Uitspraak
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 8 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
2.De feiten
“Deze overeenkomst is aangegaan ingaande de datum: 22-4-2023 voor een duur van 2 jaar.
- een brief van 5 februari 2025, waarin de beëindiging van de huurovereenkomst per 21 april 2025 wordt aangezegd en medegedeeld wordt dat er sprake is van een huurachterstand;
- een brief van 20 februari 2025, waarin medegedeeld wordt dat [gedaagde] niet heeft gereageerd op de aanzegging van het einde van de huurovereenkomst, dat hij misschien in aanmerking komt voor schuldhulpverlening en dat zijn gegevens als hij daarmee instemt doorgegeven kunnen worden aan de gemeente Nijmegen die hem wellicht kan helpen bij de schuldenproblematiek;
- een brief van 27 februari 2025, waarin gereageerd wordt op het voorstel van [gedaagde] in de zin dat beëindiging van de huurovereenkomst tegen de eerdere datum van
3.Het geschil
- ontruiming van de onzelfstandige woonruimte in het pand aan de [adres] ,
- betaling van:
21 april 2025 is geëindigd, subsidiair dat er sprake is van ernstige tekortkomingen in de nakoming van de huurovereenkomst. De ernstige tekortkomingen hebben betrekking op de ontstane huurachterstand en op de poging van [gedaagde] tot onderhuur.