ECLI:NL:RBGEL:2025:7454

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
25 juni 2025
Publicatiedatum
4 september 2025
Zaaknummer
C/05/452046 / HA ZA 25-218
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Internationale rechtsmacht en toepasselijk recht in koopovereenkomst tussen Luxemburgse en Nederlandse vennootschappen

In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 25 juni 2025 een verstekvonnis gewezen in een geschil tussen de Luxemburgse vennootschap Electronic-Shop S.À.R.L. en de Nederlandse besloten vennootschap RPH B.V. Electronic-Shop, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.K.A. van Loo, heeft een vordering ingesteld op basis van een overeenkomst van (ver)koop en levering van roerende zaken. De rechtbank heeft eerst de rechtsmacht beoordeeld, waarbij werd vastgesteld dat de Nederlandse rechter bevoegd is op basis van Verordening (EU) Nr. 1215/2012, aangezien de eiseres in Luxemburg is gevestigd en het geschil een internationaal karakter heeft. De rechtbank oordeelde dat Nederlands recht van toepassing is, gebaseerd op het Weens Koopverdrag en Verordening (EU) Nr. 593/2008.

De rechtbank heeft de vordering van Electronic-Shop toegewezen, waarbij RPH c.s. in het ongelijk zijn gesteld. De proceskosten zijn begroot op € 4.103,47, en RPH c.s. zijn hoofdelijk veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 27.999,25 aan Electronic-Shop, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Electronic-Shop het vonnis kan laten uitvoeren, ook als RPH c.s. in beroep gaan. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en ondertekend door de rechters.

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/452046 / HA ZA 25-218
Vonnis van 25 juni 2025
in de zaak van
de vennootschap naar buitenlands recht
ELECTRONIC-SHOP S.À.R.L.,
gevestigd te Niederanven, Luxemburg,
eisende partij,
hierna te noemen: Electronic-Shop,
advocaat: mr. J.K.A. van Loo te Amsterdam,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1.
RPH B.V.,
gevestigd te Overbetuwe,
2.
[gedaagde],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde partijen,
hierna samen te noemen: RPH c.s.,
niet verschenen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaardingen;
- het tegen RPH c.s. verleende verstek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De beoordeling

2.1.
Electronic-Shop heeft gevorderd zoals is vermeld in de dagvaarding waarmee deze procedure is ingeleid. De inhoud van deze dagvaarding moet als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.
Rechtsmacht en toepasselijk recht
2.2.
Electronic-Shop is gevestigd in Luxemburg. Dat betekent dat de zaak een internationaal karakter draagt. Gelet hierop ligt allereerst de vraag voor of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Het geschil is een burgerlijke of handelszaak in de zin van artikel 1 lid 1 van Verordening (EU) Nr. 1215/2012. De rechtsmacht moet dus aan de hand van deze verordening worden beoordeeld. Ingevolge artikel 4 lid 1 van deze verordening moeten zij die woonplaats hebben op het grondgebied van een lidstaat, worden opgeroepen voor de gerechten van die lidstaat. Dit betekent dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft. Deze rechtbank is ingevolge het bepaalde in het Wetboek van rechtsvordering absoluut en relatief bevoegd.
2.3.
De vorderingen van Electronic-Shop zijn gegrond op een overeenkomst van (ver)koop en levering van roerende zaken. Op grond van het bepaalde in het Verdrag der Verenigde Naties inzake internationale koopovereenkomsten betreffende roerende zaken (het Weens Koopverdrag) en het bepaalde in Verordening (EU) Nr. 593/2008 is de rechtbank van oordeel dat Nederlands recht van toepassing is.
Inhoudelijke beoordeling
2.4.
De vordering komt de rechtbank niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal als volgt worden toegewezen.
2.5.
RPH c.s. zijn in het ongelijk gesteld en moeten daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van Electronic-Shop worden begroot op:
- kosten van de dagvaarding
144,47
- griffierecht
2.995,00
- salaris advocaat
786,00
(1 punt × € 786,00)
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
4.103,47.

3.De beslissing

De rechtbank
3.1.
veroordeelt RPH c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende, de ander zal zijn bevrijd, om aan Electronic-Shop te betalen een bedrag van € 27.999,25, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over een bedrag van € 26.925,00, met ingang van 4 mei 2024, tot de dag van volledige betaling,
3.2.
veroordeelt RPH c.s. hoofdelijk, des dat de één betalende, de ander zal zijn bevrijd, in de proceskosten van € 4.103,47, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als RPH c.s. niet tijdig aan de veroordelingen voldoen en het vonnis daarna wordt betekend,
3.3.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. S.A. van den Toorn en op 25 juni 2025 in het openbaar uitgesproken en ondertekend door mr. I.W.M. Olthof.