring van het openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen is niet vereist dat de verdachte zelf alle feitelijke handelingen heeft verricht. Geweld wordt in vereniging gepleegd als de dader nauw en bewust samenwerkt met één of meer anderen en daarbij zelf een ‘significante of wezenlijke bijdrage’ aan de openlijke geweldpleging levert. Deze bijdrage kan onder andere bestaan uit het verrichten van één of meer gewelddadige handelingen.
De rechtbank is van oordeel dat verdachte een significante bijdrage heeft geleverd aan het geweld door een schoppende beweging richting [slachtoffer 1] te maken. Het aandeel van verdachte in de uitoefening van het geweld in het openbaar is daarmee gegeven. Gelet op de overige geweldshandelingen, te weten het slaan door verdachte 2 van [slachtoffer 1] die op dat moment op de grond lag en het tegen het hoofd slaan van [slachtoffer 2] door een onbekend gebleven persoon, wordt voldaan aan het onderdeel ‘in vereniging’ en kan dit bewezen worden verklaard.
Conclusie
Gelet op het voorgaande acht de rechtbank wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde, met uitzondering van de strafverzwarende omstandigheid dat hij zwaar lichamelijk letsel, althans enig lichamelijk letsel, heeft toegebracht. Voor een bewezenverklaring van dat onderdeel dient immers vast komen te staan wie dat letsel heeft toegebracht. Nu de rechtbank dat niet kan vaststellen, zal de rechtbank verdachte van dit onderdeel vrijspreken.
Voorwaardelijk verzoek
De verdediging heeft bij pleidooi een voorwaardelijk verzoek gedaan tot het horen van getuigen voor het geval de rechtbank de herkenning van [verbalisant 2] en [verbalisant 1] en de verklaring van [getuige 4] als bewijs bezigt. Onder deze voorwaarde is verzocht om verbalisant [verbalisant 1] , verbalisant [verbalisant 2] , getuige [getuige 4] en de collega’s van getuige [getuige 4] die de persoon op de beelden hebben aangewezen als degene die geweld zou hebben gebruikt (in het dossier door [getuige 4] aangeduid als ‘men’) te horen. Dit verzoek is met verwijzing naar het Keskin- arrest onderbouwd.
De rechtbank wijst dit verzoek af en licht dat hieronder toe.
Uit het dossier blijkt dat het Openbaar Ministerie op 9 augustus 2024 een brief heeft gestuurd naar de raadsvrouw met het verzoek om voor 30 september 2024 aan te geven of er onderzoekswensen waren. Het dossier bevat geen reactie op deze brief.
Op 18 april 2025 stond de zaak van verdachte voor een inhoudelijke behandeling gepland. Tijdens die zitting bleek dat de raadsman van de medeverdachte in de veronderstelling was dat het een regiezitting betrof. De raadsvrouw heeft daarop aangegeven dat zij voorbereid was op een inhoudelijke behandeling. Voorts deelde zij mee dat zij in een eerder stadium al had aangegeven geen onderzoekswensen te hebben en dat de zaak van haar cliënt zittingsrijp was. Daarbij gaf zij aan geen belang te hebben om aan te sluiten bij eventuele onderzoekswensen van de medeverdachte. Haar cliënt wilde graag een inhoudelijke behandeling, zodat hij over twee weken zou weten waar hij aan toe was. Gelet op de onderlinge samenhang van de zaak met de medeverdachte heeft de rechtbank destijds besloten om (ook) de behandeling van de onderhavige strafzaak aan te houden.
Pas bij pleidooi op de zitting van 22 augustus 2025 heeft de raadsvrouw van verdachte het voorwaardelijk verzoek ingediend om de bovengenoemde getuigen te horen.
Gelet op de mogelijkheden die de verdediging heeft gehad om vóór de inhoudelijke behandeling op 22 augustus 2025 onderzoekswensen in te dienen, is de rechtbank van oordeel dat onvoldoende is gemotiveerd waarom pas bij pleidooi voorwaardelijk is verzocht om de genoemde getuigen te horen. Niet valt in te zien waarom een dergelijk verzoek niet eerder kon worden gedaan.
Wanneer pas bij pleidooi een voorwaardelijk verzoek wordt gedaan om getuigen te horen, is dat schadelijk voor de effectiviteit van de strafrechtpleging, zeker in zaken waarbij meerdere verdachten betrokken zijn. Niet alleen zittingsruimte gaat verloren, maar ook veel van de tijd die is gestoken in de voorbereiding en de inhoudelijke behandeling. Slachtoffers en medeverdachten verkeren langer in onzekerheid over de afdoening van de zaken. Dat belang zet de rechtbank af tegen het belang van verdachte, waarbij de rechtbank doorslaggevend gewicht toekent aan het feit dat de verdediging in een eerder stadium meermalen in de gelegenheid is gesteld om het horen van de getuigen te verzoeken maar dat niet heeft gedaan.
Alles afwegende wordt het verzoek afgewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij op
of omstreeks7 april 2024 te Terwolde, gemeente Voorst, openlijk, te weten op/aan de Hoevenallee en/of op/nabij het festivalterrein van Lente Live,
in elk geval op of aan de openbare weg en/of op een voor het publiek toegankelijke plaats,in vereniging geweld heeft gepleegd tegen één of meerdere personen, te weten [slachtoffer 1] en
/of [slachtoffer 2] , door
- die [slachtoffer 1] (met kracht) op/tegen het lichaam te duwen,
- die [slachtoffer 2] meermaals,
althans eenmaal(met kracht) op/tegen het hoofd,
althans op/tegen het lichaamte slaan en/of te stompen,
- ( terwijl die [slachtoffer 1] op de grond ligt) die [slachtoffer 1] meermaals,
althans eenmaal(met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam te slaan en/of te stompen, en
/of
- ( terwijl die [slachtoffer 1] op de grond ligt) die [slachtoffer 1]
meermaals, althanseenmaal (met kracht) op/tegen het hoofd, althans op/tegen het lichaam te trappen en/of te schoppen,

terwijl dit door hem gepleegde geweld zwaar lichamelijk letsel, althans enig lichamelijk letsel, te weten meerdere bloeduitstortingen, een gebroken neus, een (zware) hersenschudding en/of een hersenkneuzing voor die [slachtoffer 1] ten gevolge heeft gehad;

Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1, primair:
openlijk in vereniging geweld plegen tegen personen.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van de straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot het verrichten van 150 uur taakstraf, bij het niet of niet naar behoren uitvoeren daarvan te vervangen door 75 dagen hechtenis.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft geen strafmaatverweer gevoerd.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte heeft zich samen met anderen schuldig gemaakt aan het openlijk plegen van geweld. De geweldpleging heeft plaatsgevonden na afloop van een festival en een groot aantal personen is hier getuige van geweest. Verdachte heeft samen met zijn mededaders de slachtoffers geslagen en geschopt, zelfs toen één van hen zich in een kwetsbare positie op de grond bevond. Slachtoffer [slachtoffer 1] heeft door deze geweldshandelingen aanzienlijk letsel opgelopen, een gebroken neus en een hersenschudding, waar hij gedurende lange tijd last van heeft gehad. Dergelijk zinloos geweld maakt een inbreuk op de lichamelijke integriteit van de slachtoffers en dragen bij aan gevoelens van onveiligheid in de samenleving, in het bijzonder bij hen die daarvan slachtoffer of getuige zijn.
Uit het reclasseringsadvies van 9 oktober 2024 blijkt dat verdachte zijn leven op sociaal maatschappelijk gebied op orde heeft. Zo heeft hij werk en daarnaast is er sprake van een steunend familiair netwerk en een positieve partnerrelatie. De reclassering adviseert om aan een (deels) voorwaardelijke straf de voorwaarden te verbinden, dat verdachte zich moet melden bij de reclassering en dat hij actief deel moet nemen aan een gedragsinterventie op het gebied van alcohol.
De rechtbank stelt vast dat verdachte een blanco strafblad heeft en dus niet eerder is veroordeeld voor een geweldsfeit. Verdachte had die dag gedronken, maar van een noodzaak tot behandeling is de rechtbank niet gebleken. Evenals de officier van justitie ziet de rechtbank dan ook geen reden om aan verdachte een voorwaardelijke straf met verplichte behandeling op te leggen.
Gelet op de ernst van het feit en de afdoening in soortgelijke zaken acht de rechtbank een forse werkstraf passend, te weten een taakstraf voor de duur van 150 uur te vervangen door 75 dagen hechtenis bij het niet of niet naar behoren uitvoeren daarvan. De tijd die verdachte in verzekering heeft doorgebracht zal op de taakstraf in mindering worden gebracht (1 dag hechtenis is gelijk aan 2 uur taakstraf).

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 9, 22c, 22d en 141 van het Wetboek van Strafrecht.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een
taakstraf van 150 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 75 dagen en beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.L.A. van der Veeken (voorzitter), mr. S.C.A.M. Janssen en
mr. A. Bril, rechters, in tegenwoordigheid van mr. T.L. Tuitert, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 5 september 2025.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024161796, gesloten op 13 juni 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 1] , p. 20 t/m 22.
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 113.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 98.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 115 t/m 117.
6.Proces-verbaal van aangifte [slachtoffer 2] , p. 29 en 30.
7.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 1] , p. 57.
8.Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 2] , p. 40 en Proces-verbaal van verhoor getuige [getuige 3] , p. 51.
9.Proces-verbaal van bevindingen, p. 85.
10.Proces-verbaal van bevindingen, p. 146.
11.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 augustus 2025.
12.Proces-verbaal van bevindingen, p. 146.
13.De verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 augustus 2025.