ECLI:NL:RBGEL:2025:5733
Rechtbank Gelderland
- Op tegenspraak
- Rechtspraak.nl
Aanneming van werk en gebreken bij uitvoering van verbouwing
In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 9 juli 2025 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een eiser en een gedaagde, waarbij de eiser vorderingen heeft ingesteld tegen de gedaagde, een aannemer, in verband met gebreken en niet uitgevoerde werkzaamheden bij de verbouwing van haar woning. De eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.V. Van den Wildenberg, heeft diverse vorderingen ingediend, waaronder schadevergoeding voor niet uitgevoerde werkzaamheden en gebreken die zijn vastgesteld door een expert. De gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. F.A.J.H. de Lugt, heeft verweer gevoerd en de vorderingen betwist.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een overeenkomst van aanneming van werk is gesloten op basis van een offerte. De eiser heeft gesteld dat de gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van deze overeenkomst door werkzaamheden niet uit te voeren en gebreken te laten bestaan. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de eiser niet voldoende heeft aangetoond dat de gedaagde in gebreke is gebleven en dat de vorderingen van de eiser om die reden zijn afgewezen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat de eiser de proceskosten moet betalen, aangezien zij in het ongelijk is gesteld.
De uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie en documentatie in aannemingsovereenkomsten, evenals de noodzaak voor eisers om hun vorderingen goed te onderbouwen met bewijs van tekortkomingen door de gedaagde.