ECLI:NL:RBGEL:2025:553

Rechtbank Gelderland

Datum uitspraak
27 januari 2025
Publicatiedatum
28 januari 2025
Zaaknummer
05.089370.24
Instantie
Rechtbank Gelderland
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling van een militair wegens feitelijke aanranding van de eerbaarheid van een collega

Op 27 januari 2025 heeft de meervoudige militaire kamer van de Rechtbank Gelderland uitspraak gedaan in een zaak tegen een 45-jarige militair, die werd beschuldigd van feitelijke aanranding van de eerbaarheid van een collega. De verdachte heeft seksuele handelingen verricht tegen de wil van de aangever, die onder invloed van alcohol was en niet in staat was om weerstand te bieden. De militaire kamer heeft vastgesteld dat de verdachte zonder toestemming de hotelkamer van de aangever is binnengegaan en daar seksuele handelingen heeft verricht, waaronder zoenen, wrijven over het lichaam en pijpen. De aangever heeft verklaard dat hij herhaaldelijk heeft aangegeven dat hij dit niet wilde, maar dat de verdachte doorging met haar handelingen. De militaire kamer heeft de verklaring van de aangever als consistent en betrouwbaar beoordeeld, ondersteund door getuigenverklaringen. De verdachte is vrijgesproken van het primair ten laste gelegde feit, maar het subsidiaire feit van feitelijke aanranding is wettig en overtuigend bewezen. De militaire kamer heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes maanden, waarvan drie maanden voorwaardelijk, en heeft een schadevergoeding van € 2.500,- aan de aangever toegewezen.

Uitspraak

RECHTBANK GELDERLAND
Team strafrecht
Zittingsplaats Arnhem
Parketnummer: 05/089370-24
Datum uitspraak : 27 januari 2024
Tegenspraak
vonnis van de meervoudige militaire kamer
in de zaak van
de officier van justitie
tegen
[verdachte],
geboren op [geboortedag] 1980 in [geboorteplaats] ,
wonende aan de [adres] , [postcode] in [woonplaats] .
raadsvrouw: mr. K.C. van de Wijngaart, advocaat in Rotterdam.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op een openbare terechtzitting.

1.De inhoud van de tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
zij in of omstreeks de periode van 26 augustus 2023 tot en met 27 augustus 2023 te Vilnius, in Litouwen met (de (diep) slapende en/of onder invloed van alcohol zijnde) [aangever] , van wie zij, verdachte, wist dat deze in staat van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde, dat deze [aangever] niet of onvolkomen in staat was zijn wil daaromtrent te bepalen of kenbaar te maken of daartegen weerstand te bieden, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, te weten
- het zoenen van die [aangever] en/of
- het met haar naakte (onder)lichaam en/of vagina op die [aangever] en/of over/op de penis van die [aangever] en/of op/het gezicht en/of de mond van die [aangever] gaan zitten en/of heen en weer bewegen en/of
- het betasten en/of aanraken en/of wrijven over de borstkast en/of de penis van die [aangever] en/of
- het aftrekken en/of pijpen van de penis van die [aangever] ;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
zij in of omstreeks de periode van 26 augustus 2023 tot en met 27 augustus 2023 te Vilnius, Litouwen door geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere
feitelijkheid, [aangever] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handelingen, te weten
- het zoenen van die [aangever] en/of
- het met haar naakte (onder)lichaam en/of vagina op die [aangever] en/of over/op de penis van die [aangever] en/of op/het gezicht en/of de mond van die [aangever] gaan zitten en/of heen en weer bewegen en/of
- het betasten en/of aanraken en/of wrijven over de borstkast en/of de penis van die [aangever] en/of
- het aftrekken en/of pijpen van de penis van die [aangever] en bestaande dat geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of die één of meer feitelijkheden hierin dat verdachte
-(onverhoeds) heimelijk en zonder toestemming de legeringskamer/hotelkamer van die [aangever] is binnengegaan en/of
- ( onverhoeds) nabij of op het bed van die [aangever] is gaan zitten en/of bij die [aangever] in bed is gaan liggen en/of boven op die [aangever] is gaan zitten en/of
- de dekens/het dekbed van die [aangever] heeft verwijderd en/of weggetrokken en/of
- de onderbroek van die [aangever] naar beneden heeft gedaan en/of (deels) heeft uitgetrokken en/of
- voorbij is gegaan aan het feit dat die [aangever] diep in slaap was en/of onder invloed van alcohol was, waardoor die [aangever] onvoldoende in staat is geweest verzet en/of weerstand heeft kunnen plegen en/of
- voorbij is gegaan aan de verbale en/of non-verbale signalen van verzet en/of weerstand.
2. Overwegingen ten aanzien van het bewijs [1]
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gesteld dat wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het primair tenlastegelegde feit.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft bepleit dat verdachte van het primair en subsidiair ten laste gelegde feit moet worden vrijgesproken, omdat aangever op cruciale punten wisselend, onvolledig en inconsistent heeft verklaard. De verklaringen van aangever zijn daardoor onbetrouwbaar en kunnen niet voor het bewijs worden gebruikt.
Subsidiair heeft de raadsvrouw aangevoerd dat uit het dossier op geen enkele wijze blijkt dat aangever in relevante mate beperkt was in zijn vermogen weerstand te bieden aan de seksuele avances van verdachte. Er is derhalve geen sprake van verminderde staat zoals bedoeld in het primair ten laste gelegde feit, waardoor vrijspraak moet volgen. Tevens ontbreekt het aan (steun) bewijs om tot een bewezenverklaring te komen ten aanzien van dwang.
Beoordeling door de militaire kamer
Verklaring van aangever
Aangever [aangever] (verder: aangever) heeft verklaard dat hij met zijn collega’s in Vilnius te Litouwen verbleef voor de militaire taptoe. Zij sliepen in een hotel. In de avond/nacht van 26 op 27 augustus 2023 is aangever – na een avond stappen – bij terugkomst in het hotel naar zijn kamer gegaan om te slapen. Aangever had die nacht veel gedronken. [2] Hij lag in bed toen verdachte bij hem op de kamer kwam. Zij had de kamerpas van zijn buddy gekregen. [3]
Toen verdachte bij hem op de kamer kwam, zij de dekens van hem had afgetrokken en over zijn geslachtsdeel ging wrijven, probeerde aangever zijn onderbroek omhoog te trekken en hij heeft gezegd dat hij het niet wilde. Hij kreeg het allemaal pas bewust mee toen verdachte op hem zat.
Aangever heeft daardoor niet echt goed meegemaakt dat verdachte zijn onderbroek naar beneden heeft getrokken. Verdachte ging na het wrijven over het geslachtsdeel van aangever op zijn gezicht zitten, dit was zonder kleding aan. Vervolgens ging ze terug naar het geslachtsdeel van aangever, waar ze weer ging wrijven. Verdachte zat met haar knieën op het bed, met één been rechts en één been links van aangever, met haar vagina op het geslachtsdeel van aangever. Ze was op hem aan het rijden en zij zoende hem met tong. Zij heeft aangever ook nog gepijpt. Verdachte stopte met de handelingen toen collega’s de hotelkamer binnenkwamen. [4]
Vanaf het moment dat verdachte bovenop aangever zat, heeft hij meteen gezegd dat hij het niet wilde. Later heeft hij dit nogmaals gezegd. Aangever deed wat terug toen verdachte op zijn gezicht zat, in de hoop dat het eerder zou stoppen. Hij heeft haar gelikt en gezegd dat hij wilde dat zij klaarkwam. Verdachte ging naar zijn piemel, waar ze weer ging wrijven en zei toen: “vind je dit wel wat, want ik heb het idee dat ik je aan het verkrachten ben.” Toen verdachte hem ging zoenen heeft hij zijn hoofd weggedraaid. Verdachte kantelde hierop zijn hoofd met haar hand en ging door met zoenen. Aangever wilde dit niet, dus hij werkte hier niet aan mee.
Aangever is judoka en hij begrijpt niet hoe hij verdachte niet van zich af kreeg. Hij denkt dat hij in een soort ‘freeze’ modus kwam. De volgende ochtend is aangever gelijk naar verdachte toe gegaan. Aangever heeft haar toen gezegd dat hij niet oké was met wat verdachte had gedaan, dat hij niet happy was over de situatie en dat zij echt een grens over was gegaan. Verdachte heeft aangegeven dat zij het daarmee eens was en ze zei dat ze inderdaad veel te ver was gegaan. [5] Aangever denkt dat het kan zijn dat hij voorafgaand aan het incident verkeerde signalen heeft afgegeven richting verdachte, maar dat geeft haar nog geen vrijbrief om bij hem te doen wat zij heeft gedaan. Hij heeft daarnaast ook duidelijk gezegd dat hij dit niet wilde. [6]
Door de week heen liet verdachte aangever ook weten dat ze hem wel erg zag zitten. Dit sprak ze ook uit. Aangever heeft toen ook al aan gegeven dat hij niet wilde, omdat hij een vriendin heeft. Aangever had ook wel eens appcontact met haar met een seksueel tintje, maar daar had hij geen bedoelingen mee. Haar doel was dat zij seks met hem zou gaan hebben die week, maar aangever heeft laten merken dat hij dat niet wilde. [7]
Getuigenverklaringen
Getuige [getuige 1] (verder: [getuige 1] ) heeft verklaard dat aangever naar bed was gegaan, omdat hij zich niet lekker voelde. Volgens [getuige 1] had hij te veel gedronken. [8]
Verdachte wilde bij aangever kijken of het goed met hem ging. Verdachte had de kamerpas gekregen om te gaan kijken. Omdat dit lang duurde is [getuige 1] met [getuige 4] en [getuige 2] ook gaan kijken. Toen ze bij de kamer aankwamen zagen ze dat de kamerdeur openstond. Op het moment dat ze de kamer in kwamen zagen ze dat de kamer donker was. Aangever lag op zijn bed half te slapen en verdachte lag geschrokken op het andere bed in de kamer. Zij keek alsof ze zich betrapt voelde en ze zei gelijk: “kutzooi volgens mij ben ik hem aan het verkrachten.” Aangever was die zondag (de militaire kamer leest: 27 augustus 2023) heel stil. Hij vond het niet chill wat er was gebeurd en hij vond het niet kunnen. [9]
Getuige [getuige 2] (verder: [getuige 2] ) heeft verklaard dat hij met aangever, verdachte, [getuige 4] en [getuige 1] was. Aangever was naar boven gegaan, omdat hij moe was. Verdachte wilde hem ophalen. Omdat verdachte niet terugkwam, is [getuige 2] samen met [getuige 1] en [getuige 4] polshoogte gaan nemen. [getuige 2] zag dat de kamerdeur op een kier stond. Aangever lag op zijn bed met zijn ogen half open, half bewusteloos van de alcohol. Hij reageerde ook niet helemaal lekker meer. [10] Hij had gewoon heel veel gezopen. [11] Verdachte reageerde een beetje geschrokken en verbaasd. De volgende dag heeft aangever [getuige 2] verteld wat er was gebeurd, hij dacht dat verdachte hem had aangerand. Aangever zei dat hij het eigenlijk helemaal niet wilde. Verdachte probeerde zijn onderbroek de hele tijd uit te doen, maar hij probeerde hem steeds weer terug omhoog te trekken. Hij vertelde dat hij zo dronken was dat hij niet heel veel terug kon doen, omdat hij bijna geen kracht had omdat hij zoveel gedronken had. Aangever moest huilen en hij voelde zich vervelend door wat er was gebeurd. [12]
Getuige [getuige 3] (verder: [getuige 3] ) heeft verklaard dat hij de bewuste avond eerder was teruggegaan dan de rest. De dag er na was er een barbecue voor alle orkesten. [getuige 3] voelde aan alles dat er iets was gebeurd. Tijdens de barbecue heeft [getuige 3] [aangever] gevraagd wat er was, hij schoot zowat in tranen. Hij vertelde dat verdachte op zijn hoofd was gaan zitten, dat zij zijn broek had uitgetrokken en dat aangever had gezegd tegen haar dat hij dat niet wilde. Hij vertelde ook dat hij zichzelf afvroeg waarom hij haar niet van zich af heeft geduwd, daar zat hij nog het meeste mee. In eerste instantie wilde aangever het met de commandant oplossen en geen aangifte doen. De commandant heeft gezegd dat als hij geen aangifte ging doen, de commandant verder ook niets kon doen en niet kon garanderen dat hij niet meer met verdachte zou werken. [13]
Getuige [getuige 4] (verder: [getuige 4] ) heeft verklaard dat hij van [getuige 5] had gehoord dat aangever op het lijstje stond van verdachte. Aangever heeft gezegd dat hij daar helemaal niet op zat te wachten. Op de avond van het ten laste gelegde waren ze met een groep naar een club. Verdachte ging steeds om aangever heen staan. Aangever vertelde [getuige 4] dat hij het heel erg vervelend vond, waardoor [getuige 4] ertussen is gaan staan, zodat zij hem niet meer kon opzoeken. Later zou aangever verdachte hebben aangesproken dat ze moest ophouden met het vragen van aandacht en handtastelijk worden. Terug bij het hotel is aangever gelijk naar zijn hotelkamer gegaan. [getuige 4] hoorde dat verdachte naar de kamer van aangever was gegaan. [getuige 2] , [getuige 1] en [getuige 4] zijn ook naar de hotelkamer van aangever gegaan. Zij zagen daar verdachte op bed liggen, het zag eruit of hij lag te slapen. [getuige 4] herinnert zich dat verdachte zei: “Ik heb hem eigenlijk gewoon verkracht”. De volgende dag heeft zij dit nogmaals herhaald tegen [getuige 4] . Aangever heeft hem onder andere verteld dat verdachte heeft geprobeerd zijn onderbroek uit te trekken. Aangever heeft die vervolgens weer omhoog getrokken. Op zondagmiddag (de rechtbank leest: 27 augustus 2023) heeft [getuige 4] met verdachte gesproken. Ze zei toen dat ze aangever eigenlijk had verkracht. [14]
[getuige 5] , [militaire rang] (verder: [getuige 5] ), heeft verklaard dat ze op de taptoe in Litouwen stonden, waar [getuige 3] hem had verzocht om met aangever in gesprek te gaan. Aangever vertelde dat hij naar bed was gegaan omdat hij zich niet helemaal goed voelde, dat verdachte toen op zijn kamer is gekomen en dat er toen seksuele handelingen hebben plaatsgevonden zonder zijn toestemming. Aangever was verdrietig, verward en boos toen hij dit aan [getuige 5] vertelde. [getuige 5] had de dag ervoor ook een privégesprek gehad met verdachte. In dit gesprek vertelde zij [getuige 5] dat aangever een project voor haar was. [15]
Verdachte heeft in haar verhoor bij de Koninklijke Marechaussee verklaard dat zij vroeg waar aangever was toen iedereen bij haar op haar kamer kwam. Iemand zei dat hij was gaan slapen. Zij wilde dat hij er ook bij was, waardoor zij hem is gaan halen. Toen ze op zijn kamer kwam was het licht uit. Ze wist niet of aangever wakker was of sliep, waardoor ze naar hem toe is gelopen, op de rand van het bed is gaan zitten, hem heeft geschud en vroeg of hij ook nog kwam. Hij reageerde op een dusdanige manier dat hij geen interesse had om op haar kamer wat te gaan drinken, het was heel duidelijk. Ze merkte aan aangever dat hij ook seks wilde door zijn erectie. Hij was niet heel erg actief, maar ze had geen reden om aan te nemen dat hij niet wilde. Verdachte had het idee dat hij zich door haar liet verwennen. Ze kreeg geen signalen van hem dat hij het niet lekker vond of het niet wilde. Aangever heeft niet zoveel handelingen bij haar verricht, hij heeft liggen genieten en zij nam de leiding. Door haar eigen alcoholgebruik weet verdachte nog wel wat er gebeurd is, maar ze weet niet meer precies wat er is gezegd. Bepaalde details mist ze wel. [16]
Verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat iedereen de avond van het ten laste gelegde dronken was. Toen ze terug bij het hotel waren, was verdachte met aangever, [getuige 1] , [getuige 4] en [getuige 2] . Ze besloten nog een drankje te doen. Toen de jongens terugkwamen op haar kamer was aangever er niet meer bij. Verdachte kreeg van [getuige 2] de kamerpas van de kamer waar [getuige 2] en aangever sliepen. Toen verdachte op de kamer van aangever kwam was het licht uit. Aangever lag op bed. Het was haar niet helemaal duidelijk of hij sliep.
Op de kamer van aangever is bij verdachte het idee ontstaan dat het misschien een leuk moment was dat er iets kon gebeuren tussen hen. Bij het verrichten van de handelingen merkte verdachte dat aangever een erectie had, waardoor ze dacht dat hij er ook wel zin in had. Dit wakkerde bij haar haar opwinding aan en het stimuleerde haar om door te gaan. Verdachte had alleen een jurk aan en geen slipje. In haar beleving heeft aangever haar geholpen om zijn onderbroek uit te doen. Verdachte heeft niet gemerkt dat aangever zijn hoofd wegdraaide toen zij hem zoende. Er zijn weinig woorden gesproken. Dat er kreungeluiden waren heeft verdachte als positief ervaren. Het voelde voor verdachte dat aangever het wel prima vond. Eerder in de week had er al appcontact plaatsgevonden tussen verdachte en aangever. Hierin heeft aangever aangegeven dat hij niet goed wist of hij iets wilde op seksueel vlak, want hij schreef dat hij geen gedoe wilde op het werk. [17]
Tussenconclusie
Gelet op de voorgaande bewijsmiddelen is de militaire kamer van oordeel dat de verklaring van aangever op dragende onderdelen consistent, concreet en duidelijk is. De militaire kamer heeft – anders dan de verdediging – geen reden om te twijfelen aan de betrouwbaarheid van de verklaring van aangever en neemt deze verklaring dan ook als uitgangspunt. De verklaring van aangever wordt immers op belangrijke onderdelen ondersteund door de getuigenverklaringen, maar ook door onderdelen van de verklaring van verdachte zelf. Alhoewel de getuigen [getuige 1] , [getuige 2] en [getuige 4] in eerste instantie hebben verzwegen dat zij nadat zij verdachte en aangever hebben aangetroffen, met haar naar haar kamer zijn gegaan en zij met verdachte seks hebben gehad, en daarover wisselend hebben verklaard, betrof dat een situatie waar aangever geen onderdeel meer van was en dit maakt niet dat hun getuigenverklaringen in zijn geheel niet betrouwbaar zijn.
Op basis van de verklaringen van aangever en verdachte stelt de militaire kamer vast dat verdachte seksuele handelingen heeft verricht bij aangever, in elk geval door over de borst van aangever te wrijven, naakt op aangever te gaan zitten en met haar vagina over het geslachtsdeel en gezicht van aangever te gaan, met haar handen over zijn geslachtsdeel te wrijven, hem te pijpen en te zoenen. De militaire kamer merkt geheel ten overvloede op, dat verdachte zelf ter zitting heeft verklaard dat zij aangevers penis ook in haar vagina heeft gedaan, ofschoon dit niet aan haar ten laste is gelegd.
Ontuchtige handelingen
De volgende vraag die aan de militaire kamer voorligt, is of de handelingen die door verdachte zijn verricht ook ontuchtige handelingen zijn. De militaire kamer kwalificeert de door verdachte verrichte – ten laste gelegde – handelingen als ontuchtig. Door in een hotelkamer zonder toestemming naakt op aangevers penis en gezicht te gaan zitten, heen en weer te bewegen, hem te betasten, te kussen en hem af te trekken en te pijpen heeft verdachte handelingen verricht, die zonder meer in strijd zijn met een sociaal-ethische norm.
Dwang
Door de raadsvrouw van verdachte is bepleit dat geen sprake was van dwang, zodat verdachte van het ten laste gelegde moet worden vrijgesproken. De militaire kamer oordeelt hierover als volgt.
Uit de verklaring van aangever blijkt dat hij naar bed ging, omdat hij veel had gedronken. Dat aangever onder invloed was van alcohol volgt tevens uit de getuigenverklaringen en de verklaring van verdachte zelf. Verdachte is vervolgens (ongevraagd) naar de hotelkamer van aangever gegaan, waar aangever lag te slapen. Zij heeft zichzelf toegang tot die kamer verschaft door de kamerpas die zij van de kamergenoot van aangever had gekregen. Toen verdachte de kamer op kwam, was het licht uit en heeft ze aangever bij zijn schouders gepakt om te kijken of hij sliep. Er waren voor haar op dat moment geen signalen dat aangever in zou zijn voor seksueel contact met verdachte. Desondanks is zij naakt bovenop hem gaan zitten en heeft zij seksuele handelingen bij hem verricht. Ondanks dat verdachte verbaal, door te zeggen dat hij niet wilde, maar ook non-verbaal, door zijn onderbroek omhoog te trekken en zijn hoofd weg te draaien toen verdachte hem wilde kussen, duidelijk heeft gemaakt dat hij niet wilde, is verdachte doorgegaan. Zij heeft zich enkel laten leiden door haar eigen seksuele lusten en de weerstand van aangever miskend, door deze anders in te vullen dan wel anders te interpreteren.
De militaire kamer is van oordeel dat verdachte door op deze wijze te handelen aangever heeft gedwongen tot het dulden van de ontuchtige handelingen.
Conclusie
De militaire kamer spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde, nu uit het dossier onvoldoende blijkt dat aangever in een toestand van bewusteloosheid, verminderd bewustzijn of lichamelijke onmacht verkeerde.
De militaire kamer acht echter gelet op de voorgaande bewijsmiddelen het subsidiair ten laste gelegde wel wettig en overtuigend bewezen.

3.De bewezenverklaring

Naar het oordeel van de militaire kamer is wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het subsidiair tenlastegelegde heeft begaan, te weten dat:
zij in
of omstreeksde periode van 26 augustus 2023 tot en met 27 augustus 2023 te Vilnius, Litouwen door
geweld of een andere feitelijkheid en/of bedreiging met geweld ofeen andere
feitelijkheid, [aangever] heeft gedwongen tot het
plegen en/ofdulden van
een ofmeer ontuchtige handelingen, te weten
- het zoenen van die [aangever] en
/of
- het met haar naakte (onder)lichaam en
/ofvagina op die [aangever] en
/ofover/op de penis van die [aangever] en
/ofop
/het gezicht en
/ofde mond van die [aangever] gaan zitten en
/ofheen en weer bewegen en
/of
- het betasten en
/ofaanraken en
/ofwrijven over de borstkast en
/ofde penis van die [aangever] en
/of
- het aftrekken en
/ofpijpen van de penis van die [aangever] en bestaande dat
geweld of die één of meer andere feitelijkheden en/of die bedreiging met geweld en/of die één ofmeer feitelijkheden hierin dat verdachte
-
(onverhoeds
)heimelijk en zonder toestemming de
legeringskamer/hotelkamer van die [aangever] is binnengegaan en
/of
-
(onverhoeds
) nabij ofop het bed van die [aangever] is gaan zitten en
/of bij die [aangever] in bed is gaan liggen en/ofboven op die [aangever] is gaan zitten en
/of
- de dekens/het dekbed van die [aangever] heeft
verwijderd en/ofweggetrokken en
/of
- de onderbroek van die [aangever] naar beneden heeft gedaan en
/of(deels) heeft uitgetrokken en
/of
- voorbij is gegaan aan het feit dat die [aangever]
diepin slaap was en
/ofonder invloed van alcohol was, waardoor die [aangever] onvoldoende in staat is geweest verzet en
/ofweerstand
tekunnen plegen en
/of
- voorbij is gegaan aan de verbale en
/ofnon-verbale signalen van verzet en
/ofweerstand.
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijffouten voorkomen, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
Wat meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor bewezen is verklaard, is niet bewezen.
Verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.

4.De kwalificatie van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert op:
Subsidiair:
feitelijke aanranding van de eerbaarheid.

5.De strafbaarheid van het feit

Het feit is strafbaar.

6.De strafbaarheid van de verdachte

Verdachte is strafbaar, nu geen omstandigheid is gebleken of aannemelijk is geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit.

7.De overwegingen ten aanzien van straf en/of maatregel

Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat verdachte zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van acht maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 3 jaren.
Het standpunt van de verdediging
De raadsvrouw heeft strafmaat verweer gevoerd.
De beoordeling door de militaire kamer
De militaire kamer heeft bij de bepaling van de op te leggen straf rekening gehouden met de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De militaire kamer heeft verder rekening gehouden met de persoon en de omstandigheden van verdachte.
Verdachte is zonder daartoe te zijn uitgenodigd de hotelkamer van aangever binnengegaan, en is naakt op aangever gaan zitten terwijl hij – onder invloed van alcohol – lag te slapen. Zij heeft aangever gezoend, over zijn geslachtsdeel gewreven en hem gepijpt, terwijl hij op dat moment niet in staat was om daartegen (voldoende) weerstand te bieden. Ondanks dat aangever kenbaar heeft gemaakt dat hij niet wilde door onder andere bij het zoenen zijn hoofd af te wenden en zijn onderbroek omhoog te trekken, is verdachte doorgegaan. Verdachte heeft aangever onverhoeds in een situatie geplaatst waarin hij tegen zijn wil seksuele handelingen heeft moeten ondergaan op zijn hotelkamer, waar hij zich veilig zou moeten voelen. De militaire kamer beschouwt dit als ernstige feiten. Verdachte heeft inbreuk gemaakt op de lichamelijke integriteit van aangever en zij heeft met haar handelen enkel oog gehad voor haar eigen behoeften en daarbij op geen enkele wijze rekening gehouden met de gevolgen die deze handelingen voor aangever zouden kunnen hebben. Zij had zich moeten realiseren dat dergelijk gedrag ontoelaatbaar is.
Verdachte heeft hiermee gedrag vertoond dat op geen enkele wijze past bij het ambt van een militair.
Uit het uittreksel justitiële documentatie van 2 december 2024 van verdachte blijkt dat zij niet eerder is veroordeeld.
In het op 2 januari 2025 door de reclassering uitgebrachte reclasseringsadvies blijkt dat onderhavige strafzaak voor verdachte onzekerheid met zich meebrengt, doordat zij niet weet welke gevolgen dit zal hebben voor haar werk. De reclassering ziet in het leven van verdachte geen noemenswaardige bijzonderheden of problemen, ze heeft een vaste partner met wie ze samenwoont, ze heeft een vaste baan, er zijn geen financiële problemen en er is geen sprake van psychische problemen of middelenafhankelijkheid. Verdachte lijkt daarnaast volgens de reclassering over voldoende mate van zelfinzicht te beschikken om haar eigen gedrag kritisch te bekijken. De reclassering schat het risico op recidive in als laag. Bij een bewezenverklaring adviseert de reclassering om een straf zonder bijzondere voorwaarden op te leggen.
Gezien de ernst van het feit is de militaire kamer van oordeel dat slechts een gevangenisstraf met een fors onvoorwaardelijk gedeelte passend is.
Alles afwegende, acht de militaire kamer een gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden, waarvan 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van drie jaren, passend en geboden. Deze straf is lager dan de door de officier van justitie gevorderde straf, nu de militaire kamer – anders dan de officier van justitie – niet tot een bewezenverklaring komt van het primair ten laste gelegde, maar het subsidiair ten laste gelegde feit.

8.De beoordeling van de civiele vordering

De benadeelde partij [aangever] heeft in verband met het ten laste gelegde een vordering tot schadevergoeding ingediend. De benadeelde partij vordert € 2.500,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente. Verder is om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel verzocht.
Standpunten
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering van de benadeelde partij kan worden toegewezen, met toekenning van de wettelijke rente, en vordert oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
De verdediging heeft zich op het standpunt gesteld dat de benadeelde partij niet-ontvankelijk in de vordering moet worden verklaard, gelet op de bepleitte vrijspraak.
Overweging van de rechtbank
Op basis van de genoemde bewijsmiddelen en wat ter zitting over de vordering is besproken, stelt de rechtbank vast dat de benadeelde partij door het bewezenverklaarde schade heeft geleden die binnen één van de categorieën van artikel 6:106 van het Burgerlijk Wetboek valt.
Door het bewezen geachte feit is de benadeelde op andere wijze in de persoon aangetast. Verdachte heeft met haar gedragingen het zelfbeschikkingsrecht van verdachte en zijn lichamelijke integriteit geschonden.
De rechtbank houdt rekening met de aard en de ernst van het feit. Naar maatstaven van billijkheid zal zij het smartengeld op een bedrag van € 2.500,- vaststellen.
De rechtbank ziet aanleiding om op grond van artikel 36f van het Wetboek van Strafrecht de schadevergoedingsmaatregel aan verdachte op te leggen. Verdachte wordt verplicht het aan de benadeelde partij toegewezen bedrag aan de Staat te betalen. Eventueel toegekende proceskosten zijn daar niet bij inbegrepen.
Verdachte is vanaf 27 augustus 2023 wettelijke rente over het toegewezen bedrag verschuldigd.

9.De toegepaste wettelijke bepalingen

De oplegging van de straf en/of maatregel is gegrond op de artikelen 14a, 14b, 14c, 36f, 246 van het Wetboek van Strafrecht.

10.De beslissing

De militaire kamer:
 spreekt verdachte vrij van het primair ten laste gelegde feit;
 verklaart bewezen dat verdachte het overige ten laste gelegde feit, zoals vermeld onder ‘De bewezenverklaring’, heeft begaan;
 verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
 verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert het strafbare feit zoals vermeld onder ‘De kwalificatie van het bewezenverklaarde’;
 verklaart verdachte hiervoor strafbaar;
 veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
6 (zes) maanden;
 bepaalt dat een gedeelte van deze gevangenisstraf, te weten
3 (drie) maanden, niet ten uitvoer zal worden gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten omdat verdachte zich voor het einde van de proeftijd van drie jaren schuldig heeft gemaakt aan een strafbaar feit;
  • veroordeelt verdachte in verband met het subsidiaire feit tot betaling van schadevergoeding aan de benadeelde partij [aangever] van € 2.500,- aan smartengeld, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald;
  • veroordeelt verdachte in de kosten die de benadeelde partij in deze procedure heeft gemaakt en de kosten die de benadeelde partij mogelijk nog moet maken om het toegewezen bedrag betaald te krijgen, tot vandaag begroot op nul;
  • legt aan verdachte de verplichting op om aan de Staat, ten behoeve van benadeelde partij [aangever] , een bedrag te betalen van € 2.500,- aan smartengeld. Dit wordt vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 27 augustus 2023 tot aan de dag dat het hele bedrag is betaald. Als dit bedrag niet wordt betaald, kunnen 35 dagen gijzeling worden toegepast zonder dat de betalingsverplichting vervalt;
  • bepaalt daarbij dat met betaling aan de benadeelde partij in zoverre de betaling aan de Staat vervalt en omgekeerd.
Dit vonnis is gewezen door mr. Y.H.M. Marijs (voorzitter), mr. R.M.H. Pennings en
Kolonel mr. H.M. Stratenus (militair lid), rechters, in tegenwoordigheid van L. Willems, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 27 januari 2025.
mr. R.M.H. Pennings is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.

Voetnoten

1.Het bewijs is terug te vinden in het in de wettelijke vorm door verbalisant [verbalisant] van de Koninklijke Marechaussee, afdeling zeden, opgemaakte proces-verbaal, dossiernummer 24031107002776, gesloten op 11 maart 2024 en in de bijbehorende in wettelijke vorm opgemaakte processen-verbaal en overige schriftelijke bescheiden, tenzij anders vermeld. De vindplaatsvermeldingen verwijzen naar de pagina’s van het doorgenummerde dossier, tenzij anders vermeld.
2.Proces-verbaal aangifte, p. 8.
3.Proces-verbaal van aangifte, p. 8.
4.Proces-verbaal aangifte, p. 8-15.
5.Proces-verbaal aangifte, p. 7-15.
6.Proces-verbaal aanvullend verhoor, p. 124.
7.Proces-verbaal aangifte, p. 9.
8.Proces-verbaal aanvullend getuige verhoor, p. 130.
9.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 17-21.
10.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 23-27.
11.Proces-verbaal aanvullend getuige verhoor, p. 133.
12.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 23-27.
13.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 29-32.
14.Proces-verbaal van verhoor getuige, 33-36.
15.Proces-verbaal van verhoor getuige, p. 37-40.
16.Proces-verbaal van verhoor verdachte, p. 51-57.
17.Verklaring van verdachte ter terechtzitting van 13 januari 2025.