ECLI:NL:RBGEL:2025:5877

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
8 juli 2025
Publicatiedatum
22 juli 2025
Zaaknummer
11777479
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Kort geding executiegeschil met betrekking tot ontruiming en belangenafweging

In deze zaak, die op 8 juli 2025 door de Rechtbank Gelderland is behandeld, betreft het een kort geding executiegeschil. De eiser, in zijn hoedanigheid van bewindvoerder over de goederen van de rechthebbende, heeft een verbod gevorderd op de tenuitvoerlegging van een verstekvonnis van 13 september 2024, waarin de huurovereenkomst met Stichting Talis was ontbonden en de rechthebbende was veroordeeld tot betaling van huurachterstand. De eiser stelt dat het verstekvonnis geen gemotiveerde beslissing bevatte over de uitvoerbaarheid bij voorraad, waardoor er ruimte is voor een belangenafweging. De kantonrechter heeft op 8 juli 2025 een kop-staart vonnis gewezen, waarin de belangen van de partijen zijn afgewogen. De kantonrechter oordeelt dat het belang van de eiser bij behoud van de woning zwaarder weegt dan het belang van Stichting Talis bij ontruiming. De kantonrechter verbiedt Stichting Talis om het verstekvonnis ten uitvoer te leggen totdat de verzetprocedure is afgerond. Tevens is Stichting Talis veroordeeld in de proceskosten van de eiser. In reconventie zijn de vorderingen van Stichting Talis afgewezen.

Uitspraak

RECHTBANKGELDERLAND
Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: 11777479 \ VV EXPL 25-50
Vonnis in kort geding van 8 juli 2025
in de zaak van
[eiser in conv] IN ZIJN HOEDANIGHEID VAN BEWINDVOERDER OVER DE GOEDEREN VAN [rechthebbende],
te [woonplaats] ,
eisende partij in conventie,
verwerende partij in reconventie
hierna te noemen: [eiser in conv] ,
gemachtigde: mr. D.A. IJpelaar,
tegen
STICHTING TALIS,
te Nijmegen,
gedaagde partij in conventie,
eisende partij in reconventie,
hierna te noemen: Stichting Talis,
gemachtigde: mr. P.A.C. van Buul.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties van [eiser in conv]
- de akte met producties, mede inhoudende een eis in reconventie aan de zijde van Stichting Talis van 7 juli 2025.
1.2.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt. [rechthebbende] is verschenen. [eiser in conv] is niet verschenen. Hij heeft zich laten vertegenwoordigen en bijstaan door mr. D.A. IJpelaar. Stichting Talis is verschenen, bijgestaan door mr. P.A.C. van Buul. Partijen hebben hun vorderingen nader toegelicht, mr. Van Buul aan de hand van een pleitnota.
1.3.
In verband met de spoedeisendheid van de zaak is op 8 juli 2025 een kop-staart vonnis gewezen. Het onderstaande vormt hiervan de schriftelijke uitwerking en is op 22 juli 2025 opgemaakt.

2.De feiten

2.1.
[rechthebbende] huurt van Stichting Talis de woning gelegen aan [adres] tegen een huurprijs van € 730,27 per maand.
2.2.
Bij verstekvonnis van deze rechtbank van 13 september 2024, met zaaknummer 11303228 CV EXPL 24-2793, is de huurovereenkomst ontbonden en is [rechthebbende] veroordeeld tot betaling van de huurachterstand.
2.3.
Bij beschikking van de kantonrechter van de rechtbank Gelderland van 22 november 2024, met zaaknummer 11394892 BM VERZ 24-7030, zijn de goederen die (zullen) toebehoren aan [rechthebbende] , onder bewind gesteld van [eiser in conv] .
2.4.
Het verstekvonnis is bij exploot van 13 juni 2025 betekend aan [eiser in conv] waarbij de ontruiming van het gehuurde is aangezegd tegen 9 juli 2025.
2.5.
[eiser in conv] heeft op 3 juli 2025 een verzetdagvaarding laten uitbrengen.

3.Het geschil in conventie

3.1.
[eiser in conv] vordert een verbod op de tenuitvoerlegging van het verstekvonnis van 13 september 2024, in afwachting van de uitkomst van de verzetprocedure, met veroordeling van Stichting Talis in de proceskosten.
3.2.
[eiser in conv] legt aan zijn vordering ten grondslag dat in het verstekvonnis geen gemotiveerde beslissing is gegeven over de uitvoerbaarverklaring bij voorraad. Daarom is er ruimte voor een belangenafweging. Het belang van [rechthebbende] bij behoud van de woning, gedurende de verzetprocedure, weegt zwaarder dan het belang van Stichting Talis bij een ontruiming.
3.3.
Stichting Talis voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering, met uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van [eiser in conv] in de kosten van deze procedure.

4.Het geschil in reconventie

4.1.
Stichting Talis vordert, voorwaardelijk, [eiser in conv] te veroordelen de woning aan [adres] , binnen drie dagen na betekening van het vonnis, met alle personen en alles wat zich daarin bevindt, voor zover deze zaken Stichting Talis niet in eigendom toebehoren, te (doen) verlaten en ontruimen, de woning in goede staat aan Stichting Talis op te leveren en door afgifte van de sleutels ter vrije en algehele beschikking van Stichting Talis te stellen en de woning niet meer te betreden.
4.2.
Stichting Talis legt – kort samengevat – aan haar vordering ten grondslag dat zij belang heeft bij de ontruiming van het gehuurde omdat [rechthebbende] overlastgevend gedrag vertoont. Volgens het Regieteam is verdere hulp of begeleiding van [rechthebbende] niet meer effectief en de veiligheid en leefbaarheid van de overige bewoners komt ernstig in het gedrag.
4.3.
Ahmed q.q. voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering.

5.De beoordeling in conventie en in reconventie

5.1.
Uitgangspunt is dat een uitgesproken veroordeling, hangende een hogere voorziening, uitvoerbaar moet zijn en zonder de voorwaarde van zekerheidstelling ten uitvoer kan worden gelegd. Daarbij moet worden uitgegaan van de beslissingen in de ten uitvoer te leggen uitspraak en de daaraan ten grondslag liggende vastgestelde feiten en oordelen. De kans van slagen van het aangewende rechtsmiddel blijft buiten beschouwing, tenzij sprake is van een kennelijke misslag. Wanneer de beslissing ten aanzien van de uitvoerbaarheid niet is gemotiveerd, moeten de belangen van partijen worden afgewogen in het licht van de omstandigheden van het geval. Daarbij moet worden nagegaan of op grond van die omstandigheden het belang van degene die de veroordeling verkreeg, zwaarder weegt dan dat van de veroordeelde bij behoud van de bestaande toestand tot op het rechtsmiddel is beslist.
5.2.
[eiser in conv] heeft niet gesteld dat er sprake is van een kennelijke misslag in het verstekvonnis van 13 september 2024 of dat er sprake is van nieuwe feiten en omstandigheden die zich na het vonnis hebben voorgedaan.
5.3.
De beslissing over de uitvoerbaarheid bij voorraad is in het vonnis niet gemotiveerd, zodat een belangenafweging moet worden gemaakt.
5.4.
Op grond van de over en weer aangevoerde omstandigheden is de kantonrechter van oordeel dat het belang van Stichting Talis bij tenuitvoerlegging van het vonnis voor wat de ontruiming van het gehuurde betreft niet in redelijke verhouding staat tot het zwaarwegende belang van [eiser in conv] , bij behoud van de bestaande toestand totdat in de verzetprocedure is beslist. Daarvoor geldt de volgende motivering.
5.5.
Onbetwist staat vast dat de maandelijkse huurtermijnen worden voldaan en dat er op regelmatige basis aflossingen plaatsvinden op de huurachterstand. Het door Stichting Talis gestelde overlastgevende gedrag van [rechthebbende] , is door [eiser in conv] gemotiveerd betwist. Uit de overgelegde getuigenverklaringen kan niet zonder meer worden vastgesteld dat [rechthebbende] recentelijk nog overlast heeft veroorzaakt. Ook bevatten een aantal meldingen geen vermelding van naam- en adresgegevens en zijn een aantal overlastmeldingen gericht op huisnummer 91, terwijl [rechthebbende] woonachtig is op huisnummer 93. Gelet hierop, ziet de kantonrechter aanleiding de ontruiming, die naar haar aard onomkeerbaar is en daarmee verstrekkende gevolgen heeft voor [rechthebbende] , te verbieden, in afwachting van de uitkomst van de verzetprocedure. Stichting Talis heeft geen bijzondere feiten of omstandigheden naar voren gebracht waaruit zou kunnen volgen dat zij het verzet niet kan afwachten en dat de belangenafweging dus in haar voordeel dient uit te vallen.
5.6.
De gevorderde dwangsom zal worden gemaximeerd zoals hierna te vermelden.
5.7.
Toewijzing van de vordering in conventie brengt met zich dat de vordering in reconventie wordt afgewezen.
5.8.
Stichting Talis is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [eiser in conv] heeft geprocedeerd op basis van een toevoeging, zal Stichting Talis niet worden veroordeeld tot betaling van de explootkosten en betekeningskosten
.De proceskosten van [eiser in conv] worden begroot op:
- griffierecht
90,00
- salaris gemachtigde
814,50
(1,5 x € 543,00)
- nakosten
135,00
Totaal
1039,50

6.De beslissing

De kantonrechter
in conventie
6.1.
verbiedt Stichting Talis het verstekvonnis van de kantonrechter van deze rechtbank van 13 september 2024 ten uitvoer te leggen, totdat de kantonrechter uitspraak heeft gedaan in de door [eiser in conv] aanhangig te maken verzetprocedure, op straffe van een dwangsom van € 500,00 per dag of gedeelte daarvan dat hij zich hieraan houdt, met een maximum van
€ 10.000,00,
6.2.
veroordeelt Stichting Talis in de proceskosten van € 768,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als Stichting Talis niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
in reconventie
6.3.
wijst de vorderingen van Stichting Talis af,
6.4.
veroordeelt Stichting Talis in de proceskosten van € 271,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe,
in conventie en in reconventie
6.5.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.H. Steverink en door mr. A.J. Weerkamp-Beens in het openbaar uitgesproken op 8 juli 2025.
34124 / 43477