ECLI:NL:RBGEL:2025:7466

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
9 juli 2025
Publicatiedatum
4 september 2025
Zaaknummer
C/05/450424 / HA ZA 25-156
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing voor verstekvonnis naar de rolzitting van de kantonrechter in een civiele procedure

Op 9 juli 2025 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Arnhem, een vonnis gewezen in de civiele zaak tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid VALLEI AUTO GROEP B.V. (hierna: VAG) en twee gedaagden, waarvan één niet verschenen is. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 21 mei 2025 overwogen dat de zaak naar de kantonrechter van de locatie Arnhem moet worden verwezen. VAG had in haar akte aangevoerd dat deze verwijzing niet nodig was, maar de rechtbank was van oordeel dat de verwijzing op grond van artikel 71 lid 2 Rv ambtshalve moest plaatsvinden. Aangezien tegen de gedaagde partij [vestigingsplaats] verstek is verleend, dient VAG de nieuwe roldatum aan deze gedaagde aan te zeggen. De rechtbank heeft bepaald dat de zaak voor verstekvonnis staat en dat VAG niet hoeft te verschijnen op de rolzitting van de kantonrechter op 6 augustus 2025. Tevens is VAG erop gewezen dat zij in de verdere procedure niet meer door een advocaat vertegenwoordigd hoeft te worden, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kan verschijnen. Tot slot is vermeld dat het griffierecht zal worden verlaagd en eventueel teveel betaald griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/450424 / HA ZA 25-156
Vonnis van 9 juli 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VALLEI AUTO GROEP B.V.,
hierna te noemen: VAG,
gevestigd te Veenendaal,
eisende partij,
advocaat: mr. A.A. Bart te Veenendaal,
tegen

1.[gedaagde 1] ,

handelend onder de naam [handelsnaam] ,
hierna te noemen: [handelsnaam] ,
wonende en zaakdoende te [woonplaats] ,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde 2],
hierna te noemen: [gedaagde 2] ,
gevestigd te [vestigingsplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: [vestigingsplaats] ,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 21 mei 2025;
- de akte uitlaten verwijzing van 4 juni 2025 van VAG.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
In het tussenvonnis van 21 mei 2025 heeft de rechtbank overwogen dat en waarom hij voornemens is de zaak naar de kantonrechter van de locatie Arnhem te verwijzen. De rechtbank is van oordeel dat hetgeen VAG in haar akte heeft aangevoerd er niet toe leidt dat deze verwijzing achterwege moet blijven. De rechtbank zal de zaak op de voet van artikel 71 lid 2 Rv in de stand waarin deze zich bevindt ambtshalve naar de kantonrechter verwijzen.
2.2.
Nu tegen [vestigingsplaats] verstek is verleend, dient de nieuwe roldatum ingevolge artikel 71, lid 4 Rv door VAG bij exploot aan [vestigingsplaats] te worden aangezegd onder betekening van deze beslissing tot verwijzing.
2.3.
Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
verwijst de zaak voor verstekvonnis naar de rolzitting van de kantonrechter van deze rechtbank, locatie Arnhem, op woensdag 6 augustus 2025,
3.2.
wijst VAG erop dat zij op de hiervoor vermelde rolzitting niet hoeft te verschijnen, omdat de zaak voor verstekvonnis staat,
3.3.
beveelt dat VAG de datum van de hiervoor vermelde rolzitting bij exploot zal aanzeggen aan [vestigingsplaats] tegen wie verstek is verleend, onder betekening van deze beslissing tot verwijzing,
3.4.
wijst VAG en [vestigingsplaats] erop dat zij in het vervolg van de procedure niet meer vertegenwoordigd hoeven te worden door een advocaat, maar ook persoonlijk of bij gemachtigde kunnen verschijnen,
3.5.
wijst VAG erop dat het in deze procedure geheven griffierecht ingevolge artikel 8 lid 4 WGBZ zal worden verlaagd en dat het eventueel teveel betaalde griffierecht door de griffier zal worden teruggestort.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A. van den Toorn en in het openbaar uitgesproken en ondertekend op 9 juli 2025.