ECLI:NL:RBGEL:2025:7471

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
26 augustus 2025
Publicatiedatum
5 september 2025
Zaaknummer
078342-25
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een man voor bedreiging, vernieling en belediging in meerdere zaken

Op 26 augustus 2025 heeft de Rechtbank Gelderland een 46-jarige man veroordeeld voor verschillende strafbare feiten, waaronder bedreiging, vernieling en belediging. De man werd beschuldigd van het gooien van een metalen paal naar medewerkers van een woningstichting, wat niet als poging tot zware mishandeling werd gekwalificeerd, maar wel als bedreiging met zware mishandeling. Daarnaast vernielde hij ruiten van de voordeuren van zijn oom en tante en bedreigde hij zijn bewindvoerder en een gemeentemedewerker via sociale media en WhatsApp. De rechtbank oordeelde dat de man zich ook schuldig had gemaakt aan belediging van een wethouder door beledigende teksten te plaatsen op sociale media. Ondanks de ernst van de feiten, besloot de rechtbank om geen onvoorwaardelijke gevangenisstraf op te leggen, maar een taakstraf van 240 uur en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden. De rechtbank verlengde ook de proeftijd van eerder opgelegde straffen om de man onder toezicht van de reclassering te houden. De uitspraak is gedaan in tegenspraak en na onderzoek op openbare terechtzittingen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Zutphen
Parketnummers: 05-078342-25, 05-307378-24 (ttz. gev.), 05-052200-25 (ttz. gev.), 05-017606-25 (ttz. gev.), 05-062543-25 (ttz. gev.), 05-273444-24 (tul) en 05356367-24 (tul)
Datum uitspraak : 26 augustus 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag 1] 1979 in [geboorteplaats 1] ,
ingeschreven op het adres [adres 1] , [postcode] in [plaats 4] .
Raadsman: mr. J.G. Roethof, advocaat in Arnhem.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op openbare terechtzittingen.

1.De inhoud van de tenlastelegging

De rechtbank zal bij de verschillende parketnummers uitgaan van de chronologische volgorde waarin de feiten hebben plaatsgevonden.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
Parketnummer 05-307378-24
1.
hij op of omstreeks 24 september 2024 te [plaats 1] , gemeente [plaats 3] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen een ijzeren paal in de richting van die [slachtoffer 1] heeft gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 september 2024 te [plaats 1] , gemeente [plaats 3] [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een ijzeren paal in de richting van die [slachtoffer 1] te gooien;
2.
hij op of omstreeks 24 september 2024 te [plaats 1] , gemeente [plaats 3] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om aan [slachtoffer 2] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel toe te brengen een ijzeren paal in de richting van die [slachtoffer 2] heeft gegooid, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 24 september 2024 te [plaats 1] , gemeente [plaats 3] [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een ijzeren paal in de richting van die [slachtoffer 2] te gooien;
3.
hij op of omstreeks 24 september 2024 te [plaats 2] , gemeente [plaats 3] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
4.
hij op of omstreeks 24 september 2024 te [plaats 5] , gemeente [plaats 3] opzettelijk en wederrechtelijk een keuken en/of andere goederen in de woning, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
5.
hij op of omstreeks 24 september 2024 te [plaats 2] , gemeente [plaats 3] opzettelijk en wederrechtelijk een ruit, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde(n) heeft vernield, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Parketnummer 05-052200-25
hij in of omstreeks de periode van 01 oktober 2024 tot en met 9 oktober 2024 te Borculo, gemeente Berkelland, althans in Nederland, op een of meerdere tijdstippen [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling en/of met brandstichting, door in of door middel van een of meerdere e-mails, die [slachtoffer 6] dreigend de woorden toe te voegen:
- " Als vandaag voor 17:00 dat geld niet op de rekening staat steek ik dat hele kanker kantoor van jullie in de fik!!!",
- " De rest van je leven mag je over je schouder kijken, want ik ga jou niet vergeten en ik kom een keer voor je misschien wel eerder dan je denkt!!",
- " En als die nieuwe bewindvoerder niet heel snel maant zijn afspraak na te komen haal jij het einde van de dag niet!" en/of
- " Jij hebt mij verraden en jou kantoor bestaat na vandaag niet meer want ik steek de hele kankerzooi in de brand!!"
, althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, van welke bedreiging(en)/dreigende woorden voornoemde [slachtoffer 6] kennis heeft genomen;
Parketnummer 05-017606-25
1.
hij op of omstreeks 8 januari 2025n te [plaats 4] , gemeente [plaats 3] , althans in Nederland, opzettelijk [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] en/of de gemeente [plaats 3] , heeft beledigd, door onder andere via sociale media en/of Facebook, berichten te posten en/of te uploaden voorzien van afbeeldingen en/of foto's van die [slachtoffer 8] met daarbij de volgende teksten:
- " DE VIESTE PEETVADER van de ACHTERHOEK! Jij ja jij hebt de hele achterhoek eigenhandig naar de klote geholpen he bent de luis in de pels nare enge malafide bloedhond! Ongeschoolde KANKERHOND! Grootste crimineel uit de regio!! Met zijn vieze vochtkop!", en/of
- " Stuk stront! Ik pak alles van je kleinkinderen af ALLES! De gehele achterhoekse cultuur naar de klote geholpen [gemeente] .", en/of
- " En dit stuk uitschot, fucking uitschot! [gemeente] SCHAAM JE KAPOT!!! Je hebt zelf de kunst en cultuur naar de klote geholpen schaamteloze droeftoeter", en/of
- " Here is [slachtoffer 8] , het is [slachtoffer 8] de KAKKERLAK die kale die schele die homo sexuele, het is [slachtoffer 8] de KAKKERLAK! Het is tijd de hoogste tijd, jij vuile huichelaar pak jij je koffers maar!", en/of
- " Hiha hondenlul!!! Hij is een vriend van [naam 1] ! Moest je krom staan KNEUS?", althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking, van welke belediging/beledigende woorden voornoemde [slachtoffer 7] en/of [slachtoffer 8] kennis heeft genomen;
2.
hij op of omstreeks 15 januari 2025 te [plaats 5] , gemeente [plaats 3] , althans in Nederland, [slachtoffer 9] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door via sociale media en/of WhatsApp berichten te sturen voorzien van de volgende dreigende woorden en/of teksten:
- " Als ik die [slachtoffer 9] tegen kom ik maak hem af ik trap zijn hele kankerkop in elkaar", en/of
- " Het maakt mij niet uit voor wie maar als ik die [slachtoffer 9] hier in de straat zie krijgt ie klappen als een jachthond, aangifte wordt toch niet opgenomen ik trap hem helemaal de kanker tering",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, van welke bedreigende woorden die [slachtoffer 9] via een collega en/of de toezichthouder van de reclassering, althans indirect, kennis heeft genomen;
Parketnummer 05-062543-25
hij op of omstreeks 25 februari 2025 te [plaats 2] , gemeente [plaats 3] en/of [plaats 5] , althans in Nederland, verdachtes zus, [slachtoffer 10] , heeft bedreigd met
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of
- zware mishandeling, en/of
- brandstichting,
door via sociale media afbeeldingen van die [slachtoffer 10] te posten en/of te uploaden en/of toe te voegen voorzien van de volgende dreigende woorden en/of teksten:
- " Ik steek eg alles bij je in brand eg alles! Jij bent je auto kwijt hoor en [naam 2] de bus", en/of
- " [slachtoffer 10] werkte bij een krant want haar auto is volledig uitgebrand!!! Drie dagen heb je", en/of
- " Je woont achter de pomp he beznine genoeg. Jullie gaan dit oplossen asap! Ik laat voor 4 meijer benzine in je tuin lopen", en/of
- " Jij gaat mij helpen anders rijkt ik er 1 van jou voor de sokken [slachtoffer 10] ". Jij gaat praten iemand bellen zijn jullie godverdomme helemaal gek geworden van [naam 3] praten ik steek al je banden lek, sterker ik steek ze in de brand, doe eens normaal wat is er van dat gat terecht gekomen?",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking, van welke bedreigende woorden en/of afbeeldingen die [slachtoffer 10] via een kennis en/of een vriend, althans indirect, kennis heeft genomen;
Parketnummer 05-078342-25
hij op een of meerdere tijdstippen gelgen in de periode tussen 11 maart 2025 en 12 maart 2025 te [plaats 2] en/of [plaats 5] (binnen de gemeente [plaats 3] ), althans in Nederland, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 27 februari 2025, gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland door [slachtoffer 10] berichten te sturen via Facebook Messenger en/of door [slachtoffer 10] en/of haar werkgever te taggen/te vermelden in online geplaatste video's.

2.Overwegingen ten aanzien van het bewijs

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat er voor de feiten 1 primair, 2 primair en 4 van parketnummer 05-307378-24 onvoldoende bewijs is en dat verdachte van die feiten moet worden vrijgesproken. De overige feiten, te weten feit 1 subsidiair, feit 2 subsidiair, feit 3 en feit 5 van parketnummer 05-307378-24 en de feiten betreffende de parketnummers 05-052200-25, 05-017606-25, 05-062543-25 en 05-078342-25 kunnen volgens de officier van justitie wettig en overtuigend bewezen worden.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft vrijspraak bepleit voor de feiten 1 primair, 2 primair en 4 van parketnummer 05-307378-24. Ten aanzien van de overige feiten heeft de raadsman zich gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank.
Beoordeling door de rechtbank
Parketnummer 05-307378-24 [1]
Feiten 1 en 2
De rechtbank zal de feiten 1 en 2 tegelijk beoordelen gelet op de onderlinge samenhang.
Aangever [slachtoffer 2] was als stagiaire werkzaam bij woningstichting [slachtoffer 4] in [plaats 1] . Op
24 september 2024 omstreeks 11.00 uur kwam er een man binnen die naar de balie liep. De man gooide meteen met een sleutelbos in zijn richting. De man pakte vervolgens een plastic houder met informatie van de balie en gooide die ook in de richting van aangever en twee collega’s. Aangever zag dat de man daarna een metalen standaard met een informatiebord oppakte en boven zijn hoofd/schouder tilde. De man gooide de paal in zijn richting, waarbij de zware voet als eerste zijn richting uitkwam. [2]
Aangeefster [slachtoffer 1] zat op 24 september 2024 samen met een stagiair achter de balie bij [slachtoffer 4] . Op een gegeven moment kwam er een man binnen die naar de balie liep. De stagiair wilde opstaan om naar hem toe te lopen. Op datzelfde moment gooide de man met iets, naar later bleek een sleutelbos, richting de balie waar aangeefster en haar collega zaten. De man gooide ook wat papieren hun kant op. Vervolgens pakte hij een paal en gooide deze in hun richting. De paal is een soort standaard waar een A4 formaat mededeling-bordje aanhangt. Deze paal is van ijzer en ongeveer 1.50 meter hoog. [3]
De paal had een ronde metalen voet en woog 3455 gram. [4]
Verdachte heeft verklaard dat hij op 24 september 2024 ’s morgens boos was en dat hij bij [slachtoffer 4] is geweest. [5]
De rechtbank acht bewezen dat verdachte op 24 september 2024 bij [slachtoffer 4] is geweest en daar met een ijzeren/metalen paal in de richting van [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] heeft gegooid. Evenals de officier van justitie en de raadsman ziet de rechtbank onvoldoende bewijs in het dossier om dit te kunnen kwalificeren als een poging tot zware mishandeling. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken van de feiten 1 primair en 2 primair. Wel is de rechtbank van oordeel dat het handelen van verdachte kan worden gekwalificeerd als bedreiging met zware mishandeling. De rechtbank acht daarom de feiten 1 subsidiair en 2 subsidiair bewezen.
Feiten 3 en 5
De rechtbank zal de feiten 3 en 5 tegelijk beoordelen gelet op de onderlinge samenhang. Daarbij is ieder bewijsmiddel gebruikt voor het feit waarop het blijkens zijn inhoud ziet.
Aangever [slachtoffer 3] was op 24 september 2024 in zijn woning aan de [adres 2] in [plaats 2] . Omstreeks half 12 hoorde hij een knal en hij zag vervolgens zijn neef [verdachte] (verdachte) wegrennen. Aangever zag in de hal overal glas liggen. Er bleek een steen door de ruit te zijn gegooid, waardoor de onderste ruit van de voordeur kapot was. [6]
Verbalisant kreeg van een AOV’er van de gemeente via WhatsApp een filmpje doorgestuurd. Daarop zag zij een man en een vrouw een woning uitkomen. Bij de woning stond een voertuig. Toen ze het kenteken daarvan controleerde bleek dat deze thuis hoorde op de [adres 2] in [plaats 2] . Op het filmpje was te zien dat de onderste ruit van de voordeur was ingegooid. Het filmpje was door [verdachte] gepost op online platform Facebook. Verbalisant herkende de personen van het filmpje als aangever [slachtoffer 3] en zijn vrouw. [7]
Aangeefster [slachtoffer 5] is op 24 september 2024 omstreeks 11.15 uur van haar woning aan de [adres 3] in [plaats 2] vertrokken. Toen zij omstreeks 11.45 uur terugkwam zag ze in de gang van de woning veel glas liggen. Er bleek een gat in het glas van de voordeur te zitten van ongeveer 20 bij 20 centimeter. Aangeefster zag op haar telefoon dat haar zwager [naam 4] had gebeld. Toen ze hem terugbelde hoorde ze hem zeggen dat er bij hen een steen door de voordeur heen was gegooid en dat het [verdachte] , de rechtbank begrijpt: verdachte, was. Aangeefster keek die middag op Facebook. Ze zag dat verdachte een filmpje op Facebook had gezet. Op dit filmpje zag ze haar eigen voordeur, gefilmd vanaf de straat, met een gat in het glas van de voordeur. Ook zag ze een post op de Facebook van verdachte met de tekst: “En voor dat ik gepakt ben sneuveld iedere ruit in [plaats 2] ”. Ze zag dat deze post twee uur voor het bovengenoemde filmpje op Facebook was gezet. Er was ook een post op zijn Facebook waarin stond: “ [naam 5] en [naam 6] weten het ook en [naam 7] komt nu aan de beurt”. Aangeefster zag dat verdachte dit een uur voor het filmpje met het gat in haar voordeur had gepost. [8]
Bij de stukken zitten afbeeldingen gemaakt van de Facebookpagina van verdachte op 24 september 2024. Op één afbeelding is de tekst te zien: “ [naam 5] en [naam 6] weten het ook en [naam 7] komt nu aan de beurt”. Op een andere afbeelding is te zien de tekst: “En voor dat ik gepakt ben sneuveld iedere ruit in [plaats 2] ”. [9]
De rechtbank overweegt dat uit de aangifte van [slachtoffer 5] naar voren komt dat de ruit van haar voordeur is vernield, dat zij telefonisch contact heeft gehad met haar zwager [slachtoffer 3] , dat er ook bij hem een steen door de voordeur was gegooid en dat verdachte dat had gedaan. [slachtoffer 5] heeft op de Facebookpagina van verdachte gekeken en zag daar een filmpje van haar voordeur, waarop te zien was dat de ruit kapot was. Ook zag ze dat verdachte berichten had gepost. De rechtbank maakt uit die berichten op dat verdachte kennelijk voornemens was ruiten in te gooien dan wel daarmee al was begonnen. Daarnaast maakt de rechtbank uit de berichten op dat verdachte kennelijk eerst naar ‘ [naam 5] en [naam 6] ’, de rechtbank begrijpt naar aangeefster en naar haar zwager [slachtoffer 3] , zou gaan en daarna naar ‘ [naam 7] ’. Gelet op het feit dat zowel [slachtoffer 5] als [slachtoffer 3] in [plaats 2] woont en de ruiten van hun voordeuren binnen het tijdsbestek van 11.15 uur tot 11.45 uur zijn vernield en gelet op de teksten die verdachte op zijn Facebookpagina heeft geplaatst, kan het niet anders zijn dan dat verdachte de ruiten van de voordeuren van [slachtoffer 5] en [slachtoffer 3] heeft vernield. Dit wordt nog bevestigd door de verklaring van [slachtoffer 3] dat hij een knal hoorde en verdachte toen hard zag wegrennen. Gelet op het voorgaande acht de rechtbank bewezen dat verdachte de ruiten van de voordeuren van [slachtoffer 5] en van [slachtoffer 3] heeft vernield.
Feit 4
De rechtbank is van oordeel dat het dossier onvoldoende bewijs bevat dat verdachte dit feit heeft gepleegd. Evenals de officier van justitie en de raadsman meent de rechtbank dat verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken.
Parketnummer 05-052200-25 [10]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 6] , p. 6;
- e-mails van verdachte gericht aan [slachtoffer 6] – [bewindvoerderskantoor] , p. 2-5 van het aanvullend proces-verbaal;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 augustus 2025.
Parketnummer 05-017606-25 [11]
Feit 1
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 8] , p. 11-12;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 18;
- afbeeldingen van de Instagram- en Facebookpagina’s van verdachte, p. 41, 46, 48, 50, 60;
- de verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 12 augustus 2025.
De rechtbank overweegt dat niet blijkt dat de beledigende teksten waren gericht tegen [slachtoffer 7] dan wel de gemeente [plaats 3] . Verdachte zal in zoverre worden vrijgesproken.
Feit 2
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van verhoor van [slachtoffer 9] , p. 67;
- het proces-verbaal van bevindingen, p. 77;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte afgelegd bij de politie, p. 105-106.
Parketnummer 05-062543-25 [12]
Er is sprake van een bekennende verdachte als bedoeld in artikel 359, derde lid, laatste zin, van het Wetboek van Strafvordering en daarom wordt volstaan met een opgave van de bewijsmiddelen.
Bewijsmiddelen:
- de processen-verbaal van bevindingen, p. 6, 8-10, 13-14, 32;
- het proces-verbaal van verhoor van verdachte afgelegd bij de politie, p. 49.
Parketnummer 05-078342-25 [13]
Verdachte heeft op 27 februari 2025 een gedragsaanwijzing opgelegd gekregen inhoudend een locatie- en een contactverbod. Het locatieverbod hield in dat verdachte zich niet mocht ophouden in of op de [adres 4] en de woning gelegen aan de [adres 4] in [plaats 2] , gemeente [plaats 3] . Het contactverbod hield in dat verdachte zich diende te onthouden van contact met [slachtoffer 10] (geboren op [geboortedag 2] 1976 in [geboorteplaats 2] ). De gedragsaanwijzing betrof de periode ingaande de dag van de uitreiking en bleef dan 90 dagen van kracht. [14]
De gedragsaanwijzing is op 27 februari 2025 in persoon aan verdachte uitgereikt. [15]
Op 11 maart 2025 heeft verbalisant telefonisch contact met [slachtoffer 10] gehad. Ze verklaarde dat zij op Instagram had gezien dat verdachte diverse berichten online en openbaar had geplaatst, met haar foto en teksten erbij. In die berichten werd zij door hem getagd met haar Instagram accountnaam “ [accountnaam 1] ”. De berichten waren beledigend en hadden een dreigende toon. Verbalisant heeft een onderzoek ingesteld op Instagram, op het account [accountnaam 2] . Hij zag dat op dit account diverse berichten waren geplaatst welke openbaar waren. In deze berichten was een foto zichtbaar van [slachtoffer 10] aangevuld met teksten met een dreigende ondertoon. [slachtoffer 10] werd hierin getagd. Verbalisant had op 12 maart 2025 opnieuw telefonisch contact met [slachtoffer 10] . Ze verklaarde dat verdachte de avond daarvoor kennelijk ook weer berichten online had geplaatst op social media waarin hij video-opnamen van de omgeving rondom haar woning had geplaatst en haar wederom had getagd. Verbalisant heeft opnieuw een onderzoek ingesteld op Instagram, op het account [accountnaam 2] . Hierin was onder meer zichtbaar een geplaatste video, 22 uur geleden, van een leeuw die al sluipend nadert, met o.a. de tekst: “tell them all, who ever comes, who comes against, I will kill them”. Hierbij werd [slachtoffer 10] getagd met haar Instagramaccount alsmede haar werkgever. Verder waren diverse andere berichten zichtbaar waarin [slachtoffer 10] werd getagd, alsmede video’s van woonwijken waarin diverse mensen werden getagd, onder meer [slachtoffer 10] . [16]
Het dossier bevat de volgende foto’s van de Instagrampagina van verdachte die verbalisant op 12 maart 2025 heeft gezien:
  • Foto 10: dit betreft een video-opname waarin [slachtoffer 10] is getagd;
  • Foto 11: een afbeelding met daarop de gegevens van het account van [slachtoffer 10] ;
  • Foto 12: een afbeelding van [slachtoffer 10] met een tekst;
  • Foto 13: een afbeelding met daarop de gegevens van onder meer het account van [slachtoffer 10] .
De rechtbank overweegt dat [slachtoffer 10] heeft verklaard dat verdachte op 8, 9 en 10 maart 2025 berichten naar haar Facebook Messenger heeft gestuurd. Die periode is echter niet ten laste gelegd. Niet is gebleken dat [slachtoffer 10] de afbeeldingen en teksten die verdachte op 11 en 12 maart 2025 op Instagram heeft geplaatst, ook in Facebook Messenger heeft ontvangen. De rechtbank zal verdachte daarom vrijspreken voor zover dit betreft het verwijt dat verdachte op 11 en 12 maart 2025 berichten naar Facebook Messenger van [slachtoffer 10] heeft gestuurd.
De rechtbank overweegt dat uit de telefonische contacten tussen verbalisant en [slachtoffer 10] en het onderzoek dat verbalisant naar aanleiding daarvan op social media heeft gedaan is gebleken dat verdachte de gedragsaanwijzing heeft overtreden. Hij heeft [slachtoffer 10] en haar werkgever in de ten laste gelegde periode in berichten getagd en afbeeldingen met accountgegevens van [slachtoffer 10] op zijn Instagrampagina geplaatst. De rechtbank acht gelet hierop het ten laste gelegde feit bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de volgende ten laste gelegde feiten heeft begaan, te weten dat:
Parketnummer 05-307378-24
1. subsidiair
hij op
of omstreeks24 september 2024 te [plaats 1] , gemeente [plaats 3] , [slachtoffer 1] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/ofmet zware mishandeling, door een ijzeren paal in de richting van die [slachtoffer 1] te gooien;
2. subsidiair
hij op
of omstreeks24 september 2024 te [plaats 1] , gemeente [plaats 3] , [slachtoffer 2] heeft bedreigd
met enig misdrijf tegen het leven gericht en/ofmet zware mishandeling, door een ijzeren paal in de richting van die [slachtoffer 2] te gooien;
3.
hij op
of omstreeks24 september 2024 te [plaats 2] , gemeente [plaats 3] , opzettelijk en wederrechtelijk een ruit,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 3] , in elk geval aan een ander toebehoorde
(n)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
5.
hij op
of omstreeks24 september 2024 te [plaats 2] , gemeente [plaats 3] , opzettelijk en wederrechtelijk een ruit,
in elk geval enig goed, dat/die
geheel of ten deleaan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander toebehoorde
(n)heeft vernield
, beschadigd, onbruikbaar gemaakt en/of weggemaakt;
Parketnummer 05-052200-25
hij in
of omstreeksde periode van 01 oktober 2024 tot en met 9 oktober 2024
te Borculo, gemeente Berkelland, althansin Nederland, op
een ofmeerdere tijdstippen [slachtoffer 6] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht
en/of met zware mishandelingen
/ofmet brandstichting, door in of door middel van
een of meerderee-mails, die [slachtoffer 6] dreigend de woorden toe te voegen:
- " Als vandaag voor 17:00 dat geld niet op de rekening staat steek ik dat hele kanker kantoor van jullie in de fik!!!",
- " De rest van je leven mag je over je schouder kijken, want ik ga jou niet vergeten en ik kom een keer voor je misschien wel eerder dan je denkt!!",
- " En als die nieuwe bewindvoerder niet heel snel maant zijn afspraak na te komen haal jij het einde van de dag niet!" en
/of
- " Jij hebt mij verraden en jou kantoor bestaat na vandaag niet meer want ik steek de hele kankerzooi in de brand!!",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,van welke bedreiging
(en
)/dreigende woorden voornoemde [slachtoffer 6] kennis heeft genomen;
Parketnummer 05-017606-25
1.
hij op
of omstreeks8 januari 2025
te [plaats 4] , gemeente [plaats 3] , althansin Nederland, opzettelijk
[slachtoffer 7] en/of[slachtoffer 8]
en/of de gemeente [plaats 3], heeft beledigd, door onder andere via sociale media en/of Facebook, berichten te posten en/of te uploaden voorzien van afbeeldingen en/of foto's van die [slachtoffer 8] met daarbij de volgende teksten:
- " DE VIESTE PEETVADER van de ACHTERHOEK! Jij ja jij hebt de hele achterhoek eigenhandig naar de klote geholpen he bent de luis in de pels nare enge malafide bloedhond! Ongeschoolde KANKERHOND! Grootste crimineel uit de regio!! Met zijn vieze vochtkop!", en
/of
- " Stuk stront! Ik pak alles van je kleinkinderen af ALLES! De gehele achterhoekse cultuur naar de klote geholpen [gemeente] .", en
/of
- " En dit stuk uitschot, fucking uitschot! [gemeente] SCHAAM JE KAPOT!!! Je hebt zelf de kunst en cultuur naar de klote geholpen schaamteloze droeftoeter", en
/of
- " Here is [slachtoffer 8] , het is [slachtoffer 8] de KAKKERLAK die kale die schele die homo sexuele, het is [slachtoffer 8] de KAKKERLAK! Het is tijd de hoogste tijd, jij vuile huichelaar pak jij je koffers maar!", en
/of
- " Hiha hondenlul!!! Hij is een vriend van [naam 1] ! Moest je krom staan KNEUS?",
althans woorden van gelijke beledigende aard en/of strekking, van welke
belediging/beledigende woorden voornoemde
[slachtoffer 7] en/of[slachtoffer 8] kennis heeft genomen;
2.
hij op
of omstreeks15 januari 2025 te [plaats 5] , gemeente [plaats 3] , althans in Nederland, [slachtoffer 9] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en
/ofmet zware mishandeling, door via sociale media en/of WhatsApp berichten te sturen voorzien van de volgende dreigende woorden en/of teksten:
- " Als ik die [slachtoffer 9] tegen kom ik maak hem af ik trap zijn hele kankerkop in elkaar", en
/of
- " Het maakt mij niet uit voor wie maar als ik die [slachtoffer 9] hier in de straat zie krijgt ie klappen als een jachthond, aangifte wordt toch niet opgenomen ik trap hem helemaal de kanker tering",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,van welke bedreigende woorden die [slachtoffer 9] via een collega
en/of de toezichthouder van de reclassering, althans indirect,kennis heeft genomen;
Parketnummer 05-062543-25
hij op
of omstreeks25 februari 2025
te [plaats 2] , gemeente [plaats 3] en/of [plaats 5] , althansin Nederland, verdachtes zus, [slachtoffer 10] , heeft bedreigd met
- enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen en/of goederen ontstaat, en
/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en
/of
- zware mishandeling, en
/of
- brandstichting,
door via sociale media afbeeldingen van die [slachtoffer 10] te posten en/of te uploaden en/of toe te voegen voorzien van de volgende dreigende woorden en/of teksten:
- " Ik steek eg alles bij je in brand eg alles! Jij bent je auto kwijt hoor en [naam 2] de bus", en
/of
- " [slachtoffer 10] werkte bij een krant want haar auto is volledig uitgebrand!!! Drie dagen heb je", en
/of
- " Je woont achter de pomp he beznine genoeg. Jullie gaan dit oplossen asap! Ik laat voor 4 meijer benzine in je tuin lopen", en
/of
- " Jij gaat mij helpen anders rijkt ik er 1 van jou voor de sokken [slachtoffer 10] ". Jij gaat praten iemand bellen zijn jullie godverdomme helemaal gek geworden van [naam 3] praten ik steek al je banden lek, sterker ik steek ze in de brand, doe eens normaal wat is er van dat gat terecht gekomen?",
althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking,van welke bedreigende woorden en
/ofafbeeldingen die [slachtoffer 10] via een kennis
en/of een vriend, althans indirect, kennis heeft genomen;
Parketnummer 05-078342-25
hij op een of meerdere tijdstippen gelegen in de periode van 11 maart 2025 tot 12 maart 2025
te [plaats 2] en/of [plaats 5] (binnen de gemeente [plaats 3] ), althansin Nederland, opzettelijk heeft gehandeld in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b van het Wetboek van Strafvordering, te weten de gedragsaanwijzing d.d. 27 februari 2025, gegeven door de officier van justitie te Oost-Nederland
door [slachtoffer 10] berichten te sturen via Facebook Messenger en/ofdoor [slachtoffer 10] en/of haar werkgever te taggen/te vermelden in online geplaatste video's.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Parketnummer 05-307378-24
feiten 1 subsidiair en 2 subsidiair telkens:
Bedreiging met zware mishandeling;
feiten 3 en 5 telkens:
Opzettelijk en wederrechtelijk enig goed dat geheel of ten dele aan een ander toebehoort vernielen;
Parketnummer 05-052200-25
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en
Bedreiging met brandstichting;
Parketnummer 05-017606-25
feit 1:
Eenvoudige belediging, meermalen gepleegd;
feit 2:
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en
Bedreiging met zware mishandeling;
Parketnummer 05-062543-25
Bedreiging met enig misdrijf waardoor gevaar voor de algemene veiligheid van personen of goederen ontstaat en
Bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en
Bedreiging met zware mishandeling en
Bedreiging met brandstichting;
Parketnummer 05-078342-25
Opzettelijk handelen in strijd met een gedragsaanwijzing gegeven krachtens artikel 509hh, eerste lid, onderdeel b, van het Wetboek van Strafvordering, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van de feiten

De feiten zijn strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een taakstraf van 180 uur met aftrek van het voorarrest en een gevangenisstraf van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat geen gevangenisstraf wordt opgelegd, en dat een deel van de gevorderde taakstraf in voorwaardelijke vorm wordt opgelegd. Hij heeft aangevoerd dat het emmertje van verdachte vol was, wat leidde tot woede en frustratie tegen iedereen. Het gaat nu goed met verdachte. Een taakstraf van lange duur zet psychisch veel druk op hem.
De beoordeling door de rechtbank
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan belediging van de wethouder van de gemeente [plaats 3] , door op social media zijn foto met daarop beledigende teksten te plaatsen. Tevens heeft verdachte zich schuldig gemaakt aan twee vernielingen, door bij zowel zijn oom als zijn tante de ruit van de voordeur in te gooien. Verder heeft verdachte diverse personen bedreigd. Zo heeft hij een ijzeren paal in de richting van twee medewerkers van de woningstichting gegooid. Ook bedreigde hij zijn zus, zijn bewindvoerder en een medewerker van de gemeente [plaats 3] met wie hij in het kader van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning contact had. Deze bedreigingen uitte verdachte via social media dan wel via WhatsApp-berichten. Verdachte heeft door zijn handelen gezorgd voor veel overlast en voor een groot gevoel van onveiligheid. Dit was zo erg dat de zus van verdachte uit angst voor represailles afzag van het doen van aangifte. Aan verdachte is toen een gedragsaanwijzing opgelegd inhoudend dat hij zich gedurende drie maanden moest onthouden van contact met zijn zus en dat hij niet in de straat waar zij woonde en in haar woning mocht komen. Verdachte heeft het contactverbod overtreden door haar en haar werkgever te taggen in video’s die hij op social media zette en door afbeeldingen met (onder meer) de accountgegevens van zijn zus op social media te zetten.
De rechtbank heeft in aanmerking genomen de justitiële documentatie van verdachte. Daaruit blijkt dat artikel 63 van het Wetboek van Strafrecht van toepassing is ten aanzien van de parketnummers 05-307378-24 en 05-052200-25.
De rechtbank heeft ook in aanmerking genomen het reclasseringsrapport van 17 juli 2025 dat over verdachte is opgemaakt. Daaruit komt naar voren dat verdachte wordt besproken bij het Zorg- en Veiligheidshuis [plaats 3] en dat hij daar wordt bestempeld als zorgmijder. Verdachte is in februari 2025 dakloos geraakt. Hij heeft reclasseringsbegeleiding. Bij Transfore is een behandeling gestart en hij heeft daarnaast contact met het FACT-team van Transfore dat helpt bij voornamelijk praktische zaken. De risico’s op recidive, letsel en onttrekken aan voorwaarden worden ingeschat als gemiddeld. Geadviseerd wordt een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen, omdat verdachte al in reclasseringstrajecten met bijzondere voorwaarden loopt.
De rechtbank heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van de feiten en de relatief korte tijd waarin de feiten zijn gepleegd, terwijl verdachte ten aanzien van een deel van die feiten in een proeftijd liep. De rechtbank heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
De rechtbank is van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf zeker gerechtvaardigd zou zijn geweest voor de bewezenverklaarde feiten. Enkel het feit dat met een onvoorwaardelijke gevangenisstraf de al ingezette behandeling bij Transfore wordt doorkruist, maakt dat de rechtbank afziet van het opleggen daarvan. De rechtbank acht een taakstraf van 240 uur passend en geboden. Dit is meer dan door de officier van justitie is gevorderd. De door de officier van justitie gevorderde taakstraf doet naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende recht aan de ernst en de hardnekkige veelvuldigheid van de feiten. De rechtbank zal daarnaast een gevangenisstraf opleggen van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaar, zoals door de officier van justitie is gevorderd, als stok achter de deur en om te voorkomen dat verdachte opnieuw strafbare feiten pleegt. De rechtbank zal aan de nu op te leggen voorwaardelijke straf geen bijzondere voorwaarden verbinden gelet op het advies van de reclassering.
8. De vorderingen tot tenuitvoerlegging (parketnummers 05-273444-24 en 05-356367-24
Parketnummer 05-273444-24
De politierechter van deze rechtbank heeft verdachte op 12 november 2025 veroordeeld tot een voorwaardelijke taakstraf van 40 uren.
Parketnummer 05-356367-24
De politierechter van deze rechtbank heeft verdachte op 20 november 2025 veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 13 dagen.
De officier van justitie vordert afwijzing van de vorderingen tot tenuitvoerlegging.
De raadsman heeft afwijzing van de vorderingen bepleit.
De rechtbank ziet aanleiding de bij die eerdere veroordelingen vastgestelde proeftijden met één jaar te verlengen. De rechtbank zal zoals hiervoor is overwogen voor de nieuwe door verdachte gepleegde strafbare feiten geen bijzondere voorwaarden verbinden aan de voorwaardelijk op te leggen straf. Niettemin acht de rechtbank het wenselijk dat het reclasseringstoezicht ook ten aanzien van de nieuwe proeftijd zo lang mogelijk doorloopt.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 57, 63, 184a, 266, 285 en 350 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 spreekt verdachte vrij van de feiten 1 primair, 2 primair en 4 van parketnummer 05-307378-24;
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de strafbare feiten zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden;
 bepaalt dat deze gevangenisstraf niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
 legt op een taakstraf van 240 uren, met bevel dat indien deze straf niet naar behoren wordt verricht vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de duur van 120 dagen;
 beveelt dat voor de tijd die door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van de taakstraf in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van die straf uren in mindering worden gebracht volgens de maatstaf dat per dag in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht 2 uur in mindering wordt gebracht;
 verlengt de proeftijd als vermeld in het vonnis van de politierechter van deze rechtbank van 12 november 2024 (parketnummer 05-273444-24) met één jaar;
 verlengt de proeftijd als vermeld in het vonnis van de politierechter van deze rechtbank van 20 november 2024 (parketnummer 05-356367-24) met één jaar;
 heft op het – geschorste – bevel tot voorlopige hechtenis (parketnummer 05-078342-25).
Dit vonnis is gewezen door mr. C.H. van Breevoort-de Bruin (voorzitter), mr. E.H.T. Rademaker en mr. C.L.A. van der Veeken, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.C.M. Althoff en
mr. W.J. van ’t Spijker, griffiers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 26 augustus 2025.
Mr. Van Breevoort-de Bruin en mr. Rademaker zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 1] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024449684, gesloten op 27 september 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] , p. 6-7.
3.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] , p. 11-12.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 9.
5.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 12 augustus 2025.
6.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 3] , p. 16.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 18.
8.Proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , PL0600-202449914-2.
9.Foto’s 4 en 5 bij proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 5] , PL0600-202449914-2.
10.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 2] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2024472740, gesloten op 17 februari 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
11.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 3] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2025023516, gesloten op 21 januari 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
12.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 4] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2025087482, gesloten op 27 februari 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
13.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant 4] van de politie Oost-Nederland, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL0600-2025110880, gesloten op 13 maart 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
14.Mutatierapport, p. 32.
15.Akte van uitreiking, p. 60.
16.Proces-verbaal van bevindingen, p. 5-6.
17.Foto’s, p. 50-52.