ECLI:NL:RBGEL:2025:7483

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 augustus 2025
Publicatiedatum
5 september 2025
Zaaknummer
005457-25
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkeersongeval met alcoholgebruik door beginnend bestuurder met letsel aan slachtoffer

Op 27 augustus 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een beginnend bestuurder, die op 22 november 2024 betrokken was bij een verkeersongeval in Winterswijk. De verdachte, die onder invloed van alcohol was, bestuurde een Volkswagen Caddy en kwam in botsing met een Seat Alhambra, bestuurd door het slachtoffer. De verdachte had 315 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht, wat aanzienlijk boven de toegestane limiet ligt. Het ongeval resulteerde in zwaar lichamelijk letsel voor het slachtoffer, die twee maanden niet kon werken door een gebroken borstbeen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig had gereden door zijn aandacht van de weg af te wenden om een hamburger te pakken. De rechtbank legde de verdachte een taakstraf op van 120 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor 9 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank hield rekening met de omstandigheden van de verdachte, waaronder zijn schuldbewustzijn en de gevolgen van het ongeval voor zijn werk en financiële situatie.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/005457-25
Datum uitspraak : 27 augustus 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2004 in [geboorteplaats] ( [provincie] ),
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] .
raadsman: mr. J. Ruarus, advocaat in Almelo.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1
hij op of omstreeks 22 november 2024 te Winterswijk als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), daarmee rijdende op de weg, de Groenloseweg/N319,
zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte, terwijl hij beginnend bestuurder was,
- zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of
- het door hem bestuurde voertuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden dan wel kunnen houden en/of
- in strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- het verloop van die weg niet heeft gevolgd en/of met het door hem bestuurde voertuig (rechts) van de weg is geraakt/gereden en/of tegen een zich aldaar in de berm bevindende boom is gebotst en/of
- (vervolgens) in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het voormeld reglement de (dubbele) doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevonden, heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuig geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen, -welke strepen op die weg (de Groenloseweg/N319) waren aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer in beide richting-, heeft bevonden en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met op die voor het tegemoetkomende verkeer bestemde rijstrook rijdende, toen dicht genaderd zijnde
ander voertuig (personenauto), en
aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] ) zwaar lichamelijk letsel of zodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 november 2024 te Winterswijk als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), daarmee rijdende op de weg, de Groenloseweg/N319,
terwijl hij beginnend bestuurder was,
- zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en/of de (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en/of
- het door hem bestuurde voertuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en/of onvoldoende onder controle heeft gehouden dan wel kunnen
houden en/of
- in strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of
- het verloop van die weg niet heeft gevolgd en/of met het door hem bestuurde voertuig (rechts) van de weg is geraakt/gereden en/of tegen een zich aldaar in de berm bevindende boom is gebotst en/of
- (vervolgens) in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en/of
- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het voormeld reglement de (dubbele) doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevonden, heeft overschreden en/of zich met het door hem bestuurde voertuig geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen, -welke strepen op die weg (de Groenloseweg/N319) waren aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer in beide richting-, heeft bevonden en/of
- is gebotst tegen, althans in aanrijding gekomen met op die voor het tegemoetkomende verkeer bestemde rijstrook rijdende, toen dicht genaderd zijnde
ander voertuig (personenauto),
door welke gedraging(en) van verdachte gevaar op die weg werd veroorzaakt, althans kon worden veroorzaakt, en/of het verkeer op die weg werd gehinderd, althans kon worden gehinderd;
meer subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 november 2024 te Winterswijk als bestuurder van een bedrijfsauto op de voor het openbaar verkeer openstaande weg, de
Groenloseweg/N319, niet zoveel mogelijk rechts heeft gehouden, waarbij letsel aan personen is ontstaan of schade aan goederen is toegebracht;
2
hij op of omstreeks 22 november 2024 te Winterswijk als bestuurder van een motorrijtuig, bedrijfsauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 315 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en nog geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar had bereikt, dan wel zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en waarop hem voor het eerst een rijbewijs van categorie B is afgegeven;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 22 november 2024 te Winterswijk als bestuurder van een voertuig, (bedrijfsauto), dit voertuig heeft bestuurd, terwijl hij verkeerde onder
zodanige invloed van alcohol, waarvan hij wist of redelijkerwijs moest weten, dat het gebruik daarvan - al dan niet in combinatie met het gebruik van een andere stof - de rijvaardigheid kon verminderen, dat hij niet tot behoorlijk besturen in staat moest worden geacht.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
De feiten
Op grond van de bewijsmiddelen wordt het volgende, dat verder ook niet ter discussie staat, vastgesteld.
Op 22 november 2024 heeft op de N319 in Winterswijk een verkeersongeval plaatsgevonden waarbij verdachte en [slachtoffer] betrokken waren. De maximum snelheid bedroeg 80 km per uur. Verdachte reed in een Volkswagen Caddy en kwam uit de richting van Winterswijk. [slachtoffer] reed in een Seat Alhambra en kwam uit de richting van Groenlo. Zij zijn met elkaar in botsing geraakt. Beide auto’s zijn na het ongeval
total lossverklaard, er is schade aan een boom en slachtoffer [slachtoffer] heeft letsel opgelopen. [2]
Op basis van een echo wordt vermoed dat bij [slachtoffer] sprake is van een fractuur van het sternum (borstbeen). [3] Hij heeft twee maanden niet kunnen werken. [4]
Bij controle bleek dat verdachte in het bezit was van een rijbewijs waarvan sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven nog geen vijf jaren zijn verstreken en dat hij op die datum van afgifte de leeftijd van 18 jaar of ouder had bereikt. [5] De rechtbank stelt vast dat verdachte een beginnend bestuurder was.
Bij verdachte is een ademanalyse uitgevoerd. Het onderzoeksresultaat van de ademanalyse van de adem van verdachte bedroeg 315 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht. [6]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat het onder 1 en onder 2 primair tenlastegelegde wettig en overtuigend kan worden bewezen.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft geen bewijsverweer gevoerd.
Beoordeling door de rechtbank
Ten aanzien van feit 1, primair
[slachtoffer] heeft verklaard dat hij op 22 november 2024 onderweg was naar Winterswijk, dat het donker en droog was, hij met een normale snelheid reed en niet was afgeleid. Vanuit het niets werd hij aangereden door een auto. [7]
Verdachte heeft verklaard dat hij op de Groenloseweg reed en een hamburger van de bijrijdersstoel wilde pakken. Verdachte denkt dat hij door het pakken van de hamburger het stuur iets naar rechts stuurde. Hierna was er een klap en knalde de airbag in zijn gezicht. Hij had vier biertjes, halve liters gedronken. Hij wist dat hij officieel geen voertuig mocht besturen. [8]
Op de zitting heeft verdachte verklaard dat hij bekend is met de weg en er dagelijks reed voor zijn werk. Hij was zich ervan bewust dat de bomen daar heel dicht langs de weg staan. Verdachte kan zich herinneren dat hij voordat hij naar zijn hamburger reikte had gezien dat er op de andere weghelft tegenliggers waren, hij heeft een paar tegenliggers voorbij zien rijden. [9]
De rechtbank stelt vast dat verdachte reed op een weg die bestond uit twee rijstroken voor verkeer in beide richtingen waarbij de rijstroken van elkaar waren gescheiden door een dubbele doorgetrokken streep (en dus niet fysiek van elkaar zijn gescheiden). Bovendien stonden langs deze weg bomen dicht langs de rijbaan. Verdachte was bekend met deze weg en hij had ook gezien dat er tegenliggers reden op de andere weghelft. Dit alles was naar het oordeel van de rechtbank reden om een grote mate van oplettendheid te betrachten. Verdachte was een beginnend bestuurder en onder invloed van meer dan de toegestane hoeveelheid alcohol.
Door onder die omstandigheden ervoor te kiezen een hamburger van de bijrijdersstoel te pakken en daarmee de aandacht niet volledig op de weg te houden, heeft verdachte aanmerkelijk onvoorzichtig gereden en heeft een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval plaatsgevonden. Verdachte heeft de controle over het voertuig verloren en is eerst tegen een boom en vervolgens - gelet op de verklaring van het slachtoffer: met overschrijding van de (dubbele) doorgetrokken strepen - tegen het hem tegemoetkomende voertuig van [slachtoffer] gebotst. [slachtoffer] heeft zodanig letsel opgelopen, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan. Hij heeft immers twee maanden niet kunnen werken.
Dat verdachte in strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 zijn snelheid niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij de weg kon overzien of waarover deze vrij was acht de rechtbank niet bewezen. Voor dat gedeelte van de tenlastelegging wordt verdachte vrijgesproken.
Voor het overige acht de rechtbank bewezen dat verdachte het onder 1 primair tenlastegelegde heeft begaan.
Ten aanzien van feit 2, primair
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 23-24;
- proces-verbaal rijden onder invloed, p. 14-15;
- bijlage bij proces-verbaal rijden onder invloed, p. 40.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1 primair en onder 2 primair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
1. hij op
of omstreeks22 november 2024 te Winterswijk als bestuurder van een voertuig (bedrijfsauto), daarmee rijdende op de weg, de Groenloseweg/N319,
zeer, althansaanmerkelijk, onvoorzichtig, onoplettend en/of onachtzaam heeft gereden, hierin bestaande dat verdachte,
terwijl hij beginnend bestuurder was,
- zijn aandacht gedurende enige tijd niet, althans in onvoldoende mate, op het overige verkeer en
/ofde (verkeers)situatie ter plaatse heeft gericht en
/of- het door hem bestuurde voertuig niet met de nodige voorzichtigheid heeft bestuurd en
/ofonvoldoende onder controle heeft gehouden dan wel kunnen houden en
/of- in strijd met artikel 19 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 de snelheid van het door hem bestuurde voertuig niet zodanig heeft geregeld dat hij in staat was zijn voertuig tot stilstand te brengen binnen de afstand waarover hij die weg kon overzien en waarover deze vrij was en/of- het verloop van die weg niet heeft gevolgd en
/ofmet het door hem bestuurde voertuig (rechts) van de weg is geraakt
/geredenen
/oftegen een zich aldaar in de berm bevindende boom is gebotst en
/of- (vervolgens) in strijd met artikel 3 van voormeld reglement niet aan zijn verplichting heeft voldaan, zoveel mogelijk rechts te houden en
/of- in strijd met het gestelde in artikel 76 van het voormeld reglement de (dubbele) doorgetrokken strepen, die zich niet langs de rand van de rijbaanverharding bevonden, heeft overschreden
en/of zich met het door hem bestuurde voertuig geheel of gedeeltelijk links van die doorgetrokken strepen, -welke strepen op die weg (de Groenloseweg/N319) waren aangebracht tussen de rijstroken, met verkeer in beide richting-, heeft bevondenen
/of- is gebotst tegen,
althans in aanrijding gekomen meteenop
diedevoor het tegemoetkomende verkeer bestemde rijstrook rijdende, toen dicht genaderd zijnde ander voertuig (personenauto), en
aldus zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden, waardoor een ander (genaamd [slachtoffer] )
zwaar lichamelijk letsel ofzodanig lichamelijk letsel werd toegebracht, dat daaruit tijdelijke ziekte of verhindering in de uitoefening van de normale bezigheden is ontstaan, terwijl hij verkeerde in de toestand als bedoeld in artikel 8, derde lid van de Wegenverkeerswet 1994;
2.
hij op
of omstreeks22 november 2024 te Winterswijk als bestuurder van een motorrijtuig, bedrijfsauto, dit motorrijtuig heeft bestuurd na zodanig gebruik van alcoholhoudende drank, dat het alcoholgehalte van zijn adem bij een onderzoek als bedoeld in artikel 8, derde lid, aanhef en onder a van de Wegenverkeerswet 1994, 315 microgram, in elk geval hoger dan 88 microgram alcohol per liter uitgeademde lucht bleek te zijn, terwijl voor het besturen van dat motorrijtuig een rijbewijs was vereist en nog geen vijf jaren waren verstreken sedert de datum waarop aan hem voor de eerste maal een rijbewijs is afgegeven, zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar had bereikt
, dan wel zijnde een datum waarop hij de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en waarop hem voor het eerst een rijbewijs van categorie B is afgegeven.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten cursief in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
feit 1:
overtreding van artikel 6 van de Wegenverkeerswet, terwijl het een ongeval betreft waardoor een ander lichamelijk letsel wordt toegebracht en terwijl de schuldige verkeerde in de toestand, bedoeld in artikel 8, derde lid, onderdeel a, van deze wet
feit 2:
overtreding van artikel 8, derde lid, onderdeel a van de Wegenverkeerswet 1994 (315 microgram)

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 150 uren en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 18 maanden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat een ontzegging van de rijbevoegdheid voorwaardelijk moet worden opgelegd in combinatie met, indien de rechtbank daartoe aanleiding ziet, een geldboete.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte is, nadat hij vier halve liters bier gedronken had en wist dat dit meer was dan toegestaan, in de auto gestapt en heeft op een voor hem bekende weg, waar de bomen dicht langs de rijbaan staan en waar hij tegenliggers hem zag passeren, de keuze gemaakt naar de bijrijdersstoel te reiken om een hamburger te pakken. Verdachte heeft hierdoor, kennelijk, iets naar rechts gestuurd en is eerst gebotst tegen een boom en vervolgens tegen de auto van het slachtoffer. Het slachtoffer heeft door een gebroken borstbeen twee maanden niet kunnen werken.
Op de zitting is gebleken dat verdachte schuldbewust is. Hij heeft verantwoordelijkheid genomen voor hetgeen is gebeurd. Hij heeft contact gezocht met het slachtoffer en er voor gekozen geen druppel alcohol meer te drinken. Daarnaast heeft verdachte inmiddels ervaren wat de forse gevolgen van het door hem veroorzaakte verkeersongeval zijn. Hij heeft zijn eigen schade en de schade van het slachtoffer uit eigen zak moeten betalen. Het bedrag dat hij aan beide verzekeraars heeft moeten betalen, was bijna € 13.000. Zijn werkbus, die hij als zzp’er voor zijn werk als [baan] gebruikte, werd
total lossverklaard en het gereedschap dat daarin lag was niet meer bruikbaar. Verdachte heeft inmiddels werk gevonden in loondienst als [baan] om de schulden die hij hieraan heeft overgehouden af te kunnen betalen. Daarvoor is hij aangewezen op de auto en dus op zijn rijbewijs.
De rechtbank ziet dat verdachte zijn rijbewijs hard nodig heeft voor zijn werk en is gelet op de genoemde omstandigheden van oordeel dat het onwenselijk is als zijn nieuwe baan en het aflossen van de schulden door het ontzeggen van de rijbevoegdheid worden doorkruist. Daarom zal de rechtbank een ontzegging van de rijbevoegdheid in voorwaardelijk zin opleggen.
Alles overwegende legt de rechtbank aan verdachte op een taakstraf voor de duur van 120 uur en een ontzegging van de rijbevoegdheid voor de duur van 9 maanden, geheel voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaar.

8.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen:
- 9, 14 a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 60 en 63 van het Wetboek van Strafrecht;
- 6, 9, 175, 176 en 179 van de Wegenverkeerswet 1994.

9.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 legt op een taakstraf van 120 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 2 maanden;
 ontzegt verdachte ten aanzien van het onder 1 bewezen verklaarde de bevoegdheid motorrijtuigen te besturen voor de duur van 9 maanden;
 bepaalt dat deze ontzegging niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van 2 jaren schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door mr. S. Jansen (voorzitter), mr. M.M. Klaasen en mr. G. Pesselse, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.I. Tuk, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 augustus 2025.
De jongste rechter en de griffier zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisanten [verbalisant 1] , [verbalisant 2] , [verbalisant 3] en [verbalisant 4] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024550297, gesloten op 23 december 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aanrijding misdrijf, p. 3-4.
3.Verklaring huisarts, p. 41.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 1 aanvullend proces-verbaal.
5.Proces-verbaal rijden onder invloed, p. 14.
6.Proces-verbaal ademanalyse, p. 40.
7.Proces-verbaal van verhoor slachtoffer, p. 10.
8.Proces-verbaal verhoor, p. 26.
9.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 13 augustus 2025.