ECLI:NL:RBGEL:2025:6944

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
7 augustus 2025
Publicatiedatum
19 augustus 2025
Zaaknummer
194631-24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Witwassen van crimineel verkregen cryptovaluta met gebruik van illegale ondersteuningsdiensten

Op 7 augustus 2025 heeft de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het witwassen van crimineel verkregen geld in de vorm van cryptovaluta. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 21 maanden, waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren. De verdachte had cryptovaluta, specifiek aEthWETH, omgezet in ETH en vervolgens in Monero, een privacy coin, waarbij gebruik werd gemaakt van illegale ondersteuningsdiensten zoals de website exch.cx. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat de cryptovaluta afkomstig waren uit misdrijf, gezien de omstandigheden waaronder de transacties plaatsvonden en de bedreigingen die hij en zijn familie hadden ervaren. De rechtbank hield rekening met de jonge leeftijd van de verdachte en de persoonlijke omstandigheden, maar benadrukte de ernst van het witwassen en de impact op de samenleving. De rechtbank verklaarde de inbeslaggenomen cryptovaluta ter waarde van €87.766,76 verbeurd, maar wees de vordering tot verbeurdverklaring van niet inbeslaggenomen cryptovaluta ter waarde van €715.316,40 af, omdat niet vaststond dat de verdachte daarover nog beschikkingsmacht had. De uitspraak is gedaan in tegenwoordigheid van de griffier en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats: Arnhem
Parketnummer: 05/194631-24
Datum uitspraak : 7 augustus 2025
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 2005 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] ( [postcode] ) [woonplaats] .
Raadsman: mr. H.J.M. Nijenhuis, advocaat in Nijmegen.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, in of omstreeks de periode van 4 mei 2024 tot en met 12 juni 2024, te [plaats] , althans in Nederland, (van) een hoeveelheid cryptovaluta, te weten ongeveer 240 aEthWETH (pv bev. dossierp. 123), althans een hoeveelheid cryptovaluta, althans een of meer voorwerpen
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en/of de verplaatsing heeft
verborgen en/of heeft verhuld, dan wel
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie de rechthebbende(n) op dat /die voorwerp(en)
was/waren, en/of
- heeft verborgen en/of heeft verhuld wie dat/die voorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en/of
- gebruik heeft gemaakt
door de genoemde hoeveelheid aEthWETH om te zetten in cryptovaluta ETH en/of deze ETH
vervolgens in meerdere transacties met behulp van de website exch.cx om te zetten in
cryptovaluta XMR en/of een andere soort cryptovaluta en/of (vervolgens) een gedeelte van deze
XMR door te boeken naar een onbekend cryptoadres, terwijl hij, verdachte, wist, althans redelijkerwijs moest vermoeden dat dat/die voorwerp(en) - onmiddellijk of middellijk - afkomstig was/waren uit enig misdrijf.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat verdachte moet worden vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs. Het bericht op Twitter is niet betrouwbaar. Er is geen phishing software op de telefoon van verdachte aangetroffen. Er is ook geen aangifte gedaan van een eventuele diefstal van cryptovaluta. Enkel het feit dat er recovery phrases op de telefoon van verdachte zijn aangetroffen is onvoldoende om daaruit af te leiden dat verdachte de enige was die over de bijbehorende wallet kon beschikken. Daarnaast is het aantreffen van de recovery phrases enkel opgenomen in een proces-verbaal. Dit wordt niet nader onderbouwd met bijvoorbeeld printscreens. Verder is niet gebleken wanneer deze recovery phrases op de telefoon zijn gezet. Tot slot is niet komen vast te staan dat de genoemde bedragen in de tenlastelegging uit misdrijf afkomstig zijn.
Beoordeling door de rechtbank
Inleiding
Uit het dossier in de onderhavige zaak komt naar voren dat verdachte en zijn vader op woensdag 29 mei 2024 aangifte hebben gedaan van een poging, diezelfde dag, om de oom van verdachte te ontvoeren. De politie startte in verband met deze feiten een onderzoek onder de naam ‘Dasse’. Verdachte en zijn vader werden naar zij stelden ook bedreigd.
Bij de politie rees gaandeweg het onderzoek Dasse het vermoeden dat de poging om de oom van verdachte te ontvoeren te maken had met een diefstal van cryptovaluta.
Verdachte en zijn vader zouden al sinds 5 mei 2024 afgeperst en bedreigd worden met betrekking tot die diefstal.
Op 1 juni 2024 zochten de (mogelijke) afpersers weer contact met verdachte. De politie heeft besloten om een politieonderhandelaar in te zetten die bij dat contact betrokken was. Ook onderzocht de politie in het kader van het onderzoek Dasse met diens toestemming de telefoon van verdachte. De tijdens dat onderzoek uitgelezen data – waarover hierna meer - vormden de aanleiding tot het ontstaan van de onderhavige verdenking tegen verdachte.
Inhoudelijk
Op 1 juni 2024 om 21:33 uur is aan verdachte een link gestuurd naar een tweet van 4 mei 2024. In de tweet stond: “
36 minutes ago, a victim lost $941,781 due to signing a malicious Permit signature on a phishing site.”.
In een opvolgende tweet van 4 mei 2024 14:42 uur werd verwezen naar de wallets van respectievelijk de verzender/slachtoffer van de transactie(s), en naar de (malafide) ontvanger van de tegoeden: “
victim: [cryptowallet 1]
scammer: [cryptowallet 2]“.
Tevens werd gelinkt naar een zogenaamde blockchain explorer, waarmee deze cryptovaluta- transacties inzichtelijk werden gemaakt. [2]
De verzender van de tweet stelt, zo begrijpt de rechtbank, kort gezegd, dat een slachtoffer op 4 mei 2024 $ 941,781 heeft verloren doordat hij op een phishing-site op basis van bedrog toestemming had gegeven voor een cryptotransactie, vanuit de cryptowallet eindigend met nummer [nummer 1] (verder: adres [nummer 1] ) naar de cryptowallet eindigend op [nummer 2] (verder: adres [nummer 2] ).
De transacties in cryptovaluta
Door de politie is onderzoek gedaan naar de blockchain van de transacties. Deze liet zien dat de genoemde transactie was geïnitieerd door “PinkDrainer: Wallet 1”.
Pink Drainer was een ‘service’ die faciliteerde om cryptovaluta te stelen. Een slachtoffer werd naar een phishingwebsite geleid en daar verleid “approval” (toestemming) te geven in zijn cryptovalutawallet, waarna alle tegoeden uit die wallet door Pink Drainer werden weggeboekt. Pink Drainer ontving vervolgens een percentage van de opbrengst van die transactie(s), de betreffende “klant” van Pink Drainer van de transactie de rest.
Pink Drainer bleek op 4 mei 2024 om 14:05:59 uur van het adres [nummer 1] een bedrag van in totaal 300,004933563837033649
aEthWETH[een van Ether/Ethereum afgeleide cryptomunt] aan cryptovaluta te hebben overgeboekt naar twee adressen:
- naar adres [nummer 2] een tegoed van 240,446798859170047594
aEthWETH(ongeveer 80%)
- naar adres [ontvangstadres 1] (PinkDrainer: Wallet 2):
een tegoed van 60,111713860972768615
aEthWETH(ongeveer 20%)
Enkele minuten later, om 14:09:47 uur, verstuurde het slachtoffer (met het adres: [nummer 1] ) een transactie waarin de toestemming voor de transactie werd ingetrokken. De reeds verrichte transacties konden echter niet meer worden teruggedraaid.
Vervolgens werd om 14:20:47 uur de 240,446798859170047594
aEthWETHdie overgeboekt naar het adres [nummer 2] omgezet in 240,446891577284665168 ETH. De cryptomunt ETH (Ether/Ethereum) is een meer gangbare cryptovaluta dan aEthWETH. [3]
De (afgerond) 240,14 ETH op de wallet met adres [nummer 2] is tussen 13 en 25 mei 2024 uitgegeven in 13 transacties waarvan 11 van elk precies 20 ETH. De politie constateerde verder dat de 13 transacties elk via een ander adres direct werden overgemaakt naar ontvangstadressen van de website exch.cx.
Uit de website van exch.cx blijkt dat een gebruiker op deze website geheel geautomatiseerd cryptovaluta voor andere cryptovaluta kan inwisselen en dat een gebruiker zich daarbij niet hoeft te identificeren of andere (persoons)gegevens achter te laten. Een gebruiker kan dus zonder zich te legitimeren de ene soort cryptovaluta omzetten naar een andere soort cryptovaluta.
In de telefoon van verdachte werd door de politie een zogenaamde
recovery phraseaangetroffen die toegang geeft tot een
Monero-wallet. Deze recovery phrase van 12 woorden beginnend met de woorden ‘rack since’ werd aangetroffen in de notities met daarboven de notitie ‘Xmr’.
Monero is een andere soort cryptovaluta. De eenheid van de cryptovaluta Monero wordt weergegeven als XMR. Monero is een zogenoemde privacycoin. Dit betekent dat transacties, in tegenstelling tot vele andere cryptovaluta, niet openbaar op te zoeken zijn. Derhalve kan geen inzicht worden gekregen in transacties aan of van het adres, waardoor er geen vermogenstracering mogelijk is.
De politie gaf zichzelf met de recovery phrase toegang tot de betreffende Monero wallet en zag dat daarin transacties hebben plaatsgevonden in Monero.
De transacties die hebben plaatsgevonden zijn 15 bijschrijvingen van in totaal 6.226,454 Monero en 6 afschrijvingen van in totaal 5.702,603 Monero. Tijdens het onderzoek stond er nog een (toenmalige) waarde van € 85.000 aan Monero op de wallet.
Het totaal op de Monero-wallet ontvangen bedrag van 6.226,454 XMR komt overeen met het totaal bedrag van de 13 uitgaande transacties van het adres [nummer 2] , minus de fee van exch.cx.
Op 2 juni 2024 (een dag nadat aan verdachte was medegedeeld door de politie dat zijn telefoon na het uitlezen in beslag werd gehouden) is er vanuit de Monero wallet 4.983,63 XMR (Monero) verzonden naar een ander, niet te traceren, adres. [4]
Rol van verdachte bij deze transacties
De eerste (met ‘behulp’ van Pink Drainer) uitgevoerde transactie vond plaats in aEthWETH, de opbrengst van deze transactie kwam, na aftrek van de ‘fee’ van Pink Drainer, terecht op het adres [nummer 2] . Dit blijkt uit de blockchain en uit de op 1 juni 2024 om 21:33 via een link ‑ door de (mogelijke) afperser(s) - aan verdachte gezonden tweet van 4 mei 2024, waarin dit adres wordt gekoppeld aan de “scammer”.
Dat adres [nummer 2] komt, zo blijkt uit onderzoek van de politie, meermaals voor in de zoekgeschiedenis van de telefoon van verdachte. Op 4 mei 2024 om 14:18:02 uur is daarnaast in de telefoon gezocht op “aave eth weth”, een andere benaming voor de cryptovaluta aEthWETH.
Het adres [nummer 2] is door de politie nader onderzocht in de blockchain. Hieruit is gebleken dat er een overboeking van 0,12 ETH op 24 december 2023 heeft plaatsgevonden aan Bitvavo op het ontvangstadres: [ontvangstadres 2] .
In de telefoon van verdachte is te zien dat kort daarna een e-mail werd ontvangen in de mailbox van het adres: [e-mailadres] van Bitvavo met onderwerp “ETH deposit received” en als inhoud “
Hello [naam 1] , We have received a deposit of 0.12 ETH and added it to your account.” De moeder van verdachte is: [naam 1] . [5]
Verdachte heeft bevestigd dat deze overboeking heeft plaatsgevonden en dat hij op zijn e-mailadres een bevestiging hiervan heeft ontvangen. Het klopt dat het account van Bitvavo op naam van zijn moeder staat. [6]
TussenconclusieDe rechtbank concludeert uit het voorgaande dat verdachte de beschikking heeft gehad over en gebruik heeft gemaakt van de cryptowallet met het adres [nummer 2] .
De verklaring van verdachte dat het bedrag van 0,12 ETH op 24 december 2023 ‘zomaar’ op zijn Bitvavo is gestort passeert de rechtbank als ongeloofwaardig. Dat dat gebeurt is op zich zonder onderbouwing al niet geloofwaardig, maar dit wordt ook niet ondersteund door het gedrag van verdachte. Immers, verdachte heeft naar aanleiding van deze transactie, anders dan te verwachten valt, geen enkele actie ondernomen, zoals een melding bij Bitvavo, en evenmin heeft hij getracht het bedrag aan Ethereum terug te storten.
Daarbij komt dat enkel de toegang van verdachte tot voornoemd adres [nummer 2] een geloofwaardige verklaring geeft voor waarom verdachte juist op 4 mei 2024 om 14:18:02, dus binnen een kwartier nadat een groot bedrag aan aEthWETH op het adres [nummer 2] was gestort, op zijn telefoon een zoekslag heeft gedaan naar deze weinig gangbare crypto-eenheid, een paar minuten voordat die aEthWETH werden omgezet in ETH. Uit die zoekslag volgt immers dat hij toen al van die storting moet hebben geweten.
De verdere transacties
Uit de bewijsmiddelen blijkt:
- dat het op 4 mei op adres [nummer 2] gestorte bedrag aEthWETH kort na die storting is omgezet in ETH;
- dat dit vervolgens in 13 transacties is uitgegeven via website exch.cx, waarmee zonder de noodzaak van identificatie crypto valuta kunnen worden omgezet in andere crypto munten; en
- dat verdachte beschikte over een recovery phrase die toegang gaf tot een Monero-wallet waarop in diezelfde tijd een bedrag in Monero is gestort van, met aftrek van kosten, dezelfde waarde. Een andere bron voor deze storting dan dat dit afkomstig is van de 13 transacties via exch.cx in ETH vanaf het adres [nummer 2] adres is niet gegeven. Verdachte zelf zegt hij voor niet meer dan rond de € 8.000.00 a € 9.000,00 aan crypto valuta gehandeld en bovendien in geen andere valuta dan ETH of USD coin.
Verdachte heeft niet betwist dat de Monero-recovery phrase die toegang gaf tot de genoemde wallet onder notities op zijn telefoon stond. Hij verklaart echter en de verdediging werpt als verweer op, dat de op de telefoon van verdachte aangetroffen recovery phrases, waaronder die met betrekking tot de Monero-wallet, mogelijk zonder zijn medeweten, laat staan toestemming op zijn telefoon zijn gezet door mannen die dreigend aan zijn deur verschenen en aan wie hij gedurende 15 minuten zijn telefoon onvrijwillig zou hebben afgestaan. Dit, verder niet feitelijk onderbouwde, verweer wordt door de rechtbank verworpen. Dat verdachte zich niet bewust was van de recovery phrases en niet wist dat hij aldus de beschikkingsmacht had over onder meer de Monero-wallet is al ongeloofwaardig; verdachte handelde immers naar eigen zeggen in cryptovaluta. Wat het nog ongeloofwaardiger maakt, is dat de aan zijn deur verschenen mannen verdachte hem zo ongelimiteerde toegang zouden hebben gegeven tot een wallet waarin voor een waarde van meer dan € 800.000,- aan cryptovaluta was opgenomen, terwijl dit is juist het bedrag was dat zij claimden door oplichting verloren te hebben en – naar de rechtbank uit de stellingen begrijpt kennelijk- van verdachte (door afpersing) terug zouden willen ontvangen.
Uit het vorenstaande volgt dat verdachte niet alleen de beschikking had over het adres [nummer 2] waarop de aEthWETH zijn gestort, maar dat hij daarnaast de toegang en de beschikking had over de Monero-wallet waarop, na een aantal omzettingen, een bedrag van gelijke omvang is gestort (na aftrek van kosten en/of fee’s voor bijvoorbeeld Pink Drainer en de website exch.cx), voor welk bedrag geen andere bron kan worden genoemd dan die aEthWETH storting.
De rechtbank concludeert dat het verdachte moet zijn geweest die alle hiervoor genoemde transacties heeft uitgevoerd (al dan niet via Pink Drainer).
Uit misdrijf afkomstig; wetenschap
Zoals hiervoor is overwogen is de eerste transactie, de ontvangst door verdachte van cryptovaluta op het adres [nummer 2] gefaciliteerd door Pink Drainer, waarvan bekend is dat zij oplichters faciliteert. De methode – via phishing – en het feit dat het slachtoffer van die phishing kort na de overboeking zijn approval weer heeft ingetrokken, kan niet anders worden geduid dan dat het slachtoffer de overboeking van zijn cryptovaluta niet heeft gewild ofwel: dat deze hem door misdrijf afhandig zijn gemaakt.
Verdachte heeft van zijn kant geen enkele geloofwaardige verklaring gegeven voor de transacties en de berichten. Op grond van de hiervoor genoemde feiten en omstandigheden oordeelt de rechtbank dan ook dat het niet anders kan zijn dan dat verdachte wist dat het door hem verkregen en vervolgens meermaals omgezette bedrag aan cryptovaluta uit misdrijf afkomstig was.
Ook uit de berichten aan verdachte en/of zijn familie kan worden afgeleid dat verdachte ervan op de hoogte moet zijn geweest dat de verkregen en meermaals omgezette cryptovaluta afkomstig waren uit misdrijf. Zo is in de telefoon van de vader van verdachte een aan zijn vrouw doorgestuurd Whatsapp bericht van 9 mei 2024 aangetroffen die afkomstig lijkt te zijn van de afperser(s). In het bericht staat het volgende:
“Goedendag [naam 2] ,
[verdachte] heeft van mij $720.000 gestolen. Hij lijkt dit geld niet terug te willen geven. Wij zijn met respect gekomen en hij heeft mij een crypto-wallet laten zien die direct gelinkt is aan mijn geld. Ik geef jullie als gezin een laatste kans om te betalen. Ik weet alles van jullie.
Ik wil heel duidelijk zijn betaald [verdachte] niet het gestolen geld terug binnen 1 uur tijd ga ik
maatregelen treffen, jullie zin allemaal gewaarschuwd. Hierop kan hij betalen.
[ontvangstadres 3]
Betaald hij niet dan weet ik genoeg”. [7]
OmzettingshandelingenEen en ander wordt nader gesteund door de wijze waarop verdachte vervolgens met het ontvangen bedrag is omgegaan: het meermaals ‘anoniem’ omzetten in een andere soort cryptovaluta, het bedrag daarbij opknippen in gelijke delen, het gebruik van Monero, een in beginsel niet tot een ontvanger te herleiden privacycoin en tot slot het wegboeken van het merendeel van dat Monero-tegoed naar een niet te traceren ander adres. In berichten aan verdachte en zijn ouders wordt door de afperser(s) met zoveel woorden gesproken over door verdachte gestolen cryptovaluta.
Al deze handelingen zijn naar het oordeel van de rechtbank omzettingshandelingen, waarmee beoogd werd de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats en wie de rechthebbende is van de cryptovaluta te verbergen en te verhullen. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank ook verhuld wie de cryptovaluta voorhanden heeft gehad en wie deze heeft omgezet.
Conclusie
Uit al het voorgaande acht de rechtbank het tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hierna wordt weergegeven.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de rechtbank is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
hij, in
of omstreeksde periode van 4 mei 2024 tot en met 12 juni 2024, te [plaats] , althans in Nederland,
(van
)een hoeveelheid cryptovaluta, te weten ongeveer 240 aEthWETH
(pv bev. dossierp. 123), althans een hoeveelheid cryptovaluta, althans een of meer voorwerpen
Sub a
- de werkelijke aard, de herkomst, de vindplaats, de vervreemding en
/ofde verplaatsing heeft
verborgen en
/ofheeft verhuld,
endan wel
- heeft verborgen en
/ofheeft verhuld wie de rechthebbende
(n)op dat
/dievoorwerp
(en)
was
/waren, en
/of
- heeft verborgen en
/ofheeft verhuld wie dat
/dievoorwerp(en) voorhanden had(den)
Sub b
- heeft verworven, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen, heeft omgezet, en
/of
-
gebruik heeft gemaakt
door de genoemde hoeveelheid aEthWETH om te zetten in cryptovaluta ETH en
/ofdeze ETH
vervolgens in meerdere transacties met behulp van de website exch.cx om te zetten in
cryptovaluta XMR en
/of een andere soort cryptovaluta en/of (vervolgens
)een gedeelte van deze
XMR door te boeken naar een onbekend cryptoadres, terwijl hij, verdachte, wist,
althans redelijkerwijs moest vermoedendat dat
/dievoorwerp
(en)- onmiddellijk
of middellijk- afkomstig was
/warenuit enig misdrijf.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten in de bewezenverklaring verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
witwassen, meermalen gepleegd.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden met aftrek van voorarrest.
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft bepleit dat de rechtbank rekening houdt met enkele bijzondere persoonlijke omstandigheden van verdachte. De woning van verdachte is voor hem en zijn gezin gedurende drie maanden op last van de burgemeester gesloten geweest. Verdachte is daarnaast ernstig bedreigd. Verdachte heeft in beperkingen gezeten toen de dreiging van zijn familie nog ernstig was. Dit heeft verdachte als zwaar ervaren. Verder verzoekt de verdediging rekening te houden met de jonge leeftijd van verdachte.
De beoordeling door de rechtbank
De rechtbank houdt bij de beslissing over de straf die aan verdachte dient te worden opgelegd rekening met de aard en ernst van het bewezenverklaarde en de omstandigheden waaronder dit heeft plaatsgevonden. Bij de beoordeling van de ernst van de door verdachte gepleegde strafbare feiten kijkt de rechtbank naar de straffen die voor soortgelijke feiten worden opgelegd, en die hun weerslag vinden in de zogenaamde LOVS-oriëntatiepunten.. Daarnaast houdt de rechtbank bij de strafbepaling rekening met de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, waarbij rekening wordt gehouden
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan het witwassen van een zeer groot bedrag aan cryptovaluta. Witwassen is een ernstig feit dat bijdraagt aan de instandhouding van criminaliteit omdat dit het uit misdrijf verkregen geld een ogenschijnlijk legale herkomst geeft en daardoor het plegen van misdrijven aantrekkelijker want lonend maakt. Dit maakt de samenleving onveiliger. Door de vermenging van illegaal geld met legale geldstromen wordt bovendien de integriteit van het financieel en economisch systeem ernstige schade toegebracht. De verdachte heeft zich van dit alles niets aangetrokken en heeft kennelijk enkel gehandeld uit eigen financieel gewin. Het moet voor verdachte zonder meer duidelijk zijn geweest dat degene van wie het bedrag in cryptovaluta afkomstig was niet alleen zwaar gedupeerd werd door het achterliggende misdrijf, maar ook door de achtereenvolgende omzettingen in verschillende cryptovaluta en privacycoins. Daardoor werd de kans om de verloren valuta ooit nog te kunnen traceren of om verhaal te kunnen halen zeer klein dan wel nihil. Een groot deel van de witgewassen cryptovaluta is verdwenen en verdachte heeft geen openheid van zaken willen geven. Dit alles rekent de rechtbank verdachte aan.
De rechtbank komt tot een andere straf dan geëist door de officier van justitie. De rechtbank weegt daarbij de persoonlijke omstandigheden van verdachte zwaarder mee. De rechtbank houdt er in strafverminderende zin rekening mee dat verdachte jong is. Hoewel verdachte verantwoordelijk is voor wat in deze zaak bewezen is verklaard, kan de rechtbank niet voorbijgaan aan de negatieve gevolgen die hij en zijn familie al hebben ondervonden in verband met deze zaak: zij zijn bedreigd en afgeperst en konden enige tijd op last van de burgemeester niet in hun woning verblijven.
Alles overwegend komt de rechtbank tot een gevangenisstraf voor de duur van 21 maanden waarvan 7 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren. Het voorwaardelijke strafdeel strekt ertoe om verdachte te weerhouden om in de toekomst wederom strafbare feiten te plegen.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 Penitentiaire beginselenwet, dan wel de regeling van voorwaardelijke invrijheidstelling, als bedoeld in artikel 6:2:10 Wetboek van Strafvordering, aan de orde is.

8.De beoordeling van het beslag

De standpunten
De officier van justitie heeft verzocht de inbeslaggenomen cryptovaluta ter waarde van €87.766,76 verbeurd te verklaren. De officier van justitie heeft verder verzocht de verbeurdverklaring van de niet inbeslaggenomen cryptovaluta op basis van artikel 34 van het Wetboek van Strafrecht. Het gaat om een bedrag van €715.316,40. Verdachte dient de verbeurdverklaring van dit bedrag mogelijk te maken en daarbij zijn medewerking te verlenen aan de opsporingsdiensten binnen 1 jaar na de einduitspraak. Indien verdachte zijn medewerking niet verleent daar vervangende hechtenis voor te bepalen.
De verdediging heeft aangevoerd dat er geen enkel bewijs is dat verdachte over een aanzienlijk geldbedrag aan cryptovaluta beschikt. Als de rechtbank de officier van justitie op dit punt zou volgen, zou dat naast de straf een enorme en onevenredige extra leedtoevoeging betekenen. Het draagkrachtbeginsel is van toepassing en verdachte heeft geen enkele draagkracht.
Beoordeling van de rechtbank
Inbeslaggenomen cryptovaluta
Onder verdachte is 0,873176713 ETH, 1.502,433074 USDT en 523,8502 XMR in beslaggenomen. Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat deze cryptovaluta niet aan hem toebehoorden. Deze bedragen cryptovaluta zijn verkocht. De netto opbrengst is €87.766,76. De rechtbank heeft niet kunnen vaststellen aan wie opbrengst toebehoort. Daarom zal worden overgegaan tot verbeurdverklaring van de gelden van de inbeslaggenomen cryptovaluta.
Niet inbeslaggenomen cryptovaluta
In artikel 34 van het Wetboek van Strafrecht is bepaald dat ook niet inbeslaggenomen voorwerpen verbeurd kunnen worden verklaard. Hierbij moet worden voldaan aan de voorwaarden voor verbeurdverklaring, zoals gesteld in artikel 33a van het Wetboek van Strafrecht. Op grond van het eerste lid van dit artikel moet een verband bestaan tussen het bewezen feit en het voorwerp. Het tweede lid vereist in beginsel dat de voorwerpen aan de verdachte toebehoren, uitzonderingen daargelaten. De verbeurdverklaring strekt er namelijk toe de verdachte in zijn vermogen te treffen. Indien het voorwerp juist niet meer aan verdachte toebehoort is een ontnemingsprocedure geschikt.
De rechtbank heeft onder 2. de bewijsoverweging overwogen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het witwassen van een grote hoeveelheid cryptovaluta. De rechtbank overweegt dat niet vaststaat dat verdachte nog enige beschikkingsmacht heeft over het overige deel van de witgewassen cryptovaluta en dat zelfs niet kan worden uitgesloten dat verdachte het bedrag heeft terugbetaald aan het slachtoffer van de phishingwebsite, teneinde de bedreigingen te laten stoppen. In deze omstandigheden acht de rechtbank het niet opportuun dit bedrag, zijnde €715.316,40 aan cryptovaluta, verbeurd te verklaren.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 33, 33a en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De rechtbank:
 verklaart bewezen dat verdachte het tenlastegelegde, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot
een gevangenisstraf voor de duur van 21 (éénentwintig) maanden;
 beveelt dat de tijd, door verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
  • bepaalt dat
  • stelt als algemene voorwaarde dat verdachte zich niet schuldig maakt aan een strafbaar feit;
 verklaart verbeurd de gelden van de omgezette cryptovaluta ter waarde van € 87.766,76 (goednummers: PL0600-2024270404-3233445, PL0600-2024270404-3235802 en PL0600-2024270404-3235806);
 wijst af de vordering tot verbeurdverklaring van de niet inbeslaggenomen cryptovaluta ter waarde van €715.316,40.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E. van Groeningen (voorzitter), mr. A. Tegelaar en mr. G.L.C. van den Bosch, rechters, in tegenwoordigheid van mr. E.M. Breed, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 7 augustus 2025.
mr. A. Tegelaar en mr. G.L.C. van den Bosch zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door [verbalisant] van de politie Oost-Nederland, district Gelderland-Zuid, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer PL -2024270404 onderzoek PORSCHE / ON5R024057, gesloten op 16 december 2025 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal van bevindingen p.122-124
3.Proces-verbaal van bevindingen, p. 122a, 123.
4.Proces-verbaal van bevindingen, p. 125a t/m 128.
5.Proces-verbaal van bevindingen, p. 122a, 123.
6.Verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 24 juli 2025.
7.Proces-verbaal van bevindingen, p. 155.