Uitspraak
1.[gedaagde 1] ,2. [gedaagde 2] ,
1.De procedure
- de producties 17 en 18 van 6 juni 2025 van [eiser]
- de producties 1 t/m 18 van 12 juni 2025 van [gedaagde 1] en [gedaagde 2]
2.De feiten
1.2.Het gehuurde is uitsluitend bestemd om te worden gebruikt als woonruimte.
3.1Huurder zal verhuurder te allen tijde tijdig tevoren schriftelijk informeren over elke verandering van of toevoeging aan de inrichting of de gedaante die huurder in, aan of op het gehuurde wenst aan te (laten) brengen of te hebben. Onder veranderingen wordt mede verstaan het aanbrengen van gaten in vloeren, plafonds of gevels, tenzij het gaat om eenvoudige schroef- of spijkergaten van geringe afmetingen.
- Geen geluidsoverlast meer veroorzaken – waaronder begrepen maar niet beperkt tot – schreeuwen, uitschelden, bedreigen van uw buren of anderen, langdurig en/of veelvuldig laten blaffen en/of janken van de honden en/of andere (huis)dieren.
- Geen intimiderend gedrag vertonen.
- Niet schreeuwen of schelden naar buren en/of omwonenden of bezoekers aan uw adres.
- Geen fysiek geweld toepassen in welke vorm dan ook.
- Geen uitwerpselen van dieren die u houdt de straat op of de tuinen van buren of omwonenden in vegen of gooien.
- Geen gemeentegrond oneigenlijk gebruiken, bijvoorbeeld door grofvuil te storten waar en/of wanneer dit niet is toegestaan.
- Zich geen parkeervakken toe-eigenen en niet buiten parkeervakken parkeren waardoor overlast of hinder bij omwonenden ontstaat.
- Geen aanhangers en/of grote voertuigen stallen waar dit niet is toegestaan en niet langer dan de toegestane termijn.
- Geen camera geplaatst hebben waarmee de openbare weg gefilmd wordt.
- Geen overlast meer veroorzaken door met een motorvoertuig met hoge snelheid door de straat te rijden.”
Hierbij bevestig ik ook dat jij en [gedaagde 1] naar aanleiding van de waarschuwingsbrief die wij als gemeente jullie hebben gestuurd in het kader van de gemelde woonoverlast, op het gemeentehuis in Bemmel zijn geweest voor een zienswijze gesprek. Na dit gesprek hebben wij geen verdere actie ondernomen met betrekking tot de woonoverlast, buiten natuurlijk de meldingen uit de buurt en de handhaving hierop door onze boa’s. (…)”
3.De vordering en het verweer
4.De beoordeling
€ 623,88, overweegt de kantonrechter dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] dit bedrag ten onrechte in mindering hebben gebracht op de huurbetalingen. Daartoe is het volgende redengevend. In artikel 7:206 lid 3 BW staat dat, indien de verhuurder met het verhelpen in verzuim is, de huurder dit verhelpen zelf kan verrichten en de daarvoor gemaakte kosten, voor zover deze redelijk waren, op de verhuurder kan verhalen, desgewenst door deze in mindering van de huurprijs te brengen. Dit betekent dat de verhuurder in verzuim dient te zijn (artikel 6:81 BW), voordat de huurder zelf kan herstellen en verrekenen. In deze zaak is gelet op de betwisting van [eiser] niet gebleken dat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] haar voor de lekkage in gebreke hebben gesteld. Zij hebben weliswaar verwezen naar tussen partijen gevoerde correspondentie waarin zij bij [eiser] klagen over een lekkage, maar deze correspondentie dateert van 2019, terwijl de factuur waarbij de lekkage is verholpen van 6 december 2022 is. Op basis van de overgelegde stukken kan verder voorshands niet worden vastgesteld of dit om een nieuwe of dezelfde lekkage gaat, zodat [gedaagde 1] en [gedaagde 2] naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter ook het bedrag van € 623,88 aan [eiser] zijn verschuldigd.