Uitspraak
RECHTBANK Gelderland
1.De procedure
2.De zaak in het kort
3.De beoordeling
- In november 2021 werd [eiser] publiekelijk vernederd door haar copromotor in het laboratorium, waarna zij zich ziek heeft gemeld;
- In het derde en vierde jaar is WU tekortgeschoten in de begeleiding van het PhD-traject, inclusief de begeleiding tijdens haar ziekteverzuim en re-integratie;
- Haar promotor heeft klachten over de bejegening en begeleiding door de copromotor onvoldoende (tijdig) onderkend en aangepakt;
- Verzoeken om een andere copromotor werden stelselmatig afgewezen en pogingen om een begeleider bij een andere vakgroep te vinden, zijn tegengewerkt;
- Een nieuw onderzoeksvoorstel werd niet tijdig besproken en daaraan werden inhoudelijke eisen gesteld die niet op voorhand kenbaar waren;
- Na een gesprek op 15 november 2022 is [eiser] tijdelijk de toegang tot het laboratorium ontzegd;
- Ze is oneigenlijk onder druk gezet om een medische keuring te ondergaan en een advies van de bedrijfsarts heeft haar promotor naast zich neergelegd;
- De besluiten van november 2022 om het PhD-traject te pauzeren en het besluit van december 2022 om dat traject te beëindigen waren onzorgvuldig en onrechtmatig;
- De copromotor en promotor lieten zich bij de beslissing om haar op non-actief te stellen, leiden door andere (mogelijk persoonlijke of financiële) belangen dan die van [eiser] . Er is sprake van (de schijn van) machtsmisbruik;
- WU heeft de overeenkomst op 14 december 2022 tussentijds beëindigd, maar dat kan niet, omdat sprake is van een duurovereenkomst voor bepaalde tijd;
- Op 16 december 2022 moest [eiser] haar werkplek met spoed ontruimen. Kort daarna werd het universiteitsaccount van [eiser] geblokkeerd;
- WU heeft haar klacht over het functioneren van haar copromotor en promotor niet adequaat en niet tijdig behandeld;
- De PhD-vertrouwenspersoon bij de VLAG Graduate School verzaakte haar taak met betrekking tot counseling en conflictbehandeling;
- WU heeft het collegegeld en bench fees voor het vierde jaar opgeëist terwijl zij wist dat het PhD-traject op korte termijn zou worden beëindigd;
- WU heeft haar onnodig lang in onzekerheid laten verkeren over de mogelijkheden voor voortzetting van het traject bij WU of elders en de financiële ruimte daarvoor;
- WU heeft haar beperkt in het gebruik van bestuursrechtelijke rechtsmiddelen doordat de beslissing om het PhD-traject te beëindigen nooit op schrift is gesteld;
- WU heeft de kosten van een ziektekostenverzekering niet betaald, hoewel WU daarvoor middelen had ontvangen van MNE.
- In het eerste jaar werd duidelijk dat het traject inhoudelijk zwaar was voor [eiser] . De academische basiskennis was niet voldoende, communicatie verliep moeizaam en met basale onderzoekspraktijken bestond geen bekendheid. Experimenteel onderzoek steunt op een labjournaal maar [eiser] beheerste de essentiële vaardigheid om dit journaal bij te houden niet. Zij woonde cursussen en workshops bij en werd door teamleden geïnstrueerd over basisvaardigheden, waaronder het bijhouden van labjournaals.
- In het tweede jaar werd [eiser] het voordeel van de twijfel gegeven bij het go/no go-moment. Ze heeft vooral veel 2-beoordelingen gescoord. Dit is de laagst mogelijke score. Haar is verteld dat ze nog niet in staat was tot het leveren van de benodigde prestatie. De voortgang verliep moeizaam; cursussen leken niet te beklijven. Het werk van twee studenten, dat had moeten leiden tot twee proefschrifthoofdstukken, is niet gebruikt. Haar is verteld dat ze zich moest richten op herhaling van experimenten en interpretatie daarvan. Het inzicht om 2D- naar 3D-ontwerpen te muteren, ontbrak. Ze beheerste Tinkercad niet en had onvoldoende kennis van geometrie. De copromotor heeft veel tijd besteed aan het wegwijs maken in Tinkercad en het bijschaven van de basiskennis van 2D-/3D-aspecten.
- In het derde jaar werd geen vooruitgang geboekt op het gebied van 2D-/3D-aspecten en door de promotor en copromotor werd duidelijk gemaakt dat er zonder vooruitgang op dit gebied geen resultaat kon worden geboekt. Op 15 december 2021 heeft [eiser] zich ziek gemeld tot begin mei 2022. Op dat moment bood het dossier geen enkel aanknopingspunt voor experimentele gegevens/resultaten die kwalitatief en kwantitatief voldoende bruikbaar waren voor een proefschrift.
- In het vierde jaar is [eiser] voorafgaand aan een gesprek op 14 december 2022 verzocht om haar labjournaals te verstrekken. Slechts van het derde jaar leverde zij een kopie in, die volgens de promotor onvolledig was en waarin labeling van het onderzoeksmateriaal ontbrak. De inhoud was niet consequent en sloot niet aan op de werkzaamheden die [eiser] in het laboratorium had verricht. Dit kwam erop neer dat er geen enkele verantwoording was van het onderzoek gedurende drie jaar.
We notice a persisting knowledge and understanding gap in working with 2D & 3D shaped materials used for 3D printing and 2D patterning processes. (…) We together have decided to make this 2D/3D-patterning/printing the major focus for the coming period to be sure this important basis of the PhD work will be mastered sufficiently to allow the remainder parts of the project with more complex design and samples to be finished satisfactorily.” Ter zitting heeft [eiser] erkend dat het noodzakelijk was om verstand te hebben van printen en modellen om het onderzoek succesvol te kunnen afronden. Zij heeft verder verklaard dat het maken van 2D- en 3D-tekeningen niet haar sterke punt was. Waar zij erop wijst dat de beheersing van Tinkercad en 3D-printen niet als voorkennisvereiste is gecommuniceerd, miskent zij, wat hier verder ook van zij, dat het erom gaat dat zij op dat gebied niet de vereiste stappen heeft gezet na de start van het onderzoek in september 2019.
op andere wijze in haar persoon is aangetast” als bedoeld in artikel 6:106, aanhef en onder b, BW. [1] Hiervan is sprake indien de benadeelde geestelijk letsel heeft opgelopen. Hoewel [eiser] stelt dat zij last had van paniekaanvallen, andere psychische problemen en ziekteverzuim, heeft zij niet voldoende concrete gegevens aangevoerd op basis waarvan naar objectieve maatstaven het bestaan van geestelijk letsel kan worden vastgesteld. Ook overigens heeft zij geen concrete gegevens over de gevolgen van de gestelde normschendingen overlegd. Gezien de aard en ernst van de gestelde normschendingen was dat in dit geval wel vereist. De enkele stelling dat sprake is van verlies van productieve levensjaren, verlies van toekomstperspectief, verlies van vertrouwen in de academische wereld en geestelijke uitputting is onvoldoende voor het oordeel dat [eiser] is aangetast in haar persoon.