4.5.Servicekostendiscussie per post
4.5.1.[bedrijf 1] en [gedaagden in conv] hebben het standpunt ingenomen dat [eiseres in conv] een groot aantal zaken en diensten ten onrechte aan hen doorbelast. Voor die doorbelasting bestaat geen contractuele grondslag, zo is hun stelling. De kantonrechter zal hierna alle discussiepunten bespreken. Voor zover [bedrijf 1] en [gedaagden in conv] geen bezwaren hebben geuit tegen een specifieke doorbelasting, heeft dat tot gevolg dat [eiseres in conv] die kosten terecht heeft kunnen doorbelasten aan de huurders.
4.5.2.Het is de kantonrechter niet gebleken dat het leerstuk van de ondeelbare rechtsverhouding hier speelt. De kantonrechter heeft geen inzage gekregen in de doorbelasting van de servicekosten aan andere huurders dan [bedrijf 1] en [gedaagden in conv] . Daarom gaat de kantonrechter ervan uit dat met de andere huurders eenzelfde regeling (artikel 5.1 over levering van zaken en diensten) is overeengekomen. Alles wat de kantonrechter hieronder dus beslist, geldt dan ook voor andere huurders. Of een huurder wel of niet van de leveringen gebruik maakt, is niet van belang (vergelijk artikel 19.3 algemene bepalingen). Voor zover in de overeenkomsten met andere huurders (toch) andere afspraken over te leveren zaken en diensten zijn overeengekomen, komt dat voor rekening van [eiseres in conv] . Zij kan die kosten niet (enkel) aan die andere huurders doorbelasten, met als gevolg dat die (veel) hogere kosten krijgen dan [bedrijf 1] en [gedaagden in conv] . Dat [eiseres in conv] mogelijk niet alle kosten die ze maakt in dat geval kan doorbelasten, komt ook voor haar eigen rekening.
4.5.3.Partijen zijn een duidelijke en eigen regeling overeengekomen in artikel 6.1 van de huurovereenkomst en artikel 8.1 van de algemene bepalingen ter zake van promotiekosten. Van die bepaling zijn partijen niet afgeweken. Dat betekent dat het verhuurder niet is toegestaan kosten die zijn te scharen onder promotie via de servicekostenregeling van artikel 5 van de huurovereenkomst ook in rekening te brengen bij de huurders. Dat huurders met die keuze financieel gunstiger af zouden zijn, maakt het voorgaande niet anders. Simpelweg omdat verhuurder verplicht is het bedrag aan promotie aan te wenden (artikel 8.1 algemene bepalingen). Als dat niet wordt gedaan, dient verhuurder het bedrag jaarlijks opnieuw (lees: lager) vast te stellen.
4.5.4.Aangezien het begrip promotie in de huurovereenkomst niet is gedefinieerd, dient de kantonrechter te beoordelen door uitleg van de overeenkomst welke kosten zijn te scharen onder het begrip promotie. De kantonrechter is van oordeel dat het begrip promotie ruim uitgelegd dient te worden. Aldus zijn alle zaken en diensten die een promotioneel karakter hebben voor de foodhall daaronder te scharen. Concreet betekent dit dat de kosten voor website(hosting) ( [bedrijf 2] ), social media ( [bedrijf 3] , [bedrijf 4] ), bedrukking ( [bedrijf 5] ), muziek ( [bedrijf 6] , [bedrijf 7] ), reclame ( [bedrijf 8] ) en bedrukte deurmatten ( [bedrijf 9] ) naar het oordeel van de kantonrechter vallen onder promotie. Die zaken en diensten dient de verhuurder te bekostigen uit de promotiebijdrage. Verhaal van die kosten over de boeg van de servicekosten is dan ook uitgesloten. In zoverre heeft [eiseres in conv] een te hoog bedrag aan servicekosten in rekening gebracht. Dit oordeel laat onverlet dat [eiseres in conv] , in beginsel, aanspraak kan maken op de contractueel overeengekomen promotiebijdrage (€ 1.200,00 (exclusief btw) op jaarbasis). Aangezien [eiseres in conv] hiertoe geen vordering heeft ingesteld, zal de kantonrechter zich daarover niet uitlaten.
4.5.5.Kosten met betrekking tot muziekrechten vallen onder het beschikbaar stellen van de muziekinstallatie, zo oordeelt de kantonrechter. Zonder het betalen van een vergoeding aan collectieve beheerorganisatie Sena en Buma/Stemra is het auteursrechtelijk en nabuurrechtelijk niet toegestaan muziekwerken openbaar te maken. Een redelijke uitleg van artikel 5.1 van de huurovereenkomst brengt met zich dat verhuurder muziek ten gehore brengt ter verstrooiing en vermaak van gasten. Daar hoort dan ook bij het betalen voor muziekrechten. Ook de kosten van KHN, zo begrijpt de kantonrechter, vallen onder muziekrechten. Een correctie op dit punt is daarom niet aan de orde.
Nutskosten (gas, water en elektra)
4.5.6.Netbeheerkosten (kosten van Liander) komen voor vergoeding in aanmerking op grond van artikel 19.1 van de algemene bepalingen. Hierin is namelijk bepaald - kort gezegd - dat voor rekening van huurders komen de kosten van levering, transport, de meting en het verbruik van water en energie, het vastrecht en de kosten van de meterhuur en andere kosten die door nutsbedrijven in rekening worden gebracht. Alhoewel strikt genomen artikel 5.1 van de huurovereenkomst hiervoor geen grondslag biedt, is de kantonrechter van oordeel dat vanwege de aard van de kosten en het bepaalde in artikel 19.1 van de algemene bepalingen [eiseres in conv] die kosten aan de huurders in rekening kan brengen via dezelfde verdeelsleutel als zij hanteert voor de servicekosten. Een correctie is dan ook niet aan de orde.
4.5.7.Huurders hebben, zo begrijpt de kantonrechter, een individuele meter bij/in hun foodstand, waarvoor ze de nutskosten betalen. De energiekosten voor de gemeenschappelijke ruimte (de gehele foodhall ) worden via de huurovereenkomst en algemene bepalingen bij de huurders in rekening gebracht. In 2019/2020 zijn op deze manier door [eiseres in conv] energiekosten in rekening gebracht van [bedrijf 10] . In 2023 heeft de gemachtigde van [eiseres in conv] aan [gedaagden in conv] laten weten dat in de totale servicekosten per maand ook de kosten van gas, water en elektra ten onrechte waren meegenomen. Daarom was een correctie nodig. [gedaagden in conv] heeft die correctie bekeken, maar kan die niet (goed) volgen. Wat daar ook van zij, [eiseres in conv] heeft uit eigen beweging geconstateerd dat er iets schortte aan de doorberekening van servicekosten in de betreffende jaren en dit gecorrigeerd. Dat dat bij [gedaagden in conv] vragen oproept begrijpt de kantonrechter. Het vertrouwen van partijen in elkaar is niet zo hoog als bij het aangaan van de huurovereenkomst. Echter, dit maakt niet dat [gedaagden in conv] € 82.425,08 of € 10.823,78 gecorrigeerd krijgt, zonder navolgbare onderbouwing. Een correctie is dus niet noodzakelijk.
Kosten beveiligingspersoneel
4.5.8.In het overzicht van artikel 5.1 van de huurovereenkomst zijn geen kosten voor beveiligingspersoneel opgenomen. Deze post betreft dus geen door de verhuurder te leveren dienst. Dat [eiseres in conv] hierover heeft overlegd met haar huurders, in de zin van hetgeen in rechtsoverweging 4.4.1 is overwogen, is niet onderbouwd gesteld. Dat de heer [naam 2] , een voormalig vennoot van een andere foodstand, genaamd [gedaagden in conv] , schriftelijk heeft bevestigd hiermee in te stemmen kan de verhuurder niet baten. Deze afspraak is alleen met één huurder gemaakt. Dat is in strijd met het uitgangspunt van servicekosten binnen een complex. De kosten voor beveiliging zouden dan moeten gelden voor alle huurders. Dat met andere huurders, waaronder [gedaagden in conv] , is overlegd over het doorbelasten van kosten voor beveiliging is niet gesteld of gebleken. Dat laatste is volgens het bepaalde in artikel 5.2 van de huurovereenkomst tenminste vereist om de levering van zaken en diensten te wijzigen. Aldus dient een correctie te worden toegepast. De kosten voor beveiligingspersoneel ( [bedrijf 11] , voor en na 23.00 uur) kunnen niet aan [gedaagden in conv] worden doorbelast.
4.5.9.In de foodhall wordt onderscheid gemaakt tussen barpersoneel, dat de bar van [eiseres in conv] bemant, en servicepersoneel. Het servicepersoneel brengt, kort gezegd, de drankjes van de bar, maar ook het eten afkomstig van de verschillende foodstands rond. Verder dekt dit personeel de tafels, maakt het de tafels schoon en bedient het de spoelstraat. Partijen zijn het erover eens dat, ondanks dat deze personeelskosten niet staan opgenomen in de opsomming van servicekosten in artikel 5.1, partijen overeengekomen zijn dat deze personeelskosten wel onder de servicekosten vallen. Over deze kosten is dus overleg geweest en ze mogen worden doorbelast aan [gedaagden in conv] . De vervolgvraag is dan hoeveel [eiseres in conv] mag doorbelasten. [eiseres in conv] is van mening dat ze niets teveel heeft doorbelast, [gedaagden in conv] wil dat het daadwerkelijk gebruik dat de foodstand van het servicepersoneel maakt in rekening wordt gebracht. Per foodstand is dat verschillend.
4.5.10.Op dit moment zijn er, zo is onweersproken door [eiseres in conv] gesteld, zo’n 100 parttime servicemedewerkers in dienst. De meesten zijn werkzaam op oproepbasis. Dat daar een manager voor is aangesteld, omdat dit team omvangrijk is, minderjarig en veelal studerend of schoolgaand acht de kantonrechter logisch en begrijpelijk. Het is, na de openingsfase met minder drukte, (steeds) drukker geworden met klanten in de [eiseres in conv] , met als gevolg dat meer personeel nodig werd. De kosten van de managers vallen dus onder de servicekosten. Echter, niet het volledige loon van de managers mag worden doorbelast. Voor zover de managers andere taken hebben dan het aansturen van het servicepersoneel (bijvoorbeeld coördinerende taken (onder meer planning) ten behoeve van het barpersoneel), kan dat niet bij [gedaagden in conv] in rekening worden gebracht. Het is allereerst aan [eiseres in conv] om inzichtelijk te maken welke kosten zij door de jaren heen met betrekking tot de managers heeft doorbelast en deze kosten alvast te corrigeren met inachtneming van het voorgaande.
4.5.11.Ook wat betreft de kosten van het (overige) servicepersoneel is het aan [eiseres in conv] om inzichtelijk te maken welk personeel voor de foodstands loopt en welk personeel voor de bar. De kantonrechter begrijpt dat personeel soms voor zowel eten als drinken tegelijkertijd loopt. Ook daar moet een oplossing voor bedacht worden. Die kosten kunnen niet, zoals nu, zonder nadere onderbouwde toelichting van [eiseres in conv] , volledig aan huurders worden doorbelast.
4.5.12.Voor wat betreft het vakantiegeld dat hoort bij de bruto loonkosten van het servicepersoneel, geldt dat dit enkel in rekening kan worden gebracht voor het servicepersoneel dat, zoals hierboven aan de orde kwam, werkt voor de foodstands.
4.5.13.[gedaagden in conv] heeft bezwaar tegen het in rekening brengen van servicekosten voor servicepersoneel dat na 23.00 uur aanwezig is. De (meeste) foodstands sluiten om 23.00 uur, zo begrijpt de kantonrechter, en daarom kan doorbelasten van die uren niet volgens [gedaagden in conv] . De kantonrechter volgt [gedaagden in conv] hierin. Het is mogelijk een onderscheid te maken tussen foodstands, gebaseerd op openingstijden. Zo kan, zie bijvoorbeeld de leidraad servicekosten winkelcentra, gewerkt worden met minimale en maximale openingstijden. Dat moet dan wel in de huurovereenkomst worden overeengekomen. Dat is hier niet gebeurd. Daarom kunnen kosten van servicepersoneel dat na sluitingstijd van de foodstands (dus na 23.00 uur) aanwezig is, niet in rekening worden gebracht. Een correctie is dus aan de orde.
4.5.14.Een volgend strijdpunt dat te maken heeft met het servicepersoneel is de post ‘ [bedrijf 13] ’. Het betreft kosten voor ingeleend servicepersoneel over de jaren 2019 en 2020 (payroll). De kantonrechter is van oordeel dat deze kosten terecht door [eiseres in conv] in rekening zijn gebracht. Aangezien onbetwist is dat de kosten van inhuur via een payroll organisatie hoger liggen dan bij eigen personeel in loondienst, kan niet worden uitgegaan van het door [gedaagden in conv] geschatte uurloon van € 10,00 per uur. Ook onbetwist is dat de doorbelasting heeft plaatsgevonden via de 1/17 verdeling (zie ook hierna), welke verdeling [gedaagden in conv] akkoord vindt. Dan valt niet in te zien wat er verder nog gecorrigeerd moet worden. De betwistingen van [gedaagden in conv] zijn in dit opzicht onvoldoende. Een correctie ter zake van [bedrijf 13] is dus niet aan de orde.
4.5.15.Partijen twisten ook over de kosten van de klusjesman. Op grond van artikel 5.1 van de huurovereenkomst mag de verhuurder onder meer onderhoud van de stoffering, spoelstraat, afzuigapparatuur, bewakingsapparatuur, luifel, verwarmingsinstallatie, warmwaterinstallatie, stroominstallatie, brandmeldinstallatie, sprinklerinstallatie, ventilatiekanalen en verlichting bij huurders in rekening brengen. Dat zij daarvoor een klusjesman in dienst heeft, acht de kantonrechter niet in strijd met deze afspraken. Voor de klusjesman moet dus door [gedaagden in conv] betaald worden. Dat betekent echter niet dat [gedaagden in conv] zonder deugdelijke onderbouwing van [eiseres in conv] , de kosten van de klusjesman volledig moet betalen. Het is aan [eiseres in conv] om aan te geven welk deel van de volledige kosten van de klusjesman voor rekening van de huurders komt. Met andere woorden, [eiseres in conv] moet aangeven welke klussen van de klusjesman vallen onder de afgesproken onderhoudswerkzaamheden. Daarbij geldt ook dat bepaald onderhoud (zie artikel 14 van de algemene bepalingen) voor rekening van de verhuurder komt en dus in geen geval bij de huurder in rekening kan worden gebracht. Een correctie is aldus aan de orde.
Kosten verhuisbedrijf [bedrijf 14]
4.5.16.Als onweersproken heeft [eiseres in conv] toegelicht dat de kosten van het verhuisbedrijf betrekking hebben op het transport van meubilair in de gemeenschappelijke ruimte. Die kosten vallen naar het oordeel van de kantonrechter onder het beschikbaar stellen van meubilair in de gemeenschappelijke ruimte. Die kosten vallen aldus onder de overeengekomen opsomming van zaken en diensten die door of vanwege de verhuurder worden geleverd. Een correctie is niet aan de orde.
4.5.17.[eiseres in conv] heeft erkend dat de huurovereenkomst geen grondslag biedt voor doorbelasting van de kosten van de bestelapp [bedrijf 15] , zodat deze kosten niet aan [gedaagden in conv] kunnen worden doorbelast. Aldus is een correctie aan de orde. Voor het leerstuk van ongerechtvaardigde verrijking is geen plaats. [eiseres in conv] heeft omstandigheden aangevoerd die nopen tot een ander oordeel.
Kosten met betrekking tot bestek
4.5.18.De verhuurder verzorgt de levering van zaken en diensten met betrekking tot het onderhoud en de vervanging van het servies binnen de [eiseres in conv] . Partijen verschillen van mening of onder servies ook bestek (van Ikea / Alma ) valt. Verhuurder heeft namelijk bedragen ter zake van de aanschaf van bestek in rekening gebracht aan de huurders. De kantonrechter oordeelt als volgt. Servies betekent volgens de Van Dale: ‘
verzameling vaatwerk voor eten en drinken’. Onder vaatwerk verstaat de Van Dale: ‘
tafel- en keukengereedschap: schotels, schalen, borden enz.’ Bestek, als tafelgereedschap, valt dus onder het begrip servies. De servicekosten hoeven op dit punt dus niet te worden gecorrigeerd.
4.5.19.[eiseres in conv] heeft erkend dat de huurovereenkomst geen grondslag biedt voor doorbelasting van de kosten voor het pasjessysteem (soort cadeaukaarten), zodat deze kosten niet aan [gedaagden in conv] kunnen worden doorbelast. Aldus is een correctie noodzakelijk, ook omdat [eiseres in conv] geen omstandigheden heeft aangevoerd die een beroep op ongerechtvaardigde verrijking rechtvaardigt.
4.5.20.[eiseres in conv] dient een centrale spoelstraat beschikbaar te stellen, te onderhouden en waar nodig te vervangen, zo is bepaald in artikel 5.1 van de huurovereenkomst. De kosten die betrekking hebben op de spoelstraat (kosten huur vaatwasser en [bedrijf 17] ) kunnen aldus door middel van de servicekosten worden doorbelast aan de huurders. In hetgeen [gedaagden in conv] heeft aangevoerd ziet de kantonrechter onvoldoende aanleiding om tot een correctie te komen.
4.5.21.[eiseres in conv] heeft erkend dat zij ten onrechte twee keer dezelfde factuur van [bedrijf 18] heeft doorbelast. Mogelijk is dat nog een keer gebeurd, maar mogelijk ook niet. Aangezien het om verwaarloosbare bedragen gaat, heeft [eiseres in conv] tijdens de mondelinge behandeling aangegeven geen aanspraak meer te maken op deze factuur/facturen. De kantonrechter volgt [gedaagden in conv] niet in haar stelling dat vanwege het aantreffen van een dubbele factuur een correctie van 10% moet plaatsvinden. Daarvoor bestaat geen grond, aangezien de verhuurder gerechtigd is de gemaakte kosten 1-op-1 doormiddel van de servicekosten door te belasten. Een eventuele fout moet worden gecorrigeerd, verdergaande correctie is niet aan de orde.
Kosten afvalverwerking van glas
4.5.22.[eiseres in conv] dient zorg te dragen voor afvalcontainers en de lediging daarvan. De kosten die met die zaken en dienst te maken hebben, komen voor rekening van de huurders. Het betreft kosten van Suez en Pre Zero . Volgens [gedaagden in conv] heeft het merendeel van deze kosten betrekking op glasverwerking. De foodstands werken niet veel met glas, dus het merendeel van die kosten betreft kosten van de bar, die eigenlijk voor rekening van [eiseres in conv] zou moeten komen, aldus [gedaagden in conv] .
4.5.23.Vast staat dat [eiseres in conv] gerechtigd is de kosten van afvalverwerking bij [gedaagden in conv] in rekening te brengen. Dat er in 2019 overleg heeft plaatsgevonden waarin (ook) over de kosten van glasverwerking is gesproken staat vast, maar [gedaagden in conv] heeft onvoldoende onderbouwd dat in 2019 is afgesproken dat deze kosten vanaf dat jaar uit de servicekosten gehaald zouden worden. [eiseres in conv] heeft namelijk enkel erkend dat ze in het overleg heeft gezegd ernaar te zullen gaan kijken. Dat heeft ze gedaan en vanaf 2023 zijn deze kosten uit de servicekosten gehaald. De kantonrechter begrijpt uit hetgeen partijen tijdens de mondelinge behandeling naar voren hebben gebracht dat het een kwestie van geven en nemen was. [eiseres in conv] heeft sommige posten uit de servicekosten gehaald, zoals ook het onderhoud en de vervanging van het terras, maar dat was een tegemoetkoming. Ze heeft ook onbetwist gesteld dat ze bijdraagt aan kosten die (vooral) de foodstands maken en de bar minder maakt (die heeft vooral glas als afval en emballage). Zo zijn de totale afvalkosten in balans (geweest). De kantonrechter oordeelt dat gezien het voorgaande een correctie op dit punt niet aan de orde is.
4.5.24.[eiseres in conv] heeft erkend dat zij ten onrechte dezelfde factuur van [bedrijf 19] tweemaal in rekening heeft gebracht aan de huurders. De verdere kosten van [bedrijf 19] die in rekening zijn gebracht bij huurders betreffen volgens [eiseres in conv] personeelsmaaltijden. Overeengekomen is dat de chef die werkzaam was voor de visbar in december 2022 de personeelsmaaltijden klaar zou gaan maken, ter besparing van kosten. Dit is enkele maanden gebeurd, aldus [eiseres in conv] . [gedaagden in conv] heeft betwist dat over het bereiden van personeelsmaaltijden overleg is geweest.
4.5.25.Kosten voor personeelsmaaltijden staan niet in de opsomming van artikel 5.1 van de huurovereenkomst. De kantonrechter overweegt dat [gedaagden in conv] betwist heeft dat overeengekomen is dat door of vanwege de verhuurder ook personeelsmaaltijden zouden worden verzorgd. [eiseres in conv] heeft op dit punt niet onderbouwd, met bijvoorbeeld appberichten of gespreksverslagen, dat hierover overleg met huurder heeft plaatsgevonden. Aldus bestaat geen grondslag voor de doorbelasting van kosten voor het verzorgen van personeelsmaaltijden. Een correctie op dit punt is aldus aan de orde.
4.5.26.De kosten van schoonmaak van de gemeenschappelijke ruimtes buiten het gehuurde komen, via de regeling van de servicekosten, voor rekening van alle huurders. De kantonrechter is van oordeel dat onder schoonmaakkosten ook vallen kosten die betrekking hebben op ongediertebestrijding (kosten Plaagdierstop en Alles tegen ongedierte ). Het bestrijden van de ongedierte is een vorm van schoonmaken. Een correctie is dan ook niet aan de orde.
4.5.27.Er zijn facturen van [bedrijf 20] , een schoonmaakbedrijf, in rekening gebracht bij de huurders. Normaliter brengt dit bedrijf maandelijkse kosten in rekening, maar over de maanden januari en juni 2022 zijn twee facturen gestuurd. Die facturen zijn niet gericht aan [eiseres in conv] , maar aan andere bedrijven, aldus [gedaagden in conv] .
4.5.28.[eiseres in conv] stelt dat die facturen terecht als servicekosten in rekening zijn gebracht. Het betreffen kosten voor glasbewassing. Het wassen van ruiten en kozijnen valt onder de servicekosten. Aangezien het om een klein bedrag gaat, heeft [eiseres in conv] laten weten deze kosten te zullen crediteren. Uitzoeken hoe het precies zit is onder deze omstandigheden heel lastig, aldus [eiseres in conv] . Een correctie is dus aan de orde.
4.5.29.Hiernaast zijn ook facturen van [bedrijf 21] in rekening gebracht door [eiseres in conv] . Dit betreft opnieuw schoonmaakkosten. [gedaagden in conv] geeft aan dat een (duidelijke) specificering van de kosten ontbreekt en de factuurbedragen nogal verschillen. Daarom wil ze een correctie van 50%.
4.5.30.De kantonrechter is van oordeel dat de facturen, nu die zijn overgelegd door [eiseres in conv] , betaald moeten worden. Het betreffen gemaakte kosten. Als [gedaagden in conv] de kosten te hoog vindt, is dit iets wat in gezamenlijk overleg aangepast moet worden. De kantonrechter heeft tijdens de mondelinge behandeling vernomen dat inmiddels niet meer met [bedrijf 21] gewerkt wordt. Een correctie is dus niet aan de orde.
4.5.31.Voor zover schoonmaakkosten contant door [eiseres in conv] voldaan zijn, geldt dat [eiseres in conv] niet kan onderbouwen dat deze daadwerkelijk zijn gemaakt. Deze kosten kunnen dus ook niet bij huurders in rekening worden gebracht. Het is de keuze van de verhuurder geweest, mogelijk in overleg met de huurders, maar dat is niet duidelijk geworden, om deze kosten kennelijk buiten het zicht van de fiscus te houden. Die keuze houdt het risico in dat de kosten niet vast komen te staan als ze worden betwist en dat risico heeft zich nu verwezenlijkt. Een correctie is dus aan de orde.
Kosten accountantskantoor
4.5.32.[eiseres in conv] heeft kosten van accountantskantoor [bedrijf 22] bij de huurders in rekening gebracht. [gedaagden in conv] heeft betwist dat die verschuldigd zijn. De kantonrechter overweegt als volgt. Nu in artikel 5.1 niet is overeengekomen dat accountantskosten als servicekosten in rekening worden gebracht en [eiseres in conv] ook niet heeft aangegeven wanneer of hoe overeengekomen is dat deze kosten voor rekening van de huurders zouden komen, moet een correctie plaatsvinden. In artikel 19.3 van de algemene bepalingen is opgenomen dat een servicekosten vergoeding van de huurder wordt vastgesteld op basis van:
de kosten die met de levering van zaken en diensten en dedaaraan verbonden administratieve werkzaamhedenzijn gemoeid(onderstreping kantonrechter)
.Niet is gesteld of anderszins is gebleken dat de werkzaamheden van accountantskantoor [bedrijf 22] betrekking hebben op de administratieve werkzaamheden ter zake van de servicekosten. De kosten van accountantskantoor [bedrijf 22] kunnen dan ook niet op die grondslag aan de huurders worden doorbelast.
4.5.33.[eiseres in conv] heeft een huurbedrag voor het kassasysteem in rekening gebracht. Volgens [gedaagden in conv] is dit systeem volledig afbetaald. [eiseres in conv] heeft dit weersproken en aangegeven dat het gaat om de implementatie van een verbeterd kassasysteem en de kosten van onderhoud en abonnementen ook tot de kassahuur worden gerekend. [gedaagden in conv] heeft hier niet meer op gereageerd.
4.5.34.Nu onder servicekosten ook valt ‘kosten m.b.t. de kassa- en pinfaciliteiten’ kunnen deze kosten bij [gedaagden in conv] in rekening worden gebracht. Een correctie is niet aan de orde.