In deze zaak heeft de Rechtbank Gelderland op 30 mei 2025 uitspraak gedaan over de verlenging van de terbeschikkingstelling van betrokkene, die in afwachting is van plaatsing in een kliniek. Betrokkene is eerder veroordeeld tot 12 maanden gevangenisstraf en terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, welke maatregel op 13 mei 2023 is ingegaan. De officier van justitie heeft op 26 maart 2025 gevorderd om de terbeschikkingstelling met twee jaar te verlengen, omdat betrokkene nog niet is gestart met de behandeling en er een hoog recidiverisico aanwezig is. Tijdens de zitting op 16 mei 2025 zijn betrokkene, zijn raadsman en deskundigen gehoord. De raadsman pleitte voor een verlenging van slechts één jaar, maar de rechtbank oordeelde dat de veiligheid van anderen en de algemene veiligheid van personen de verlenging met twee jaar eist. De rechtbank heeft geen reden om te twijfelen aan de verwachting dat betrokkene binnen anderhalve maand geplaatst kan worden in de kliniek, maar concludeert dat de behandeling langer dan één jaar zal duren. De rechtbank heeft daarom de terbeschikkingstelling met twee jaar verlengd, in overeenstemming met de vordering van de officier van justitie en de adviezen van de kliniek.