ECLI:NL:RBGEL:2025:6897
Rechtbank Gelderland
- Verstek
- Rechtspraak.nl
Internationaal geschil over onttrokken gelden en goederen door vennoot
Op 6 augustus 2025 heeft de Rechtbank Gelderland, zittingsplaats Zutphen, een vonnis gewezen in een civiele zaak tussen een eiseres uit Duitsland en een gedaagde woonachtig in Nederland. De eiseres, vertegenwoordigd door advocaat mr. P.F. Schepel, vorderde betaling van een bedrag van € 139.524,48, vermeerderd met wettelijke rente en beslagkosten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op basis van de Verordening (EU) nr. 1215/2012, aangezien de gedaagde in Nederland woont en het geschil een burgerlijke of handelszaak betreft. De rechtbank heeft ook het toepasselijke recht beoordeeld, waarbij het Duitse recht van toepassing is op de hoofdsom, terwijl het Nederlandse procesrecht van toepassing is op de procedure.
De eiseres heeft gevorderd dat de gedaagde aansprakelijk wordt gesteld voor het onrechtmatig onttrekken van gelden en goederen van de vennootschap door een vennoot. De rechtbank heeft geoordeeld dat de gedaagde in verzuim is, omdat hij niet heeft gereageerd op de aanmaning om te betalen. De rechtbank heeft de vordering van eiseres toegewezen, inclusief de wettelijke rente vanaf 5 april 2025, en de beslagkosten vastgesteld op € 3.101,42. Daarnaast is de gedaagde veroordeeld tot betaling van de proceskosten, die in totaal € 8.398,47 bedragen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde is afgewezen.