In deze uitspraak van de Rechtbank Gelderland, enkelvoudige kamer, wordt de beëindiging van het schuldhulptraject van eisers beoordeeld. Eisers, een echtpaar uit [plaats], zijn het niet eens met de beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Wageningen om hun schuldhulpverlening te beëindigen. De rechtbank behandelt de beroepsgronden die eisers aanvoeren tegen deze beslissing. De rechtbank concludeert dat het college in redelijkheid de schuldhulpverlening kon beëindigen, omdat eisers niet meewerkten aan het Plan van Aanpak. Dit plan bevatte verplichtingen die eisers moesten nakomen om hun financiële situatie te stabiliseren, waaronder het aanvragen van een aanvullende bijstandsuitkering en het solliciteren voor 36 uur per week. Eisers voerden aan dat deze verplichtingen onredelijk waren en dat hun gezondheidstoestand niet was meegenomen in de beoordeling. De rechtbank oordeelt echter dat het college de verplichtingen terecht heeft opgelegd en dat eisers onvoldoende bewijs hebben geleverd voor hun stellingen over hun gezondheid. De rechtbank wijst ook het verzoek om schadevergoeding af, omdat dit niet onderbouwd was. Uiteindelijk wordt het beroep van eisers ongegrond verklaard, wat betekent dat zij geen gelijk krijgen en geen vergoeding van proceskosten ontvangen.