ECLI:NL:RBGEL:2025:5640
Rechtbank Gelderland
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake kwijtschelding aanvullende beurs op basis van de Wet studiefinanciering 2000
In deze zaak heeft eiseres op 20 december 2023 een aanvraag ingediend voor kwijtschelding van de aanvullende beurs op grond van de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000). De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft deze aanvraag op 9 januari 2024 afgewezen. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze afwijzing, maar het bezwaar is bij het besluit van 20 maart 2024 door de minister gehandhaafd. Hierop heeft eiseres beroep ingesteld tegen het bestreden besluit. De rechtbank heeft partijen laten weten dat zij geen zitting nodig achtte en heeft het onderzoek gesloten zonder een zitting te houden.
De rechtbank heeft vervolgens ambtshalve de vraag naar het procesbelang van eiseres beoordeeld. Volgens de rechtbank is er sprake van procesbelang als de indiener van het beroep een actueel en reëel belang heeft bij een inhoudelijke beoordeling. Eiseres heeft in haar beroep aangegeven dat zij haar rentedragende lening wil laten kwijtschelden, maar de rechtbank concludeert dat dit niet mogelijk is. Aangezien eiseres nooit een aanvullende beurs heeft ontvangen, kan deze ook niet worden kwijtgescholden. Hierdoor heeft eiseres geen belang bij de uitkomst van het beroep.
De rechtbank heeft daarom het beroep niet-ontvankelijk verklaard, wat betekent dat de zaak niet inhoudelijk is beoordeeld. Eiseres krijgt geen griffierecht terug en ook geen vergoeding van haar proceskosten. De uitspraak is gedaan door mr. A.S.W. Kroon, rechter, en is openbaar uitgesproken. Eiseres is geïnformeerd over de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na verzending van de uitspraak.