ECLI:NL:RBGEL:2025:5715

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
18 juli 2025
Zaaknummer
374242
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolg op de vereffening en verdeling van een vennootschap onder firma met betrekking tot de opstelling van de slotbalans

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Gelderland, gedateerd 16 juli 2025, wordt de voortgang van een civiele procedure betreffende de vereffening en verdeling van een vennootschap onder firma (vof) besproken. De rechtbank heeft eerder op 17 juli 2024 een tussenvonnis uitgesproken waarin werd overwogen dat de accountant de slotbalans per 31 december 2022 moet opstellen. De rechtbank heeft de vennoot in de gelegenheid gesteld om te voldoen aan de voorwaarden die de accountant stelt voor het opstellen van deze slotbalans. De procedure is voortgezet na correspondentie tussen de partijen en de accountant over de voorwaarden waaronder de accountant zijn werkzaamheden kan voortzetten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de vennoot [eiser in conv] niet bereid is de verklaring te ondertekenen die de accountant vereist, wat leidt tot complicaties in de voortgang van de zaak. De rechtbank heeft [eiser in conv] in de gelegenheid gesteld om alsnog mee te werken aan de opstelling van de slotbalans en heeft de zaak verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van [eiser in conv]. De rechtbank heeft ook overwogen dat als [eiser in conv] zijn medewerking niet verleent, de vordering van [gedaagde in conv] om [eiser in conv] te veroordelen mee te werken aan het opstellen van de slotbalans zal worden toegewezen, met een dwangsom als sanctie. De beslissing over de vorderingen is aangehouden in afwachting van de akte van [eiser in conv].

Uitspraak

RECHTBANK Gelderland

Civiel recht
Zittingsplaats Arnhem
Zaaknummer: C/05/374242 / HA ZA 20-448
Vonnis van 16 juli 2025
in de zaak van
[eiser in conv],
wonende te [woonplaats],
eiser in conventie,
verweerder in reconventie,
verder te noemen: [eiser in conv],
advocaat: mr. H.L. van der Aa te Utrecht,
tegen
[gedaagde in conv],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
verder te noemen: [gedaagde in conv],
advocaat: mr. A. van Weverwijk te Geldermalsen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 juli 2024,
- de akte uitlaten tevens houdende eisvermeerdering van de zijde van [gedaagde in conv],
- de antwoordakte inzake uitlating en eisvermeerdering van de zijde van [eiser in conv].
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De verdere beoordeling in conventie en in reconventie

2.1.
In het laatste tussenvonnis (17 juli 2024) heeft de rechtbank het volgende overwogen. De jaarrekeningen zijn door de accountant opgesteld. Partijen hebben niet of niet tijdig correcties op de boekingen / opnamen aangedragen. Dat betekent dat de accountant door kan met zijn werk door het opstellen van de slotbalans per 31 december 2022 (de datum van ontbinding van de vof). Omdat de rechtbank niet goed kon inschatten wanneer de accountant klaar zou zijn, heeft zij de zaak verwezen naar de parkeerrol van 2 oktober 2024. Op die rol hebben partijen geen aktes ingediend.
De werkzaamheden van de accountant
2.2.
Na het laatste tussenvonnis hebben partijen gecorrespondeerd met de accountant (ing. [naam 1], werkzaam bij [bedrijf 1] te [plaats 1]) over de voorwaarden waaronder deze zijn werkzaamheden zou kunnen voortzetten.
2.3.
Op 31 juli 2024 heeft de accountant partijen bericht dat in zijn visie het opstellen van de slotbalans in feite een aanvulling is op de bestaande opdracht. Hij heeft partijen gevraagd of zij ermee instemmen dat deze aanvulling valt onder de bestaande opdrachtbevestiging. [1] Op 28 augustus 2024 heeft [gedaagde in conv] de accountant een aanvullende opdracht gegeven. [2]
2.4.
Op 18 oktober 2024 (12:41) heeft de accountant partijen bericht: [3]
In het kader van de rechtszaak tussen [gedaagde in conv] en [eiser in conv] betreffende de verdeling van goederen van de vennootschap onder firma Tetteroo heeft de rechtbank ons verzocht een slotbalans op te stellen. Deze opdracht is aan te merken als een samenstellingsopdracht. De beroepsvoorschriften stellen verplicht dat een accountant een bevestiging bij de opstelling verkrijgt van de ondernemers. Wij willen u dan ook graag vragen of u een inschatting kunt maken of beide broers bereid zijn deze bevestiging te ondertekenen, welke wij ter informatie in concept hebben bijgevoegd in de bijlage.
Wellicht ten overvloede brengen wij u onder de aandacht dat we beide heren in deze bevestiging niet vragen akkoord te gaan met de opstelling. Als u beide verwacht dat beide broers de bevestiging in deze vorm willen ondertekenen, zijn wij voornemens (...) de volgende procesvolgorde te volgen:
1.
Concept opstelling:Wij zullen met beide heren gezamenlijk of afzonderlijk het concept van de opstelling bespreken en toelichten. Dit concept blijft in ons bezit en wordt niet verstrekt.
2.
Ondertekening bevestiging:Bij de bespreking verzoeken wij beide heren om de bevestiging te ondertekenen.
3.
Bespreekverslag:Na bespreking zullen wij u een bespreekverslag toesturen van het doornemen van de slotbalans.
4.
Definitieve rapport:Vervolgens zullen wij het definitieve rapport aan de rechtbank sturen. Tevens ontvangt uw cliënt en kopie van dit rapport die zij kunnen delen met u.
Wij verzoeken u vriendelijk om ons uiterlijk 31 oktober 2024 te laten weten of u verwacht dat de broers bereid zijn de bevestiging te ondertekenen. (...)
2.5.
Bij deze brief is een verklaring in concept gevoegd. Die heeft de vorm van een brief van partijen aan de accountant, waarin staat: [4]
In het kader van deze opdracht bevestig ik naar beste weten en overtuiging het volgende:
1) Wij hebben u toegang verschaft tot de gehele financiële administratie en de daarbij behorende bescheiden.
2) Wij hebben u desgevraagd alle gegevens verschaft met betrekking tot:
 Informatie over eventuele claims en rechtszaken;
 Belangrijke schulden of mogelijke of voorwaardelijke activa of passiva die dienen te worden verantwoord of toegelicht;
 Verliezen die resulteren uit het al of niet nakomen van verkoopovereenkomsten;
 Verliezen die resulteren uit koopverplichtingen van voorraden boven de normale behoefte of tegen prijzen die hoger zijn dan de gangbare marktprijzen;
 Overeenkomsten met financiële instellingen betreffende compensatie van saldi of andere overeenkomsten met beperkende bepalingen betreffende kas- en banksaldi, kredietfaciliteiten of andere overeenkomsten van vergelijkbare strekking;
 Overeenkomst met recht of plicht van terugkoop van eerder verkochte activa.
3) Het economisch eigendom van de activa berust bij de onderneming. Er zijn geen andere pand- of hypotheekrechten gevestigd op de activa van de onderneming, dan die welke zijn vermeld in de toelichting op de jaarrekening.
4) De onderneming heeft voldaan aan alle bepalingen en overeenkomsten die een belangrijke invloed zouden hebben op de slotbalans.
In overeenstemming met de beslissing van de rechtbank in haar vonnis van 17 juli 2024 zullen wij, daar wij het niet met bovengenoemde jaarrekening of de wijze van verdelen van posten in die jaarrekening eens zijn, bij akte reageren
2.6.
[eiser in conv] heeft de verklaring niet willen ondertekenen. De accountant heeft bericht dat hij de werkzaamheden dan niet kan uitvoeren. [5]
De eisvermeerdering en de beoordeling
2.7.
[gedaagde in conv] vermeerdert zijn eis door de volgende vorderingen toe te voegen:
- dat de rechtbank [eiser in conv] veroordeelt om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis aan de accountant te berichten – onder gelijktijdige toezending aan de advocaat van [gedaagde in conv] – :
Geachte heer [naam 1],
Ik stem in met de door u voorgestelde werkwijze voor het opstellen van de slotbalans van de vof [eiser in conv] als omschreven in uw e-mailbericht van 18 oktober 2024, verzonden aan mr. Van der Aa om 12.41 uur en zal de door [bedrijf 1] opgestelde bevestiging zoals gevoegd bij genoemd e-mailbericht van 18 oktober 2024 bij u op kantoor direct voor aanvang van de bespreking van de conceptopstelling ondertekenen,
  • dat de rechtbank [eiser in conv] gelast zijn verdere medewerking te verlenen aan het opstellen van de slotbalans als omschreven in het e-mailbericht van de heer [naam 1] ([bedrijf 1]) aan mr. Van der Aa van 18 oktober 2024 (verzonden 12.41),
  • e.e.a. op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 per dag voor iedere dag die [eiser in conv] na betekening van het vonnis daarmee in gebreke blijft tot een maximum van € 500.000,00.
2.8.
[eiser in conv] heeft er geen bezwaar tegen gemaakt dat [gedaagde in conv] zijn eis vermeerdert. De rechtbank ziet geen grond om de vermeerdering van eis ambtshalve buiten beschouwing te laten. Zij zal daarom de vermeerderde eis beoordelen (art. 130 Rv).
2.9.
[gedaagde in conv] legt aan zijn toegevoegde vorderingen ten eerste ten grondslag dat [eiser in conv] in reactie op het e-mailbericht van de accountant van 31 juli 2024 geen onvoorwaardelijke opdracht aan de accountant heeft gegeven om de slotbalans op te stellen.
2.10.
[eiser in conv] brengt daartegen in dat zijn advocaat de accountant bij e-mailbericht van 30 september 2024 heeft bericht dat hij ([eiser in conv]) kan instemmen met de opdracht tot het opstellen van de slotbalans.
2.11.
De rechtbank overweegt hierover het volgende. [eiser in conv] voert in deze procedure niet aan dat hij voorwaarden verbindt aan zijn instemming. De rechtbank leidt uit het e-mailbericht van 18 oktober 2024 van de accountant af dat hij het e-mailbericht van 30 september 2024 ook niet zo heeft begrepen dat [eiser in conv] daarin voorwaarden verbindt aan zijn instemming. Dat e-mailbericht is immers gebaseerd op de veronderstelling dat de accountant opdracht heeft een slotbalans op te stellen. De rechtbank gaat er daarom van uit dat beide partijen de accountant onvoorwaardelijk opdracht hebben gegeven om de slotbalans op te stellen.
2.12.
[gedaagde in conv] voert voorts het volgende aan. [eiser in conv] heeft niet ingestemd met de werkwijze zoals de accountant die aan partijen heeft voorgesteld in zijn e-mailbericht van 18 oktober 2024. De accountant heeft daarop te kennen gegeven dat hij de opdracht dan niet kan uitvoeren. [gedaagde in conv] leidt uit verklaringen van de accountant en overwegingen van de rechtbank af dat [eiser in conv], door in te stemmen met de werkwijze zoals de accountant die voorstelt, niet vooraf instemt met de opstelling van de accountant, zodat dit geen reden kan zijn om de door de accountant verlangde verklaring niet te ondertekenen. [gedaagde in conv] wijst er verder op dat de rechtbank heeft overwogen dat de visie van de accountant op de wijze waarop hij zijn onderzoek dient in te richten doorslaggevend is. [6] Hij meent dat de werkwijze van de accountant zorgvuldig is, dat deze moet worden gevolgd en dat de blokkade van [eiser in conv] daarom onacceptabel is.
2.13.
[eiser in conv] brengt hier het volgende tegen in. De accountant verlangt van hem dat hij ‘naar beste weten en overtuiging’ bevestigt dat alle genoemde informatie aan de accountant is verstrekt. Dat kan hij niet verklaren omdat hij nauwelijks over administratieve bescheiden beschikt en al helemaal geen zicht heeft op wat [gedaagde in conv] al dan niet aan informatie aan de accountant heeft verstrekt. Hij meent dat hij in redelijkheid niet kan worden gedwongen een verklaring te ondertekenen waar hij naar eer en geweten niet achter kan staan en die ook in strijd zou zijn met zijn beste weten en overtuiging. [eiser in conv] heeft daarom op 18 oktober 2024 voorgesteld dat de accountant de slotbalans opmaakt en dat partijen hem vrijwaren voor elke aansprakelijkheid die voortvloeit uit de onvolledige of mogelijk onjuiste verwerking van de informatie. De accountant is echter niet bereid op die basis te werken omdat volgens hem ondernemers moeten verklaren dat zij naar hun beste weten alle noodzakelijke informatie hebben verstrekt. De accountant heeft volgens [eiser in conv] verder het standpunt ingenomen dat [eiser in conv], als hij meent dat de accountant niet alle informatie heeft ontvangen, deze informatie moet verstrekken en verder dat [eiser in conv] tekent voor zijn aandeel in de informatie. [eiser in conv] weet niet wat de accountant daarmee bedoelt, omdat in de verklaring geen onderscheid wordt gemaakt tussen informatie die wordt verstrekt door hem en informatie die wordt verstrekt door [gedaagde in conv].
2.14.
De rechtbank overweegt hierover als volgt. [eiser in conv] en [gedaagde in conv] zijn gehouden zich als vennoten van de vof te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid. Op die grond moeten zij meewerken aan de verdeling van het vennootschapsvermogen bij ontbinding van de vof. Dat houdt ook in dat zij voldoen aan de voorwaarden die de accountant stelt bij de aanvaarding van zijn opdracht om een slotbalans op te stellen met het oog op die verdeling. Tot die voorwaarden behoort dat [eiser in conv] de verklaring ondertekent die de accountant hem in concept heeft toegestuurd. Die verklaring houdt niet in dat [eiser in conv] instaat voor het doen en laten van [gedaagde in conv]. De accountant heeft immers toegelicht dat [eiser in conv] alleen tekent voor zijn aandeel in de informatie. Die toelichting moet zo worden begrepen dat [eiser in conv], als hij de verklaring ondertekent, daarmee alleen ervoor instaat dat hij van zijn kant informatie aan de accountant heeft verstrekt waarover hij ([eiser in conv]) beschikt en die hij daarom kan verstrekken, en niet dat hij ervoor instaat dat [gedaagde in conv] van zijn kant hetzelfde heeft gedaan. De accountant realiseert zich dat partijen het niet eens zijn over de verdeling van het vennootschapsvermogen en dat zij daarover procederen; hij moet zich daarom ook realiseren dat [eiser in conv] niet instaat voor het doen en laten van [gedaagde in conv]. Op grond van het voorgaande is het standpunt van [eiser in conv] dat hij de verklaring niet kan ondertekenen omdat hij niet kan instaan voor het doen en laten van [gedaagde in conv] niet juist. Als [eiser in conv] die verklaring niet ondertekent, gedraagt hij zich daarom als vennoot jegens [gedaagde in conv] als zijn medevennoot niet overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.
2.15.
[eiser in conv] vreest dat de verklaring, als hij hem zou ondertekenen, ertoe zou kunnen leiden dat hij aansprakelijk wordt of dat hij rechten verliest ten opzichte van [gedaagde in conv] of de accountant. Voor zover die vrees erop is gebaseerd dat zijn verklaring zal kunnen worden begrepen als instemming met de slotbalans die de accountant zal opstellen, is die naar het oordeel van de rechtbank ongegrond. De accountant heeft immers in zijn e-mailbericht van 18 oktober 2024 uitdrukkelijk verklaard dat hij [eiser in conv] en [gedaagde in conv] niet vraagt in te stemmen met de opstelling.
2.16.
Gegeven deze oordelen handelt [eiser in conv] in strijd met de eisen van redelijkheid en billijkheid als hij er niet aan meewerkt dat de accountant de slotbalans opstelt door te blijven weigeren de verklaring van de accountant te ondertekenen en door ook overigens de voorwaarden van de accountant niet te aanvaarden. De rechtbank zal [eiser in conv] in de gelegenheid stellen alsnog mee te werken door de verklaring van de accountant te ondertekenen en ook overigens de voorwaarden van de accountant te aanvaarden. Van [eiser in conv] wordt verwacht dat hij kenbaar maakt of hij dat heeft gedaan en of de accountant vervolgens heeft verklaard dat hij bereid is zijn werkzaamheden te voltooien. De bereidheid van de accountant zal moeten blijken uit een schriftelijke verklaring van de accountant, in het geding te brengen door [eiser in conv]. De zaak zal hiervoor worden verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van [eiser in conv]. Vervolgens zal de zaak worden verwezen naar de rol voor akte aan de zijde van [gedaagde in conv].
2.17.
Als blijkt dat de accountant zijn werkzaamheden zal kunnen voortzetten, zal de toegevoegde vordering van [gedaagde in conv] om [eiser in conv] te veroordelen mee te werken aan het onderzoek door de accountant worden afgewezen omdat [gedaagde in conv] daar dan geen belang meer bij heeft. De procedure zal dan worden voortgezet overeenkomstig de overwegingen van de rechtbank in het vonnis van 17 juli 2024, rov. 2.6 en 2.7. De rechtbank verstaat dat de zaak in dat geval zal worden verwezen naar de parkeerrol van 1 oktober 2025, met dien verstande dat het partijen vrijstaat eerder gelijktijdig een akte te nemen over wat is opgenomen in de hiervoor genoemde overwegingen, waarna partijen op een termijn van vier weken gelijktijdig een antwoordakte kunnen nemen.
2.18.
In het geval dat [eiser in conv] zijn medewerking niet verleent en de accountant daarom zijn werkzaamheden niet zal voltooien, zal de toegevoegde vordering van [gedaagde in conv] om [eiser in conv] te veroordelen mee te werken aan het opstellen van een slotbalans op straffe van een dwangsom worden toegewezen.
2.19.
Op grond van het voorgaande zal de rechtbank de vordering die hierboven is weergegeven in rov. 2.7 vooralsnog niet toewijzen. Alle beslissingen worden aangehouden in afwachting van de akte van [eiser in conv].

3.De beslissing

in conventie en in reconventie
3.1.
stelt [eiser in conv] in de gelegenheid zich uit te laten zoals hiervoor bedoeld in rov. 2.16,
3.2.
verwijst de zaak daartoe naar de rol van 30 juli 2025 voor akte aan de zijde van [eiser in conv],
3.3.
verstaat dat indien [eiser in conv] voornoemde akte neemt, [gedaagde in conv] een antwoordakte zal kunnen nemen op een termijn van twee weken,
3.4.
houdt voor het overige alle beslissingen aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.M.K.J. Steketee en in het openbaar uitgesproken op 16 juli 2025.
1308 / 560

Voetnoten

1.Productie 45 bij akte van 30 april 2025 van de zijde van [gedaagde in conv]
2.Productie 46 bij akte van 30 april 2025 van de zijde van [gedaagde in conv]
3.Productie 47 bij akte van 30 april 2025 van de zijde van [gedaagde in conv]
4.Productie 48 bij akte van 30 april 2025 van de zijde van [gedaagde in conv]
5.Productie 68 bij antwoordakte van 14 mei 2025 van de zijde van [eiser in conv]
6.Vonnis van 17 april 2024 rov. 2.18